Leo09 oktober 2007 – 13:34

In verband met de toepassing van de wet op de patiëntenrechten :

1. De verhoging van de personeelsnormen in alle psychiatrische voorzieningen om een optimale zorg te kunnen verstrekken en het recht op kwaliteitsvolle dienstverlening (art. 5 wet Patiëntenrechten) te realiseren.

2. Zorgverleners mogen de continuïteit van de zorgketen nooit onderbreken. De zorgverlener mag dus niemand aan de deur zetten zonder een nieuwe en aangepaste hulp binnen de geestelijke gezondheidszorg voor te stellen. Dit recht is omschreven in art. 5 van de wet Patiëntenrechten.

3. Herziening “wet v/d bescherming v/d persoon van de geestezieke (26/06/90)”, ondermeer bepaling strafmaat voor dwangbehandelaars, met afstemming v. die wet op de (voor de patiënt verder te optimaliseren) wet rechten v/d patiënt. (Geherformuleerde eis aan de hand van verduidelijking; herformulering bekrachtigd door de Raad van Bestuur.)

4. Een uitbreiding van de beroepsgroepen die vallen onder de wet op de patiëntenrechten.

5. Het schrappen van de therapeutische exceptie uit de wet op de patiëntenrechten.

6. De onafhankelijkheid van de ombudsinstanties waarborgen door het invoeren van onverenigbaarheden tussen de functie van ombudspersoon en andere functies en activiteiten binnen de gezondheidszorg.

7. De Federale Ombudsdienst Patiëntenrechten moet toegankelijker worden voor patiënten en zou voldoende personeelsondersteuning moeten krijgen.

8. De behandeling van de klachten over de lokale ombudsdiensten moet wettelijk vastgelegd worden.

In verband met de betaalbaarheid van de gezondheidszorg :

9. Een betaalbare gezondheidszorg, zoals vervat in art. 23 van de Belgische Grondwet en art.13 van het Europees Sociaal Handvest moet effectief worden gegarandeerd. Zoals de terugbetaling van psychologische interventies met als vb. psychotherapie.

10. Het aantal plaatsen voor psychiatrische patiënten in het beschut wonen moet worden opgetrokken en de betaalbaarheid van beschut wonen moet gewaarborgd worden door de kosten afhankelijk te maken van het inkomen.

11. De uitbouw van een betaalbare thuiszorg en ambulante zorg.

12. Een betere terugbetaling van psychofarmaca. Vooral voor mensen met een beperkt inkomen kan de factuur onverantwoord hoog oplopen.

13. Een nauwgezette opvolging van het voorschrijfgedrag van artsen en het gebruik van medicatie en van psychotherapie binnen de geestelijke gezondheidszorg om overconsumptie tegen te gaan.

In verband met de kwaliteit van de zorgverlening :

14. De erkenning en bescherming van het beroep van klinisch psycholoog, van orthopedagoog, van seksuoloog, van psychotherapeut (“gespecialiseerde gezondheidsberoepen”) en de terugbetaling van de door deze beoefenaars geleverde prestaties.

15. Een betere rechtsbescherming voor personen die op het domein van de (geestelijke) gezondheidszorg in contact komen met charlatans.

16. De uitwerking van preventieve en repressieve maatregelen om slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag van zorgverstrekkers beter te beschermen (o.m. door een aparte strafbaarstelling van “ontucht met misbruik van gezag”).

In verband met preventie en (re)integratie van de psychiatrische patiënt :

17. De overheid moet investeren in een meer duidelijk en in een objectievere informatieverspreiding aangaande geestelijke gezondheid.

18. De uitbreiding en betere financiële ondersteuning van de ambulante centra voor geestelijke gezondheidszorg.

19. Patiënten, al dan niet opgenomen in instellingen, hebben recht op een gewaarborgd toegekend budget om de extra uitgaven die (re)integratie met zich meebrengt te bekostigen.

20. De nodige maatregelen moeten worden getroffen opdat patiënten progressief opnieuw een volwaardige plaats in het arbeidsproces kunnen verwerven. Bovendien moeten de beschermde werkplaatsen minder afhankelijk worden gemaakt van economische belangen.

21. De creatie van een statuut van ervaringsdeskundige is nodig om de sociale (re)integratie en rehabilitatie te bevorderen.

In verband met participatie van de burger, in het bijzonder de psychiatrische patiënt:

22. Een actieve ondersteuning van de patiëntenbeweging in het algemeen, en de subsidiëring van de patiëntenverenigingen binnen de geestelijke gezondheidszorg in het bijzonder is noodzakelijk.

23. Alle voorzieningen voor geestelijke gezondheidszorg en de provinciale overlegplatforms geestelijke gezondheidszorg moeten verplicht worden om aan patiënten gestructureerde inspraak te geven.

24. In wetten of decreten die patiëntenrechten of -welzijn betreffen moet ingeschreven worden dat de minister van Volksgezondheid of Welzijn bij het opmaken van wetsontwerpen, decreten of koninklijke besluiten, verplicht is het advies in te winnen van de patiëntenorganisaties.

25. In de opleiding van de hulpverleners moet aandacht gaan naar het belang van patiëntenparticipatie.