Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Sexnummer 'Ons Leven' 1967 en Gentse Maartbeweging 1969

Sexnummer 'Ons Leven' 1967 en Gentse Maartbeweging 1969

Het verbod in 1969 van het Gentse Rectoraat op de projectie van Deense seksplaatjes tijdens een debat over de zin of onzin van de pornografie wordt door Renaat Willockx in een vorige bijdrage op Indymedia.be uit de doeken gedaan. Het is evenwel interessant na te gaan hoe in Leuven het "sexnummer" van Ons Leven van 3 februari 1967, onder hoofdredactie van Ludo Martens, met Pol Goosens als voorzitter van het KVHV, een rol speelde in de tot standkoming van de StudentenVakbeweging die later langs Mijnwerkersmacht en Amada zou uitgroeien tot de PVDA. Maar ook, hoe na het ontslag van Ludo Martens aan de KUL hij, twee jaar later in Gent, deel uitmaakte van de Gentse Maartbeweging en de StudentenVakbeweging Gent met als vooraanstaand lid Renaat Willockx en Bob Roeck.

Gent-1966-Solidariteit-mijnwerkers.jpg

Drie jaar voor de Gentse Maartbeweging werd in februari 1966 in Gent al door 2.000 studenten betoogd uit solidariteit met de mijnwerkers tegen de sluiting van de mijn van Zwartberg met toekomstig minister Luc Van Den Bosche op de eerste rij (onder de Z van Zwartberg). Foto overgenomen uit "Een kwarteeuw mei 68" van Ludo Martens en Kris Merckx, EPO, 1993.

Het verbod door de Katholieke Universiteit Leuven en de Vrije Universiteit Gent worden uitgebreid historisch gekaderd in de thesis van Ward Segers: "Alle Macht Aan De Arbeiders,‘1968’ en de inzet voor de arbeiders.1966-1979, Leuven, 2004", waarvan de eerste 2 hoofdstukken (evolutie tot 1972) te consulteren zijn op http://www.npdoc.be/Segers-Ward-intro. Hierna volgen enkele korte uittreksels uit zijn historische schets. Voor de voetnoten dient de netpublicatie geraadpleegd.

Het 'sexnummer' Ons Leven in ontstaan Studentenvakbeweging Leuven

...
Binnen de Leuvense studentengroep nam Paul Goossens een belangrijke plaats in. Hij leidde, als een van de nieuwe studentenleiders, vanaf het academiejaar ‘66 -’67 het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV) en werd voorzitter van de politieke raad van VVS-Leuven.[3] Een ander prominent figuur was Ludo Martens die de taak van hoofdredacteur van het KVHV-blad Ons Leven, op dat moment het belangrijkste studentenblad, op zich nam. Hij verzette zich hierin tegen elk aanwezig gezag (rector, bisschoppen en koning) en tegen het kapitaal als vijand nummer één en droomde van een pluralistische universiteit als garantie voor vrije meningsuiting.[4] Martens stond met dit standpunt niet alleen. Ook andere studentenleiders zoals Goossens en Walter De Bock beschouwden de Vlaamse eisen als stilaan als minder belangrijk. De roep om inspraak en pluralisme werd bij hen luider en het antiklerikalisme in pamfletten en artikelen werd steeds duidelijker. Binnen het studentenfront was niet iedereen gelukkig met deze ideeënontwikkeling, die het eenheidsfront dreigde te breken. De meeste studenten waren bovendien niet geïnteresseerd in die nieuwe thema’s.

Vanaf december 1966 begon Martens samen met Walter De Bock in Ons Leven kritiek te uiten op het KVHV. Binnen dat Verbond leefde volgens Martens een groep studenten die zich verbonden voelde met de elite uit de maatschappij, de zogenaamde “kaste” of “prinsen”, en een groep, de “progressieven” genaamd, die een band voelde met de gewone studenten, de “proleten”[5]. Die tweedeling zorgde volgens het artikel voor de situatie binnen het Verbond waarin: “de progressieven in een vervelende situatie te staan komen, ze kunnen hun methode niet zuiver uitwerken en men komt terecht in een dubbelzinnige situatie van een halfslachtig, half-aanvaard en half-onuitgesproken progressiviteit”. De vraag werd dan ook gesteld of het nog langer kon dat de “progressieven” binnen het Verbond bleven. De oplossing was volgens Martens de opbouw van een aparte progressieve studentenbeweging, een studentenvakbeweging, die “resoluut de dictatuur van een Elite zal moeten afwijzen en zich aan de kant van het Gewone Volk, het misschien weinig begrijpende «plebs», stellen. Het zal dit moeten aan de hand van de strikte analyse van de toestand, waaruit men kan opmaken dat de plaats van de universiteit in de toekomst zal zijn: voor en midden in het (zoals u zegt, misschien weinig begrijpende) «plebs»”.[6] De Leuvense Studentenvakbeweging (SVB) moest een nieuwe studentenbeweging zijn naar Nederlands model. Ze zou bestaan uit kleine studiecellen en werkgroepen, die vanuit de facultaire kringen syndicale actie zouden voeren voor de verwezenlijking van een democratische universiteit in een democratisch land. Tijdens de verkiezingen van de studentenraad zou de SVB opkomen als een “kiesformatie”.[7]

Aanvankelijk bestond de progressieve kern SVB (met Martens, Mark Franco en Jan Van Holm als contactpersonen) als een werkgroep binnen het Verbond. In Ons Leven werd dit duidelijk door het nummer van 20 januari dat op het voorblad de vermelding “KVHV-Studentenvakbeweging” droeg.[8] Op 3 februari 1967 verscheen het ophefmakend “sexnummer” (nr. 18) van Ons Leven van de hand van Ludo Martens. De uitwerking hierin van een ideologisch fundament van de studentenvakbeweging ging volledig verloren door de twee artikels waarin de geestelijkheid van pedofilie werd beschuldigd. Martens kreeg hiervoor het verbod om het volgende academiejaar nog aan de universiteit te studeren. Bovendien werd het hem verboden dat jaar nog één enkel artikel dat afweek van de christelijke ethiek te publiceren in Ons Leven. Dat laatste kon Martens niet aanvaarden en dus nam hij ontslag als hoofdredacteur. Hij werd vervangen door Paul Goossens.[9] De SVB-strekking binnen het KVHV werd niet door iedereen op gejuich onthaald. Zo werd bijvoorbeeld op de vergadering van het dagelijkse bestuur van 14 februari 1967 de redactie geïnterpelleerd door enkele bestuursleden over het zogenaamde “sexnummer”. Die kritiek zorgde ervoor dat op 3 maart ’67 de SVB werd opgericht als zelfstandige werkgroep binnen het KVHV.[10]

....

De Gentse Maartbeweging - 1969

Behalve aan de ontwikkeling van de Leuvense SVB moet ook aandacht besteed worden aan een ontwikkeling die plaats had in Gent in het jaar 1969, in het bijzonder de textielstaking en het ontstaan van de Gentse Maartbeweging. Hierboven, in de context van de Fordstaking in Genk, werd al gesteld dat in de stakingen in de jaren zestig, die ontstonden als gevolg van het feit dat de kwalitatieve onvrede met het werk geen uitweg vond in sociaal overleg of geldelijke voordelen, de eis om lopende CAO’s aan te passen aan de economische conjunctuur en de stijgende levensduurte centraal stond.[135] In de textielsector in Gent was de malaise groot. Doordat de eis tot werkduurverkorting en stijging van het minimumloon van de vakbond niet werd aanvaard door de textielleiding werd er op 27 januari 1969, ongeveer twee maanden na de staking in Genk, beslist om over te gaan tot een staking. Zoals toen waren de studenten aanwezig in de staking (vooral uit Gent naast een minderheid van SVB-Leuven) met vergelijkbare objectieven en methodes: ronddelen pamfletten, solidariteitsacties, arbeidersenquêtes en studie om een band te smeden met de arbeiders, hun ‘broeders in de strijd’.[136] Deze studie, waarin de socio-economische toestaand beschreven werd, zorgde ervoor dat door een betere kennis van de situatie van de arbeiders de studenten goed konden aansluiten bij die arbeiders. Een verschil met de staking in Genk was dat er nu ook in andere textielcentra gehoor werd gegeven aan de grieven van de arbeiders.[137] Na de staking bleek de SVB, zo stelde ze zelf, een aantal fouten gemaakt te hebben. En toch was het, in vergelijking met Genk, gelukt om een eerste model van permanente contacten op te zetten tussen de studenten en de arbeiders. Het doel was te komen tot contacten die zouden leiden tot het oprichten van een “werkgroep” in Gent zodat deze in de toekomst in actie kon schieten tijdens een staking.[138]

Na de staking kwam het in Gent tot de oprichting van de Gentse Maartbeweging (GMB)

Deze vond zijn aanleiding in een incident al dan niet gewild opgestart door de voorzitter van Prokus (Progressieve Kultuur). Deze wilde een studiedag houden onder het thema “Pornografie, zin of onzin?” en vroeg hiervoor de toestemming van het Gentse rectoraat. Dat die er niet kwam, vonden de Gentse studenten schandalig en er werd dan ook beslist tot de actie over te gaan door een werkgroep een motie te laten opmaken die de volgende dag op het rectoraat zou worden afgegeven.[139] Donderdag 13 maart 1969 bleek de ingang van het Gentse rectoraat gesloten te zijn. Tot de kelderdeur, zo vertelt Ludo Martens, toch de toegang vrijmaakte voor een aantal die hun motie kost wat kost wilde overhandigen. Dit lukte niet door het politieoptreden. De studentengroep, die ondertussen steeds verder aangroeide, verzamelde aan het rectoraat - een document sprak over 300 à 400 studenten - en vormde vervolgens een betoging die ‘s avonds werd verder gezet.[140]

De Maartbeweging, gekenmerkt door spontaneïsme en utopie duurde tot het einde van de maand en uitte zich in botsingen met de politie, stakingen, demonstraties en de bezetting van de Blandijnberg. Op vrijdag 14 maart werd beslist de lessen te staken om de eisen aan het volk kenbaar te maken: “Wij wensen geen lessen te volgen zolang onze gevangen kameraden dit niet kunnen. Wij wensen te werken aan de uitbouw van een niet-repressieve universiteit zolang de oude universiteit autoritair en repressief is”. Hier werd duidelijk dat de verboden pornostudiedag verschoven was naar de marge en had moeten plaats maken voor het bredere links gevecht, zoals zich dat eerder voorgedaan had aan de andere universiteiten in de wereld.[141] Een document van de Gentse SVB stelde het zo: “Het onderwerp pornografie kan ons niet veel schelen. Dat lijkt door iedereen aangenomen. Wie had echter verwacht dat een stomme avond over pornografie iets aan het licht zou brengen wat ons wél iets kan schelen: de autoritaire structuren van onze universiteit”.[142] Tegen Pasen viel de beweging stil, getekend door rivaliserende tendensen en als gevolg van sancties van de academieraad.[143]

Al snel ontwikkelde de GMB dezelfde oriëntatie als de studenten in Leuven met slogans als “het is maar een begin, wij gaan door met de strijd of arbeiders, studenten één front”. Volgens een van de deelnemers aan de GMB doken al gauw Mao en Marx op in de discussie en muurkranten. Ook aan de Derde Wereld werd steeds meer aandacht besteed.[144] Deze koerswijziging werd op gang getrokken door Ludo Martens die, nadat hij niet meer toegelaten werd aan de Leuvense universiteit, zijn boodschap ging verspreiden in Gent, vanuit zijn ervaringen rond de studentenrevolte in Leuven en rond de Ford-staking.[145] Dat hij zoveel invloed had is onder meer te verklaren door het charisma dat hij bezat. Hij was welsprekend, kon scherp analyseren en rechtlijnig denken.[146]

In de GMB vormde zich een vijfpuntenprogramma dat zich verzette tegen het autoritarisme van de professoren, tegen de wereldvreemde lespakketten, tegen de repressieve en selectieve functie van examens en tegen de ideologische en sociale oriëntatie van de universiteit.[147] Binnen de GMB waren er een aantal studenten die in de zomer van 1969 onder leiding van Ludo Martens het marxisme begonnen te bestuderen en zo aan de wieg lagen van de Gentse SVB, die zich de “Gentse Studentenbeweging (GSB)” noemde, met als vooraanstaand lid Renate Willockx en Bob Roeck, die een van de oprichters was van de beweging, en een eigen blad onder de naam Beweging. [148] De GSB, die ondermeer aan de RUG in de richtingen psychologie en pedagogie een brede en sterke kern had, bracht op basis van de studie van het marxisme een handleiding uit voor het werk onder de arbeiders onder de naam Cahiers voor politieke vorming: arbeidersenquêtes – sociale enquêtes.[149]

....

Het verleden kennen om het heden te begrijpen - http://www.npdoc.be