Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Traditionele geneeskunde - van wie?

Traditionele geneeskunde - van wie?

Meer dan 85% van alle plantensoorten ter wereld komen voor in gebieden van inheemse volkeren. Omdat zij op een intensieve manier met de hen omringende natuur samenleven, kennen ze de fauna en flora van hun wereld door en door. Ze weten precies welke plant of welk mineraal waarvoor gebruikt kan worden: voor kleding, woning en voeding; als insectide, mest-, brand-, geur- of kleurstof… en er zit natuurlijk ook een uitgebreide apothekerskast bij. De Kallaywaya, traditionele genezers in Bolivia, maken bijvoorbeeld gebruik van zo’n zeshonderd verschillende soorten geneeskrachtige of preventieve kruiden. Veel van die planten zijn bij buitenlandse wetenschappers nog onbekend.

amuletten_500.jpg

Amuletten, dom bijgeloof? Gudu, een Bodaado-jongen in Niger

Lange tijd werd traditionele kennis als gemeenschappelijk erfgoed van heel de mensheid beschouwd. Wie op basis van de kennis van een amper bekende stam een commercieel product ontwikkelde, kon zich makkelijk als de uitvinder doen gelden. Heel wat gepatenteerde producten zijn een licht verwesterde versie van inheemse originelen. Zo’n drie kwart van de medicijnen die over heel de wereld gebruikt worden, zijn ontwikkeld dankzij inheemse kennis.

Het gaat er niet alleen om dat de winst meestal niet gedeeld wordt. Erger is, dat het gebruik van het oorspronkelijke middel soms wettelijk verboden wordt. De eigenlijke uitvinders, of althans hun nazaten, moeten dan gaan betalen voor geneesmiddelen die van hun eigen tradities afgekeken zijn. Vaak kunnen ze zich de aanschaf daarvan niet eens veroorloven. In sommige landen gaat de volksgezondheid door agressief winstbejag dan ook merkbaar achteruit.

Terwijl het oorspronkelijke idee achter patenten net is, dat nieuwe kennis zo veel mogelijk mensen ten goede dient te komen. Door de uitvinder voor een bepaalde tijd het alleenrecht op de commercialisering te garanderen, moedigt het patentsysteem onderzoek aan naar nieuwe producten of processen waar in de samenleving nood aan is, en moedigt het uitvinders aan om hun ideeën openbaar te maken. De uitvinder wordt dus financieel beloond. Maar wat is ‘genoeg’?

Als je kijkt naar de evolutie die de patentwetgeving de laatste decennia heeft doorgemaakt, lijkt het evenwicht zoek: ten nadele van het algemeen belang, ten voordele van een steeds grotere winstmaximalisatie. Zowel op farmaceutisch gebied als in de zadenhandel komt de monopolie-positie van een paar grote transnationale corporaties nu niet bepaald de armsten ten goede. Door de flagrante verhalen die af en toe in het nieuws komen, begint sinds het paar decennia toch langzaam het besef te groeien dat dàt de bedoeling van het intellectueel eigendomsrecht niet was.

Zelfs als de situatie onmiskenbaar illegaal is, wil dat nog niet steeds zeggen dat recht geschiedt. Een multinational heeft geld, en dus ook slimme advocaten ter beschikking. Die worden ingezet tegen kleine, lokale spelers, die minder tijd en energie kunnen vrijmaken om zich in de ingewikkelde materie in te werken. In Indië zijn heel wat kleinschalige producenten van traditionele geneesmiddelen, van wie het product simpelweg gekopieerd en gepatenteerd was, omvergeprocedeerd door de rijkere multinationals.

Om dat te voorkomen ontstonden er, in Indië maar ook elders, databanken waarin alle traditionele geneesmiddelen en -methoden van het land werden opgenomen. Wordt er nu ergens ter wereld op één daarvan een patent aangevraagd, dan kan in ieder geval al makkelijker aangetoond worden dat het niet om een nieuwe uitvinding gaat.

Men ging zich ook afvragen of in de internationale wetgeving geen clausules ingebouwd konden worden die traditionele kennis als het bezit van een hele gemeenschap beschrijven. De regelgeving rond intellectueel eigendom gaat tot nog toe uit van ons waardenstelsel, waarin privébezit een centrale plaats inneemt. Die trend zet zich nog steeds verder. Hoe langer hoe meer aspecten van het leven worden in onze maatschappij als commercieel goed gezien. Wie had zich dertig jaar geleden b.v. kunnen voorstellen dat je zou moeten betálen om te parkeren? Zomaar gratis ademen, hoe lang nog?

Bij inheemse volkeren heerst meestal een heel ander wereldbeeld. Daar geldt vaak net dat kennis van algemeen nut zo breed mogelijk gedeeld moet worden, zodat iedereen ermee aan de slag kan - ‘open software’, kun je zeggen. Op die manier ontwikkelden de Quenchua in Zuid-Peru b.v. in de loop der eeuwen maar liefst tweeduizend aardappelsoorten. Het mag duidelijk zijn dat dit zijn nut heeft: de ene soort is resistenter tegen bepaalde ziektes, de andere is wat makkelijker te verteren, nog een andere heeft een heel specifieke voedingswaarde … Door een grootschalige aanpak van de landbouw in latere tijden, zijn de meeste van die soorten weer verdwenen.

Maar het tij keert. Het enorme verlies aan biologische diversiteit begint al een tijdje bepaald zorgwekkend te worden. We staan op een steeds smallere basis, wat onze overlevingskansen wankeler maakt. In die context is er meer waardering gekomen voor de inheemse volkeren. Die leven, zoals al vermeld, in gebieden waar de biodiversiteit nog het hoogst is, en op een manier die die diversiteit niet aantast en soms zelfs vergroot.

In de Conventie over Biologische Diversiteit (CBD) van 1992 wordt dan ook in enkele artikelen uitdrukkelijk verwezen naar de rol die inheemse volken spelen bij de bescherming van de biodiversiteit. Er staat zelfs in dat het wenselijk is dat zij delen in de voordelen die dat de maatschappij oplevert. Het belangrijkste is artikel 8j: “Iedere ondertekenende regering zal voor zover mogelijk,… kennis, innovaties en praktijken van inheemse en lokale gemeenschappen die traditionele levensstijlen belichamen die relevant zijn voor het behoud van biologische diversiteit, opnemen in haar nationale wetgeving, eerbiedigen, beschermen en behouden en de bredere toepassing ervan bevorderen met de toestemming en de betrokkenheid van de houders van zulke kennis, innovaties en praktijken en het evenwichtig delen van de opbrengst van zulke kennis, innovaties en praktijken.”

Jammer dat er niet echt bij staat hoé en wannéér dat moet gebeuren. Deze bemoedigende paragraaf is dan ook grotendeels dode letter gebleven. En hoewel de CDB een internationaal wettelijk bindend verdrag is, werd de inhoud ervan bij latere internationale overeenkomsten volledig genegeerd. In 1994 ontstond binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) b.v. een akkoord rond intellectuele eigendomsrechten (TRIPS), waarin het artikel 8J van de CBD niet echt terug te vinden is. Bovendien dwingen bilaterale handelsakkoorden armere landen vaak tot voorwaarden die nog nadeliger zijn dan de TRIPS. Europa, nochtans een gulle donor in de ontwikkelingssamenwerking, is hierbij nog inhaliger dan de VS.

Het gaat de inheemse gemeenschap hier niet noodzakelijk om het geld, of om de verspreiding van hun geneeskundige praktijken te verhinderen. Wat hen vooral stoort, is dat hun kennis gebruikt wordt op een manier die tegen hun wereldbeeld en waarden ingaat. Het idee van genetische manipulatie, b.v., wordt tenslotte ook binnen onze eigen cultuur niet door iedereen aanvaard. Toch worden al sinds enkele decennia levende wezens, met name gemodifieerde planten, micro-organismen en genen, als patenteerbaar beschouwd. Door de TRIPS zijn alle WTO-lidstaten zelfs zonder meer verplicht om patenten toe te staan op gemodifieerde levensvormen. Wat geeft hen het recht om anderen hun waardensysteem op te leggen?

Veel verontwaardiging ontstond in inheemse kringen naar aanleiding van het ‘Human Genome Diversity Project (HGDP)’. Het idee was om van alle inheemse volkeren, waarvan soms nog maar een paar mensen in leven waren, genetisch materiaal te verzamelen en zo voor de eeuwigheid te bewaren. Klinkt schattig. Maar aan wie behoren die stalen nu toe? Iedereen die wil, heeft toegang tot dit materiaal. Onderzoek, manipulatie en uiteindelijk - onvermijdelijk - commercialisering is in handen van wie zich die investering kan veroorloven. Bij geïsoleerde inheemse volkeren bestaan soms aandoeningen en immuniteitsgevallen die nergens anders voorkomen. Op basis van zo’n uniek genetisch materiaal worden tegenwoordig dure geneesmiddelen gepatenteerd. Uitspraken in rechtszaken oordeelden eerder al dat de persoon van wie een staal genomen werd, geen enkel recht meer heeft op inspraak in wat er met zijn eigen genetisch materiaal gebeurt, en ook geen recht op een deel van de winst. Veel inheemsen begrepen niet eens wat er gebeurde. Het vampier-project, noemden hun belangenorganisaties het.

In september 2007, na meer dan twintig jaar getouwtrek, werd eindelijk binnen de VN de Verklaring over de Rechten van Inheemse Volkeren goedgekeurd. Daarin staan ook een paar paragrafen die bescherming kunnen bieden tegen ‘biopiraterij’.

Om te beginnen hebben inheemse volkeren volgens deze verklaring het recht hun eigen geneeskundige praktijken te blijven beoefenen (artikel 24). Het meest expliciet is artikel 31: “Inheemse volkeren hebben recht op het behouden, controleren, beschermen en ontwikkelen van … hun traditionele kennis … de uitingen van hun wetenschap, technologie … inclusief de menselijke en genetische bronnen, zaden, geneesmiddelen, technologieën en de eigenschappen van fauna en flora … Bovendien hebben ze recht op het behouden, controleren beschermen en ontwikkelen van … hun intellectueel eigendomsrecht over … hun traditionele kennis. Staten behoren gepaste maatregelen te nemen om de uitoefening van deze rechten mogelijk te maken.” Tenslotte behoren inheemse volkeren ook de o.a. intellectuele eigendommen terug te krijgen die zonder hun vrije, voorafgaande, geïnformeerde toestemming, of met inbreuk op hun wetten, tradities en gewoonten, bij hen werden weggehaald (artikel 11). Dat slaat zeer zeker ook op de vampier-stalen.

Jammer genoeg gaat het hier enkel om een verklaring, geen afdwingbare wet. Bovendien stemden de VS, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland tegen, en dat zijn nu net landen die weinig scrupules aan de dag leggen als het om de rechten van minderheden gaat, zowel in hun eigen land als daarbuiten. Toch mogen we hopen dat er in de toekomst nog meer respect komt voor de kennis van alle volkeren op deze wereld, en de manier waarop ze die wensen toe te passen. Want die diversiteit vormt een onvervangbare rijkdom.

Bronnen

Johan BOSMANS, 2000: ‘Inheemsen en Bio-diversiteit: Artikel 8J van de Conventie over Bio-diversiteit (CBD)’. In: Vergeten Volken, jaargang 9, nummer 54, nov.-december 2000.

Monika ERMERT, 2009: Drug Patent Linkage Is Subject Of Court Case, Dispute In India. For Intellectual Property Watch

Stephen LEAHY, 2009: Content Control: Patents Threaten Traditional Knowledge of Indigenous People

IWGIA - International Workgroup on Indigenous Affaires
www.iwgia.org

United Nations Declaration on the Rights of Indigenous Peoples
www.un.org/esa/socdev/unpfii/en/drip.html

Trade-Related Aspects of Intellectual Property Rights
www.wto.org

© 2009 - Verrekijkers - iez Thiry