Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

EPA's: tegenwind steekt op in ACP-landen

EPA's: tegenwind steekt op in ACP-landen

De Economische Partnerschapakkoorden of EPA’s zijn een resem van regionale handelsakkoorden die de Europese Commissie met zes nieuwe blokken bestaande uit een aantal ontwikkelingslanden voor het einde van dit jaar wil afsluiten. Deze blokken zijn een nieuwe opdeling van dat deel van het Zuiden dat ooit behoorde tot de vroegere Europese koloniale imperia .Vandaag worden ze omschreven als de “ACP landen” of het “Africa- Caribbean- Pacific” gebied. De Europese Commissie heeft zich dus aan de tekentafel gezet en het Afrikaanse continent opnieuw hertekent naar eigen inzicht en goeddunken.

Herhaalt de geschiedenis zich dan altijd ? In feite wel, maar dan op onverwachte tijdstippen en plaatsen.

Centraal in de EPA filosofie staat de absolute vrijheid van het marktgebeuren. Competitie mét en tussen ontwikkelingslanden is volgens de internationale elites de enige ontwikkelingshefboom die nog helpt voor de armste landen. Voorbij zijn de dagen van “solidariteit” met de ex-kolonies, zoals vastgelegd tijdens de vorige decennia in de akkoorden van Lomé en Cotonou.
Net zoals in de koloniale tijd wordt er van uit gegaan dat wat goed is voor Europa ook noodzakelijk goed is voor Afrika. Volledige vrijhandel wordt voorgesteld het enige lichtende pad naar globale welvaart voor iedereen.
De beschavingsmissie van weleer lijkt een handelsmissie geworden, de kanonneerboot van weleer een onderhandelingsdelegatie . De boodschap aan de landen in het Zuiden is evenwel dezelfde gebleven : Rudyard Kiplings’ “white man’s burden” is het “TINA” of “There Is No Alternative” geworden van Commissaris voor Handel Peter Mandelson (in navolging van Margaret Tatchers’ gevreesde stijdkreet).

Maar er is meer aan de hand met EPA’s dan alleen EPA’s. In de huidige internationale economie is de strijd tussen de twee échte economische zwaargewichten de VS en E.U. een strijd die maar twee uitkomsten heeft :domineren of gedomineerd worden.

Eens te meer is Afrika niet de grootste inzet. EPA’s zijn vooral politieke instrumenten waarbij de ACP landen slechts een eerste stap zijn in de globale Europese strategie om de VS te verdringen van diens traditionele exportmarkten in Latijns Amerika (Mercosur / Centraal-Amerika- EU akkoorden) Oost en Zuidoost Azië( ASEAN/ R.O.Korea – EU akkoorden ) en vooral voor de hoogste prijs van allemaal, het Midden Oosten ( Golfstaten-EU akkoorden ).

Ondertussen zullen ganse sociale economieën in de armste landen ter wereld simpelweg bezwijken onder de competitiedruk van een nieuw Europees handelsimperium. De Nieuwe Europese Ruimte is in amper 2O jaar tijd het énige en échte thuisland van de machtigste multinationale ondernemingen ter wereld geworden ( 29 van de Top 50).
Dat economisch kwetsbare groepen gaande van miljoenen kleine boeren, ondernemers en Afrikaanse huismoeders hier de prijs voor zullen betalen wordt afgedaan als “een probleem van overgang en aanpassing”. Maar structureel geweld kost ook levens. Daders en slachtoffers zijn alleen anoniemer.Net als in de koloniale hoogdagen is het lot van gewone mensen in verafgelegen gebieden slechts een voetnoot voor de bureaucratische elites van Europa.

Deze bevolkingen in Afrika hebben echter weinig moeite om de dubbele bodems van EPA’s concreet in te schatten. In tegenstelling tot de gemeenschappen in het Noorden ondervinden zij immers de gevolgen van globalisering geen vijftig maar al vijfhonderd jaar. De steeds maar massalere mobilisaties zetten hun regeringen onder druk om het dwingende en dreigende karakter van de EPA onderhandelingen af te wijzen.
In Afrika bereiden een aantal lokale NGO’s zich voor om hun respectievelijke regeringen juridisch te vervolgen indien zij het EPA akkoord zouden tekenen. Deze regeringen zouden dan immers hun eigen sociale en economische wetgeving schenden. Straatdemonstraties in de hoofdsteden en andere mobilisaties zoals theatervoorstellingen op het platteland en de aangehouden kritiek in een goed geïnformeerde geschreven pers, nemen hand over hand toe.
De Internationale Federatie voor Mensrechten (FIDH) stelt dat de EPA’s zowel de Internationale Overeenkomst over Sociale ,Economische en Culturele Rechten van 1966 als het Afrikaanse Rechtencharter van 1981 schenden. Deze wetteksten geven de landen van Afrika het fundamenteel recht op een eigen economische ontwikkeling en leggen hen de verplichten op om hun basisdiensten zoals water,gezondheid ,onderwijs en voedselveiligheid toegankelijk te houden voor hun bevolkingen.

In de Stille Zuidzeeregio kan men spreken van een openlijke antikolonialistische reflex bij zowel de civiele samenleving als hun bestuurslui als op het regionaal niveau van het eilandenforum. De sociale en politiek inzet is er aanzienlijk vermits weinigen er nog aan twijfelen dat de levensbelangrijke lokale visindustrie in gevaar dreigt te komen. Vooral de “onbetrouwbare en dreigende onderhandelingstactiek”(dixit) van de Commissie heeft kwaad bloed gezet.

In het Caraïbische gebied verzuurde de aanvankelijke goede verstandhouding toen bleek dat in ruil voor grote beloftes van hulp, de Commissie éénzijdig besliste de liberalisering van toerisme en suikerindustrie in het akkoord te droppen. Ook hier waren er klachten van”gebrek aan respect”voor de partners. Het verhaal van de Caraïben is dat van een aanvankelijke goed- nieuws show door technocraten van beider kanten en van een hieruit resulterend EPA tekst die evenwel finaal niet voorbij het fiat van de Caraïbische politieke kaste geraakte. Net als in de andere regio’s kozen deze politiek elites voor het minst directe politieke risico : weerstaan aan dreiging van de Commissie (“van boven af”) in plaats van de dreiging van sociale onrust te confronteren (“van onderuit”).

Om de zaken voor de Commissie nog gênanter te maken trad het Secretariaat van het Gemenebest zijn 53 leden bij en verweet het de Commissie een”unfaire onderhandelingstactiek” te hanteren en”onrechtvaardige uitkomsten “na te streven. Hierdoor zou volgens deze organisatie “de Commissie zelf aansturen op een crisis”.

EPA’s krijgen ook geen intellectueel krediet meer in wetenschappelijke milieus. Dit gaat van Nobelprijswinnaars economie, de Wereldbank tot denktanken of consulentenfirma’s, kortom allen die normaal vriend aan huis zijn bij het EU establishment. Zoiets moet het zelfvertrouwen van de eurocratie wel aantasten en omgekeerd dat van de ACP landen opvijzelen.

De geopolitieke strategie van de Commissie in Afrika krijgt nog meer deuken als men bedenkt dat ondertussen de Chinese invloed in Afrika de Europese Unie de facto aan het buiten walsen is. Afrika is niet langer meer “het natuurlijke hinterland van Europa” maar het strijdtoneel van Amerikaanse en Chinese belangen. In tegenstelling tot Mandelson’s “ TINA” is er nu wel degelijk een alternatief voor de Afrikaanse landen. Dat de Commissie de dimensie van deze monumentale machtsverschuiving niet in haar strategie heeft ingecalculeerd, is ronduit verbluffend.

In de laatste aanloop naar de EPA sluitingsdatum van 31 december 2007 , viel dan ook week na week een EPA regio uit het gelid. Zowel in de West als Oost Afrikaanse als Zuidelijk Afrikaanse regio en in de Stille Zuidzeeregio is de aanvankelijke weerzin die er binnenkamers heerste, uitgegroeid tot een officiële eis van uitstel van de EPA’s én hun invulling met een ontwikkelingsrelevante agenda . Deze agenda moet volgens deze landen op maat zijn van hun mogelijkheden en rekening houden met hun inzichten. Om de zaak voor de Commissie nog pijnlijker te maken vervoegde de Caraïbische regio die reeds maanden geleden door Commissie als “aan wal !” werd afgeroepen, nu ook het gemeenschappelijke afwijzingsfront.
De ironie is dat de Europese Commissie altijd getracht heeft om via EPA’s het” Derde- wereldfront”in de Wereldhandelsorganisatie (WTO) te omzeilen maar nu binnen zijn eigen handelscreatuur geconfronteerd wordt met almaar méér “ derde wereldsolidariteit”.
Tijdens de onderhandelingen op de WTO conferentie te Singapoer in 1997 trachtte de Commissie tevergeefs deze internationale organisatie voor haar kar van ongebreidelde vrijhandel te spannen. Hierdoor werd evenwel de WTO –kar zelf overladen met “issues”die buiten zijn strikt handelsmandaat gingen ( “the Singapour issues” over investeringen, publieke aanbestedingen , competitiebeleid). Het resultaat was een blokkering van het WTO mechanisme. De exits werden de EPA’s.

Ondertussen zet de omsingeling van de Commissie zich ook in het Noorden door. De Stop-EPA- Day van 27 september bracht zowat de gehele metabeweging van globale rechtvaardigheid (“global justice movement”) op de been. Dit zet ook de lidstaten in de Europese ministerraad en de binnenkort herverkiesbare Europese parlementsleden onder druk.
In de machtsdriehoek van de EU , Parlement-Raad-Commissie, is een convergentie tussen de eerste twee iets wat de laatste kan missen als kiespijn. Sommige lidstaten waaronder België maar ook Nederland,Frankrijk,VK en andere of de zogenaamde “like-minded group”, stellen zich openlijk vragen over de brutale aanpak van Commissie in het EPA dossier.
Vandaag lijkt het er op dat de “politiek” in Noord en Zuid zich keert tegen de coalitie van de eurocraten met het multinationale bedrijfsleven. Het is deze belangenvermenging die volgens Peter Mandelson “himself” het EPA discours tot nu toe gestuurd heeft.

De eerste tekens van “verlatingsangst” bij de Commissie breken vandaag reeds naar buiten. Nu dreiging met hoge tolmuren en lage hulpvolumes niet blijken te helpen begint de Commissie aan een soort diplomatische terugtocht : “de krabbengang”
(“ doen- alsof- je- komt- terwijl- je- weggaat” naar J.K. Galbraith).

De Commissie tracht te redden wat er nog te redden valt door ofwel “algemene directieven” als te ondertekenen teksten voor te stellen , ofwel de handelsmaterie op te splitsen door voorlopig alleen over “goederen” en niet over “diensten” te onderhandelen. Maar de onrealistische ambitie van een “nu- direct- en -alles- er- op- en –er- aan- formule “is plotseling veraf.
De weigering van een aantal EPA regio’s in de eerste week van oktober 2007 was een politiek feit waardoor het nog slechts wachten was op een administratieve bevestiging van een uitstel van de afsluitdatum van 31/12/07.

Op 16 oktober was het zover. Het hoofd van het handelsdepartement van de Commissie was verplicht om voor het Europese parlement toe te geven dat “de EU niet in een positie was om de akkoorden met de zes regio’s van de ACP,af te sluiten voor 31/12/07”.

De Commissie zou zich tevreden stellen met partiële overeenkomsten te tekenen met sommigen , door “interim arrangementen” aan te gaan met anderen én de armste landen niet te penaliseren door hen ten volle toegang te blijven verlenen tot de Europese markt op alles behalve wapenhandel (“Everything But Arms” of EBA formule). De landen die buiten die EBA categorie vallen zouden wél onder een ongunstiger regime komen te liggen (GSP of Algemeen Preferentieel Stelsel).
Tenslotte stelt de Commissie dat door dit uitstel de ACP landen nu de verplichting zullen aangaan om bij nieuwe onderhandelingen in 2008 er “ten volle voor te gaan” om de “harmonieuze integratie in de globale economie tegen 2020 te voleindigen”.

De pogingen tot verdeel en heers blijven nog aanwezig in de communicatie van de Commissie met de buitenwereld: EBA landen tegen niet -EBA landen, een witte en zwarte lijst met “annex A landen en annex B landen “, landen die” iets” tekenen en landen die “niets” tekenen enz...Landen die “iets “ teken worden in ongewisse gelaten wat zij er in ruil voor krijgen, geen impactstudies zijn voorhanden enz… Ronduit bizar is dat de Commissie door deze verdeel en heers strategie op landenniveau nu net de integratie die ze op de zes regionale niveaus beoogt, ondergraaft.

Ook de dreigende houding blijft in de zin van“dit is de laatste kans en nadien gaat het om alles of niks. “Alles “betekent de gevreesde “Singapour issues” plus de dienstenliberalisering. Als blijk van bereidwilligheid van de kant van de ACP landen stelt de Commissie dat sommige weerbarstige ACP landen voorlopig niet het volledige pakket van EPA moeten tekenen voor 31 december 2007, maar alleen de goederencomponent van de tekst. Maar ook deze component zou een onmiddellijke bedreiging vormen voor de industriële groei en de overlevingkansen van kwetsbare sociale groepen in de ACP landen.

Om het anders te stellen, de ontwikkelingslanden moeten hun overwinning in de Wereldhandelsorganisatie en de Doha “Ontwikkelingsronde” inleveren.”Liberalisierung soll sein oder nicht sein”.Er geen terugweg en geen middenweg, alleen een omweg. Het doctrinaire gehalte in het denken van de Commissie blijft hoe dan ook onaangetast.

”Niks” betekent de confrontatie aangaan met hogere tolmuren rond “Fort Europa”, waarop de handelstromen van ACP landen voor 40 tot 60 % gericht zijn (“GSP alleen”). Van zijn kant is de Europese handel slechts voor 1% gericht op de ACP landen. Deze cijfermatige ongelijkheid kan moeilijker duidelijker uitgedrukt maar de Commissie is van oordeel dat ze met gelijke partners onderhandelt (“a level playing field”en”equilibrium status”). De arrogante houding van de Commissie blijft even pijnlijk en blind als voordien.

Toch kan gesteld worden dat het uitstel van 31 december 2007, een voorlopige en voorzichtige overwinning is voor het anti-EPA front. De terugtocht van de Commissie is in verwarde slagorde met vage verwijzingen naar “interim arrangementen” die niemand goed weet te plaatsen en tijdspaden die niet meer worden uitgespeld.

Het ganse proces is nu zover opgesplitst in zovele tactische “culs de sac “ dat de strategische weg zoek is, laat staan de coherentie der dingen. Het is ietwat ironisch dat de Commissie zichzelf met een capaciteitsprobleem heeft opgezadeld omdat er steeds minder onderhandelaars inzetbaar zijn om in dit labyrint nog hun weg terug te vinden.
De Commissie is met dezelfde letterlijke tekst in de hand, die gespeend is van enige ontwikkelingsrelevantie, door zes halve continenten gestapt, die verspreid liggen over het halve aardoppervlak, waarvan de meerderheid behoort tot de armste landen en een bevolking tellen die driemaal groter is dan de zijne…
Het is dan ook niet verwonderlijk dat lidstaten van de EU de EPA aanpak van de Commissie als “té ambitieus” omschrijven, wat diplomatieke taal is voor” lichtjes megalomaan “.

Het wekt alom verwondering, van Nobelprijswinnaars economie, tot bij Afrikaanse en Europese regeringen en zelfs bij de Wereldbank, dat de Commissie zo halstarrig bereid was om in zijn eigen voet te schieten. Zoals zo vele andere elites in het verleden
heeft de Commissie de voorwaarden geschapen waarbij zijn eigen doelstellingen van vrijhandel dreigen te resulteren in het omgekeerde, namelijk een “dode- letter- handelsregime”. Het gevaar voor een wereldwijde protectionistische terugslag en een erosie van het multilaterale proces is plotseling heel reëel geworden.
Ondanks een waterval van intellectualistisch en economistisch jargon riskeert het EPA Project, om het met de Amerikaanse historica Barbara Tuchman te zeggen, een zoveelste” mars der dwazen” te worden . Ook in die zin schijnt de geschiedenis zich te herhalen: de machtigen zullen falen en de onmachtigen zullen betalen.

MO*paper over EPA's

Zopas verscheen op www.mo.be/mopapers een boeiende paper over de EPA's van 11.11.11-medewerker Marc Maes. De titel luidt: "Zijn de EPA's levensgevaarlijk?"