Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Blood River / Doemboek over Congo put enkel uit witte bronnen

Blood River / Doemboek over Congo put enkel uit witte bronnen

Witte pleitbezorgers geven graag lesjes aan de niet-witte medemens. Journalist Tim Butcher is in zijn boek Blood River in dat bedje ziek. In Blood River vertelt Butcher het relaas van zijn trip door Congo. Omdat Butcher enkel naar witte bronnen luistert, vormt hij zich een gitzwart doembeeld van Congo, the most backward country on earth.

'Blood River, A Journey to Africa's Broken Heart' van Tim Butcher is in juni 2007 gepubliceerd door Chatto & Windus.

Correspondent

In 2000 wordt Tim Butcher correspondent in Afrika van de Britse krant The Daily Telegraph. 'Zoals dat de gewoonte is', begint de nieuwbakken Afrika-verslaggever verwoed over Afrika te lezen. Hij ontdekt dat ook de ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley voor The Daily Telegraph heeft gewerkt. Stanley trok in de jaren 1876-77 dwars door Congo, van Oost naar West, vertrekkend aan het Tanganyika-meer en eindigend in Boma aan de Atlantische Oceaan. Butcher vat het plan op die reis over te doen. Pas in 2004 komt dat ervan. In 280 pagina's vertelt Butcher over deze tocht van vier weken. Hij volgt hetzelfde traject als Stanley. Hij vertrekt in Kalemie aan het Tanganyika-meer, reist eerst honderden kilometers over land tot aan een zij-tak van de Congo-stroom en vaart dan richting Kinshasa. Hij ontdekt een land in puin. De titel, Blood River, verzinnebeeldt Congo's geschiedenis die doordrenkt is met bloed. "At every stage of the Congo's history, the river had sluiced away its dead".

Zwartgallige woordenschat

Butcher bouwt zijn verhaal chronologisch op. Hij is niet echt een begenadigd schrijver. Om zijn relaas meeslepend te maken, legt Butcher het er dik op hoe uniek zijn exploot wel is. Hij is niet weinig fier over wat hij heeft klaargespeeld. A yachtsman on the southern seas or a climber in the Himalayas had more chance of rescue than I did (p.182).
Vier jaar heeft hij moeten wachten voor hij aan zijn reis durft te beginnen. Intussen heeft hij over Congo geresearched. Tientallen collega's en deskundigen hebben hem verzekerd dat wat hij wil doen onmogelijk, waanzinnig en bijzonder gevaarlijk is. The Congolese forest is so impenetrable - schrijft hij op pagina 137, so laden with hazards, that even today places like Kasongo have a terrifying sense of isolation, a feeling that the normal rules of human decency might break down here. En op pagina 156: I had achieved something that many people had thought impossible by crossing overland from Lake Tanganyika all the way to the Congo River, through some of the most dangerous terrain on the planet.

Meestal klinkt Butcher niet triomfantelijk maar gedeprimeerd. De eerste pagina's zetten de toon. In Butcher's ogen is Congo 'the most daunting, backward country on earth' (p.3), een land waar cannibalism schering en inslag blijft (p.3-27-63-89-109-113), a lawless, chaotic mess (p.13), the most corrupt, backward and war-ravaged country on earth (p.13).

Butcher blijft uit dat register putten. Newspapers reports written during visits to aid projects in the east of the Congo...were almost always rich in accounts of cannibalism and black magic, mutilation and lawlesness (p.27). Butcher stapelt miserabilistische adjectieven naast elkaar: ... nervous ... sick ... impossible ... insane ... atrocities ... Cannibalism ... rape ... ghastly ... dragons ... murderous, flesh-eating killers ... ambush ... remnants (p.62-63). Zijn samenvatting van de provincie Maniema luidt: ... terrible ... cannibalism ... sorcery ... sanguine (p.89).

Van enclave naar enclave

Ook de woorden once (ooit) en sanctuary (vluchtoord) vallen herhaaldelijk. De auteur tracht zich voortdurend in te beelden hoe het vroeger was, in de tijd van Stanley, of toen zijn eigen moeder in 1958 door Congo reisde. Hij wordt er alleen maar treuriger van.

De auteur heeft zich Congo op voorhand ingebeeld, als een moderne kolonie waar het goed leven was. In de realiteit kan hij geen sprankel hoop ontwaren. Daarom, heel vreemd voor een reiziger, sluit hij zich het liefst van al op in (door witten beheerde) sanctuaries. The four days I spent in Lubumbashi ... I spent them mostly within the sanctuary of the compound used by Clive's cobalt mining operation, behind a high perimeter wall ... (p.59). Andere vluchtoorden behoren vooral aan Angelsaksische hulporganisaties toe.

Wat een avontuurlijke vertelling vol nieuwsgierigheid en openheid zou kunnen zijn, verwordt zo tot een beangstigende tocht door een vijandige omgeving, van de ene witte enclave naar de andere. De overheid is voor Butcher deel van de vijandige omgeving. Hij tracht haar te mijden. I wanted to avoid this lenghty detour to Kinshasa and was hoping to slip into the Congo through Lubumbashi... (p.55) - Even in a large town like Kalemie where the state fails to provide any teachers, doctors or policemen, it still insists on pieces of paper to authorise the toings and froings of foreigners... (p. 92). Butcher wil al die zogenaamd corrupte ambtenaren te vlug af zijn. Maar in feite toont hij enkel misprijzen en zet hij zich boven de wetten van het land.

Met de 'gewone' Congolezen gaat de reiziger enkel om als het niet anders kan, omdat ze hem kunnen vervoeren of gidsen. Zij zijn bovendien werknemers van witte hulporganisaties. Hen vindt de auteur wel reuze-aardig en wat hem betreft zijn ze stuk voor stuk in tegenspraak met de verderfelijke aard van het land.

Eenzijdige bronnen

Tim Butcher gaat er prat op dat hij voor zijn krant in alle conflictgebieden ter wereld gewerkt heeft als verslaggever of correspondent. Zijn baas, The Daily Telegraph, is een Britse en eerder conservatieve massa-krant. Afgaand op Butcher's bronnen kan je je afvragen hoe accuraat hij de feiten en evoluties in de regio's waar hij werkt, weet te vatten.

Blood River steunt op twee pijlers: vooreerst door witten geschreven boeken uit en over de tijd van toen en vervolgens de opinies van de witte outsiders die Tim Butcher onderweg in Congo ontmoet of die hem tijdens zijn research hebben geadviseerd. Een lijst van zulke bronnen is hieronder aangehecht.

Congo zit aan de grond, dat zal niemand ontkennen. Butcher heeft niet echt uitgezocht hoe dat komt. Met Blood River heeft hij gewoon een reisrelaas willen schrijven, geen opstapje naar de Congolese geschiedenis. Het historisch kader heeft hij over het hele boek gespreid. Zo nu en dan geeft hij duiding bij the decay, met zijn eigen woorden of terwijl hij gesprekspartners en bronnen citeert. Zijn reconstructie over de Portugese ontdekking van de monding van de Congo-stroom in de jaren 1480 is boeiend; zijn beeld van de Mobutu-dictatuur en haal plundermechanisme is al met al vrij accuraat.

Maar in de duiding herneemt Butcher ook, al of niet bewust, hardnekkige historische misvattingen. Een voorbeeld van zo'n passage: At every stage of the Congo's history, the river had sluiced away its dead - natives shot on their war canoes by Stanley's people in the 1870s, agents of Leopold drowned during clashes with Arab slavers in the 1880s, Belgian officers killed by disease as they toiled to build a modern colony high up an African river in the 1930s, Congolese rebels mown down by white mercenaries in the 1960s, civilians slaughtered in 2000 by African armies sent to the Congo by its greedy neighbours (p.182). Het is nochtans bekend - om maar dat te plaatsen - dat de Belgische kolonisatoren behalve met de Arabische slavendrijvers ook met opstandige natives hebben afgerekend.

Butcher had best wat meer inlevingsvermogen aan de dag mogen leggen. Zo schrijft hij: The Arabs reported the river tribes were particularly vicious and hostile (p.45). Hadden de river tribes de slavenjagers soms op de koffie moeten vragen?
Gelukkig laat Butcher plaats voor opvattingen die niet met zijn voorafbeeldingen overeenkomen. Zo zegt een zekere Louise Wright - 'de laatste Britse zendelinge in Oost-Congo' - "that even during the Belgian colonial period, it really was not that developed. ... This did not fit snugly with my image of the Congo as a once functioning country that has slipped backwards" (p.167).

Aan het eind klaagt Tim Butcher over de Congo fatigue: de media brengen zo weinig interesse voor Congo op. Uit Butcher's mond klinkt dat schijnheilig. De auteur heeft een boek lang niets anders gedaan dan het Congo van vandaag te verwensen. Zijn boek geeft dan zelf een vermoeide indruk: ruim 200 bladzijden heeft hij aan de eerste 1200 kilometer van zijn trip besteed, er resten niet eens 70 pagina's voor de resterende 1734 kilometer tot aan de oceaan.

In die laatste hoofdstukken trekt de auteur vooral lessen uit zijn wedervaren. Hier wordt Butcher pseudo-deskundig en pedant. Zo verklaart hij resoluut en als een echte kenner: one of the Congo's chronic problems, its lack of institutional memory (p.209).
Wanneer hij de laatste 300 kilometer van Kinshasa naar Matadi per jeep moet afleggen en het voertuig voortdurend defect geraakt, haakt hij mentaal af: I spent the time trying to make sense of what I had learned from my adventure ... I had touched on the heart of Africa and found it broken. While the Western world moves ahead with advances in medicine and technology, the people of the Congo are falling further and further behind ... I found it extraordinary that for millions of Congolese in the 21st century, the rainforest offers the safest sanctuary. (p.277).

Dan komt er - als een soort hidden agenda - ook een politiekerige boodschap te voorschijn. Het voornaamste goed ooit aan Congo ontstolen, zo schrijft Butcher, is de soevereiniteit van het volk. Toen de koloniale machten bij de onafhankelijkheid hun authoriteit overdroegen, is die niet in de handen van het volk beland, ze is geroofd door de elites. Het volk van Afrika heeft dat laten gebeuren, het is niet bekwaam geweest om de dictators te beteugelen en het is dus mee-verantwoordelijk. Om de authoriteit terug te geven aan de rechthebbende, het Congolese volk, is er een totaal andere manier van denken nodig, aldus nog Butcher.

Wie het volk is, en hoe het de authoriteit in handen moet krijgen, beantwoordt Butcher niet. Hij ziet wel een rol weggelegd voor de internationale gemeenschap. Zij heeft in 2006 in Congo namelijk getracht de democratie te vestigen: The most important single development in the Congo since my journey has been the attempt by the international community to install democracy (p.287).

Butcher's bronnen, een niet exhaustieve lijst

p.5 - Wim Verbeken, HR specialist at UN HQ
p.14 - Travel Guide to the Belgian Congo, 1951
p.16 - Justin Marie Bomboko
p.22 - an old map of the Congo produced in 1961 by the geographical institute of the Belgian defence ministry [p. 23 No better map had been produced since 1961]
p.25 - the stream of colleagues, friends and journalist contacts who said my plan to cross the Congo was doomed
p.26 - A travel guide for the eastern Congo published in 1915
p.27 - the modern Penguin edition of Heart of Darkness
p.28 - With the help of diplomats, mercenaries, missionaries and aid workers I pieced together a picture of the modern Congo.
p.29 - Clive was a white Zimbabwean ... an expert on African history ... his cobalt mining operation
p.30 - Docteur Adolphe Onusumba Yemba
p.32 - Diego Cao, 1482
p.48 - Stanley's account of his journey, Through the Dark Continent, 1876-77
p.52 - Ludo De Witte
p.62 - Michel Bonnardeaux, a civilian UN employee from Canada, who had been based in Kalemie
p.64 - Care International ... its country director Brian Larson - p.84 Benoit Bangana
p.64 - Jean-Pierre - "Call me JP" - Nierink who worked for Clive's mine operations
p.74 - Guevara's diary
p.77 - Evelyn Waugh, Remote People, 1930
p.78 - an American journalist called Blaine Littell - p.94 [embedded?? in 1964]
p.79 - the International Rescue Committee - p.81 Tommy Lee, the strongest American accent I had ever heard
p.80 - CS Forester's novel The African Queen
p. 87 - Georges Mbuyu, La Voix des Minorités
p. 99 - an amazing white woman ... Genevieve Nagant
p.104 - A Royal Navy Officer, Commander Verney Lovett Cameron had been the first European to explore the river. ... His book, Across Africa
p.119 - George Simenon, Talatala ... Simenon's contempt for the Congolese colonialists
p.160 - Mike Hoare, Congo Mercenary, 1967
p.161 - Marie-France Heliere, who ran the UN operation in Kindu
p.162 - a book by a Belgian hunter, Andre Pilette
p.166 - the last English missionary still working in eastern Congo, Louise Wright
p.166 - Barbara Kingsolver, The Poisonwood Bible
p.169 - Conor Cruise O'Brien, To Katanga and Back, early 1960s
p.190 - a terrifying account of the 1964 rebellion written by an American teenager, Murray Taylor
p.197 - written by Katharine Hepburn in a diary
p.206 - I had had a bizarre exchange with officials from the British Department for International Development
p.215 - A South African television reporter had recommended Oggi to me.
p.215 - Joseph Conrad, Heart of Darkness ... for many white outsiders it remains the dominant literary reference for Africa
p.226 - VS Naipaul, A Bend in the River
p.227 - Belgian missionary father Leon Mondray
p.264 - Graham Greene, A Burnt Out Case
p.269 - Johnny, a white Rhodesian

vraagje

Ludo De Witte, past die wel in het rijtje dat je opnoemt?

Ludo De Witte

Ja, die past in het rijtje. Daarbij enkele bedenkingen. Om te beginnen: er zijn te weinig degelijke geschreven Congolese bronnen. De Histoire du Congo van Isidore Ndaywel is dik maar ook dik de moeite waard. Tim Butcher heeft veel boeken via het internet gevonden en gekocht. Dat sluit al op voorhand uit dat hij bij Congolese auteurs terechtkomt. Daarenboven zoekt hij van achter zijn desk contact met witte adviesgevers. En tijdens zijn reis beschouwt hij Congolezen niet als bronnen die iets te vertellen hebben. Gelukkig sukkelt er dan zo iemand als Ludo De Witte met zijn standaardwerk over de Belgische rol in de likwidatie van Patrice Lumumba tussen Butcher's bronnen. Het resultaat is een zwartgallig en uitzichtloos verslag. Ik zie één remedie: zoveel mogelijk met moedige Congolezen van gedachten wisselen. Want: die bestaan!

Blood River

Ik vind Blood River een prachtig boek. Ik kan me ook niet goed voorstellen dat Ludo De Witte ooit zelf in Congo is geweest.
Tenzij men een sterk cultuur relativistische, dan wel een neo koloniale geschiedsopvatting heeft kan men Blood River nooit beperkt noemen. Het gaat tenslotte om de inhoud (validiteit, verifieerbaarheid) van bronnen, niet om de veronderstelde
'kleur' van de schrijvers van die bronnen.
Het boek is mijns inziens een schoolvoorbeeld van een mix van historische, sociolgische, cultureel antropologische en niet te vergeten avontuurlijke ingredienten.
Butcher spreekt met veel liefde over mening Congolees, maar dan met name over de have nots, en dat zijn er veel! Dat hij aan het eind van zijn 'ordeal'. zoals hij zelf zegt, gebruik maakt van de zeer luxe woning van een 'have' is misschien moreel verwerpelijk voor een Nederlandse Gereformeerde Bonder, maar voor ieder ander weldenkend mens begrijpelijk.
In Nederland is de historiografische modegril waar De Witte bij onder te brengen is alweer sterk afgezwakt. In gewone mensentaal noemen we hem een azijnpisser!
Vorm uw eigen oordeel en lees het boek!