Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Het Irak-rapport: politiek in een verscheurd land

Het Irak-rapport: politiek in een verscheurd land

Politiek in een verscheurd land

De politieke toestand in Irak
Eén van de redenen die Amerika aanhaalde om Irak binnen te vallen was om een wrede dictator weg te halen, zodat er een democratie kon geïnstalleerd worden. Sommige analisten zeggen, een Amerikaans gezinde schijndemocratie. Volgens een enquête is een meerderheid van de Irakezen niet te vinden voor een Amerikaanse aanwezigheid. Moest er dus een goed werkende democratie in Irak komen, dan komt er waarschijnlijk ook een anti-Amerikaanse regering wat tegen het belang van de Amerikanen is. Zij zullen er alles aan doen om dat te verhinderen, ook al lijkt het er meer en meer op dat de groene zone de enige plek waar ze het nog voor het zeggen hebben …

De ‘democratisering’ van Irak verliep in een aantal stappen:

Op 1 mei 2003 is de oorlog voorbij: een stabilisatiemacht wordt geïnstalleerd en een overgangsregering wordt ingesteld, de Coalition Provisional Authority (CPA) onder leiding van de Amerikaan Paul Bremer.

Op 28 juni 2004 draagt de CPA de macht over aan een interimregering onder leiding van premier Iyad Allawi en president Ghazi al-Yawar.
Ondanks tegenwerking zijn er verkiezingen op 30 januari 2005 voor een voorlopige Irakese regering, die de grondwet onderhandelt. Jalal Talabani wordt president en Ibrahim Jaafari wordt premier.

Een speciaal comité met Koerdische, Soennitische en Sjiitische vertegenwoordigers stelt op 28 augustus 2005 een grondwet op.

Deze grondwet wordt op 15 oktober 2005 aan het Irakese volk voorgelegd en goedgekeurd in een referendum.

Op basis van deze grondwet vinden er op 15 december 2005 verkiezingen plaats. De Sjiitische partij wint, maar behaalt geen absolute meerderheid. Een regering van nationale eenheid wordt gevormd. Van de 275 zetels gaan er 128 naar de Verenigde Iraakse Alliantie (sjiitisch), 53 naar de Democratische Patriottische Alliantie van Koerdistan en 44 naar het Iraaks Akkoord Front (soennitisch). Daarnaast veroveren 9 andere partijen één of meer zetels. De belangrijkste posten worden langs etnische lijnen verdeeld. Jalal Talabani (Koerd) wort president, Ibrahim Jaafari (sjiiet) wordt premier en een soenniet wordt voorzitter van het parlement.

Op 20 mei 2006 wordt de nieuwe regering en raad gepresenteerd, met Nouri Maliki als premier en liefst 25 ministers.

Bij de Irakese grondwet zijn een aantal kanttekeningen te maken:

Het is een lichte verwerking van de eerste voorlopige grondwet die in maart 2004 door de coalitie aan het Irakese volk werd opgelegd.
Het biedt geen oplossing voor een aantal belangrijke problemen, zoals autonomie voor de Koerden en de Sjiieten.

Er zijn contradicties: ‘Islam als staatsgodsdienst’ tegenover ‘vrijheid van godsdienst’.

Ook bij de verkiezingen zijn een aantal kanttekeningen te maken:

Er kwamen een 2000-tal klachten vooral van de Soennitische bevolking, maar slechts 58 werden serieus genoeg geacht om onderzocht te worden. Stemmen uit 227 van de 32.000 kiesbureau’s waren ongeldig, de meerderheid uit het dichtbevolkte Bagdad. Over hoeveel stemmen het hier juist ging, werd nooit bekend gemaakt.

Onder de partijen die de verkiezingen hadden gewonnen, waren er velen die de terugtrekking van de Amerikaanse troepen als belangrijkste agendapunt hadden.

Slechts weinig kandidaten waren door het volk gekend en een aantal van deze kandidaten werden verweten stromannen van de VS te zijn.
Een aantal partijen in Irak werd door het buitenland gefinancierd. Zowel de VS als Iran worden van deze praktijken beschuldigd.
De meegedeelde opkomstpercentages zijn ongewoon hoog. In de Koerdische hoofdstad Arbil zouden waarnemers weinig kiezers gezien hebben terwijl officiële cijfers spreken over 90% opkomst. Het feit dat er 10 dagen nodig was om ja en nee stemmen te tellen laat vermoeden dat er ruimte is gelaten voor manipulatie.

Verkiezingen in een land dat bezet is door buitenlandse troepen:

Een democratie moet vertrekken vanuit het volk, niet via een militaire inval. Elke democratie is anders en dient aangepast te worden aan locale noden. Wat een goed systeem is voor Irak dient vooral door de Irakezen zelf beslist te worden.
Er namen meer dan honderd politieke partijen deel aan deze verkiezingen, maar de meeste lijsten maakten hun kandidaten niet of onvolledig bekend tot een paar dagen voor de verkiezingen en ook een groot deel van de bevolking kon niet deelnemen.

De verkiezingen waren een schijnvertoning en nodig als rechtvaardiging van de bezetting. Wat telt voor hen is dat er ‘rust’ gebracht wordt, zij het geen rust voor de gewone Irakezen die eindelijk een vredevol leven zouden kunnen leiden indien ze over hun eigen nationale rijkdommen konden beschikken.

Het Irakese volk, zoals uitgedrukt in de democratisch verkozen regering vraagt de Amerikanen te blijven. Op die manier zal Amerika onrechtstreeks nog steeds de macht behouden in Irak.

De regering zou geen week standhouden indien de troepen teruggetrokken zouden worden. De Irakese regering dient vooral om goede relaties te behouden met de VS en hen in het land te houden. Achter de schermen hebben de Amerikanen de macht.
De echte machthebbers echter zijn de vele actieve verzetsgroepen.