Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Opinie] Waarom wij “neen” zeggen tegen Lissabon

[Opinie] Waarom wij “neen” zeggen tegen Lissabon

Onzezeg/Notremotadire startte een verzoekschrift aan het Vlaamse Parlement om de ratificatie van het Verdrag van Lissabon stop te zetten. Op 26 oktober werden we daarover gehoord in de commissie buitenlandse aangelegenheden. Hieronder de tekst van onze toelichting.

Geachte voorzitter, geachte commissieleden, geachte aanwezigen,

Ik richt het woord tot u namens Onzezeg/Notremotadire. Deze campagne bouwt voort op het initiatief dat Jef Sleeckx, Georges Debunne en Lode Van Outrive twee jaar geleden namen naar aanleiding van de 'Europese Grondwet'. Zij vroegen U toen om een referendum te organiseren over dat 'Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa' (om eens formeel correct te zijn). Niet om U als parlementairen te passeren en een lans te breken voor directe democratie, maar in de allereerste plaats uit een diepe bezorgdheid om de asociale inhoud van die Europese Grondwet.

In een verzoekschrift deze week legden wij U de optie voor om het ratificatieproces van het Verdrag van Lissabon op te schorten, en eindelijk tijd en middelen te investeren in een tegensprekelijk maatschappelijk debat over Europa.

Anders dan de Europese Grondwet zal het Verdrag van Lissabon de vorige verdragen niet vervangen, maar enkel 'hervormen'. Een verschil in aanpak dus, als antwoord op het Franse en Nederlandse "neen" aan de grondwet. Maar daar houdt het verschil ook op. Valéry Giscard d'Estaing zelf stelde dat de inhoud van het Verdrag van Lissabon voor 98% overeenkomt met de Europese Grondwet. Een stem tegen de Europese Grondwet, is dus zo goed als een stem tegen het Verdrag van Lissabon.

Dat alles maakt dat vandaag niet enkel de Ierse "neen" op tafel ligt, maar ook - en nog steeds - de kordate afwijzingen van het Franse en Nederlandse bevolking.
In drie landen klonk hetzelfde sterkte signaal. De Ieren voegen daar nog iets aan toe en zeggen nu "no means no". De mensen van Onzezeg/Notremotadire vragen zich af welke van deze drie woorden de voorstanders van een overhaaste ratificatie door dit parlement niet begrepen hebben.

De komende twintig minuten wil ik het met u over twee zaken hebben. Ten eerste zijn er behoorlijk wat inhoudelijke bezwaren te maken op dit verdrag. U zult er verschillende herkennen van tijdens het debat over de Europese Grondwet. Aangezien in ons land nog nooit de tijd is genomen om uitvoerig en diepgaand in te gaan op de vele tegenwerpingen vanuit sociale bewegingen, kan het geen kwaad ze ook hier kort weer aan te halen. Ten tweede - en daarmee begin ik - is het naar onze mening de taak van deze commissie om ook open en eerlijk in te gaan op de vraag van wat de politieke consequenties zijn van een geforceerde ratificatie ergens de komende weken.

De politieke boodschap van ratificatie

En politieke consequenties zullen er zijn. Om te beginnen voor de Ieren natuurlijk. Nu Ierland "neen" gezegd heeft, is het niet aan ons om nog voor 15 oktober - de datum die op de laatste Europese top naar voor is geschoven als deadline voor een politieke oplossing - te ratificeren. Het is trouwens niet louter een kwestie van 'respect'. En Onzezeg/Notremotadire stapt evenmin zomaar mee in abstracte bespiegelingen over 'de soevereiniteit' van 'het Ierse volk'. De kern van de zaak – de reden waarom een Vlaamse ratificatie op 9 of 10 juli aanstaande de meest foute van alle mogelijke beslissingen is – is de democratie.

Nu ratificeren zou het ultieme bewijs vormen van het feit dat de Europese machthebbers enkel geloven in een Europese democratie als de uitkomst op voorhand te organiseren valt. En iedereen die voor 15 oktober in welk parlement dan ook, in welke lidstaat ook, op de groene knop drukt, treedt hen daarin bij. Is dat werkelijk het signaal dat U wilt geven? Ik wil U vragen daar een duidelijk antwoord op te formuleren.

Want wat gebeurt er? Bij elke ratificatie voor 15 oktober komen de Ieren meer en meer onder druk te staan om uiteindelijk in een nieuw referendum toch "ja" te stemmen. Elke nieuwe "ja" isoleert hun "neen" een beetje meer. In wezen wordt hier een spel van politieke chantage gespeeld tegenover de enige bevolking die zich collectief heeft ingezet en ingespannen om zich een goede mening te vormen over 'voor' of 'tegen'. Ierland is het enige land in de hele Europese Unie, waar het debat over dit Verdrag op een open, democratische manier gevoerd is. In navolging van de Fransen en de Nederlanders, zijn de Ieren schoorvoetend beginnen bouwen aan die Europese democratie. Hun beloning wordt een herexamen, en U - die zelf in eigen land het inhoudelijke debat consequent fnuikt of op zijn minst niet de moed weet op te brengen om er meer van te maken - gaat voor jury spelen.

We komen bij een volgend punt: het debat over dit Verdrag in eigen land. We kunnen daar kort over zijn. Er was zo goed als geen debat.
Sommige mensen zullen zeggen dat de bevolking toch niet geïnteresseerd is in Europa. Maar dan rijst de vraag wat er in het Franse, Nederlandse en Ierse water zit. Hoe komt het dat zij dan wel de discussie op grote schaal gingen voeren?
Zou het aan de media liggen? De kwaliteitskrant die ik lees bracht de dag na de ratificatie in het federale parlement inderdaad slechts één schamel stukje van hoop en al 400 woorden over onze Europese staatshervorming. Pas na het Ierse "neen" nam de persaandacht toe.

In ons land worden honderden mensen betaald om het democratisch debat te organiseren. Uw job. U bent verkozen door ons om voor ons en met ons de democratie te organiseren. In het parlement als het moet, op straat als het kan. Dat is niet gebeurd.


Jef Sleeckx diende begin dit jaar een verzoekschrift in met de vraag een referendum te organiseren over het Verdrag van Lissabon. Jef is niet verliefd op directe democratie hoor. Voor hem en Onzezeg/Notremoradire in het geheel was het een middel om een echt inhoudelijk debat op gang te brengen. Omdat we aan onze ellebogen voelden dat de Belgische parlementen het weer niet gingen waarmaken.

Het verzoek werd echter afgewezen op basis van een gekleurde lezing van de Belgische Grondwet, alsof een volksraadpleging de soevereiniteit van het om het even welk parlementair mandaat zou aantasten. Dat die interpretatie mogelijk is, is al langer geweten. Karel De Gucht en Rik Daems – partijgenoten van enkelen onder u - stoorden er zich nochtans niet aan. In de aanloop naar de ratificatie van de Europese Grondwet, toen ze zelf nog dachten dat de bevolking zeker "ja" zou antwoorden, namen ze zelf even het initiatief voor een volksraadpleging. Ook Verhofstadt liet zich door niemand tegenhouden toen hij zijn consultatie organiseerde over het Copernicus-plan.

Zowel het negeren van het Franse en Nederlandse signaal, de druk op de Ieren nu en de organisatie van Europese non-debatten in ons land – want laat ons eerlijk zijn, wat is één echte tegenstem in één hoorzitting van één commissie ver weg van pers en publieke opinie – zijn tekens aan dezelfde wand. De Belgische politieke klasse is net als de Europese machtshebbers niet klaar voor een breed en diepgaand debat over de richting die Europa op democratisch, sociaal, ecologisch of militair vlak uit moet. De vraag daarnaar is nochtans groot.

Tussendoor rijst vroeg ik me trouwens ook af of wat we in hier Vlaanderen doen, wel beter doen? Wat zal finaal het grote verschil zijn tussen dit debat en het federale, Brusselse, Waalse of Duitstalige debat over Europa?

Een inhoudelijke “neen” van onderuit

De reden van deze vraag naar een echte Europese democratie staat echter niet op zichzelf. Zoals gezegd komt al sinds de introductie van de eerste teksten voor de Europese Grondwet (nu het Verdrag van Lissabon) fundamentele kritiek uit syndicale hoek, vanwege allerhande andersglobalisten, uit de academische wereld, van de Europese vredesbewegingen, van de werklozenbeweging en van bepaalde ecologisten.
Hun afwijzing op basis van inhoudelijke kritieken vormt de grond van de zaak. In wezen hadden al deze mensen hier moeten kunnen zijn, want ook in ons land zijn ze aanwezig. Dán hadden we een begin van een echt debat gehad. De zaken die zij aanhalen zijn immers erg belangrijk en op zijn allerminst interessant genoeg om grondig kennis van te nemen. Het is niet mijn bedoeling hier vandaag namens al deze mensen te spreken of misschien straks namens hen met U te debatteren. Ik heb niet die pretentie. Wat ik wel doe is enkele van hun punten aanhalen om U te verzekeren dat een democratische “neen”-stem inhoudelijk meer dan gerechtvaardigd is.

Mededingingsrecht als basis van de Europese wetgeving

Laat ik beginnen met een stukje actualiteit. Dinsdag nog viel in de kranten te lezen dat federaal Minister voor Openbare Diensten, Inge Vervotte, door de Europese Commissie op de vingers is getikt. Ze maakt te weinig werk van een consequente toepassing van de Europese richtlijn over de liberalisering van het postwezen. Onder druk van die liberalisering worden in sneltreinvaart, postkantoren gesloten, de sociale verworvenheden en werkzekerheid van de mensen in de postsector afgebouwd.
“Wat heeft dit te maken met het Verdrag?”, zullen sommigen zich schamper afvragen. Wel, alles. Net zoals voorgaande verdragen, en net zoals de gebuisde Europese Grondwet, hebben de opstellers van het verdrag systematisch twee zaken verward. Enerzijds het scheppen van de institutionele kaders voor de Europese Unie, anderzijds het graven van een bedding die het Europese beleid fundamenteel moet richting geven.

De herbevestiging van de logica van 'de vrije, onbelemmerde en concurrentiële markt' boven alles, in dit Verdrag zal de concrete druk op de Europese regeringen om allerhande liberaliseringen zonder morren of bijschaven door te voeren enkel nog maar opvoeren. Ook dit Verdrag betonneert via talloze frasen en formuleringen – al dan niet overgenomen uit vorige verdragen – een strikt neoliberale aanpak (het woord mag ook eens vallen ), als absolute en onbetwistbare grond voor elke economische of sociale politiek van alle lidstaten. Niet voor niets staat het 'mededingingsrecht' centraal in de Europese wetgeving. En wie niet volgt? Die wordt gesanctioneerd.
De Europese leiders, en met hen alle voorstanders van dit verdrag, verweven onophoudelijke kader met beleid, maar eisen van hun tegenstanders kader en beleid in de discussie te scheiden. Dit is niets meer dan een retorisch trucje om elk fundamenteel debat over de richting die Europese Unie uit de weg te gaan.

Viking, Laval en Ruffert

Ook actueel zijn de recente uitspraken van het Europese Hof van Justitie in de zaken ‘Viking’, ‘Laval’ en ‘Ruffert’. Drie keer werd de Europese detacheringrichtlijn uit 1997 door het Hof geïnterpreteerd in het nadeel van een syndicale tussenkomst. Vakbonden in economisch sterke landen zoals Finland, Zweden of Duitsland zijn blijkbaar niet in hun recht wanneer ze gelijke sociale rechten trachten af te dwingen voor ingeweken werknemers uit respectievelijk Estland, Letland of Polen.
De terechte vrees van vele syndicalisten in gans Europa – ook pas nog in Ierland – is dat elke keer dat een verdrag deze asociale gewoontes van de Europese wetgever en de Europese rechters zwaarder gaan doorwegen. Het nieuwe Verdrag biedt geen garanties dat dergelijke zaken niet opnieuw zullen gebeuren. Integendeel. Het Verdrag is daardoor veeleer een werktuig in de handen van werkgevers, dan een ruggensteun voor de werkende bevolking.
Is een ander Europa mogelijk? Een sociaal Europa, waar de miljoenen Europese syndicalisten zich wel achter zullen scharen? Jazeker. Georges Debunne doet in zijn boek ‘Wanneer een sociaal Europa?’ enkel concrete voorstellen. Europese CAO’s of gelijkschakeling van sociale wetgeving naar boven, om maar iets te zeggen. En Georges Debunne is slechts één van de velen met vele constructieve voorstellen. Wanneer geen enkele van die ideeën stevig in het nieuwe Verdrag verankert zit, waarom zouden syndicalisten - en bij uitbreiding de ganse werkende bevolking - dan het verdrag moeten steunen?

Een speeltuin voor De Crem

In Ierland is met recht en rede veel inkt gevloeid in de discussie over de Lissabonartikelen die te maken hebben met defensie. De mensen van ‘Vrede’ volgen het debat al sinds de Europese Grondwet op de voet en zien in grote lijnen dezelfde problemen opduiken als toen. Grondwet en verdrag verschillen amper. Zo staat in het Verdrag opnieuw dat de lidstaten zich ertoe verbinden “hun militaire vermogens geleidelijk te verbeteren” (art 28 A lid 3). Ik citeer kort Ludo De Brabander: “Ook wordt ons defensiebeleid gekoppeld aan dat van de NAVO via een aangehecht protocol en legt het Verdrag een interventiedoctrine (art 28 B lid 1) op met bijhorend apparaat (28 C en 28 D). Kortom genoeg zaken om zich als vredesorganisatie te verzetten tegen dit Verdrag.” Met andere woorden: het Verdrag maakt van defensie een speeltuin voor ongure types als Pieter De Crem en verbant de vredesduiven voorgoed van de kabinetten van buitenlandse zaken en defensie.
In de toekomst zullen alle EU-lidstaten gedwongen zijn zware militaire inspanningen te leveren. Nochtans staat overal in Europa het overheidsbudget onder druk. Waar zal dat geld dan vandaan komen? Welke publieke investeringen gaan we hier in België en Vlaanderen terugschroeven? Of plannen we belastingsverhogingen?


De lichtzinnigheid waarmee zelfs onze progressieve partijen over deze kwestie heen wandelen, doet soms pijn aan de ogen. Twee jaar geleden, slechts enkele dagen na de ratificatie van de Europese Grondwet in februari 2006, verklaarde Johan Vandelanotte – toen voorzitter van de SP.a – op termijn de landelijke legermacht te willen halveren en het vrijgekomen budget te willen spenderen aan ontwikkelingshulp. Groen! was direct akkoord. Beiden vergaten wel even dat ze pas een Europese Staatshervorming hadden goedgekeurd, die de duidelijke intentie uitsprak om dit niet alleen onmogelijk te maken, maar zelfs onwettig. Progressieve vrienden, dat was nogal vreemd. U zou hiermee kunnen rekening houden bij de stemming van dit nieuwe Verdrag.

Welke Europese staatshervorming?

Is Europa in crisis? Als we het gros van de commentatoren en hooggeplaatste politici mogen geloven wel. Wij zien dit anders.

Daar waar het debat over Europa de afgelopen jaren grondig gevoerd werd, ontdekten mensen hoever we eigenlijk al staan met de Europese Staatshervorming – want de Grondwet en dit Verdrag betekenen een staatshervorming. Ze gingen ook beseffen dat de inhoud van Grondwet of Verdrag meer dan vermoed hun leven zou gaan bepalen. Vandaag bestaat zeventig tot tachtig percent van onze nationale of regionale wetten uit de uitvoering van Europese richtlijnen of andere Europese wetgeving. U weet dat beter dan mij.

Zonder dat de Europese bevolking het goed en wel besefte is er jarenlang in alle stilte, achter de rug van de mensen en via verdragen, gebouwd aan een Europese superstaat. Deze moest niet alleen de lidstaten gaan dresseren naar de neoliberale inzichten van regeringsleiders, raad van ministers en Europese Commissie. Het werd meteen een gans nieuw type staat, een ‘stille staat’. Nieuw in de wereld, nieuw als concept. Een staat zonder de parlementaire democratie, zoals we die sinds de 19de eeuw kennen, waar alles tussen regeringsleiders en ministers bedisseld wordt. Er is een Europees parlement maar dat kan zelfs geen wetgevend initiatief nemen. Daarenboven wordt het ver weg gehouden van de civiele samenleving, omdat de menen zich zonder informatie blijven blindstaren op hun nationale politiek. De Europese staat: hij is er, maar je hoort het niet.

De discussie tussen federalisten en voorstanders van “enkel een economische markt” is in die zin nep dat Europa nu al veel meer is dan gewoon een gemeenschappelijke economische ruimte. Via 70 tot 80% van de wetgeving doe je meer dan even economisch samenwerken. Het invoeren van de euro bijvoorbeeld, is in al haar opzichten ook van politieke betekenis. Lissabon diept de Europese staat nog verder uit. De Engelse politici weten dat trouwens maar al te goed.
Misschien dat het meningsverschil tussen federalisten en anderen dan ook terug te voeren valt op iets anders. Een discussie of men het bij zo’n ‘stille staat’ wil houden enerzijds (Blair en co), of het ding anderzijds een naam en een smoel moet krijgen zoals elke andere staat in de geschiedenis (Verhofstadt en co).
Als we daar van uitgaan, zien we vandaag niet gewoon een ‘Europese crisis’, maar vooral een crisis van het ‘stille staat’-model. Dat is iets anders. Vol zelfvertrouwen dachten de Europese federalisten dat het tijd was voor een Grondwet. Ze hebben moeten vaststellen dat naar buiten komen met hun superstaat, zonder democratische en sociale garanties te voorzien voor de Europese bevolking, niet heeft gepakt.
De Fransen, de Nederlanders en de Ieren deden het licht aan en wie stond daar ‘in haren bloten’? Europa, met haar stiekeme, asociale, militaristische agenda.

Wie dit alles nog het best heeft samengevat is ons aller Karel De Gucht: “Het doel van het grondwettelijk verdrag was om leesbaarder te zijn. (…) Het doel van dit verdrag is om onleesbaar te zijn. (….) De grondwet bedoelde duidelijk te zijn, dit verdrag bedoelt onduidelijk te zijn. Dat is een succes.” Ik voeg er nog een tweede quote uit onverdachte hoek aan toe. Nog eens Giscard d'Estaing: “De inhoud blijft nagenoeg hetzelfde, ze is slechts een beetje anders gepresenteerd. [...] De rede hiervan is dat de nieuwe tekst niet teveel op het grondwettelijke verdrag moest lijken. De Europese regeringen zijn tot overeenstemming gekomen over deze oppervlakkige veranderingen aan de grondwet, opdat deze makkelijker door het volk geslikt zou worden.” Twee maal klare taal.

De Europese machtshebbers hebben hun crisis proberen te ontwijken door de ambitie om Europa via een zogenaamde Grondwet meer gestalte te geven, op te bergen. Hun antwoord betekent geen stap vooruit, maar een achteruit. Geen engagement voor meer democratie na al die duidelijke signalen, maar een stap terug naar verdragen en achterkamers.
Hun antwoord is een hernieuwd geloof in de oude tactieken van intergouvernementele verdragen en een Europees non-debat. Europa moet weer verstillen om verder te groeien en alle roepers moeten uit het debat worden geweerd. Maar dat is pure nostalgie. De Fransen, de Nederlanders en de Ieren hebben de dijk gebroken. Gisteren, vandaag en tot het einde der tijden zit u met ons opgescheept. Wij, de mensen die kiezen voor een 100% sociaal Europa, voor een 100% antimilitaristisch Europa, voor een 100% groen Europa en ga zo maar door. Onze euro is gevallen dat we om dat allemaal te bereiken ook een 100% democratisch Europa zullen moeten afdwingen. Vandaar dat ik deze uitleg wil eindigen met een voorstel.

Laat dit Verdrag van Lissabon voor wat het is. Schort de ratificatie op tot minstens 15 oktober, of beter nog stop ze gewoon. En maak van het Europese Parlement, dat in 2009 moet verkozen worden door de Europese bevolking, een Grondwetgevende Vergadering. Leg het resultaat van al dat grondwetgevend werk voor aan de Europese bevolking in een simultane, massale en bindende volksraadpleging. Met een genuanceerde vraagstelling en na het vrijmaken van een maximum aan middelen voor een rijk en tegenstrijdig debat.

Wedden met meneer Barroso dat indien deze nieuwe Grondwet in al haar poriën sociaal en rechtvaardig is voor iedereen, het niet zal worden afgewezen.

Wedden met meneer Barroso dat indien deze nieuwe Grondwet geen vrijbrief is voor de Europese wapenlobby, legerleiding en neoconservatieven (zoals De Crem) om een gewapend buitenlands beleid te voeren, het niet zal worden afgewezen.

Wedden met meneer Barroso dat indien deze nieuwe Grondwet democratische Europese instellingen installeert, eindelijk scheiding der machten garandeert en van het Europese Parlement een echt Parlement maakt, die nieuwe Grondwet niet zal worden afgewezen.

Wedden met meneer Barroso dat indien deze nieuwe Grondwet eindelijk het pad effent voor sterke Europese openbare diensten voor iedereen, in handen van de gemeenschap, door de Europese Verdragen die dit vandaag consequent tegenwerken op het heffen en te vervangen... Wedden dat zo een Nieuwe Grondwet niet zal worden afgewezen.

En ten laatste. Wedden met meneer Barroso en u allen dat zolang U niet van zin bent werk te maken van een waarlijk democratisch en consequent sociaal Europa (of er zoals vele progressieven niet in gelooft dat er in onze maatschappij voldoende krachten kunnen gevonden worden om dit waar te maken), wedden dat U al die tijd verplicht zult blijven U vast te klampen aan uw stille staat. Dat U al die tijd het debat zult moeten desorganiseren, beperkten tot één enkele hoorzitting per Verdrag, in één enkel commissie, met één enkele democratische tegenstem.

De mensen van Onzezeg/Notremotadire en - ik ben er zeker van - velen met ons, wensen U alvast veel succes.

Ik dank U voor Uw aandacht.

Natan Hertogen
Onzezeg/Notremotadire

www.notremotadire.be

Lees ook: Verdrag van Lissabon: Onze zeg laat linkse 'nee'-stem horen in Vlaams Parlement

Dit is een zeer sterke

Dit is een zeer sterke speech !
Chapeau !

raf verbeke