's Mogens werden standbeelden over de hele stad bedekt met jute zakken, om aan te tonen dat we blind blijven voor honger en haar structurele oorzaken.

In totaal werden een dozijn standbeelden bedekt, soms op grote hoogte.

Daarna werd de fanfare tegen honger en dorst voorbereid, met spandoeken en jute kledij.

Op de trappen van de beurs warmden actievoerders, fanfare en theater zich op.

Onderweg werden mensen aangesproken met de vraag of ze de lanceringsactie van de campagne wilden ondersteunen: een schending van het recht op voedsel waarbij 400 Ugandese boerenfamilies hun grond kwijtraakten om plaats te maken voor een Duitse koffieplantage. Duizenden petitiekaarten worden over heel Europa verzameld om druk uit te oefenen op het bedrijf en de Ugandeze overheid om een rechtmatige compensatie voor de boeren te krijgen, zodat zij terug zoals tevoren in hun levensonderhoud kunnen voorzien door eigen voedsel te produceren.

Het theater vergezelde de fanfare als boeren die hun werkinstrumenten gebruikten om de fanfare te begeleiden.

Onderweg werden ook enkele bedekte standbeelden bezocht, zoals op de grasmarkt en het Spanjeplein (Charles Buls en Don Quijote).

Als finale organiseerden activisten en fanfare een slotactie aan het Europese Parlement.
Het theatergezelschap houdt een dans ter ere van zij die honger lijden maar voor hun rechten willen opkomen.

Met een tentoonstelling van gezichten van mensen die de strijd voor het recht op voedsel opnemen, wordt verwezen naar de titel van de campagne.

Als kers op de taart onthullen Jean Ziegler, VN Rapporteur voor het Recht op Voedsel, en Flavio Valente, directeur van FIAN-Internationaal, het standbeeld van Europa: ook het Europese beleid mag niet blind blijven voor het hongerprobleem en haar verantwoordelijkheid opnemen. Bijvoorbeeld door het recht op voedsel te respecteren in haar buitenlands handels- investerings- en ontwikkelingsbeleid. Dus de toegang van boeren tot grond, water en een eerlijk inkomen garanderen.

In een toespraak ondersteunde Ziegler de nieuwe campagne om aandacht te eisen voor het recht op voesel, een mensenrecht als alle anderen. Hij wees verder op de gevaren van handelsliveralisering en de opmars van energiegewassen voor biobrandstoffen.