Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Waarom allochtonen geen werk vinden

Waarom allochtonen geen werk vinden

In het Geuzenhuis in Gent ging er woensdagavond een debat door over waarom zogenaamde allochtonen geen werk zouden vinden. Mohamed Chakkar (Federatie van Marokkaanse Verenigingen), Jean-Marie Dedecker (VLD), Fatma Pehlivan (SP.a), Mil Kooyman (ABVV) en Veerle Vermeulen (Voka) reageerden op stellingen die de Kifkif-moderator Dany Neudt aan hen voorlegde.

debat allochtonen bewerkt.JPG

Saïd Bouharak nam even de plaats in van Jean-Marie Dedecker om zijn (succesvol) levensverhaal te vertellen.

Het debat werd meteen opengegooid met de stelling dat de scholingsgraad bij allochtonen te laag is voor de huidige arbeidsmarkt. Fatma Pehlivan nam het woord en uitte kritiek op het huidige onderwijssysteem. “Allochtonen moeten meer ondersteuning krijgen dan nu het geval is, want ze zitten in het zesde leerjaar al met een gemiddelde taalachterstand van 3 jaar door het huidige systeem.” “Een nefaste invloed daarbij zijn zeker de concentratiescholen waardoor allochtone jongeren op lage leeftijd te weinig in contact komen met het Nederlands en het Frans”.

Jean-Marie Dedecker ging daarop meteen in de aanval, en verwees naar de cijfers uit het recente Oeso-rapport, waaruit bleek dat de Belgische autochtonen zeer hoog scoren in vergelijking met de rest van de wereld. Daaruit concludeerde Dedecker dat er niets mis is met het onderwijssysteem. Toen Pehlivan begon over de mogelijkheid van discriminatie door leerkrachten tegenover allochtone leerlingen stond een man recht die schreeuwde dat het een belediging was als leerkracht. Met enige moeite werd hij tot bedaren gebracht. De discussie over onderwijs werd afgevoerd door de moderator, die nog eens benadrukte dat het om een debat-avond rond arbeid ging.

“Ondanks het verschil in scholingsgraad zien we procentueel toch meer autochtonen aan het werk dan allochtonen”, luidde de tweede stelling van moderator Dany. Mohammed Chakkar en Fatma Pehlivan konden hierover niet veel nieuws vertellen tegenover een “met cijfers zwaaiende Dedecker”. De discriminatie bij werkgevers werd ingeroepen als reden voor het kleinere aandeel van allochtonen op arbeidsplaatsen die voor hen even bereikbaar zouden zijn als voor autochtonen. Dedecker en Vermeulen zagen de oorzaak eerder in een verschil in attitude.

Jean-Marie Dedecker staafde zijn mening met een gastspreker, die hij tot ieders verassing had meegenomen. Iemand uit het publiek beet Dedecker toe dat hij voor een debat gekomen was en niet voor een 'door-de-politicus-georchestreerde' avond. Saïd Bouharak, een man van Marokkaanse afkomst, nam heel even de plaats in van het VLD-kopstuk en vertelde over zijn succesvolle carriere waarin discriminatie geen wezenlijke invloed heeft gehad op zijn levensloop. “Als er sprake was van discriminatie deed ik dubbel zo hard mijn best om toch te bewijzen dat ik evenveel kon als een autochtoon, als de meester vroeg om een stuk van 10 bladzijden te schrijven, schreef ik er honderd.” Bouharrak deelde ook openlijk het standpunt van Dedecker en meende dat een negatieve attitude aan de basis ligt van de verschillen tussen allochtonen en autochtonen op de arbeidsmarkt.

Naarmate de avond vorderde lieten steeds vaker mensen uit het publiek zich horen, ook al was dat op het einde pas de bedoeling. De derde stelling over de verantwoordelijkheid van de werkgevers inzake de geringere tewerkstellingsgraad bij allochtonen strandde in een discussie over het al dan niet invoeren van quota's voor het aantal tewerkgestelde allochtonen. Uit het publiek kwam de opmerking dat het quasi onmogelijk is om een manier te vinden om deze quota's te berekenen. “Je kan een bedrijf niet verplichten om te wachten op allochtonen die zich aanbieden, om leegstaande jobs in te vullen”, vond de VLD-er. Mil Kooyman haalde aan dat in Canada een soortgelijk systeem echter wel mooie resultaten oplevert. “Als er bij hen geen mogelijkheid is om de quota te behalen, houdt men eenvoudigweg de voordelen in die gepaard gaan met het behalen van de quota's, er zijn geen sancties aan de maatregel verbonden”, zei Kooyman.

Ook een resolutie over anoniem soliciteren, die Dedecker in het parlement indiende, werd door het publiek scepticisch onthaald. Fatma Pehlivan diende dit voorstel ook in maar dan onder de vorm van een wetsvoorstel. “De tijd is gekomen om zulke zaken op te leggen, met vrijblijvende resoluties komen we er niet, dat is in het verleden al gebleken.” Zowel Vermeulen als Kooyman wezen erop dat dit voorstel administratief en financieel onbegonnen werk was. Dedecker voegde er aan toe dat dat de reden was waarom hij het voorstel tot een resolutie wou beperken.

De laatste stelling die aan de panelleden werd voorgelegd legde de oorzaak van de allochtone werkeloosheid bij de attitude van de werknemers zelf. Iedereen was het erover eens dat dit ook wel een deel van het probleem was. Mohammed Chakkar wees er wel op dat de negatieve houding tegenover werk niet uit de mensen zelf voortkomt maar dat discriminatie die negatieve houding ook in de hand werkt. “Ook bij autochtonen is werkloosheid steeds vaker aan attitude gelinkt”, meende Veerle Vermeulen van Voka. Een oudere dame uit het publiek trad haar standpunt bij. In haar carriere als zakenvrouw had ze de verandering in attitude bij het personeel van dichtbij kunnen meemaken. “Vroeger had ik veel allochtonen in dienst, en er hing een goede sfeer”. “Het ligt niet aan hun, het ligt aan de tijdsgeest”. “Als ik tegenwoordig naar het personeel kijk is de sfeer weg, alles is negatief, zowel bij autochtonen als allochtonen.”

Toen de vragen mochten gesteld worden door het publiek, leek het er enkele keren op dat het debat vroegtijdig moest beëindigd worden door enkele heethoofden in het publiek. Jean-Marie Dedecker stapte bijna gewoon op na enkele beledigingen, maar ging uiteindelijk terug zitten voor een vraag aan hem over hoofddoeken. Mevrouw Pehlivan kreeg de meeste kritiek en vragen te verwerken, maar sloeg zich er toch moedig uit. Na twee en een half uur debateren gaf uiteindelijk iedereen er de brui aan en verzamelde iedereen in het café.

Samengevat over de hele avond zagen de meesten oplossingen in een betere aanpak van het onderwijs, meer bepaald het aanpakken van de concentratiescholen. Ook de quota's volgens het Canadees model konden wel bekoren. Over de anonieme sollicitaties bleef echter verdeeldheid bestaan.

mooi verslag! Ik kon er niet

mooi verslag! Ik kon er niet zijn, maar zo krijg ik toch een beeld. Thanks!

kritiek

Gebruik alstublieft het tweede woord niet meer. Dat werkt tegen ons.
Bij voorbaat dank.

welke tweede woord?

welke tweede woord?

Wat ik stilaan wel beu word,

Wat ik stilaan wel beu word, is dat de gehele (!) groep van “Vlaamse werkgevers” door een bepaalde linkse pers en bepaalde linkse politici als “racistisch” gebrandmerkt wordt. Er zullen altijd wel enkele uitzonderingen zijn, maar de gemiddelde “Vlaamse werkgever” kijkt naar zijn rendement, en het zal hem of haar absoluut worst wezen of dit rendement mede wordt gegenereerd door witte, zwarte, bruine, gele, groene of blauwe werknemers. Er is trouwens ook sprake van een enorme taalverwarring in dit hele debat. De laatste “racist”, in de zin van “iemand die van oordeel is dat bepaalde rassen -die overigens niet eens bestaan- superieur of inferieur zijn aan andere”, zal ondertussen minstens op Vlaamse bodem toch wel overleden zijn, zeker? Wat voor de meeste (kandidaat-)werkgevers wèl belangrijk is, is dat (kandidaat-) werknemers onze taal correct spreken (en bij voorkeur meerdere talen), op tijd op het werk verschijnen en de nodige discipline en elementaire beleefdheid aan de dag leggen. Uiteraard dient een kandidaat-werknemer in het licht van de te begeven betrekking over de benodigde kennis, opleiding en vaardigheden te beschikken, en is een blanco strafregister voor bepaalde jobs een conditio sine qua non. Daarbij zou het kunnen dat sommige van deze kwalificaties binnen sommige deelgroepen van onze bevolking ruimer of minder ruim voorhanden zijn (dit is voer voor sociologen), maar dit heeft met racisme niets meer te maken, of toch ???