Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

De wassende rivier en de bedding

De wassende rivier en de bedding

Over het debat tussen Sami Semni en Paul Scheffer | Groene Waterman, 26 oktober 2009-10-27

‘De vergissing van de intellectueel’ bestaat erin dat hij gelooft dat men kan weten zonder te begrijpen en vooral zonder te voelen, zonder gepassioneerd te zijn (niet alleen voor het weten op zich, maar ook voor het object ervan).’ Antonio Gramsci

Het was vorige week de cover van Humo: ‘Verovert de islam Europa?’ Met een Antwerpse Grote Markt vol knielende en biddende moslims - de kont omhoog - tussen oprijzende minaretten. Een wrange poging tot humor, want nauwelijks 2 à 3 procent van de inwoners in dit surrealistisch landje is moslim. De cover van Humo sluit aan bij Huntington en Co die de goegemeente een debat willen opdringen over ‘botsende beschavingen’. Een debat over hoe ‘we’ ons moeten verweren tegen ‘dé opdringerige islam’ die hoofddoeken verplicht maakt en de straat onveilig.

Maar er zijn gelukkig ook mensen als Sami Zemni en Ico Maly die een ander debat willen: dat over de schrijnende armoede en uitsluiting van de allochtonen en vluchtelingen. Bij hen gaat het niet over een botsing van culturen en beschavingen, maar over een sociale botsing, een sociale problematiek.

Voor de enen zijn ‘immigratie’ en ‘allochtonen’ begrippen die rijmen met gevaarlijke, achterlijke daderbendes en met andere vormen van criminaliteit. Voor de anderen rijmt allochtonen met armoede, uitsluiting, discriminatie.

Rare vraag

‘Vinden jullie ook, mijnheer Zemni en mijnheer Scheffer, dat er sprake is van discriminatie op de arbeidsmarkt?’ Het was de laatste vraag van de moderator aan de sprekers op de avond over allochtonen, islam en racisme in de Groene Waterman, vooraleer de zaal gelegenheid kreeg nog een paar vragen te stellen. Hoe kan dat nu, zo’n vraag aan het einde van dat gesprek? De zaal zou raar opgekeken hebben als de laatste vraag bijvoorbeeld geweest was: ‘Vinden jullie ook, mijnheer Zemni en mijnheer Scheffer, dat er sprake is van een debat over hoofddoeken?’ De zaal zou in lachen uitgebarsten zijn: ‘Hahaha, die moderator is niet van deze wereld, heeft hij de laatste weken dan alles gemist? Natuurlijk is er daar debat over!’

Maar is de arbeidsdiscriminatie van allochtonen niet ook een manifeste realiteit? Meer nog, is ze niet als een olifant tegenover de muis van het hoofddoekendebat? En toch die vraag: ‘Vinden jullie ook...?’ Het is helemaal niet kifkif op de arbeidsmarkt, mijnheer de moderator! Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding gaf op 1 mei nog maar eens cijfers en gegevens. En in 2007 kreeg België nog een striemend rapport van de EU erover.

Schijnheilig patent

Hoe komt het toch dat dit licht altijd onder de korenmaat gezet wordt? Waarom hebben mensen die deze sociale realiteit willen aankaarten, alle moeite van de wereld om bijvoorbeeld eens op Phara of op De Zevende Dag te komen? De beslagen politicoloog Sami Zemni, die al twintig jaar over dat veld onderzoek doet, moet het dan afleggen tegen de valse specialisten, de Dedeckers Dewinters en Morels, die snel politieke munt willen slaan uit wat in hun ogen ‘het migrantenprobleem’ en ‘het islamprobleem’ is. De pseudospecialisten bezetten elke avond het scherm. Voor de echte specialist Zemni is er dan ‘geen plaats meer’, zoals er ook geen plaats meer is op de arbeidsmarkt. ‘Het salon is vol’, zei Louis Tobback lang geleden al.

En dan kan het gebeuren dat het hoofd van de Staatsveiligheid als een schijnheilige farizeeër op Terzake komt waarschuwen dat iman Taouil, die protesteert tegen het hoofddoekenverbod, ‘een gevaarlijke extremistische moslim’ is. En dan kan het ook gebeuren dat de minister van Justitie die uitlating ‘correct en verantwoord’ vindt, al gaat Staatsveiligheid daarmee zijn boekje vierkant en faliekant te buiten. En dan gebeurt ook dat... de vrouw van de iman ’s anderendaags door Kind en Gezin als onthaalmoeder geschrapt wordt. En niemand protesteert!

Hoofddoekenverbod, dat stinkt nochtans vervaarlijk naar het verbranden van ‘onze’ teksten over godsdienstvrijheid waar ‘wij’ volgens de Dedeckers en Morels het patent op hebben? Discriminatie als norm, en verzet ertegen als ‘extreem’ en ‘gevaarlijk’. Het was in de tijd van Hitler voor de Joden niet anders.

Het slop en de wig

Bart Meuleman promoveerde twee weken geleden als doctor sociologie aan de KULeuven met een studie over The influence of macro-sociological factors on attitudes toward immigration in Europe. A cross-cultural and contextual approach. Citaat uit de synopsis ervan: ‘Wanneer de economie in het slop zit, wordt etnische competitie intenser en worden anti-immigratieattitudes versterkt.’

Geen toeval dat een topmanager van de Deutsche Bundesbank vorige week beweerde: ‘De Turken veroveren Duitsland omdat hun vrouwen twee tot drie keer meer kinderen baren. Ze cultiveren een agressieve en atavistische mentaliteit. Het is een schande dat Turkse jongens niet willen luisteren naar vrouwelijke leraars omdat hun cultuur hun dat vertelt.’

Op die gemene manier ‘cultiveert’ de haute finance een ‘agressieve mentaliteit’ tegen allochtonen. Daarmee drijft ze een wig in de onderste bevolkingslagen. Want zonder die wig wordt het voor haar heel moeilijk om de crisis via een politiek van sociale afbraak af te wentelen op de bevolking – op allochtonen én autochtonen.

Sami Zemni en Ico Maly zullen al hun fighting spirit moeten bovenhalen om de bakens te verzetten. Zij zullen spitant en met veel bruis alle sociologische dossiers op tafel moeten leggen: het onderwijs, de armoede, de huisvesting, de arbeidsmarkt... En zo de onrechtvaardigheid met cijfers en gegevens hard maken. De gemeenheid van de wigdrijvers counteren.

De gegevens zijn voorhanden. Over het onderwijs bijvoorbeeld. Het boek De school van de ongelijkheid (Hirtt, Nicaise, De Zutter, 2007) documenteert uitvoerig de ‘gapende ongelijkheid’ tussen leerlingen van allochtone en van autochtone afkomst. De auteurs schrijven: ‘Onderzoek toont dat migrantenjongeren méér belang hechten aan onderwijs dan autochtonen’. (p. 151) Maar de auteurs becijferden ook dat zowat 40% van de jongeren uit de tweede generatie op 15 jaar laaggeletterd en laaggecijferd zijn. (p. 152) Dat bij kleuters van Maghrebijnse afkomst de niet-participatie aan het onderwijs 36% bedraagt. Dat 54% van de vaders en 80% van de moeders van deze kleuters geen werk hebben. (p. 15) Schrijnend.

Het boek besluit uit minutieus onderzoek: ‘De hamvraag in deze materie luidt niet: ‘Slagen de migrantenleerlingen gemiddeld beter of slechter dan de jonge autochtonen?’ maar wel: ‘Slagen zij beter of slechter dan de jonge autochtonen van dezelfde sociale afkomst?’ En het boek levert het bewijs dat ‘de slechte resultaten van de allochtone leerlingen op de eerste plaats te verklaren zijn door hun sociale status, en niet door hun etnische afkomst of hun moedertaal’. (p. 33)

Zo biedt het boek weerstand tegen de wigdrijvers. Onderwijsminister Pascal Smet is dan weer een uitdieper van de wig en schaft het GOK (Gelijke Onderwijs Kansen) af.

Het canaille en de elite

Er zijn gelijkaardige concrete gegevens en dossiers over huisvesting, over culturele achterstelling. En zelfs over criminaliteit. Loïc Wacquant schreef een boek over migranten, getto’s en criminaliteit, dat de zaken bekijkt vanuit het uitgangspunt van Mohammed met de pet en niet dat van de wigdrijvers: Punir les Pauvres (Straf de armen, EPO 2007). Een niet mis te verstane titel. Het uitgangspunt van zijn boek is: alle vormen van structurele ongelijkheid werken gevoelens van overbodigheid, mislukking, wrok en ressentiment in de hand.

Wacquant, de ‘boxing sociologist’ die in Chicago bij een boksclub aansloot omdat hij van oordeel is dat de bokswereld een emanatie is van de mentaliteit van de zwarte underdog in de VS, schreef: ‘Wanneer uitsluiting tot de orde van de dag behoort, zijn alle mogelijke uitwegen welhaast verzegeld, met uitzondering van de informele en vanzelfsprekend ook de illegale straateconomie, en van de respectabele tegenhanger van beide, de professionele beoefening van blood sports, meer bepaald boksen.’ En verder: ‘De spectaculaire groei van de drugseconomie in de getto’s is een van de meest in het oog springende oppervlaktesymptomen van een diepdrijvende derdewereld-ijsberg van onderklassehandel in sigaretten per stuk, opgescharrelde bierblikken, het ongedwongen bewaken van betaalgeparkeerde wagens en het zemen van voorruiten bij het stoplicht.’

Als je de keus wordt gelaten tussen werkloos zijn of een derderangsbaantje, ga je een alternatieve economie opzoeken. We weten toch: met een verloning van zeven euro valt geen gezin te onderhouden. Maar dan worden de uitgeslotenen ‘racaille’ (Sarkozy) dat men best met de Kärcher te lijf gaat. ‘Schurkjes’, ‘schoftjes’, ‘schoeljes’, zo’n omschrijvingen depolitiseren op noodlottige wijze de houding van hen die, dixit Wacquant, ‘geen andere uitweg voor onrecht kunnen vinden of willen zoeken dan agressiviteit, in een glokale wereld van mondiale deregulering gekoppeld aan spijkerharde plaatsgebonden zerotolerantie van ordehandhaving’.

De gevolgen? De VS tellen twee miljoen gevangenen, (een vervijfvoudiging in een kwarteeuw), plus 7 miljoen mensen onder gerechtelijk toezicht: één op twintig mannen, één op drie jonge zwarten. In Nederland ging de – vooral allochtone − gevangenispopulatie maal 7 in een kwarteeuw!

Bertolt Brecht:

‘Men spreekt over het geweld van de wassende rivier.

Wie spreekt over het geweld van de bedding die de rivier insluit?’

Het gaat om het uitgangspunt, en dan staan de wigdrijvers tegenover ‘het racaille’, het schuim... het grauw... het gemeen... het gepeupel... de heffe des volks... het plebs... het volk.

Zo klinkt ook een oud arbeiderslied: ‘Gij zijt canaille heeft men ons verweten’. Het verdient opnieuw gezongen te worden.

Hugo Franssen

uitgeverij EPO