Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Recensie] "Taal, onderwijs en samenleving. De kloof tussen beleid en realiteit"

[Recensie] "Taal, onderwijs en samenleving. De kloof tussen beleid en realiteit"

Soms zijn de dingen waar we het meest mee vertrouwd zijn, de moeilijkste om te begrijpen. Alle mensen gebruiken taal. Baby's beginnen taal te verwerven op het moment dat ze geboren worden en mensen die niet kunnen spreken of horen hebben taalsystemen die volkomen evenwaardig zijn aan die met uitgesproken woorden. Al die taalgebruikers zouden toch wel even moeten nadenken als je hen de vraag zou stellen wat taal nu precies is. Wellicht zouden de antwoorden beperkt blijven tot 'een verzameling woorden en zinnen om te communiceren'.

blommaert.jpg

Taal is veel meer dan dat en eigenlijk weten we dat ook wel. We zijn er gewoon niet bewust mee bezig omdat het zo vanzelfsprekend is. Aan universiteiten zijn er taalwetenschappers zoals de auteurs van "Taal, onderwijs en samenleving", die zich expliciet en bewust bezig houden met de studie van al die 'vanzelfsprekende' aspecten van taal. Een daarvan, en dan meteen een heel complex, is de wisselwerking tussen taal en maatschappij. De wetenschappelijke studie van die wisselwerking, heet sociolinguïstiek. Sociolinguïsten bekijken hoe sociale factoren zoals opleidingsniveau, beroep, leeftijd, sociale status,... het taalgebruik van mensen beïnvloedt; hoe mensen taal gebruiken in verschillende contexten en situaties; hoe mensen met hun taalgebruik invloed proberen uit te oefenen op hun sociale situatie,...

Zo zal iemand die gaat solliciteren een pak en das aantrekken, maar ook zijn 'properste' Nederlands boven halen, net zoals het ondenkbaar is dat de leider van de jeugdbeweging de leden zal aanspreken met u (of zelfs met je en jij in onze streken). En als je op de trein de kans krijgt naar een groep jongeren te luisteren, dan zal je misschien moeite hebben om het gesprek te volgen, ook als is het Nederlands. Dergelijke fenomenen - en dat kan niet genoeg benadrukt worden - zijn normaal. Ze zijn normaal omdat mensen sociale wezen zijn die van de ene situatie naar de andere gaan en daarbij hun gedrag (wat iedereen maar normaal vindt) én hun taal aanpassen aan de eisen van de situatie.

De huidige minister van onderwijs, Frank Vandenbroecke, vindt de talige situatie in Vlaanderen allesbehalve normaal. Hij betreurt de verbrokkeling en jammert om de verloedering van dé standaardtaal. Hij ziet het als zijn plicht iets aan die situatie te doen en het is dan ook een kernpunt in zijn meest recente beleidsbrief die de titel "Gelijke kansen op de hele onderwijsladder. Een tienkamp." [1] kreeg. Taal lijkt blijkbaar een cruciaal punt om tot gelijke kansen te komen. Als iedereen het Standaardnederlands perfect beheerst (en gebruikt) is iedereen dan gelijk?

In "Taal, onderwijs en samenleving. De kloof tussen beleid en realiteit." bekijken Jan Blommaert en Piet Van Avermaet de beleidsbrief van de minister. Dat de heren geen fans zijn van het werk, wordt bijzonder snel duidelijk, maar dat wil niet zeggen dat het essay een scheldballade is geworden, integendeel. De toon blijft neutraal en elk punt van kritiek is voorzien van heldere argumenten. Het is zeker niet iedereen gegeven om zo 'vriendelijk' uit te leggen waarom hij of zij zo hard tegen iets is.

Is het verkeerd dat de minister meer aandacht wil voor talen? Nee, natuurlijk niet. Wat moeilijk ligt, is hoe de woorden 'aandacht' en 'taal' worden ingevuld. De beleidsbrief pleit voor meer respect voor de standaardtaal (Standaardengels, Standaardfrans, Standaardnederlands) en dat respect moet vooral blijken uit een perfecte beheersing van de uitspraak en de grammatica. Dat komt, zoals Blommaert en Van Avermaet duidelijk maken, neer op het aanleren van een taalvariant uit de vele. Die taalvariant staat dan ook nog eens erg ver van de sociale realiteit.
De minister vindt het gevaarlijk dat HET Standaardnederlands steeds meer moet wijken voor de (oh zo geminachte) 'tussentaal'. Is het ooit anders geweest? Nee. Zal het ooit anders zijn? Ook nee. Een taal is niet één set grammatica- en uitspraakregels, maar een zeer elastisch medium.

Als er al een (nieuw?) probleem is, dan is het dat mensen hun gevoeligheid voor registers [2] verliezen, minder beseffen dat bepaalde situaties nu eenmaal vragen om een wat formeler taalgebruik of er gewoon niet meer bij stilstaan dat de taalvariant die ze thuis gebruiken niet geschikt is voor alle mogelijke situaties waarin ze terecht komen.

Blommaert en Van Avermaet pleiten niet voor het afschaffen van formeel taalonderwijs, tenslotte is dat wel nodig om vlot bepaalde registers te leren beheersen. Ze wijzen er alleen op dat het zinloos is zich blind te staren op regeltjes en prachtige scores op Europese tests die geen enkel raakpunt meer hebben met de realiteit. Het formeel taalonderwijs moet een hulpmiddel zijn of worden om andere varianten van de taal aan af te toetsten, een soort basis van waaruit je het elastisch vermogen van de taal kan bestuderen.

Wanneer onderwijs aan bod komt in de media, dan zijn het vaak dezelfde twee punten die aan bod komen: "Hoe groot is de afstand tussen de school en de werkelijkheid?" en "Hoe moet de school gelijke kansen creëren?".

Zolang het antwoord op de eerste vraag verkeerd is, zal ook het antwoord op de tweede vraag verkeerd zijn. Op papier is de afstand tussen school en maatschappij iets waar je mee kan schuiven. Je beschrijft een situatie met een magische pen en dan is dat de werkelijkheid. Als we de school veranderen, veranderen we de werkelijkheid! Als we de rampzalige situatie van het Nederlands in Vlaanderen gepast te lijf willen gaan, veranderen we gewoon het taalonderwijs. Met dezelfde magische pen beschrijven we de school als een plaats met gelijke kansen en daarmee is ook dat probleem van de baan.

Waar is de werkelijkheid in dit alles? Er is niets mis met de talige situatie in Vlaanderen. Ze is niet anders dan ze altijd al geweest is: een manifestatie van de sociale structuur van ons gewest. Misschien is er wat versoepeling gekomen in het gebruik van informele registers (bv. in de media) en is de zogeheten taalverbrokkeling zichtbaarder dan vroeger, maar ze is niet anders en ook niet erger. Ze is gewoon. Kan een minister die niet inziet dat het perfect normaal is dat taal interageert met maatschappij een beleid op poten zetten dat gelijke kansen creëert? Met de visie op kansen is het gesteld zoals met de visie op taal: ze heeft niets te maken met de realiteit. Het hoofdkenmerken van onze samenleving is (hoe jammer dat ook is) sociale stratificatie. Sociale gelijkheid bestaat niet en dus kunnen er ook geen gelijke kansen bestaan. Dat is de realiteit. Daarmee is niet gezegd dat men geen kansen moet blijven creëren, maar misschien zou het nuttiger zijn om mensen te leren kansen te zien en hen ervan te overtuigen dat ze het recht hebben die te grijpen, dan voor hen een systeem uit te dokteren dat er automatisch toe zal leiden dat ze even goed, even slim, even sterk, (even waardig?),... worden als de anderen.

"Taal, onderwijs en de samenleving. De kloof tussen beleid en realiteit" is geen gemakkelijke lectuur, maar het is zeker de inspanning waard. Het is een heel dun boekje, maar er staat ontzettend veel in dat tot nadenken stemt (veel te veel om op in te gaan in deze bespreking). Eigenlijk kan ik alleen maar concluderen dat het jammer is dat er zoveel in staat dat niet grondiger wordt behandeld. Ik zou van deze auteurs best wel een lijviger werk willen zien verschijnen over het verband tussen taal en sociale ongelijkheid en hoe die vorm krijgt op school. Het is duidelijk dat ze daar een uitgesproken mening over hebben. Je kan alleen maar nieuwsgierig worden naar wat er schuilt achter al die voorzichtige formuleringen.



1.http://www.ond.vlaanderen.be/beleid/brief/2007-2008.pdf

2.Een register is type taalgebruik dat aansluit bij een specifieke situatie. In een verhandeling over een juridisch onderwerp vind je bijvoorbeeld specifieke woorden en formulereing die je in andere soorten teksten (of lezingen, gesprekken,...) niet vindt. Het juridische karakter van de tekst bepaalt het gebruik van dit specifieke register. Registers komen in alle talen voor.

Taal, onderwijs en de samenleving · De kloof tussen beleid en realiteit van Jan Blommaert en Piet Van Avermaet (120p) is uitgegeven bij EPO, 2008.