Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Opinie] Ontslagen islamleerkracht reageert

[Opinie] Ontslagen islamleerkracht reageert

Met verbazing heeft mevrouw Pommée kennis genomen van de berichtgeving in de pers omtrent de beslissing die de Raad van Beroep voor de personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs heeft genomen, omtrent haar ontslag wegens het dragen van een hoofddoek.

Tot op heden heeft mevrouw Pommée nog steeds geen mededeling gekregen van de gemotiveerde beslissing van de Raad van Beroep. Het strijdt dan ook met de gelijkheid van procespartijen en de rechten van verdediging, dat één partij, nog voor de officiële betekening van de beslissing, reeds inzage heeft gekregen van de beslissing.

Mevrouw Pomméé wenst als volgt te reageren op de beslissing die – naar de pers bericht - gesteund zou zijn op de overweging dat het neutraliteitsbeginsel van het gemeenschapsonderwijs toelaat dat een schoolreglement aan een leerkracht een verbod op het dragen van een hoofddoek oplegt.

1. Mevrouw Pommée heeft een tijdelijke aanstelling gekregen als leermeester godsdienst –Islamitische godsdienst in de basisschool De Zonnewijzer voor het schooljaar 2005-2006.

Naar aanleiding van haar eerste tijdelijke aanstelling als leermeester godsdienst heeft mevrouw Pommée op 19 december 2001 de neutraliteitsverklaring ondertekend

Sinds deze eerste tijdelijke aanstelling heeft mevrouw Pommée steeds een hoofddoek gedragen, zowel tijdens het lesuur godsdienstonderricht, als tijdens de andere activiteiten die zij in schoolverband gevraagd werd te verrichten. Mevrouw Pommée heeft hieromtrent nooit een opmerking gekregen. Evenmin is haar ooit enige opmerking gemaakt dat haar persoonlijk engagement, haar uitlatingen of haar houding – in een opvoedingssituatie of onderwijssituatie – een inbreuk zou maken op de neutraliteitsverklaring.

2. Mevrouw Pommée betwist dat een hoofddoek een religieus symbool zou zijn. Het dragen van deze hoofddoek beschouwt zij als een geloofspraktijk. Zij leeft hiermee de voorschriften van de Koran inzake de klederdracht voor de vrouw na.

Mevrouw Pommée is van oordeel dat er goede argumenten zijn om te stellen dat verbod voor een leerkracht om een hoofddoek te dragen onwettig is want in strijd met de neutraliteitsverklaring en het recht op vrijheid van godsdienst (artikel 9 EVRM-verdrag).

3. Vooreerst regelt een schoolreglement enkel de rechtspositie van de leerlingen en hun ouders ten aanzien van de school. Een schoolreglement kan geen bindende bepalingen ten aanzien van het onderwijzend personeel bevatten.
Het schoolreglement is bovendien onwettig omdat het – bij wijze van “minimaal schoolreglement” door de scholengroep is opgelegd aan de individuele scholen die tot de scholengroep behoren, terwijl het opstellen van een schoolreglement exclusief de bevoegdheid van de schooldirecteur is.

4. Het schoolreglement is bovendien in strijd met de neutraliteitsverklaring van het Gemeenschapsonderwijs. Deze neutraliteitsverklaring bevestigt het pluralistisch karakter van het gemeenschapsonderwijs door de nadruk te leggen op de eerbied voor alle levensbeschouwelijke overtuigingen en het waarborgen van een klimaat van levensbeschouwelijke verdraagzaamheid (zie uittreksel).

De neutraliteitsverklaring geeft een positieve invulling aan de neutraliteit in het onderwijs, in de mate dat :

- van de leerkrachten tijdens het onderwijzen een perfecte objectiviteit wordt vereist in de uiteenzetting van feiten en intellectuele eerlijkheid in de bespreking ervan,

- het de leerkrachten toegelaten is om hun persoonlijk engagement inzake filosofische, ideologische en godsdienstige overtuigingen van de mens te uiten, voor zover dat op bedachtzame wijze gebeurt,

- een uitdrukkelijk en veralgemeend verbod wordt opgelegd op elke vorm van indoctrinatie en/ of proselitisme,

- een verbod wordt opgelegd op alle uitdrukkingen of overwegingen die voor andersdenkenden kwetsend kunnen overkomen. Zij moeten worden vermeden,

- van de leerkrachten wordt verwacht dat zij de leerlingen ideologische, culturele, religieuze, filosofische en ethische waarden bijbrengen die een pluralistische beschaving in het algemeen kenmerken. Meer in het bijzonder wordt de nadruk gelegd op respect voor het pluralistisch waardenpatroon en op actieve verdraagzaamheid.

De pluralistische visie wordt daarenboven bekrachtigd en nader geëxpliciteerd in de “Verklaring van gehechtheid aan het gemeenschapsonderwijs” die iedere leerkracht bij aanwerving dient te ondertekenen (zie verder uittreksel)

In de mate dat de neutraliteitsverklaring de rechtspositie van de leerkrachten regelt en uitdrukkelijk stelt dat de vrijheid van godsdienst alleen kan worden beperkt door de inhoud van deze neutraliteitsverklaring, staat dan ook vast dat het juridisch niet mogelijk is om bij wege van een schoolreglement op algemene wijze de vrijheid van godsdienstbelijdenis van de leerkrachten van het gemeenschapsonderwijs te beperken door een verbod op te leggen op het dragen van een hoofddoek.

Hoe dan staat het verbod op het dragen van een hoofddoek haaks op de principes van de neutraliteitsverklaring zoals de eerbied voor de filosofische, ideologische en religieuze overtuiging, het pluralisme en de actieve verdraagzaamheid en openheid voor ieder engagement.

5. De ontslagbeslissing is verder ook strijdig met artikel 9 EVRM-verdrag, overeenkomstig hetwelk eenieder het recht heeft op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst : dit recht omvat de vrijheid om hetzij alleen, hetzij met anderen, zowel in het openbaar als in zijn particulier leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door de eredienst, door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing ervan en het onderhouden van de geboden en voorschriften.

De vrijheid om een godsdienst te belijden kan aan geen andere beperkingen zijn onderworpen dan die welke bij de wet zijn voorzien, en die in een democratische samenleving nodig zijn voor de openbare orde, gezondheid of zedelijkheid of de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.

In het Vlaamse Gemeenschapsonderwijs is de neutraliteitsverklaring het exclusieve reglementaire kader dat invulling geeft aan het begrip “neutraliteit”. Verder bepaalt de neutraliteitsverklaring uitdrukkelijk dat de vrijheid van uitdrukking en het persoonlijk engagement alleen wordt beperkt door de inhoud van de neutraliteitsverklaring. Deze neutraliteitsverklaring bevat geen veralgemeend verbod op het dragen van een hoofddoek. Er is dan ook geen valabele wettige basis voor een veralgemeend verbod op het dragen van een hoofddoek.

Evenmin blijkt voor welk –in artikel 9 EVRM opgesomd -gewettigd doel het beweerde verbod tot het dragen van een hoofddoek zou nodig zijn, noch dat het verbod op het dragen van een hoofddoek een maatregel zou zijn die noodzakelijk en proportioneel is.

Deze situatie leidt er dan ook toe dat mevrouw Pommée op een ongelijke wijze wordt behandeld ten aanzien van leerkrachten die een andere godsdienst belijden of ten aanzien van mannelijke leerkrachten die het vak Islam onderwijzen.

Op basis van een zelfde argumentering ligt dan ook een schending voor van artikel 10 en 11 van de Grondwet en van de wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie.

Uittreksel uit de neutraliteitsverklaring :

“Wat het onderwijs in het bijzonder betreft, veronderstelt de neutraliteit vanwege allen die bij de ontwikkelingsbegeleiding van leerlingen en cursisten betrokken zijn, perfecte objectiviteit in de uiteenzetting van feiten en intellectuele eerlijkheid in de bespreking ervan. Hierdoor worden leerlingen en cursisten in staat gesteld de cultuurgoederen waarmee ze in contact komen, zo te” verwerken, dat ze feiten en waarden duidelijk leren te onderscheiden.

In hun omgang met de leerlingen en cursisten gaan, degenen die betrokken zijn bij de ontwikkelingsbegeleiding, de problemen in verband met de filosofische, ideologische en godsdienstige overtuigingen van de mens niet uit de weg. Indien de opvoedings- of onderwijssituatie daartoe aanleiding geeft, kunnen zij vrij hun persoonlijk engagement doen kennen, maar op bedachtzame wijze, wat betekent dat zij zich zeker onthouden van elke vorm van indoctrinatie en/ of proselitisme. Alle uitdrukkingen of overwegingen die voor andersdenkenden kwetsend kunnen overkomen, worden vermeden. …

De bij de ontwikkelingsbegeleiding betrokken personen nemen alvast iedere gelegenheid te baat om leerlingen en cursisten de ideologische, culturele, religieuze, filosofische en ethische waarden bij te brengen die een pluralistische beschaving in het algemeen kenmerken :

- eerbied voor de rechten van de mens en voor de specifieke rechten van het kind,

- zin voor beredeneerde verantwoordelijkheid, voor rechtvaardigheid en voor eerlijkheid

- inzet voor het algemeen welzijn en voor menselijke solidariteit,

- respect voor het pluralistisch waardenpatroon,

- actieve verdraagzaamheid.
De vrijheid van uitdrukking en het persoonlijk engagement maken inherent deel uit van het pedagogisch project van het gemeenschapsonderwijs en worden alleen beperkt door de inhoud van deze neutraliteitsverklaring.”

Uitttrekstel uit de Verklaring van gehechtheid aan het Gemeenschapsonderwijs:

“Ik, die onderteken,
- besef ten volle hoe belangrijk, in het algemeen, onderwijs en opvoeding zijn voor de ontwikkeling van mensen tot volwaardige leden in de samenleving,

- waardeer in het bijzonder het eigen opvoedingsproject en intern pluralisme, waarin alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke visies met democratische inslag hun plaats hebben,

- erken de scholen van het gemeenschapsonderwijs als een bevoorrechte ontmoetingsplaats voor allen in de samenleving die in de geest van de neutraliteitsverklaring met elkaar willen samenwerken en elkaar willen leren kennen, begrijpen en waarderen.
Derhalve verbind ik mij ertoe, met strikte inachtneming van de beginselen waarop deze neutraliteitsverklaring is gesteund, : …

- bij te dragen tot het gedijen van een klimaat van levensbeschouwelijke openheid en actieve verdraagzaamheid,

- steeds eerbied te betuigen voor andermans mening en mijn gehechtheid aan de vrijheid van meningsuiting metterdaad te beleven,

- in het bijzonder het privé-leven van allen die organisatorisch en onderwijskundig betrokken zijn bij het gemeenschapsonderwijs, te eerbiedigen en open te staan voor hun persoonlijk engagement, …”