Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Televisie zonder publicitaire grenzen / Europese Commissie laat programma’s toe tussen TV-publiciteit

Televisie zonder publicitaire grenzen / Europese Commissie laat programma’s toe tussen TV-publiciteit

De Europese Commissie wil de reclame-regels voor audio-visuele programma’s aanzienlijk versoepelen. Dat blijkt uit de richtlijn Televisie Zonder Grenzen die dinsdag is voorgesteld. De tekst vervangt de vorige TV-richtlijn uit 1989. Die beoogde de lucratieve audio-visuele sector open te breken voor privé-bedrijven en de monopolies van de openbare omroepen te kraken, een objectief dat ruimschoots is gerealiseerd.

De oude richtlijn zegt dat een TV-station maximum 3 uur reclame per dag mag uitzenden. Maar, zegt de Europese Commissie nu, geen enkel station haalt ooit dat plafond en dus heft de nieuwe richtlijn het op. Per uur mag er voortaan gemiddeld “hoogstens 12 minuten reclame” worden uitgezonden. De TV-stations mogen evenwel vrij kiezen wanneer ze de publiciteit op antenne zetten, ze hoeven niet meer – zoals nu – intervals van 20 minuten tussen de reclameblokken te laten. Toch enkele uitzonderingen: speelfilms, kinder- en informatieve programma’s mogen volgens de nieuwe richtlijn slechts “om de 35 minuten” door reclame onderbroken worden.
Anders gezegd: van de Europese Commissie mogen er tussen de reclame ook nog programma’s worden uitgezonden. De knabbelindustrie zal er wel bij varen.

De nieuwe richtlijn betekent vooral een grote doorbraak voor product-placement, het gebruik van merkproducten in programma’s, een praktijk die volgens de oude richtlijn verboden is. Voortaan mogen allerhande producten, behalve geneesmiddelen en tabak, worden tentoongesteld in allerhande programma’s (behalve in kinder- en informatieve programma’s) op voorwaarde dat “de kijker daarover aan het begin wordt ingelicht”. Daarmee helpt de Europese Commissie de adverteerders en producenten die niet liever vragen dan dat op hun producten extra de aandacht wordt gevestigd. Volgens de Commissie is product-placement “een bijkomende financieringsbron voor Europese producties en versterkt het de concurrentiekracht van de Europese audio-visuele sector”.

Exact hetzelfde argument is destijds ingeroepen om het audio-visuele landschap open te breken en ervoor te zorgen dat er commerciële stations kwamen naast de bestaande openbare omroepen. Het gevolg van die deregulering was een aanzienlijk verlies van culturele en sociale kwaliteit. De afgelopen 15 jaar is namelijk gebleken hoe de openbare omroepen onder invloed van de concurrentie hun openbare dienstverlening hebben verwaarloosd, personeel hebben afgebouwd en diensten hebben uitbesteed aan privé-productiehuizen die vervolgens de loon- en arbeidsvoorwaarden van de TV-makers op de helling hebben gezet. Die evolutie gebeurde tot meerdere eer en glorie van media-concerns zoals RTL.

De nieuwe richtlijn houdt rekening met de boom van nieuwe media. In 1989 waren er in de Europese Unie naar verluidt zo’n 50 belangrijke TV-zenders tegen meer dan 1500 nu. De richtlijn maakt dan ook het onderscheid tussen “lineaire” en “niet-lineaire” media: de eerste zitten in een klassiek uitzendpatroon, de tweede behelzen opvraagbare media (zoals video-on-demand).
Volgens de eerste berichten van de persbureaus zouden die nieuwe media veel minder gereglementeerd worden dan de ‘oude media’. “Ze mogen niet oproepen tot haat, kinderen moeten beschermd worden, er mag niet zomaar reclame worden gemaakt voor alcohol of tabak”, aldus
Het persbureau Belga. “Televisie heeft een veel grotere maatschappelijke impact en daarom zijn daar meer uitgewerkte regels nodig, aldus eurocommissaris voor media Viviane Reding”, zo schrijft Belga nog.

TV-producenten en adverteerders reageren

De krant Financial Times noemt het geldende verbod op product placement een "anomalie" en noteert tevreden reacties bij TV-producenten en reclame-makers nu het verbod (tegen 2009!) opgeheven zal worden. Peter Bazalgette (Endemol): "We welcome the decision. Product placement works well with scripted fiction and entertainment programmes". Ian Twinn (ISBA, de Britse adverteerders): "It's a very welcome and useful tool to have. But nobody wants product placement US style, where it's completely in your face".

Toch zijn er TV-producenten die betwijfelen of het toelaten van product placement in Europa wel zoveel TV-productiegeld zal vrijmaken als de Europese Commissie beweert. In de VS zou de geldstroom uit product placement gegroeid zijn van $190 miljoen in 1974 tot $3,5 miljard in 2004. Daar wordt "sluikreclame" hoe langer hoe meer gebruikt om de kijkers van 18 tot 34 jaar te bereiken die de gewone TV-reclamespots beu zijn.