Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Van brandende auto’s naar een lopend vuurtje

Van brandende auto’s naar een lopend vuurtje

De rellen in Parijs en andere Franse steden zullen het debat over integratie, discriminatie en racisme nog een tijdje beïnvloeden. Bij de democratische partijen lijkt de hoofdbekommernis vooral het onder controle houden van de achtergestelde wijken. Maar wie zal het opnemen voor de jongeren die in ons land in dergelijke wijken wonen? Hoe kunnen ze hun protest het best vorm geven?

Uitzichtloos

De jongeren uit de Franse ‘banlieues’ zijn erin geslaagd de aandacht op hun problemen te vestigen, op het uitzichtloze van hun situatie. Of zoals een jongere het zelf uitdrukte: “We hebben niets te verliezen, want we hebben niets. Het kan er dus alleen maar beter op worden.”
De situatie is bekend: erbarmelijke huisvesting, vuilbakscholen en een werkloosheidsgraad van 40 tot 50%. Iemand die in de Parijse voorsteden opgroeit blijkt 80% minder kans te hebben om aan werk te geraken. Het gaat dan over jongeren die in Frankrijk werden geboren, er zijn opgegroeid, en perfect Frans spreken.
In andere Europese landen, ook in België, zien we gelijkaardige toestanden. Bij ons is ongeveer 16% van de mensen van migrantenorigine werkloos. In sommige Brusselse wijken loopt dat op tot 70%. Sommige werkloze jongeren hebben een langdurig werkloze vader, wat niet meteen een gunstig toekomstbeeld oproept.

Crisispolitiek

Hoe komt het dat de vaders en grootvaders van deze jongeren, die aangetrokken zijn als goedkope arbeidskrachten om de lonen en de arbeidsomstandigheden onder druk te zetten, moeten vaststellen dat hun kinderen en kleinkinderen in dezelfde gemarginaliseerde positie zitten, maar nu dikwijls zonder werk en zonder perspectief?
De eerste generatie migranten is naar Europa gehaald in een periode van economische bloei. Hun kinderen worden groot tijdens een economische crisis waarbij de gevoerde politiek kiest voor de afbraak van de tewerkstelling en van de sociale zekerheid. Of zoals de Franse vakbond CGT het stelt: “Meer dan vijf miljoen mensen zijn uitgesloten van de toegang tot een fatsoenlijke job, terwijl de winsten aangroeien en de fortuinen bloeien. De families kampen met allerlei sociale moeilijkheden: onderwijs, huisvesting, gezondheidszorg. De jongeren zijn opgesloten in de onzekerheid.”
Voor jongeren van migrantenorigine komt daar nog eens het racisme en de discriminatie bovenop. In ons land haalt slechts 38% van de jongeren met een niet-Europese achtergrond een diploma van secundair onderwijs. Van de Marokkanen heeft 95% het statuut van arbeider en van de Turken 97%. Als ze werk hebben dan is het vooral in de land- en tuinbouw, de horeca, de industriële reiniging, de straatreiniging en de afvalverzameling. Dikwijls als interim of bij een onderaannemer.

Gebrek aan ervaring

Is hun protest gerechtvaardigd, de manier waarop de jongeren in de voorsteden het vorm hebben gegeven is blind, zonder perspectief en het treft vooral de andere wijkbewoners en de weinige sociale goederen die in de wijken overblijven. Ze hebben als het ware in hun eigen voeten geschoten. Het is een vaststelling, geen verwijt. Want deze jongeren hebben geen ervaring kunnen opbouwen binnen verenigingen en vakbonden. In die zin doen de brandende auto’s denken aan de eerste arbeidersprotesten waarbij machines en fabrieken kort en klein geslagen werden. Die arbeiders hadden evenmin ervaring met het opbouwen van doelgerichte en georganiseerde strijdbewegingen, omdat de vakbeweging nog in de kinderschoenen stond.
Daarom is het des te belangrijker - wetende dat de situatie in onze grootsteden niet fundamenteel verschillend is - om na te denken over de verantwoordelijkheid van de sociale en de democratische bewegingen tegenover deze situatie. Gaan we het aan de zelforganisaties, de verenigingen van allochtonen en hun koepels overlaten om op te komen voor deze jongeren? Dat versterkt alleen het wij-zij gevoel en verbreedt de kloof tussen de georganiseerde arbeidersbeweging en die jongeren.

Nieuwe leden voor de vakbonden

In Frankrijk roept de CGT de syndicale beweging op om de strijd tegen de privatisering van de diensten, voor werk, koopkracht en tegen de discriminaties op te voeren. Ook bij ons verdient de situatie van de jongeren van migrantenorigine meer aandacht in de strijd van de vakbonden tegen de sociale afbraak.
Maar er is meer nodig. De vakbonden moeten die jongeren, die een deel van de werkende bevolking uitmaken, integreren binnen de georganiseerde syndicale beweging. Naar hen toe gaan en hen een plaats geven binnen de structuren. In de wijken aanwezig zijn en samenwerken met de organisaties en jeugdhuizen die met die jongeren werken.
Toen de eerste generatie migranten in België aankwam, stond de vakbeweging voor een gelijkaardige uitdaging. Hoe deze door de patroons en de regering georganiseerde verdeeldheid onder de werkende mensen opvangen? Na enige aarzeling hebben ze ervoor gekozen om deze werknemers te integreren in de vakbeweging en op te komen voor hun rechten, gelijke rechten. Een gelijkaardige beweging, maar nu in totaal andere omstandigheden, dringt zich op.
Dat zal niet eenvoudig zijn, want de kanker van het racisme is breed uitgezaaid, ook bij de leden en de militanten van de vakbonden. Het zal een moeizame en langdurige sensibilisering in eigen rangen vragen.

Eddy Maes