ABVV29 september 2008 – 15:45

Het ABVV wil het reddingsplan uiteraard zien slagen, maar daarbij mogen de problemen van slecht beheer en het gebrek aan vooruitziendheid in de aanpak van deze crisis - waarvan wij vrezen dat ze als een olievlek zal uitbreiden - niet in de doofpot worden gestopt.

Het ABVV vraagt zich af waarom de Commissie voor het Bank- en Assurantiewezen geen enkel probleem heeft gemeld in de week voorafgaand aan de aankondiging van de crisis. Deed ze dit doelbewust of had ze er de middelen niet toe?

De reddingsplannen in de financiële sector (in Europa of in de Verenigde Staten) volgen het ondertussen banaal geworden - maar daarom niet minder schandalige - mechanisme van “privatisering van de winsten en socialisatie van de verliezen”, zonder oog te hebben voor de fouten in het beheer van de ondernemingen. De deregulering van het kapitalistische systeem heeft zijn grenzen bereikt.
Het ABVV roept de politici op hun verantwoordelijkheid op te nemen en zowel op Belgisch als op Europees vlak duidelijke regels in te voeren voor de omkadering van het dol draaiende financieel systeem.

Wat Fortis betreft, eist het ABVV dat in het kader van de nationalisering, de financiële inbreng met Staatsgarantie gepaard gaat met een strikte omkadering, waarbij het beheer van de instelling in alle transparantie kan worden gecontroleerd en waarbij de kleine spaarders een betere bescherming krijgen.

Veel ABVV leden begrijpen ook niet waarom de regering niet met evenveel enthousiasme een correct en volledig antwoord biedt op de koopkrachtproblemen van de werknemers en de uitkeringsgerechtigden, als ze deed bij het kwijtschelden van de schulden van de privé-bank Fortis.

Het ABVV vraagt dat de regering ook hier haar verantwoordelijkheid opneemt en herhaalt zijn vraag voor een reddingsplan voor de koopkracht van alle werknemers en sociaal uitkeringsgerechtigden. Dit plan moet ook een tussenkomst bevatten in de verplaatsingsonkosten voor het woon-werkverkeer, waarbij voorrang moet worden gegeven aan het openbaar vervoer en waarbij het fiscale evenwicht moet worden hersteld, om de lage en middelhoge inkomens te ontlasten. Bovendien vraagt het ABVV een verlaging van de BTW van 21 tot 6 % op gas, elektriciteit en stookolie, niet ten laste van de Staat, maar van de betrokken sectoren.