Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Dodelijke stilte

Dodelijke stilte

De situatie in de Gaza-strook neemt dramatische proporties aan. Sinds 4 november heeft Israël de Gaza aan een nog strikter embargo onderworpen om te reageren op raketaanvallen.

Enkel humanitaire goederen komen er nog in, maar dan met mondjesmaat. Want na een raketaanval worden ook hulpgoederen tijdelijk tegengehouden. De Israëlische adjunct-minister van Defensie Matan Vilnai, waarschuwde begin dit jaar dat het lot van de Palestijnen wel eens in een ‘Shoah’ zou kunnen eindigen. Hoewel hij achteraf nuanceerde dat hij eigenlijk een ‘ramp’ bedoelde zit hij akelig dicht bij de realiteit. Vertegenwoordigers van de Verenigde Naties spreken van een “blokkade tegen de Verenigde Naties zelf” en een “aanval op de menselijke waardigheid”.

Hoewel de honderden raketaanvallen verhoudingsgewijs voor relatief weinig slachtoffers zorgen (gemiddeld twee doden per jaar), drijven ze de Israëlische regering tot wanhoop. Maar ze vormen ook een gedroomd argument om de bevolking hard aan te pakken en zo Hamas te raken, die de kleine enclave controleert. Het Israëlische geweld in de Gaza zorgde alleen al in 2006 voor de dood van 141 minderjarigen. Maar ook de trage dood zoekt zijn slachtoffers. Momenteel mogen 400 kritisch zieken de Gaza-strook niet uit voor dringende medische zorgen. Plaatselijke ziekenhuizen beschikken niet meer over de nodige medicatie. Het beetje brandstof dat deze immense gevangenis met 1,5 miljoen inwoners nog in geraakt, is ruim onvoldoende om de bevolking van elektriciteit te voorzien. Het dagelijks uitvallen van de elektriciteit zorgt er voor dat 40 procent van de bevolking slechts om de vier dagen drinkwater ontvangt.

“De idee is om de Palestijnen aan een dieet te onderwerpen, maar niet om hen van honger te laten sterven”, aldus een adviseur van de Israëlische premier twee jaar geleden. Hoe dicht zitten we vandaag niet bij deze schandalige waarheid? Volgens het Rode Kruis kampt 70 procent van de bevolking met een gebrek aan voedsel. Het gaat hier niet over een of andere natuurramp maar om een moedwillig opgelegde politiek van een land dat zichzelf graag de enige democratie in het Midden-Oosten noemt. Sinds Hamas de verkiezingen won komen levensnoodzakelijke goederen nog maar druppelsgewijs binnen. De economie is gezwicht onder het nu al meer dan twee jaar durende Israëlische embargo. De laatste resten van economische activiteit verdwijnen. Volgens de VN is 95 procent van de fabrieken gesloten. Vissersboten die de zee opvaren worden geregeld door Israëlische patrouilleboten beschoten. Daarbij zijn sinds het begin van het embargo al 17 zeelui omgekomen. De jongste maatregel bestaat er uit om het humanitaire drama verborgen te houden door journalisten de toegang tot de Gazastrook te ontzeggen. Volgens een Israëlische woordvoerder is de verslaggeving ‘onfair’.

Dit moedwillig uithongeren en collectief straffen van een hele bevolking gebeurt onder de ogen van de internationale gemeenschap. Israël mag straffeloos begaan hoewel de Vierde Conventie van Genève een dergelijk behandeling als oorlogsmisdaden classificeert. Zorgvuldig en goed gedocumenteerde rapporten van de speciale rapporteur voor de Mensenrechten van de VN en mensenrechtenorganisaties worden zonder gevolg geklasseerd. Een hoge vertegenwoordiger van de VN-vluchtelingenorganisatie (UNWRA), sprak harde taal: “Gaza staat op het punt het eerste gebied te worden dat doelbewust herleid wordt in een rampzalige staat van ontbinding”.

De VS en de Europese Unie hebben er in principe mee ingestemd om die politiek van collectieve bestraffing te steunen. Ze zien er dan ook geen graten in om met Tel Aviv allerlei samenwerkingsakkoorden af te sluiten. Dat wekt minstens onze verbazing, omdat Israël ook de onder hun auspiciën aangegane engagementen voor een vredesregeling, zoals de bevriezing van de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever, flagrant met de voeten treedt.

De VS storten elk jaar probleemloos 2,5 miljard dollar militaire steun door aan de Israëlische bezettingsmacht en hebben tal van militaire samenwerkingsakkoorden en projecten lopen. Ook Europa lijkt naar de gunst te willen dingen en maakte deze zomer van Israël de meest geprivilegieerde partner van de Europese Unie (EU). Op de achtste bijeenkomst van de EU-Israël Associatieraad heeft Brussel beslist de banden nauwer aan te halen door Israël een zogenaamde ‘upgrade’ te verlenen tot ‘speciale status’. De smeekbede van de Palestijnse Premier Salam Fayyad in een brief aan zijn Europese collega’s om geen opwaardering toe te staan zolang Israël zich niet schikt naar het internationaal en humanitair recht, viel in dovemansoren. Nochtans luidde de ook conclusie van een officiële 14-koppige delegatie van het Europees Parlement even voor de Europese beslissing na een bezoek aan het gebied: "We voelen heel sterk dat zonder een ernstig teken van geloofwaardige en tastbare verbeteringen op het terrein, de tijd nog niet rijp is voor het opwaarderen van de EU-Israël relaties.” Voor de Europese Commissaris voor Externe Betrekkingen en Europees Nabuurschapsbeleid, Benita Ferrero-Waldner staat het evenwel buiten kijf dat het steeds de bedoeling is geweest van de Europese Commissie om Israël vooraan in de ‘eerste golf’ te hebben van het Europees Nabuurschapsbeleid (ENP). Ambassadeur Ramiro Cibrian-Uzal, het hoofd van de delegatie van de EU-Commissie bij Israël verklaarde vervolgens fier dat "de Europese Unie en Israël nu de meest intense en vruchtbaarste periode doormaken in een lange geschiedenis van samenwerking". Met hun houding ondergraven de Westerse grootmachten het internationaal recht en het bijhorend VN-beleid. Terwijl het VN-bureau voor Humanitaire Zaken aan de alarmbel trekt over de Israëlische belemmeringen op de Palestijnse visserij in de Gaza, onderhandelen de EU en Israël met succes over een akkoord voor een wederzijdse vermindering van de douanetarieven op landbouwproducten en visserij. Voor de Europese houding zijn er misschien wel historische, politieke en economische verklaringen mogelijk maar geen enkele rechtvaardigt dat een heel volk het voorwerp is van zo een schandelijke behandeling.