christophe01 maart 2006 – 20:47

De vakbonden en werkgevers zitten sinds kort weer regelmatig rond de tafel. Op de agenda staan de punten in het generatiepact die nog ophelderd moeten worden en de concurrentiekracht van de Belgische ondernemingen. Premier Verhofstadt wil met de sociale partners een raamakkoord sluiten over loonmatiging zodat de Belgische lonen niet sneller stijgen dan de lonen in de buurlanden. Luc Cortebeeck van het ACV wil in de eerste plaats vooruitgang in enkele dossiers die in het generatiepact niet werden opgelost.

Het gaat om de discussie over de gelijkgestelde periodes (periodes waarin men niet werkt, maar toch pensioenrechten opbouwt) en de omschrijving van zware beroepen. Beiden hebben een invloed op de loopbaanvoorwaarde voor het brugpensioen. “Ik zie ons geen verklaring doen zonder wezenlijke vooruitgang in de discussie van de gelijkgestelde periodes,” zegt Luc Cortebeeck.

De voorzitter van het ACV voegt er wel aan toe dat de christelijke vakbond de problemen niet wil negeren. “Maar dan moeten ze wel juist en niet eenzijdig gesitueerd worden. Nu wordt alleen naar de werknemers gekeken, maar ook de werkgevers moeten hun verantwoordelijkheid opnemen,” aldus Cortebeeck. “Mensen zijn terecht boos als iemand die zelf 2,4 miljoen verdient hen komt vertellen dat zij te veel verdienen. Of moeten we compassie hebben met onze werkgevers omdat ze maar de helft verdienen van wat Amerikaanse managers op zak steken?”

Volgens Cortebeeck is het ethisch ondernemen ver zoek. Hij verwijst naar Inbev dat naar het buitenland verhuist op zoek naar winstmaximalisatie. Cortebeeck benadrukt ook dat de lonen ondanks de dure olie en in tegenstelling tot de inflatiegolf in de jaren '70 vrij stabiel blijven. Uit het rapport van de Nationale Bank blijkt volgens Cortebeeck ook dat Belgische bedrijven weinig inspanning doen om te innoveren en om hun personeel op te leiden.

De mogelijkheid om te corrigeren met een all in-mechanisme wil Cortebeeck overlaten aan de sectoren zoals dat nu al het geval is. “We kunnen eventueel wel de mensen oproepen om hun verantwoordelijkheid te nemen,” aldus Cortebeeck. “Al de rest staat al in de rapporten van de Nationale Bank en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. We kunnen die nog eens herhalen, maar dan wel liefst alle punten en met duidelijke engagementen van de werkgevers over investeringen in innovatie en opleiding.”