Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Op Mensenmaat: interview met Peter Mertens

Op Mensenmaat: interview met Peter Mertens

Wat Peter Mertens niet schreef in zijn boek, maar wat ik wel wilde horen over kapitaalvlucht, Franstaligen, de planeconomie en het besturingssysteem van zijn computer.

Deel 1: het gezicht van de PVDA
Deel 2: over Op mensenmaat

De 271 pagina's zijn zeer leesbaar en kernachtig en pluizen dus niet elke mogelijke tegenwerping uit. Op de koffie bij de PVDA-voorzitter krijg ik ruim de tijd hem te bevragen. Het wordt al snel duidelijk dat het programma vele malen geraffineerder in elkaar zit dan de eenvoud van op mensenmaat zou doen vermoeden. Peter Mertens is socioloog en dat vindt zijn weerklank in zijn verhalen. Toch bevat zijn boek slechts één grafiek! Eenvoud siert.

“Wij hebben de voorbije maanden – voor en achter de schermen – hard gewerkt om een draagvlak te creëren voor een staatshervorming. We hebben alle Vlaamse werkgeversorganisaties, Unizo, VKW op één lijn gekregen. Deze frontvorming ondersteunt ongetwijfeld de positie van de Vlaamse federale onderhandelaars”, zegt voorzitter Urbain Vandeurzen op het VOKA-congres in november 2007. Een half jaar na de verkiezingen is er nog altijd geen regering gevormd maar voor de Vlaamse werkgevers is dat geen probleem. “Zonder een staatshervorming mag er geen nieuwe regering gevormd worden”, zeggen ze letterlijk. “Het gaat over de concurrentiekracht van onze ondernemingen, over de financierbaarheid van pensioenen en uitkeringen”, zo luidt het op dat congres.
Als de vos over de 'financierbaarheid' spreekt, een woord dat niet in de van Dale staat, boer pas op uw ganzen. Want dan wordt snel het snoeimes bovengehaald. Vlaanderen moet zelfstandig een hard antisociaal beleid kunnen voeren, met uitkeringen die lager zijn, en beperkt door allerlei hindernissen. (p. 121-122)

U pleit tegen de splitsingsdrift van de Belgische politiek. Begrijpelijk, als je de gewone man en vrouw aan hetzelfde zeel wil laten trekken. Maar wat met de taalstrijd? Om maar één puntje te noemen: de Belgische grondwet heeft pas een wettige Nederlandstalige versie gekregen in 1967 – rijkelijk laat, toch?

“We moeten de taalstrijd van deze tijd terug in een wat breder perspectief plaatsen. Het gaat uiteindelijk alleen om Brussel en de rand daar rond. Elke grootstad dijt uit, dat is nu eenmaal een sociologisch feit. Ik kan daar niets aan veranderen.”

“De splitsing van diensten levert soms onbegrijpelijke toestanden op. De bussen van de Brusselse TEC hebben een knop aan boord om de verkeerslichten te sturen. De Vlaamse bussen van De Lijn krijgen zo'n knop niet. En dat in een landje dat maar zo groot is als Londen. Een stad is een olievlek, niets aan te doen. Ik begrijp de mensen die geambeteerd zijn als inwijkelingen hun brood in het Frans bestellen bij de bakker. Maar dat alle partijen daar nu een politiek hoofdpunt van maken, terwijl één op vier tijdelijk werkloos is... vind ik enggeestig.”

“Wat betreft het Nederlands van migranten: de wachttijd voor de Nederlandse les bedraagt hier drie jaar. Dat kan natuurlijk niet. We horen van gevaarlijke situaties in de bouwsector, met bijvoorbeeld Polen op de werf. De regering voert acties in Polen om arbeiders naar hier te halen. Ze mag er niet vanuit gaan dat ze die arbeiders over een paar jaar weer als pionnetjes kan terugplaatsen naar Polen. Zo werkt dat niet. Werk en taal zijn de belangrijkste sleutels tot integratie. De overheid moet veel meer werk maken van taalcursussen. Daar mag van mij gerust een ferme sociale druk bij om ze te volgen.”

Overheidsdiensten ipv. privatisering

De Britse forenzen zitten in stampvolle treinen bijeengepropt, als haringen in een ton. Ten minste als ze mazzel hebben. Want dikwijls rijdt de trein helemaal niet. Groot-Brittannië heeft het Europese record op afgeschafte treinen. Het regent er klachten over laatkomers, plotselinge uitvallers, slechte reisinformatie, gevaarlijke overbezetting, slechte verwarming, vervuiling van rijtuigen, toiletten en stations. En het tarief? Dat werd veel duurder, het werd een van de hoogste van Europa. Niet verwonderlijk dat driekwart van de Britten de hernationalisatie van het spoor wil. Take back the track.
De Europese overheid trekt een heel andere conclusie (...) Schaamtelozer dan ooit wil Europa de lusten verder aan de privé toebedelen, en de lasten aan de overheid overlaten. Voortaan nemen de privéfirma's enkel de uitbating van de spoorlijnen voor zich, dat zijn de rendabele delen. De dure uitbouw en het onderhoud van het spoornet zijn dan voor rekening van de overheid. (p. 22)

U klaagt de privatisering aan en wil terug naar meer overheidsdiensten. Er was echter een reden om naar een alternatief te gaan zoeken. Als destijds onze telefoon snel werd verhuisd, was dat niet dankzij de RTT, maar omdat mijn nonkel daar werkte. En de eerste ombudsman van de NMBS stelde vast dat de maatschappij tot taak had treinen te laten rijden – dat daar mensen op zaten, was bijkomstig.

“Vroeger was inderdaad ook niet alles koek en ei. Maar het beeld dat het nu zoveel beter gaat, klopt evenmin. Digitale televisie heeft Belgacom bij mij thuis meteen aangesloten, maar op mijn vaste telefoonlijn wacht ik al vier maanden. De loketten van Electrabel zijn gesloten en “verplaatst naar het postkantoor”, maar de mensen daar weten eigenlijk van niets. En zo gaat het met veel dingen. Mis je vandaag de trein in Engeland, dan kan je niet gewoon de volgende nemen. Want je ticket is niet geldig op een trein van een andere maatschappij.”

“De consument heeft geen keuzevrijheid gekregen, maar keuzestress. Je kan niet verwachten dat de consument voor elk product alle aanbiedingen gaat uitpluizen. Neem nu elektriciteit: er zijn mensen die de goedkoopste leverancier zoeken voor hun verbruik. Maar uiteindelijk gaat het om dezelfde kerncentrale die levert, de gekozen leverancier doet alleen de facturatie. Het gaat grotendeels om een virtuele markt. Sommigen slagen er zelfs in “groene stroom” te verkopen afkomstig van nieuwe bruinkoolcentrales – een verschrikkelijke vervuiling!”

“Ik pleit voor overheidsdiensten, maar daar hoort voor mij wel bij: transparantie, controle, evaluaties, balansen van prestatie. De controle en evaluaties zoals we die vandaag zien, worden gebruikt om op personeel te besparen. Dienstverlening staat niet meer centraal.”

Het gevaar bestaat toch dat overheidsinmenging niet leidt tot verbetering. Hoeveel politiekers zitten nu niet aan de knoppen bij Dexia en toch liep het verkeerd?

“Die redenering gaat niet op, want Dexia is een privébank. Een paar bestuurszetels in een privébank kan je geen overheidsdienst noemen. Om van een overheidsdienst te spreken, heb je drie dingen nodig: eigendom, controle en een dienstverleningsopdracht. Dat laatste betekende voor de banken een verbod op speculatie. Dat was een belangrijke les die getrokken werd uit de crisis van de jaren 1930.”

“Caroline Gennez roept op 1 mei (de PVDA-slogan, red.) “eerst de mensen, niet de winst”. Maar het zijn de regeringen met de sp.a, die dat verbod, die strikte scheiding tussen zaken- en spaarbank, hebben opgeheven! Willy Claes uit nu enige twijfel, maar ik heb de indruk dat hij de enige is. De rest van zijn generatie blikt tevreden terug. De liberalen noemen de privatiseringen een succes.”

“De miljonairstaks, een sociale maatregel”

Ook de crisis zorgt voor minder inkomsten: er zijn minder werkenden die bijdragen. Tegelijk worden de noden, en dus ook de uitgaven, groter. Volgens Pieter Timmermans van het VBO moeten de uitkeringen 'op een realistische manier worden aangepast'. Dat is het jargon om te zeggen dat de uitkeringen voor pensioenen, werkloosheid en gezondheidszorg naar omlaag moeten. Neen hoor, men moet in de andere richting durven kijken. En de grote fortuinen durven activeren om leefbare uitkeringen te garanderen. Dat is pas politieke moed. (p. 106-107)

De PVDA stelt voor een taks van 2% te heffen op vermogens boven de 1 miljoen euro. De inkomsten daarvan (6,8 miljard) moeten voor de helft naar de sociale zekerheid, en de andere helft naar 100.000 nieuwe jobs in de sociale sector, openbare diensten, welzijn en onderwijs. Maar zal de miljonair zijn geld nog wel in België houden?

“Op de vermogensbelasting rust vandaag een taboe. Ons voorstel heeft, naast de financiële kant, ook een ideologische grond: een bijdrage van het kapitaal moet op de agenda komen. We hebben net zeven vette jaren achter de rug – maar het zijn enkel de rijken die daarbij gewonnen hebben. Frankrijk heeft een belasting op vermogen. Luxemburg, Spanje, Zwitserland zelfs. Hebben die landen te kampen met kapitaalvlucht? Nee – integendeel.”

“Ons voorstel is trouwens heel bescheiden. Stel dat je een kapitaal hebt van 1.300.000 euro zonder je eigen woning meegerekend, dan betaal je een belasting van 2 procent op het bedrag boven het miljoen. 300.000 maal 2 procent is 6.000 euro. Dat is niet echt schrikwekkend veel, hé... Die mensen zullen hun vakantie naar Curaçao niet moeten laten.”

Het economische alternatief

We willen de planning bevrijden uit de greep van het privé-eigendom. Dan wordt democratische controle mogelijk. Dan kan er een maatschappelijke discussie zijn over de doelstellingen van de productie. Dan kunnen we overproductie-crisissen en verspilling vermijden. En dan kan ook het milieu gerespecteerd worden. (p. 227)

De laatste tien bladzijden van op mensenmaat verschillen erg van toon met het voorgaande. Plots verlaat u het pad van de berekening, en wordt het me allemaal wat vaag. U spreekt van 'planning', maar hoe ver gaat die? Een planeconomie?

“Ik heb het dan niet over anarchistische arbeiderscontrole. En ik ga ook niet elk koekendoosfabriekske sturen. We pleiten bijvoorbeeld wel voor een Europees automobielbedrijf.”

Kunnen wij als consument onze economie socialer maken, bijvoorbeeld door te kopen of te produceren in een coöperatieve?

“Nee, dat geloof ik niet. Wil je iets betekenen in de distributie, dan moet je het opnemen tegen de drie of vier grote distributeurs. Dat haal je nooit. Wil je iets gaan produceren, dan krijg je het nooit zo goedkoop op de markt als de multinational. De markt zit echt heel gesloten in elkaar, meer dan de meeste mensen vermoeden. Je kan bijvoorbeeld veel verschillende wasmiddelen kopen, maar ze komen allemaal van dezelfde producent. Er is geen plaats voor kleine initiatieven. Je kan niet op tegen het grote kapitaal.”

MERTENS, Peter. Op Mensenmaat. Stof voor een socialisme zonder blauwe plekken. EPO, 2009. 271p. ISBN 9789064455070.

Deel 1: het gezicht van de PVDA