Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Opinie] Een "blakende onwetendheid"

[Opinie] Een "blakende onwetendheid"

“Hoe kleiner de kennis, hoe vlotter de pen” – de juistheid van dit gezegde hebben we dit weekend nogmaals mogen ervaren met het opiniestuk (DS, 2 feb 08), “Bericht aan weldenkend links - Waarom wij het hoofddoekenverbod verdedigen”, van de hand van Benno Barnard en Geert van Istendael, “schrijvers”.

(Voor het opiniestuk in kwestie, klik hier)

1. Dat woordkunstenaars zich door taal laten meeslepen ten koste van realiteit of logica, het mag ons niet verbazen. Dit opiniestuk, echter, is méér dan een onschuldig voorbeeld van schrijversretoriek. Het middeleeuwse, manicheïstische en demoniserende denkpatroon t.a.v. islam en moslims krijgt hier een tweedehands, literair kleedje aangetrokken. De boodschap blijft steeds dezelfde, en klinkt dezer dagen unisono met de anti-islamcampagnes van extreemrechts, hier en elders in Europa (ook al noemen de auteurs zich “verklaarde vijanden van het Vlaams Belang”): “Europa” moet gered worden van een religie die voor het tegendeel staat van “al onze dierbare civiele vrijheden”. Elke vorm van dialoog en gesprek is uitgesloten: “Een islamiet”, zo schrijven deze verlichte geesten zonder verpinken, “(denkt) anders, maar dan ook totaal anders… dan een welwillende, linkse, antikatholieke Vlaamse intellectueel” (m.o.). “Linkse intellectueel”, inderdaad, want onze publicisten vallen ook in de valkuil van dat andere, populistische stereotype: demonisering van “de islam” gekoppeld aan een uitval tegen al die “linkse intellectuelen” die voor tolerantie en gelijkberechtiging pleiten. Een Mia Doornaert heeft het hen al menig maal voorgedaan. Linkse intellectuelen (o.m. “oude marxisten”) “weten niets af van de islam”. Erger nog: zij “verkiezen een blakende onwetendheid” t.a.v. de “versteende godsdienst die islam heet" (m.o.).

Het opiniestuk van onze “schrijvers” is niet onschuldig: het is wel degelijk een oproep voor intolerantie en xenofobie. In het hoofddoekendebat, zo luidt het, mag niet zo maar uitgegaan worden van Grondwet, democratische rechtsstaat of al die andere “principes” die “(geboren zijn) uit het bloed van de Europese geschiedenis”. Neen, de discussie moet teruggaan naar “het wezen van de islam”. Nog vóór wij ons kunnen afvragen wat dat “wezen” van een religie als de islam dan wel zou kùnnen zijn (zodanig dat islam essentieel zou kunnen vergeleken worden met judaïsme en christendom), krijgen we van Barnard en Van Istendael al onmiddellijk het ‘onthullende’ antwoord, dank zij een expertise die "weldenkend links" dus schromelijk ontbeert. Helaas, druist die 'expertise' in tegen de wetenschappelijke verworvenheden van de hedendaagse godsdienstsociologie en haar afwijzing van elke vorm van essentialisme.

2. Vanuit sociologisch en historisch oogpunt, inderdaad, staan deze poëten, zoals de keizer, in hun blootje onder hun volzinnen. Niet gehinderd door enige wetenschappelijke terughoudendheid, peroreren ze over “het allerfundamenteelste verschil… in de theologische kern” van, enerzijds, judaïsme en christendom, en, anderzijds, de islam. Dat betreft dan het onderworpen-zijn van de Bijbelse God “aan de gerechtigheid”. Ze alluderen daarbij ook op “allerlei vaak grappige passages in de Bijbel en de Talmoed”: het offerverhaal van Abraham, het boek Job: "rechtvaardig", “grappig?”...

Inzake de islam daartegenover, wat met de Mu’tazila, theologische school die de rechtvaardigheid van God juist centraal stelde (niet voor niets noemden zij zichzelf “de mensen van de Rechtvaardigheid sc. van God”)? Die rechtvaardigheid vereist menselijke keuzevrijheid, gebaseerd op de kennis van “goed” en “kwaad” – principes waaraan ook God zich dus te houden heeft (vergelijk dat met de kwalijke predestinatieleer van Augustinus, nog altijd één van de grote autoriteiten van de hedendaagse Kerk). Dank zij de Mu’tazila, die tot bloei en erkenning kwam onder de grote Abbasidische kaliefen, werd de koranieke verkondiging uitgewerkt tot een rationele, theologische wereld- en mensvisie en verwierf islam de intellectuele dimensie nodig voor een wereldgodsdienst. De school werd later gemarginaliseerd, maar heeft bv. ook het sji’isme diepgaand beïnvloed en vandaag kent ze een revival en inspireert zij, onder de vorm van een neo-mu'tazilisme, tal van vernieuwingsdenkers binnen de moslimwereld.
Nog altijd inzake de geschiedenis, zou bv. ook kunnen gewezen worden op het instituut van de “dhimma”, dat in voege was tot aan het kolonialisme: de islam is de énige monotheïstische religie die het bestaansrecht van àndere religieuze gemeenschappen of naties theologisch erkend heeft (gaande van judaïsme en christendom tot het hindoeïsme).

3. Tot de kromme redeneringen waaraan beide heren zich bezondigen, behoort ook de beproefde tactiek van de “twee maten" – ze moge dan al tot op de draad versleten zijn, die tactiek doet het nog altijd heel goed, in de media, de publieke opinie en het beleid:

(a) Inzake de islam worden àlle gelovigen over één kam geschoren: die van een “sedert duizend jaar versteende” godsdienst; religieuze “lauwheid” is dan nog het béste (minst slechte) dat wij, Europeanen, mogen verhopen [Onduidelijk is dan wel hoe dergelijke ‘lauwheid’ – die volgens statistisch onderzoek geldt voor de overgrote meerderheid van medeburgers die zichzelf als “moslim” identificeren - te rijmen valt met die die duizend jaar oude “verstening” die zich “met hand en tand verzet tegen iedere vrije interpretatie van de geopenbaarde teksten”.]

(b) T.a.v. jodendom en christendom wordt de situatie ànders geformuleerd: wat bij moslims “lauwheid” wordt genoemd, heet hier erkenning van “een soort evenwicht… tussen de res publica en de religio”. En wat de bloedige geschiedenis betreft van Europa sedert “tweeduizend jaar”, worden wij ‘gerust gesteld’ met de overweging “dat iedere moderne christen of jood van enig intellectueel niveau zich doodschaamt voor het bloed dat aan zijn erfenis kleeft”. Een ‘mooi’ drogargument van onze schrijvers (een christen of jood die zich niét zou “doodschamen”, heeft dan jammer genoeg géén “intellectueel niveau”).

In dergelijke tweedeling is er voor kritische, moderne moslims “van enig intellectueel niveau” geen plaats. De Mohamed Arkouns, Nasr Aboe Zayds, Hasan Hanafî’s, Abdullahi Ahmed An-Naims, Riffat Hassans,
Mohamed Talbi’s, Fuad Zakariya’s, Ali Abd al-Raziqs (gestorven in 1966), Shaykh Mahmud Shaltuts (gest. 1963), Muhammad Said al-Ashmawy’s, Rana Kabbani’s, Fatima Mernissi’s, Amina Waduds, Shabbir Akhtars, Tariq Ramadans, Abdelwahab Meddebs’, Mohammed Abed al-Jabri’s, Fouad Laroui’s (sprak in dec 07 de Socrateslezing uit, in Amsterdam), Youssef Ben Abdeljellils, Omar Nahas’, enz., enz.; maar ook de ontelbare ‘gewone’ moslims en moslima's (al of niet gehoofddoekt) die zich bv. als bestuurslid van socio-culturele en andere verenigingen dagelijks inzetten voor ontwikkeling en emancipatie binnen onze pluralistische samenleving: zij mogen het allemaal vergeten. Zij zijn niet van tel, want zitten per definitie vast aan een “versteende religie”. Maar dat is niet alles, wat “de moderne islam" betreft: de "sedert duizend jaar versteende islam" werd, o paradox!, in de 20ste eeuw "diepgaand geconditioneerd door het nazisme (en fascisme)”. Via al-Qa'ida en 9/11 is de conclusie dan snel getrokken: alle moslims, vandaag, zijn op z'n minst 'verkapte' terroristen - met het (door "linkse intellectuelen verdedigde") "islamitisch recht op... vrouwenonderdrukking" nog als "de mildste vorm van terrorisme".

4. Wat die "invloed van het nazisme" betreft: het is een bekend feit dat bv. de groot-mufti van Jerusalem, Haj Amin al-Husseini, een fervent antisemiet was en de steun van de nazi’s zocht in de strijd tegen het in Palestina oprukkende zionisme (hij ontmoette Hitler in Berlijn, eind 1941; leefde er tijdens de oorlog als goede vriend van Hitler; richtte zelf een SS Moslim Divisie op die in Bosnië joden en partizanen uitmoordde, enz.). Volledigheidshalve (eerlijkheidshalve), echter, moet aan dat plaatje toegevoegd worden dat ook zionistische terreurorganisaties toen zulke contacten onderhielden: in Palestina (Adolf Eichmann en een andere nazi reisden in 1937 naar Palestina voor een ontmoeting met Haganah vertegenwoordigers) én in Berlijn (eveneens met Haganah-leden). En misschien mag hier herinnerd worden aan de bijzondere ‘methodes’ die dergelijke terreurgroepen en milities hanteerden (bv. de militie geleid door Yitzhak Rabin; de Eenheid 101, geleid door Ariel Sharon, in de jaren ’50…) ten einde Palestina “Arabiervrij” te maken?... Een vergelijkende conclusie dienaangaande tussen islamisme en zionisme zou daarom misschien wel nuttig zijn?

Wat nochtans het meeste stoort in deze, is het grote gemak waarmee beide heren omspringen met de (bloedigheid van de) Europese geschiedenis. “Kruistochten!” “Inquisitie!”: deze en andere misdaden in de naam van Christus worden herleid tot kreten van “iemand ter linkerzijde”. Zij vallen “zeer te betreuren”, en wij (“iedere moderne christen of jood van enig intellectueel niveau”), wij “schamen ons dood”. Punt aan de lijn. Waarover in deze context met geen woord gerept wordt, is de Europese judeocide: de voor iedere normale mens (“intellectueel niveau” is daar écht niet voor nodig!) onvoorstelbaar gruwelijke, systematische uitmoording van zes miljoen Europeanen – kinderen, vrouwen, mannen en ouderlingen – in de nazi-vernietigingskampen, omwille van hun joods-zijn. Die ongeziene misdaad tegen de mensheid kwam er nà de alom door ons Europeanen bezongen “Verlichting” en nà de creatie van de "lekenstaat". En neen, zij was niét de zaak van geschifte Duitsers alleen: héél Europa was in de jaren ’30 doordrongen van het antisemitisme (zoals nu van het antimoslimisme) én was actief bij betrokken bij de “Endlösung”. Overàl vond zij haar trawanten: in Oostenrijk, in Frankrijk, in Nederland, in Polen, in Litauen, in Hongarije, in Italië, in het Vaticaan,… en natuurlijk ook in België, in Antwerpen, enz….

Niét “de islam” heeft haar op zijn geweten, wél het ‘christelijke Europa’. Om even te verwijzen naar de uitlatingen van een àndere, collega-publicist van onze schrijvers, Jan Leyers, in een interview in De Morgen: zijns inziens was het nazisme “volkomen tegenstrijdig met het christendom”, terwijl hij net tevoren iederéén (“zelfs een Karel De Gucht”) als een christelijk product had bestempeld. Kwamen Hitler en zijn duizenden trawanten dan misschien van… Mars? Neen, natuurlijk. Of was de nazi-judeocide – voor Joden de Shoa, gemeenzaam ook de Holocaust genoemd – iets totaal uniek en uitzonderlijk? Neen, nogmaals natuurlijk. Zij was het vreselijke eindpunt van tweeduizend jaar Europese geschiedenis van pogroms en jodenvervolgingen (terwijl de moslimwereld telkens opnieuw een veilige haven had geboden voor in Europa vervolgde Joden). Maar tegelijkertijd was de judeocide ook een triest nieuw begin voor andere genocides, het zij dan niet met die onmenselijke systematiek en op die gigantische schaal. Wie zich in dat verband fundamentele vragen stelt inzake het Europese erfgoed – “met (haar) traditie van dialectiek en zelfstandige tekstinterpretatie” (sic) -, doet dat niét vanuit “een diep begraven koloniaal schuldgevoel”, zoals de heren eventjes psychologiseren. Misschien zou “Europa” zich inderdaad moeten “opheffen uit respect voor haar eigen principes”, die ze maar al te zelden in de praktijk heeft nageleefd? De vraag mag of moet tenminste gesteld worden.

Onze “schrijvers” bezondigen zich ook hier aan méér dan retoriek: door de aandacht te verplaatsen naar het secundaire fenomeen van een aantal islamistische bewegingen in het Midden-Oosten en tegelijkertijd zedig te zwijgen over ónze judeocide, wordt het perspectief volledig verdraaid: de schuldenlast wordt a.h.w. verlegd naar de moslims – als ging het om een zoveelste “logische consequentie van de versteende godsdienst die islam heet”.

Het is beschamend. De heren waren beter aan hun cafétoog blijven hangen.

Herman De Ley,
Vosselare, 4 februari 2008.