De deelnemende toeschouwer
De deelnemende toeschouwer
Frans Houbraken09 januari 2010 – 13:04
Artikel wat handelt over het zowel deelnemer als toeschouwer zijn in de wereld. Deze filosofische benadering is uitgewerkt voor het kapitalistische model, welke het geldsysteem als gemeenschappelijke taal heeft. Het proces van financieel toezicht houden en economische ramingen maken wordt aan de hand van deze filosofie nader bekeken.
De deelnemende toeschouwer; de positie van toezichthouder en voorspeller
Mensen pogen als deelnemende toeschouwers de wereld te begrijpen. Waarnemingen die we doen worden vanuit een voor ons geldend wereldbeeld beoordeeld. Zulk een wereldbeeld wordt gevormd doordat een tal van opvattingen en theorieën collectief worden geaccepteerd.
Het deelnemer/toeschouwer principe is tekenend voor de wereld en daarom zeker ook voor het proces van voorspellen en toezicht houden. Dit principe geeft aan dat het beoordelen van situaties een meer complex proces is dan dat in eerste instantie zou lijken. Omdat mensen die moeten beoordelen of een raming voor economische grootheden moeten geven (werknemers van DNB, AFM of het CPB*) behalve toeschouwers tevens deelnemers zijn aan de wereld, is de mate van oordelen afhankelijk van het wereldbeeld wat men als deelnemer heeft. Veranderen onderliggende theorieën radicaal, dan verandert het wereldbeeld en daarmee verandert ook de waarneming, interpretatie of het oordeel.
In feite zouden we als beoordelaar, in de rol van toeschouwer dus, enkel objectief kunnen oordelen vanuit een buiten tijd/ruimtelijke situatie om niet bevooroordeeld te zijn door enige aan verandering onderhevige theorie. Deze situatie is in onze wereld een onmogelijkheid. Het feit dat we als toeschouwer hier zijn heeft immers al in zich dat we ons begeven in de tijd/ruimte waarmee aan de voorwaarde voor deelnemer wordt voldaan. Bewust óf onbewust ben je altijd verweven in het geheel en als toeschouwer dus beïnvloedt door de ideeën en opvattingen die je als deelnemer hebt. Een onverenigbare tegenstelling, maar zoals eveneens de wereld in al haar facetten deze paradoxale structuur heeft, is dit een onvermijdelijkheid, ja zelfs een noodzakelijkheid voor een mens en ook voor de wereld om überhaupt te bestaan.
Theorieën wisselen elkaar in de loop der geschiedenis af, en daarmee dus ook wereldbeelden, waarheden en aannames. Aarde plat/ aarde rond, tijd-ruimte absoluut/ tijd-ruimte relatief, asbest niet schadelijk/ asbest wel schadelijk. Met bepaalde theorieën waaruit het wereldbeeld van de mens is gevormd is het zo dat deze voor lange tijd niet in crisis behoeven te geraken. Indien we bijvoorbeeld vol blijven houden dat we beter met een rechte rug kunnen tillen dan met een kromme (waar wellicht evenveel argumenten voor gevonden kunnen worden om dat te prefereren), kan zulk een theorie standhouden. Een wezenlijk andere situatie treffen we aan wanneer we de onderliggende theorieën voor wat betreft de benadering van de economie gaan bekijken.
Anders dan bij het voorbeeld betreffende het tillen, is het steeds meer in crisis komen van de huidige economische theorieën (die de economische ontwikkelingen trachten te beschrijven en te voorspellen) niet te stoppen of te verbergen omdat we als deelnemers aan het kapitalistische model allen het geldsysteem blijven accepteren en toepassen. We hebben te maken met de volgende paradoxale situatie: ondanks dat (of doordat!) we allemaal blijven ‘geloven’ in dit systeem zullen problemen zich blijven opstapelen en elkaar in negatieve zin versterken. Dit logische verband is te begrijpen wanneer we de economische realiteit vanuit een compleet ander uitgangspunt bekijken: Vanuit de structuur van het geldsysteem wat voor ons mensen een gemeenschappelijke taal is waarin we met elkaar praten. Indien de geldhoeveelheid voldoende groeit kunnen we fatsoenlijk blijven praten, wanneer de geldhoeveelheid onvoldoende groeit, krimpt of het geldsysteem door bijvoorbeeld ontspoorde staatsschulden ongeloofwaardig wordt kunnen we steeds moeilijker met elkaar praten. Deze twee fenomenen van goed en moeilijk met elkaar kunnen praten zijn, door de structuur van een geldsysteem, onlosmakelijk met elkaar verbonden. Alle pogingen om de periode van spraakverwarring af te wenden zullen tevergeefs blijken te zijn indien men ze binnen de systeemgrenzen van het geldsysteem zoekt. Ze hebben enkel een uitstellend effect waarbij de tegenstellingen (vorderingen versus schulden) nog weer groter worden en de daarop volgende verwarring ook.
Het enige alternatief om de in ontwikkeling zijnde verandering op een prettige manier te laten verlopen is om als deelnemer het geldsysteem (en overigens ook ieder ander beloningssysteem) uit het hoofd te verbannen en daarmee de onrealistische verwachtingen, verstikkende voorwaarden en de steeds maar noodzakelijkerwijs verder oplopende tegenstellingen. Aan ons als mens de uitdagende taak om de ontstane tegenstellingen (vorderingen versus schulden) in harmonie te verenigen, iets wat dus binnen de grenzen van het geldsysteem een onmogelijkheid zal blijken te zijn, oplossingen komen dan ook vanuit een volkomen nieuwe wereld. We zijn ons dat helaas als deelnemer én toeschouwer niet of onvoldoende bewust en proberen hoop te houden binnen de oude, stervende wereld waar de onderliggende economische theorieën steeds meer in crisis geraken.
Valt de DNB, de AFM of het CPB als deelnemende toeschouwer iets te verwijten? Nee, men handelt waarschijnlijk oprecht en integer vanuit een bepaald wereldbeeld wat gebaseerd is op de economische theorieën die momenteel gelden en is zich niet bewust van of acht het onvoorstelbaar dat de problemen te verklaren zijn indien een andere theorie als uitgangspunt gebruikt wordt. Deze andere theorie is dan ook compleet onverenigbaar met de theorieën die momenteel gehanteerd worden en waar men het geldsysteem als een niet aan te tornen gegeven gebruikt. Indien we de situatie nauwkeurig en oprecht zouden analyseren kunnen we stellen dat toezichthouders en voorspellers geen ‘schuld’ toekomt maar wel dat iedereen die het geldsysteem toepast (álle deelnemers dus) verantwoordelijk zijn. Deze taal met een kenmerkende pyramidestructuur, zal na weer een ruim 60-jarige periode van goed communiceren een steeds maar toenemende spraakverwarring geven en om die reden een bron zijn van toenemende teleurstellingen en conflicten. Van wanbeleid door diverse instanties kunnen we dus niet spreken, we zitten qua denken verstokt in het huidige wereldbeeld en zijn ons dat als deelnemende toeschouwer helaas niet bewust.
Vreemd verhaal? Beter is het om onszelf af te vragen of het verhaal vreemd genoeg is om waar te kunnen zijn.
* DNB: De Nederlandse Bank, financieel toezichthouder
AFM: Autoriteit Financiële Markten, financieel toezichthouder
CPB: Centraal PlanBureau: Bureau voor economische beleidsanalyse
Download:
Nieuwslijnmeer

- Indymedia.be is niet meer
- Foto Actie holebi's - Mechelen, 27 februari
- Lawaaidemo aan De Refuge te Brugge
- Recht op Gezondheid voor Mensen in Armoede
- Carrefour: ‘Vechten voor onze job en geen dop!’
- Afscheid van Indymedia.be in de Vooruit in Gent en lancering nieuw medium: het wordt.. DeWereldMorgen.be
- Reeks kraakpanden in Ledeberg met groot machtsvertoon ontruimd
- Forum 2020 en de mobiliteitsknoop
- Vlaamse regering kan niet om voorstel Forum 2020 heen (fietsen)
- Fotoreportage Ster - Studenten tegen racisme