Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Gespannen drukte in Goma, veel vliegverkeer

Gespannen drukte in Goma, veel vliegverkeer

Goma geeft een gespannen indruk. Vorige week zijn troepen uit Rwanda opnieuw in Congo binnengevallen. Gisteren liet de staatstelevisie bewijzen zien: instructieboekjes, namenlijsten, marsbevelen, identiteitsbewijzen. Ze zijn gevonden in Rumangabo, halfweg tussen Goma en Rutshuru, een kamp van het Congolese leger dat precies een week geleden door Rwandese troepen is ingenomen. Ze hebben er wapenvoorraden buitgemaakt en vervolgens alle installaties vernietigd. Vergelijk het met de taktiek van Israël dat af en toe in een buurland gaat bombarderen. In dezelfde streek opereert de rebellengeneraal Nkunda, wiens legertje sinds jaren hele zones controleert in de bush ten Noorden en Westen van Goma.
Rumangabo kwam opnieuw in Congolese handen na zwaar protest van Congo. In Goma hebben ze vrijdag een dag van Ville Morte gehouden, heel het openbare leven lag stil. De avond daarvoor had president Kabila op de televisie de bevolking gemobiliseerd tegen de oorlog van Rwanda en Nkunda Daarna hebben de VS en de internationale gemeenschap Rwanda zodanig onder druk gezet dat het zijn troepen terugtrok.
“Nkunda ne peut rien sans le Rwanda”, is hier de overtuiging. Er duiken regelmatig bewijzen op dat Nkunda voor rekening van Rwanda opereert. Daarachter schuilt de geopolitiek van vooral de VS en Groot-Brittannië. België deemstert weg uit Congo, de VS rukken op. Sinds een jaar heeft Washington een soort van ambassade in Goma. Dat betekent dat de VS hier actief op de situatie wil wegen. België daarentegen heeft zijn consulaat in Bukavu (in Zuid-Kivu) moeten sluiten, vanwege de ruzie met de regering in Kinshasa die in april 2008 begon.

De (auto-)taxi die me van het vliegveld naar het hotel aan het meer bracht, mist een venster aan de passagierskant. “Ingesmeten”, zegt de chauffeur. Hij is enkele weken geleden met zijn auto in een heftige protestbetoging gestrand, met een menigte bewoners van Goma die met stenen naar MONUC smeten. MONUC is de VN-troepenmacht in Congo. Ze mag gewapenderhand tussenkomen als het regeringsleger en Nkunda vechten, maar ze doet het niet, en dat is haar traditie: op de piekmomenten van de oorlog in Oost-Congo staat MONUC vanop de zijlijn toe te kijken. Nkunda lanceerde eind augustus zijn nieuwe offensief, het verdreef tienduizenden mensen uit hun huizen, maar MONUC heeft – ik overdrijf – een paar keer in de lucht geschoten. Dat was alles. Daarom hebben de betogers in Goma hun woede gekoeld op MONUC.

Een mens maakt zich vuil in Goma. Er zweeft fijn stof door de stad dat in uw ogen kruipt en aan uw vel blijft plakken. En omdat ik me per mototaxi verplaats, het goedkoopste transportmiddel, zal ik stof slikken. Ik vermoed dat het stof verpulverde lava is. Er liggen vulkanen in de buurt, de Nyiragongo is voor het laatst uitgebarsten in januari 2002, lava overspoelde toen een stuk van de stad. Ze winnen hier ook zwart zand uit de Mont Goma om cement te mixen. En om straten en stegen te verharden, gebruiken ze poreus brokkeljon, ook vulkanisch van origine.

Deze morgen maakte geroep vanop Lake Kivu me wakker. De vissers op het meer drijven met hun gelach de vis in hun netten. Gisteravond waren ze al met parafinelampen aan het werk. Ik logeer in het guesthouse van Caritas, de tuin loopt af tot aan het water.
De aan- en afvliegroute van het vliegveld van Goma gaat pal over dit gebouw. Het doet denken aan de campings in Middelkerke die de zware cargo’s van Oostende boven hun hoofd moeten verdragen. Véél luchtbewegingen hier trouwens. Daarnet tijdens een wandeling van bij de doeane tot hier telkde ik vier vertrekkers en één aankomer. Drie vertrekkers draaiden meteen scherp westwaarts. Om in Walikale ertsen te gaan laden? Maar ik zie ook passagiersvluchten en militaire en humanitaire vliegtuigen, de UN-helicopters gaan noordwaarts, die kan ik enkel horen.

In het Kivu-meer drijft er een platform met een toren en een citerne op het water, dat met een vlottende pijleiding met het vasteland van Rwanda is verbonden. De mensen die ik erover ondervraag, zijn er nog niet uit: de één zegt bewonderend – “ils sont forts” – dat Rwanda daar nu al methaangas uit het meer aan het pompen is, een ander zegt dat de extractie nog moet beginnen. Het gas moet dienen om een elektriciteitscentrale van Electrogaz aan te stoken. Die zou in Gisenyi staan.
Ik durf betwijfelen of Rwanda en Congo al afspraken hebben gemaakt over de gaswinningsvelden. De twee landen leven op gespannen voet en hun gemeenschappelijke economische organisatie, de CEPGL, draait vierkant. Aan Congolese kant bestaat de schrik dat Rwanda reserves op Congolees grondgebied aanboort, de grens loopt ergens aan de oostkant in het meer.
Ook over de toekomstige winning van petroleum bij Lake Edward en Lake Albert, verder naar het Noorden waar Congo aan Oeganda grenst, heerst er twijfel. In Lake Albert wordt er geëxploreerd naar petroleum en zijn er al gewapende schermutselingen met doden geweest. Bezuiden Lake Edward zou er petroleum kunnen zitten in het Virunga Park. Dat behoort tot het werelderfgoed en Congo staat er voor een dilemma: conserveren of exploiteren? Oeganda zou intussen ondergronds aan Congo’s voorraden kunnen zitten. Delly, wiens ngo zich met energie en mensenrechten bezighoudt, zegt dat het makkelijk is daarrond nieuwe gewapende conflicten op te fokken. “De milities in Nigeria ontstonden omdat de mensen hun deel van de olie-opbrengsten eisten”, zegt Delly, “maar hier bestaan die milities al jaren en zouden ze voor de zakelijke belangen van de één of de ander gebruikt kunnen worden”.

Goma is een echte grensstad. Ondanks de gespannen relaties tussen Congo en Rwanda, pendelen veel mensen dagelijks voor werk of hun inkopen in deze of gene richting de grens over. Gisteren liep ik bij een négociant langs die ertsen verhandelt. Voor zijn deur: no-man’s land, en aan de overkant van de straat een wachtpost met Rwandese militairen. Hier vijfhonderd meter vandaan, bevindt zich de Grande Barrière, ook midden in de agglomeratie. Het leven van alledag gaat zijn gang. Het doet denken aan de Elzas, destijds ook een rijke mijnstreek, waarvoor Frankrijk en Duitsland tijdens de Eerste Wereldoorlog hard hebben gevochten. Maar oorlog of niet, de mensen aan de grens bleven er elkander ook frequenteren.

raf

Gepost door raf
14.10.2008

Tags