Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Opinie] Dienstencheques: betaalmiddel i.p.v. jobcreatie?

[Opinie] Dienstencheques: betaalmiddel i.p.v. jobcreatie?

50,5% dienstencheques-werknemers Vlaanderen had voordien reeds betaald werk, nog eens 16,1% had werk in een Plaatselijk WergelegenheidsAgentschap. Slechts 23,1% dienstencheques-werknemers was werkzoekend met uitkering. Uitzendsector dienstencheques van kwaad naar erger: 880.732 contracten
voor 28.005 dienstencheques-werknemers, gemiddeld 31,4 per werknemer. Eén miljoen arbeidscontracten voor 87.152 dienstenchequeswerknemers. Eind 2007 waren nog 61.851 werknemers in dienst met dienstencheques. Slechts 3,1% dienstencheques-werknemers voorheen in het zwart betaald.
54% dienstencheques-werknemers is hoger middelbaar of HO-geschoold. In 12% DC- bedrijven: werknemers gem. 10 dagen 'economisch werkloos' Commerciële firma's versterken hun marktpositie ten kost van Non-Profit.
Dienstencheques worden goedkoop betaalmiddel in plaats van jobcreatie.

Een doorlichting van het evaluatierapport van Idea-Consult dienstencheques 2007:analyse en tabellen: http://www.npdata.be/BuG/97
Rapport Idea-consult: http://www.npdata.be/Data/Dienstencheques/Doc/I-consult/Evaluatie-2007.p...

Dienstencheques-2003-2008-04_4217_image001.gif

Belgen slaan in april 2008 massaal dienstencheques in aan de oude prijs van 6,7€. Vanaf 1 mei 2007 kost een dienstencheque 7€ en krijgt de DC-ondernemer 20,50€ per cheque (7€ langs gebruiker en 13,5€ van de Rijks Sociale Zekerheid). Het gebruik van dienstencheques blijft in april stabiel op het niveau van maart 2008.

43,4% dienstencheques-werknemers had betaald werk, in Vlaanderen zelfs 50,5%. Bijkomend was 16,1% dienstencheques-werknemers voorheen nog PWA-tewerkgesteld

Zoals vorig jaar is het meest opvallende gegeven het hoge aantal werknemers dat een betaald werk heeft laten staan voor een dienstenchequesjob, in meer dan de helft van deze gevallen ging het om contracten van onbepaalde duur. Gevraagd naar de reden werd in meerderheid gemeld dat men zelf beslist heeft om de overgang te maken, op de vraag of men vervangen werd op de betaalde job die men verlaten had wist maar 1/3 te antwoorden dat dit allicht zo was, de anderen hadden begrijpelijkerwijze dar geen gedacht van. Meer dan in andere gewesten is deze toestand aanwezig in het Vlaamse gewest, 50,5% had betaald werk.

De dienstencheques zijn dus in meerderheid geen instrument om werk te creëren maar een betaalmiddel voor bestaande of nieuwe behoeften die op andere financieringsbronnen stonden of die met andere financieringen dienden betaald (zoals ouderenzorg) nu met dienstencheqeus en sociale zekerheidsgelden betaald worden.

Deze vaststelling gebeurt voor werknemers van 2006 en wordt door Idea-Consult lineair toegepast op 2007: "... dan komen 37.825 uit een betaalde job." IC-blz 115, of 43,4% van de 87.152 werknemers die in 2007 in het dienstenchequescirquit gewerkt hebben. De helft hiervan, of 25,3% van het totaal hadden een contract van onbepaalde duur. In feite moeten hier de 16,1% werklozen in PWA-statuut bijgeteld worden, die in feite 'werk' hadden/hebben maar nog op de werkloosheid bleven staan.

Omzetting zwart werk minimaal

Slechts 3,1% van de dienstencheques-werknemers komt uit het zwarte circuit, zelfs bij onderschatting blijft dit aandeel minimaal. In de rangorde van redenen naar belangrijkheid die meegespeeld hebben om over te stappen naar Dienstenchequeswerk komt uitstap uit zwartwerk pas op de 9de plaats van de 11 vernoemde redenen

In 2006 waren bij de studerenden ook de ingeschrevenen voor een beroepsopleiding geteld, in 2007 gaat het enkel om 'onderwijs'studenten.

In Brussel was 21,4% niet beroepsactief, hetgeen te verklaren is door het grote aantal vreemdelingen dat in Brussel langs de dienstencheques een inkomen verwerft. Voor vreemdelingen, en Belgen van vreemde komaf is de dienstenchequesjob blijkbaar wél een belangrijke ingang voor betaalde tewerkstelling, zoals ook bleek op het semlinarie van het Steunpunt Armoede op 27/05/08. Ook in Wallonië is het aandeel werkzoekende een goed stuk hoger dan in Vlaanderen.

De 'verlieseffecten' van de dienstencheques

Idea-Consult slaat de bal volledig mis als zij 'jobcreatie' menen te bespeuren in de vervanging van de jobs die een dienstenchequeswerknemer voordien beoefende. Zij gaan er van uit dat maximaal de helft van deze jobs opnieuw bezet worden door andere werknemers. In geval van vervanging zien zij dit als jobcreatie terwijl het gewoon de tewerkstelling behoudt. Voor wat niet vervangen wordt gaat het om een VERLIES aan tewerkstelling dat zij optimistisch inschatten op de helft van deze 37.825 jobs. Dit volume dient in feite in aftrek te komen van de jobcreatie door de dienstencheques en zijn 'verlieseffecten'. De 'analyse' van 'terugverdieneffecten' door Idea Concult die over vele bladzijden uitgesmeerd wordt is in feite niet meer dan budgettaire opsmuk waaraan geen enkele boekhoudkundige werkelijkheid aan beantwoordt.

Dienstencheques werk in interimsector: gemiddeld 31,4 contracten per werknemer in 2007

Aan de 87.152 werknemers die in 2007 minstens één dienstenchequescontract onderschreven, werden volgens de RVA -gegevens in het rapport Idea-Consult, 90.018 contracten van onbepaalde duur aangeboden en 896.681 contracten van bepaalde duur, in totaal dus 986.681 of bijna een miljoen arbeidscontracten . Omdat werknemers in de loop van een jaar of op hetzelfde ogenblik meerder werkgevers kunnen hebben en omdat een contract van onbepaalde duur meestal voorafgegaan wordt door een of meerdere contracten van onbepaalde duur kan een zekere 'vollume' aan contracten ontstaan. Maar bij de dienstencheques is dit aantal onlogisch wat onbepaalde duur betreft en exhuberant wat contracten van bepaalde duur betreft. In de opgave die werkgevers in dit verband deden op de RVA-formuleren werden allicht wensen voor werkelijkheid genomen, alhoewel er uiteraard verloop kan zijn bij werknemers voor onbepaalde duur.

De knoop blijft evenwel bij de uitzendarbeid liggen. In 2006 was het al opvallend dat per werknemer die bij hen voor dienstencheques werd ingeschakeld, gemiddeld 28 contracten werden aangeboden, hetgeen leidde tot een 'uitbuitingsgraad' van 94% (reële arbeiduren op contracturen - zie PWC-rapport 2006). Welnu, in 2007 loopt dit aantal contracten op tot gemiddeld 31,4 per DC-werknemer in de interimsector, tegen alle verbod op opeenvolgende contracten van bepaalde duur, of de verplichting een vast contract aan te bieden. 858.549 contracten werden bij hen geteld voor 28.005 werknemers. Om dan nog te spreken van 22.183 contracten van onbepaalde duur in 2007 is wel erg veel verbeelding nodig.

De onderzoekers van Idea-Consult bespreken dit element als een fait divers dat amper in de conclusies terug te vinden is en verdere analyse van dit contractenkluwen is er niet te vinden.

Frappant: hoge scholingsgraad dienstencheques-werknemers

De helft van de dienstencheques-werknemers hebben een hoger secundair diploma, daar bovenop zijn er 5% van hoger onderwijs of universitair niveau. Voor een jobuitoefening zonder kwalificatievereiste met een barema van 9,42€ bruto is dat dramatisch. Ofwel verrichten zij een hoger gewalificeerde job maar worden zij te laag betaald, ofwel verrichten zij werk onder hun niveau en dan zullen zij vertrekken als zij ander werk vinden. Hoe dan ook is er een verschuiving waarbij lagere kwalificaties of de kansengroepen dreigen uitgestoten worden, zeker als er stabilisering of afbouw tewerkstelling komt, of wanneer het aandeel economische werkloosheid, dat nu reeds in 12% van de ondernemingen optreedt, groter wordt.

"Andere" scholing werd hier onder Lagergeschoold geklasseerd; De vastgestelde midden en hogere scholing zijn dus minima.

Vooral in Vlaanderen is de scholingsgraad voor een ongeschoolde job met 56% extreem hoog. Enkel in Brussel is 60% laaggeschoold maar zijn er ook 10% van Hoger opleiding, hetgeen te verklaren is door het hoog aandeel 'vreemdelingen', die er meer dan de helft van de dienstencheques-werknemers uitmaken.

Commerciële firma's versterken hun marktpositie ten kost van Non-Profit

In totaal waren 87.152 mensen in dienst in de loop van 2007 waarvan er op 31/12/2007 nog 61.851 onder contract stonden. Dit aantal komt overeen met wat npdata altijd als afgeleide berekening gemaakt heeft.

Commerciële bedrijven versterken hun positie en zijn sterke groeiers, van 22 tot 27% van de werknemers die in de loop van 2007 actief waren, en dit ten koste van de interimsector en vooral de private Non-Profit die hun aandeel zien verminderen van 42% tot 38% in de telling werknemers einde van het jaar.

Dat betekent tevens dat de commerciële ondernemingen hun aandeel vergroten in het zorggebonden huishoudelijke werk dat meer en meer oudere gebruikers naar de dienstencheques oriënteert, ten koste van de solidariteit in de diensten gezinhulp en als besparing op het budget van de welzijnsministers. Dit heeft niets van doen met het 'langer thuishouden' van bejaarden of jobcreatie zoals Idea-Consult meent vast te stellen in hun terugverdieneffecten, maar alles met een inschakeling van dienstencheques als betaalmiddel voor zorggebonden huishoudelijk werk.

Instroom en uitstroomdynamiek: inconsistente (gebruik) (RVA)-gegevens?

De RVA-gegevens in het Idea-Consult rapport 2007 laten in principe toe een gedetailleerde vaststelling te doen van het verloop (instroom en uitstroom) van dienstencheques-werknemers naar aard onderneming. Maar er is een probleem.

Voortgaande op de 87.152 werknemers die de RVA geteld heeft in 2007 waren er 38.243 'nieuwe werknemers' in 2007. Het verschil, nl. 48.909 geeft dus logisch het aantal werknemers op 01/01/2007 (=31/12/2006). Maar in het vorige rapport staan 41.598 werknemers vermeld eind 2006. Vanwaar dit verschil? De RVA geeft ook op dat 12.850 werknemers die eind 2006 in dienst waren uitgestroomd zijn in 2007. Door een en ander samen te leggen kan men afleiden dat in 2007 van de 38.243 nieuwe werknemers er 12.451 reeds uitgestroomd zouden zijn, waarvan meer dan de helft in de interimsector. Maar door de inconsistentie van de vertrekgegevens op 01/01/2008 kan deze analyse niet verder gemaakt worden.

Graag enige uitklaring door Idea-Consult, RVA of de minister.

Seminarie Steunpunt Armoede van 27 mei 2008

Het Steunpunt Armoede is zowat de enige die op een degelijk basis de analyse maakt en de discussie aangaat over de dienstencheques, hun belang voor de armoedebestrijding en de maatschappelijke en beleidsvragen die over de Dienstencheques te stellen zijn. Ter gelegener tijd komt het verslag van dit seminarie ter beschikking. De volledige analyse dienstencheques in hun Jaarverslag 2007: http://www.npdata.be/Data/Dienstencheques/Doc/Steunpunt-Armoede/Steunpun... is een uitmuntend voorbeeld van analyse en met hun seminarie van het noodzakelijke debat dat noch in pers, beleid of politiek de weerklank gehad heeft die zij en het thema verdient. Zie ook onze inleiding, http://www.npdata.be/Data/Dienstencheques/Doc/Steunpunt-Armoede/Tekst-He... in het debat over de Jobcreatie en de kwaliteit van de jobs, in de lijn van alles wat in vorige BuG hierover al gezegd is.

Actie voor beter statuut in de schoonmaaksector: integratie dienstencheques-kuiswerk in de schoonmaaksector

Schoonmaak verdient beter, ook de dienstenchequesschoonmaak. Integratie van het dienstenchequeskuiswerk in het Paritair Comité van de schoonmaaksector lost voor eens en voor altijd de kwestie van barema's en arbeidsomstandigheden op. Meteen wordt de sector met 61.000 werknemers uitgebreid (geen 80.000, want dat is het aantal dat in de loop van een jaar actief is) en met meer werknemers kan men meer bereiken.

Enkel langs een paritair comite van een bestaande sector kan in goede orde met dotaties gewerkt worden, zodanig dat er ook een integrale en grondige controle komt op de tewerkstellingscreatie, het behoud van de bestaande werkgelegenheid en de boekhouding. Zo gaat het ook in de Non-Profitsectoren die meer dan 35.000 personeelsleden vanuit de lastenverminderingen met dotaties te werk stellen, met een rendement van 98,8%, dwz dat 98,8% naar de lonen gaat van het aangeworven personeel voor de nieuwe functies. Bij de dienstencheques gaat maar 57% van het (vele) geld naar de lonen van dienstenchequeswerknemers.

Jan Hertogen, socioloog