han30 maart 2006 – 19:52

“Hoe zou het zijn om een container voor sperma te zijn?” zingt Valerie Schiemsky in haar lied over de Antwerpse hoeren. Als ik haar vraag waar ze de inspiratie voor haar liederen vindt zegt ze doodleuk dat ze gewoon door de hoerenbuurt liep en haar opeens lied te binnen schoot.
De zeven eerstejaars werkten samen met Wigbert Van Lierde aan ieder twee liedjes. De tekst en muziek maakten ze volledig zelf en werden hierin alleen begeleid door Van Lierde.

De studenten werkten al een heel jaar enorm hard met een onuitputtelijk enthousiasme en doorzettingsvermogen. Dat zag je dan ook duidelijk op het toonmoment. De kelder van het oude Studiogebouw was volgestouwd met instrumenten, versterkers, microfoons en kabels. Daartussen verdwaalden een paar bankjes met hier en daar een ouder, een paar vrienden en enkele docenten.

Elke student zong een eigen lied, met gitaar, aan de piano of gewoon aan de microfoon. Ondertussen begeleidden de medestudenten met backing vocals en allerhande instrumenten. De zenuwen maar aan de andere kant ook het zelfvertrouwen en de passie stroomden vlotjes via de microfoons door de zaal en wisten het publiek te grijpen.

Ondertussen repeteerden de studenten van het tweede jaar woordkunst in hetzelfde gebouw en speelden de studenten van het tweede jaar kleinkunst ook een voorstelling. Dat het Herman Teirlinck instituut leeft is dus een feit. Zelfs meer en meer studenten uit Nederland beginnen aan de school. Nederlandse studente Brechtje Kat wist het Vlaamse publiek gisteren extra te charmeren met haar lied over het boerenleven in haar Hollandse geboortedorp. Opkomend talent is verzekerd met de nieuwe lichting studenten in Antwerpen.