Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Interview] "Er bestaat geen definitie van neutraliteit"

[Interview] "Er bestaat geen definitie van neutraliteit"

Maurice van Stiphout is als stafjurist verbonden aan de Interdiocesane Dienst voor het Katholiek Godsdienstonderwijs in Brussel. Naar aanleiding van een pedagogische studiedag voor islamleerkrachten, werd volgend interview van hem afgenomen.

Nieuw fototoestel 041.jpg

Islamleerkrachten ondervinden soms problemen omwille van hun godsdienstpraktijk. Het Gemeenschapsonderwijs kent het neutraliteitsprincipe. Jammer genoeg is dit principe vatbaar voor verschillende interpretaties.

“Inderdaad, er bestaat geen definitie van het begrip neutraliteit. Onder neutraliteit wordt over het algemeen verstaan dat de overheid zich op afstand houdt van het levensbeschouwelijke. Maar wat betekent dat concreet? Er zijn twee stromingen: een gematigde stroming, zoals Nederland en ook delen van België die kennen, en een militante stroming, die als gevolg van de Franse Revolutie, uit Frankrijk is gekomen. Frankrijk is zeer radicaal tegen alle symbolen in het openbare leven die op de één of andere manier verwijzen naar geloof en religie. Maar omdat er geen definitie van neutraliteit bestaat, kan de invulling van dat begrip bij ons inderdaad van scholengroep tot scholengroep, of zelfs van school tot school, of van gemeentebestuur tot gemeentebestuur verschillen. Het enige dat ik kan zeggen is dat hierover langzaam een dialoog moet groeien. Door de onderlinge contacten te bevorderen kan op termijn over zulke problemen heen gestapt worden. Je moet niet in een stellingenoorlog terechtkomen, want daar kom je toch nooit uit. De twee stromingen moeten op de één of andere manier een weg vinden waarop ze gemeenschappelijk verder kunnen.”

Waarop kan een islamleerkracht zich baseren, indien ze omwille van haar hoofddoek problemen met de schooldirectie ondervindt?

“Het recht van godsdienstvrijheid wordt gegarandeerd door de grondwet. Je hebt het recht om je geloof te belijden, in welke vorm dan ook. In uw vraag gaat het echter niet over het grondrecht van de godsdienstvrijheid, maar over de interpretatie van het begrip ‘neutraliteit’ in een officiële school. Er kunnen restricties aangebracht worden aan het recht van godsdienstvrijheid omwille van de concrete omstandigheden. Als je dan toevallig in een school werkt waar de directeur een totaal andere opvatting over neutraliteit heeft dan jij en wanneer die directeur samen met de inrichtende macht het schoolreglement volgens zijn inzichten vorm geeft,... Tja dan heb je als islamleerkracht een concreet probleem.”

En dat is wettelijk mogelijk?

“Ja, dat is absoluut mogelijk. Het schoolreglement is, zeg maar, de ‘eigen wet’ van die school. Als u mij nu vraagt, wat je daar kan tegen doen, dan kan ik u niet één antwoord geven. In sommige gevallen zal protest helpen. In andere gevallen zal via de rechter geprobeerd moeten worden de situatie te veranderen. En in weer andere gevallen moet je inderdaad politieke druk uitoefenen. Je moet het hele gamma bespelen en dat is iets van lange adem. Je kunt nooit zeggen “volgende week is ’t in orde”. Als het over 5 of 6 jaar in orde is, dan is het nog vrij snel.”

Ondervinden katholieke leraars soms problemen qua klederdracht?

“Nee, wij hebben op dat vlak geen probleem. Maar er is een verschil tussen de situatie nu en de situatie van pakweg 50 jaar geleden. Stel nu dat die hele discussie over hoofddoeken zich zou hebben afgespeeld in de jaren ’50 en ’60, toen onze zusters ook nog een sluier droegen of toen men in het straatbeeld nog veel andere religieuze symbolen kon herkennen, dan zou dat een heel andere discussie hebben opgeleverd dan nu. Dat wil echter niet zeggen dat het altijd zo zal blijven. Nogmaals, in mijn interpretatie van de neutraliteit, in relatie met het recht van godsdienstvrijheid, mag iedereen belijden, doen en dragen wat hij wil, in de vorm waarin hij dat wil, mits hij de anderen daarmee niet tot last is en de openbare orde niet verstoort.”

Waarom zoveel afgunst en hostiliteit tegen de islamitische hoofddoek? Men heeft vaak het gevoel dat het over die hoofddoek gaat. Heeft u daar misschien uw eigen persoonlijke interpretatie voor?

“Ik denk dat het heel gemakkelijk is om te focussen op de hoofddoek. Zo omzeil je immers een echt debat. Fundamenteel zou het moeten gaan over omgaan met geloof in de publieke ruimte. Dat doet men echter niet, men pikt er alleen de verschillende verschijningsvormen uit. Maar die verschijningsvorm is “spielerei”. Maar voor de betrokkene is dat natuurlijk wel degelijk heel direct en heel persoonlijk. Ik denk dat de mensen die er tegen zijn, dat niet helemaal beseffen.”

... dat het zo gevoelig ligt...

“Inderdaad. Als je iets niet kent, dan mis je dat ook niet. Dan kun je redeneren: 'als het voor mij niet nodig is, dan zal het voor die ander ook wel niet nodig zijn'. Maar dat is natuurlijk een verkeerd standpunt in een discussie over pluraliteit.”

Er is misschien niet alleen een gebrek aan kennis, maar ook...

“Aan inlevingsvermogen.”

Denkt u ook dat er een angst voor de Islam als godsdienst zelf bestaat?

“Er is angst voor elk geloof. Het is eigenlijk een beetje ironisch: een paar 100 jaar geleden werd ‘ongelovig zijn’ als staatsgevaarlijk gezien. Nu heb je het omgekeerde, nu wordt ‘gelovig zijn’ als staatsgevaarlijk gezien. Terwijl het geloof helemaal dat effect niet hoeft te hebben. De context van het Midden-Oosten is niet de context van West-Europa. En de context van Afghanistan is niet de context van de Verenigde Staten. De Verenigde Staten zijn ook niet hetzelfde als West-Europa. Wij spiegelen ons graag aan Amerika, maar het is een totaal andere samenleving dan de Europese.”

Hoe ziet u de toekomst van de interfilosofische dialoog in?

“Ik zie die toekomst eigenlijk heel positief. De contacten met de andere levensbeschouwingen bestaan al vrij lang. Ik werk zelf 8 jaar voor de katholieke kerk. We hebben in die 8 jaar met alle erkende erediensten en de vrijzinnigheid steeds zeer goede contacten gehad. We werken voor de levensbeschouwelijke vakken optimaal samen en proberen ook zoveel mogelijk elkaar te helpen. We zitten allemaal in dezelfde situatie: we zijn allemaal geëngageerde levensbeschouwingen. Als er iets gebeurt met de één, heeft dat ook negatieve effecten voor de ander. Ook proberen we te leren van fouten die gemaakt zijn in ’t verleden. Als je al een tijdje bezig bent, zoals de katholieke kerk, dan heb je een heleboel ervaringen waarvan je al geleerd hebt. Die ervaringen bieden wij aan aan de anderen, niet om op te leggen, maar als dienst.”

Bedankt voor dit interview.

“Graag gedaan.”