Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Bootje Baden in Gent

Bootje Baden in Gent

Een bezoek aan de Gentse havenbuurt is een must voor iedereen die houdt van de rust en melancholie van klotsend water en krassende meeuwen. Je ziet er schepen vertrekken naar exotische bestemmingen, de vergane glorie van roestende wrakken en vervallen havengebouwen. De zee ligt nog 50 kilometer verder en toch hoor je hier de wind de Portugese fado zingen.

Een wandeling rond Meulestede, op de grens van de haven met de stad.

Bootje baden in Gent

Een bezoek aan de Gentse havenbuurt is een must voor iedereen die houdt van de rust en melancholie van klotsend water en krassende meeuwen. Je ziet er schepen vertrekken naar exotische bestemmingen, de vergane glorie van roestende wrakken en vervallen havengebouwen. De zee ligt nog 50 kilometer verder en toch hoor je hier de wind de Portugese fado zingen.
Waar de haven de stad ontmoet, wonen sinds jaar en dag schippers, kunstenaars, allochtonen en havenarbeiders samen in Meulestede, een grauwe volksbuurt die sinds kort ook ontdekt werd door de gegoede middenklasse. Met hun lofts en architecturale kneepjes geven die de wijk een nieuw elan en de afgeschreven gebouwen een nieuwe bestemming. Een buurt in verandering, maar waar het altijd wel een beetje zeemansland zal blijven.

Sinds het ontstaan van Gent op de plaats waar Schelde en Leie samenvloeien, speelde de haven steeds een cruciale rol voor de economie en het sociale leven. De oudste restanten daarvan liggen midden in het historische centrum waar houten schepen graan en koren losten en vandaag jonge koppeltjes hun liefdesgeluk meten met de laatste zonnestralen van de dag. Toen in de 19e eeuw de kades in het centrum te klein werden voor de zeeschepen liet Willem van Oranje het kanaal Gent-Terneuzen graven en legde daarmee de basis van het havengebied zoals we het vandaag kennen: vertrekkende van het oostelijk gedeelte van Gent noordwaarts tot Zelzate en Terneuzen, waar schepen via de Westerschelde het vrije sop kiezen. Te voet geraken we natuurlijk niet zo ver in één dag, daarom dat we vertrekken waar de haven begint en stoppen waar de stad eindigt. Een wandeltocht van enkele kilometers op de grens tussen woon- en havengebied, langs achtereenvolgens het Achterdok, het Handelsdok, het Houtdok, het Grootdok, de Voorhaven en tenslotte het Tolhuisdok.

Al meteen nadat we de verkeerdrukte van de Dampoort achter ons laten worden we ondergedompeld in een oase van rust die je niet meteen met een haven zou associëren. In het Achterdok en het Handelsdok liggen enkel de kleinere binnenschepen en woonboten, meestal te wachten op herstelling of onderhoud in een van de scheepswerven. Die van Van Den Bossche is ongetwijfeld een van de bekendste. “We zijn hier dan ook al 40 jaar actief”, zegt de zaakvoerder. “Schippers komen vooral naar hier om hun motor te laten herstellen, nieuwe schroeven en generators te plaatsen. We hebben ook 2 liften waarmee we de schepen uit het water hijsen voor herstellingen onder de waterlijn.” Wie geïnteresseerd is in de techniek van de scheepvaart zal hier zijn ogen uitkijken, het zicht op de scheepsrompen die oprijzen uit het water is in ieder geval indrukwekkend.

Wat verder op de kade krijg je een mooi uitzicht op de in 1986 ter ziele gegane ACEC-fabriek, een typisch voorbeeld van leegstaande fabriekspanden die na jaren van verkommering een nieuwe bestemming kregen en zo het uitzicht van de stad blijven bepalen. In de gerenoveerde zalen worden nu congressen georganiseerd, feesten gegeven en KMO’s gehuisvest.

Laverend tussen de immense waterplassen die de regen op de kade achterliet laten we het Handelsdok achter ons. Waar het Houtdok begint vaart net op dat moment het binnenschip Interlude weg van de kade, zo zwaar geladen dat het gangpad naast het dek gedeeltelijk onder water staat. “Daar hebben we net 500 ton mest in gestoken”, vertelt een havenarbeider terwijl hij met zijn schop de overblijfselen van het slappe goedje bijeenschraapt. “De grondstoffen komen hier apart toe, wij mengen dat hier allemaal dooreen tot meststof die dan met schepen en vrachtwagens wordt weggebracht. Soms komen ze zelfs van Rusland naar hier voor onze mest” (lacht) Ondertussen tuft de Interlude gezapig het Tolhuisdok in, immer op weg naar de volgende haven.

Om van het Houtdok naar het Grootdok te geraken moeten we langs een ongezellige weg met grijze vervallen loodsen, over de spoorweg en de grote ring (R4) van Gent. Maar het uitzicht dat volgt maakt het de moeite waard: Het Grootdok is minstens 2 keer zo breed als het Handelsdok en kan daarmee ook de écht grote zeeschepen ontvangen. Door de weidsheid van dit alles krijgen we hier pas echt het gevoel dat de zee helemaal niet zo veraf is.

Met stevige pas volgen we de kade, links opslagplaatsen en daarachter Meulestede, rechts het water en uitzicht op speelgoedkraantjes die langzaam heen en weer bewegen tussen hopen metaalafval. Een stevige bries blaast ons bijna van onze sokkel terwijl in de lucht de meeuwen enthousiast hun muzikale talenten tentoonspreiden. Veel tijd om weg te dromen krijgen we echter niet, het is hier opletten geblazen voor de enorme kranen die zich al dan niet op rails langs de kade voortbewegen. Een van die mastodonten hijst onvermoeibaar stalen platen van meer dan 25 ton uit het zeeschip Sidu Joy, die dan met verbazende precisie op elkaar gestapeld worden. Alles is hier zo groot dat we ons plots erg nietig voelen en via de Voorhaven terug richting bewoonde wereld stappen. Meteen al na Meulestede-brug lacht de kleine Sint-Antoniuskerk ons toe. Trots en parmantig lijkt het wel alsof ze de woonhuizen van Meulestede probeert te beschermen tegen de industriële kaalslag van de haven.

Het centrum van de woonbuurt is met haar grijze rijhuizen minder interessant, maar een stukje weg van de kade, waar woonhuizen en oude havengebouwen elkaar ontmoeten, is het rustig en mooi wandelen. De oude havengebouwen met hun typische stijl stralen een rust en openheid uit die je enkel in havensteden tegenkomt. Krakers leven hier vreedzaam naast poepsjieke gerenoveerde lofts, wat verder staat een grijs rijhuis naast een vervallen loods. Aan de kaai liggen fraai vormgegeven woonboten en binnenvaart drie rijen dik te dobberen naast verroeste zeilschepen en kaalgestripte catamarans. De mensen die je hier tegenkomt lijken nors maar wanneer je hen aanspreekt bloeit plots een behulpzame lach op hun gezicht, een typische no-nonsense volksmentaliteit. “Het is hier heel volks” zegt een bewoner. “Maar de buurt vernieuwt, er komen hier meer en meer jonge mensen wonen. Veel kunstenaars, veel vreemdelingen ook. Het is hier goedkoop huren hé” (lacht).

En waar zijn de schippers en matrozen? Op zoek naar waterratten stappen we het café Liberty binnen. Sporttrofeeën sieren de schouw, oude metalen lampjes sieren het plafond en in de hoek slaat een televisietoestel uit grootmoeders tijd werkloos het café gade. “Er wonen hier nog wel veel schippers” vertelt de jonge flamboyante cafébaas. “Matrozen en havenarbeiders kwamen hier vroeger wel eens binnen, maar die trekken nu allemaal meer naar het centrum, je merkt daar eigenlijk niet veel van.” “Je hebt nog de Fluvial en de Titanic maar de andere schipperscafés zijn aan het verdwijnen” vertelt Gwenny, zelf een schipperdochter. Zijn de schippers dan aan het uitsterven? “Nee hoor,” zegt ze. Enthousiast begint ze te vertellen over haar varende neven en nichten, tot ze weggeroepen wordt door haar geliefde voor een spelletje pool.
Het is donker als we het café verlaten, de straten liggen er verlaten bij. Niets lijkt de rust te kunnen verstoren, maar wie goed luistert hoort in de verte het ronken van de scheepsmotoren. Of is het de wind die de fado zingt?

Praktisch:

Gent-Dampoort is het tweede treinstation van de stad en dus gemakkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer. Het station beschikt ook over een ruime parking voor wie met de wagen komt. Volg dan de kleine ring richting Sint-Amandsberg en je komt vanzelf aan de Dampoort terecht.

Wie meer info wil over de haven, de werken aan het nieuwe Kluizendok wil bezoeken of tijdens de Gentse Feesten met het jacht ‘Jacob van Artevelde’ gratis een rondvaart door de haven wil meemaken, kan terecht op www.havengent.be of +32/9/251.05.50

Toeristische info over Gent vind je op www.gent.be

Meulestede telt met ‘Anarke’ welgeteld één restaurant, je kan er voor 15-25€ vis en schelpdieren eten. Gesloten op ma-di-wo, meer info op www.anarke.be

Kader: Havencijfers:

In 2004 werd in de Gentse Haven bijna 25 miljoen ton goederen verscheept, 17 miljoen ton was bestemd voor binnenlands transport per binnenschip of vrachtwagen. Met een marktaandeel van 2,7% staat Gent op de 9e plaats van de grootste Europese havens. Ter vergelijking: Rotterdam bekleedt met 36,9% de 1e plaats, Antwerpen neemt de 2e plaats in met 16,4%. Met de bouw van het nieuwe Kluizendok hoopt het Gentse Havenbestuur die positie te verbeteren. Dat is belangrijk voor de werkgelegenheid, in 2002 werden 28.501 mensen tewerkgesteld. 500 hiervan worden op dagelijkse basis aangeworven als dokwerker.