"Homoseksualiteit krijgt iedereen meteen de kast op"
"Homoseksualiteit krijgt iedereen meteen de kast op"
Leen31 augustus 2009 – 15:34
In 'Elke liefde telt' stelt Boris Dittrich zijn werk voor Human Rights Watch te boek. Op twee jaar tijd vulde hij een schatkamer met ervaringen, al is 'catacombe' hier en daar het betere woord. Als directeur van de afdeling LGBT is Dittrich immers een kroongetuige van wereldwijde mensenrechtenschendingen tegen holebi's.
De kas van HRW
Met enige verbazing las ik in uw boek dat Human Rights Watch,
toch wel een zeer grote mensenrechtenorganisatie, volledig op
privégiften draait.
We vragen inderdaad, doelbewust, nooit overheidssubsidie of giften van
bedrijven aan. We willen onafhankelijk blijven. Het zit in de cultuur van de Amerikanen om een deel van het
geld dat ze verdienen terug in de samenleving te storten, ook al is dat nu enorm teruggelopen door de financiële
crisis.
Heeft u er een zicht op welk soort mensen
over het algemeen doneert aan HRW?
Onze afdeling fondswerving heeft daar wel een
kijk op, maar wij als afdelingshoofden krijgen dat niet te horen.
Opzettelijk,
omdat het natuurlijk niet de bedoeling is dat ik contact zoek met de
‘rijke joodse familie’ die mij graag voor HRW aan de slag wilde hebben.
Bovendien willen sommige rijke mensen, die elk jaar een paar miljoen
doneren, helemaal niet dat hun naam bekend wordt.
De keuze voor privégiften is 'doelbewust'.
Bent u voorstander van dat systeem, dat sterk verschilt
van de Nederlandse en de Belgische situatie ?
Beide systemen hebben
voordelen. Met overheidssubsidies kan je als organisatie beter plannen en - als je je werk goed doet - die subsidie ook meestal
behouden. Dat geeft een zekere stabiliteit. Het
nadeel is dat mensen die subsidies op een gegeven moment als
vanzelfsprekend ervaren, een
beetje ‘denklui’ kunnen worden,
en het activisme en
idealisme niet meer voelen in hun werk. Bovendien
riskeer je je onafhankelijkheid te verliezen. In het Amerikaanse systeem moet je voortdurend nadenken
over de vraag: kan ik het uitleggen, kan ik mensen overtuigen dat dit belangrijk is? De betrokkenheid van de Amerikanen bij hun organisaties is ook vele malen groter dan in Nederland. Nadeel is de onzekerheid over de
hoegrootheid van de donaties.
Proposition 8, het vervolg
Over de straatdemonstraties naar
aanleiding van Proposition 8 zei een Amerikaan nochtans
dat ze hoogst uitzonderlijk zijn in de VS. Is dat ook uw
aanvoelen ?
Ja, maar het is een beetje een vergelijking van
ongelijke tijdperken. Door het internet is er gewoon een andere manier van actie
voeren ontstaan. Anderzijds, als mensen écht kwaad zijn en er emotionele betrokkenheid is bij een onderwerp, zoals homorechten en natuurlijk abortus, dan komen ze toch wel weer op straat. Proposition 8 is een
goed voorbeeld. Nu een
rechterlijke uitspraak de uitkomst van Proposition 8 heeft bevestigd, zijn er ook weer mensen de straat op gegaan. Er is sprake van een massale betoging voor het Witte Huis in oktober.
Dat het Hooggerechtshof de uitkomst van
Proposition 8 zou bevestigen had u in uw boek voorspeld. Op
basis waarvan ?
Ons argument in de rechtszaak was: het is ongrondwettelijk dat een kleine meerderheid het fundamentele
recht van de vrijheid van huwelijkskeuze van een groep mensen kan afpakken. Maar
als de bevolking met een meerderheid gesproken heeft, is het
natuurlijk heel moeilijk voor rechters - die tenslotte
niet gekozen zijn en dus geen democratische legitimiteit hebben in Californie - om zo’n uitspraak terzijde te
schuiven. Nu spreek ik als
jurist, want ik ben het natuurlijk heel erg eens met ons pleidooi in deze rechtszaak.
U schreef er meteen bij dat het in 2011 ‘helemaal anders’
zal aangepakt worden. Wat zijn de concrete plannen ?
We hebben besloten dat we eind
2010 zelf een
referendumaanvraag zullen doen. Proposition 8 was door een aantal religieuze groepen aangevraagd. Die groepen waren elke zondag in de
kerken en organiseerden massale bijeenkomsten in
voetbalstadions met 40.000 mensen. Toen de
homobeweging dat ontdekte was de campagne al te
ver gevorderd. De tegencampagne
lag dus volledig in
handen van een vrij kleine groep mensen: blanke hoogopgeleiden van middelbare leeftijd. Er waren wel contacten met kranten als
de LA Times en de San Francisco
Chronicle, en met Hollywoodsterren, maar
totaal niet met de bevolking: de Latino’s, de zwarte Amerikanen, de
etnische minderheden,...
Het idee voor het referendum van 2010 is dus om naar de buurtcentra en kerken te gaan, op straat te staan en heel veel mensen erbij te betrekken. De referendumaanvraag zal ook anders geformuleerd worden, iets in de zin van: "Bent u het ermee eens dat er gediscrimineerd wordt en dat het fundamentele recht van de vrije huwelijkskeuze niet wordt toegekend aan een bepaalde groep mensen, m.n. de homo’s?" Met zo’n aanvraag wordt het al veel moeilijker voor mensen om te zeggen: "Ja, ik wil blijven discrimineren."
Noodkreet
De verhalen in uw boek gaan over
mensenrechtenschendingen in de hele wereld, soms
zelfs overindividuele mensen. Als
je met dat leed geconfronteerd wordt, op welke basis beslis je
dan of je een individueel persoon helpt of niet?
Goede vraag, want echte criteria
bestaan er eigenlijk
niet. Het criterium is: HRW
doet geen individuele hulpverlening. Daar zijn
advocaten of andere organisaties voor. Maar dat kan je niet consequent volhouden, als je gevoel hebt. Als ik op
kantoor zit, en een jongen uit Bagdad belt mij - wat na het boek gebeurd is - om te zeggen: "Mijn vrienden zijn geëxecuteerd, ik heb
hun lijken gezien en ze zijn nu op zoek naar mij, help mij.", dan zeg je niet gewoon: "Sorry,
dat doen wij niet. Succes met het zoeken van een advocaat."
Natuurlijk spelen er wel een aantal zaken mee: de urgentie van de situatie en de geloofwaardigheid van het verhaal - soms zeggen mensen dingen die niet kloppen, en soms snap ik dat ook wel als je wanhopig bent. Ook de afwezigheid van andere hulpverlening is een criterium. En eigenlijk ook wel een beetje de vraag of je iemand kan inspireren om door te gaan. Er zijn immers mensen die zo wanhopig zijn dat ze zelfmoord willen plegen, zoals in het verhaal uit Koeweit in het boek.
Dat verhaal eindigde met: "Er is nog een allerlaatste
mogelijkheid. Een massale zelfmoordsessie". Wat gaat er door je
heen als iemand zoiets tegen je zegt ?
Toen heb ik echt gehuild, want ik heb heel veel met Asha - haar naam in het boek - gesproken. Dat is zó’n bijzonder iemand, zó'n mooi mens. Ze heeft ontzettend veel meegemaakt; met de familie en de samenleving die zich tegen haar keerden, de politie, verkrachting,... Dat zo
iemand nog de kracht vindt om voor de groep iets te doen, de transgenders in Koeweit bij
elkaar wist te krijgen en bijeenkomsten organiseerde - op huiskamerniveau natuurlijk, anders word je opgepakt - daar heb ik zoveel bewondering voor. Dat zijn echte helden.
Ik heb dat hoofdstuk speciaal opgenomen om te laten zien hoe het is om transgender te zijn en hoe een samenleving met dit type mensen omgaat. In Nederland is transgender nog niet zo bekend; mensen hebben het altijd over homorechten. Op gebied van transgenderrechten is bijvoorbeeld Bolivia ver voor op België, Nederland of Duitsland.
Evoluties in de Lage Landen
Een tijdje terug besliste de Holebifederatie
om samen te werken met de transgenderbeweging. Vindt u
dat een goede evolutie ?
Ja, dat vind ik heel goed. Op
een gegeven moment is er in de VS grote ruzie uitgebroken tussen de grootste
holebi-organisatie, Human Rights Campaign,
en de transbewegingen. De reden was een
wetsvoorstel dat zou beschermen tegen ontslag. Om een meerderheid te halen had een senator,
zonder overleg met de transbewegingen maar met de steun
van HRC, genderidentiteit eruit gegooid. Een aantal Republikeinen wilde voor stemmen onder die voorwaarde. Vervolgens zei Bush dat hij zijn veto
zou stellen, dus het heeft überhaupt nergens toe geleid, maar het heeft wel een
enorme tweespalt teweeggebracht. De transbewegingen vertrouwden de
homo's niet meer, maar na veel ruzies zeiden ze uiteindelijk dat het toch beter was om samen te werken. Het COC in
Nederland werkt ook al
samen, ook al staat het niet in de naamgeving van
de organisatie.
Over het COC gesproken: volgens het boek bood de
organisatie indertijd weerstand tegen het homohuwelijk,
waar u zich vanuit D66 net voor inzette.
Had u begrip voor hun kritiek dat het
homohuwelijk 'een kopie van de hetero-levensstijl' is?
Weerstand was het niet. Ze waren er ronduit tegen. Kijk,
ik kan mij goed voorstellen dat mensen zeggen:
wij hebben een andere levensstijl en het huwelijk als instituut is belachelijk - zeker als je aan het kerkelijk
huwelijk denkt. Maar ik vind dat je andere mensen die keuze niet moet
ontzeggen. Ik was daarom hartstikke
nijdig op het COC in 1994, want ze wilden actie voeren tégen
mijn voorstel. Ik vond het
zo niet-liberaal dat je, omdat je zelf niet wil trouwen of het huwelijk truttig vindt, denkt
dat jouw levensstijl aangetast wordt als het
opengesteld wordt. Ik vind
dat iedereen zelf moet weten
hoe hij zijn leven invult,
zolang je anderen maar de vrijheid laat. Dat is eigenlijk mijn
levenshouding.
Het heeft toch wel twee jaar geduurd voor het COC van mening veranderd is, en ze loyaal zijn
geworden. Maar in het begin kreeg
ik zowel vanuit eigen kring als vanuit religieuze
hoek oppositie.
Rechten voor iedereen. Maar.
In het boek ontkent een
Tanzaniaanse voorvechtster van vrouwenrechten resoluut het bestaan van
Tanzaniaanse homo’s. Gebeurt het vaak dat lokale
mensenrechtenorganisaties het met holebirechten toch
moeilijk hebben ?
Ik ben eergisteren uit Zambia teruggekomen. Daar zijn een aantal mensenrechtenorganisaties die zelfs weigeren om met iemand die lesbisch of homo is aan
tafel te zitten. Dat heeft
volgens mensen uit Zambia te maken met
onwetendheid. Als er al aandacht aan homoseksualiteit
wordt besteed, is het negatief. Daar komt dan nog een religieuze saus overheen, want de mensen
in de kerk zeggen allerlei
gruwelijke dingen over homoseksualiteit. Omdat er een negatieve sfeer rond
homoseksualiteit hangt, distantiëren algemene mensenrechtenorganisaties en de vrouwenbeweging zich ervan - althans individuen
daarin. Ze zijn ook bang dat ze, als ze homorechten tot een strijdpunt maken voor
hun organisatie, zelf in de problemen zullen komen. Maar de
hoofdreden blijft een
persoonlijke weerstand bij mensen.
Het kan ook anders. In Oeganda wilden de mensenrechtenorganisaties er eerst ook niets mee te maken hebben, maar inmiddels zeggen ze: "We zijn tegen de heksenjachten op homo’s, die hebben ook rechten." Het interessante is dat nu ook de kerken zich tegen de andere mensenrechtenorganisaties keren. Er zijn ook allerlei vreselijke artikels verschenen in de kranten, ook over de andere mensenrechtenorganisaties. Die zijn nu ook in de verdomhoek terechtgekomen.
Westerse 'export'
Een idee dat uw boek doorkruist, is
dat grote delen van de wereld homoseksualiteit als een westers
exportproduct schijnen te zien. Hoe sterk leeft
dat discours op internationaal niveau ?
Heel sterk, met name in
Afrika. Men ontkent soms dat er homoseksualiteit bestaat
in eigen land, en als het er
is, dan is het geïmporteerd door toeristen uit het Westen. Ik moet erbij zeggen dat dat argument voornamelijk gehanteerd
wordt door politici. Ze weten voor zichzelf dat het
onzin is, maar denken zo aan stemmen te kunnen komen. Het
is een
gemeen, vilein soort populisme: een zondeboek zoeken – vaak de homo’s – en roepen dat het een oprukkend
gevaar is, dat het de jeugd bederft, en dat ze "met geld uit
het Westen proberen mensen homo te maken". Uit angst stemmen mensen voor zo’n
politicus, die daar vervolgens niet veel meer mee doet.
Er is ook wel een
soort sluimerende afkeer of
jaloezie tegenover het rijke Westen, vanuit de ervaring
met slavernij en kolonisatie.
Daar valt natuurlijk van alles voor te zeggen,
maar wordt in die context nog
eens aangewakkerd.
U schrijft: “Als
het over mensenrechten gaat, is de wereld in blokken
verdeeld”. Het Westen en de islamitische
wereld worden ook in vele andere contexten al
tegenover elkaar geplaatst. Levert dat bestaande dualisme
een extra moeilijkheid op om homorechten internationaal
te verdedigen ?
Ja. In de VN stonden de
landen al tegenover elkaar vanwege allerlei andere onderwerpen. Homoseksualiteit, dat eigenlijk pas sinds de laatste paar jaar op de
internationale agenda staat, is een onderwerp dat werkelijk iedereen meteen op de kast
krijgt en waar de meest
vreselijke dingen over worden
gezegd. En je ziet dan -
helaas, moet ik zeggen - dat de islamitische landen met de conservatieve
Afrikaanse landen (zoals Oeganda, Kameroen, Zambia) een bondgenootschap
sluiten om tegen gelijkberechtiging tekeer te gaan.
Je ziet dat de wereld met betrekking tot homorechten in drie delen verdeeld is: 67 landen hebben de VN-verklaring van gelijkberechtiging en tegen discriminatie getekend. 57 landen zeggen: "Schande, moeten we dan ook met pedofilie, bestialiteit, incest rekening gaan houden" – wat nergens op slaat, maar goed, dat zeggen ze dan. En dan heb je nog een heleboel landen, ook ongeveer een derde, die zich bij geen van beide aansluiten. Het is natuurlijk zaak om die landen bewust te maken.
U schreef ook: “Niet
homoseksualiteit is geïmporteerd vanuit het Westen, wel de
strafbaarstelling ervan.” Dat frappeerde me
enorm.
Human Rights Watch heeft daar een rapport over
geschreven. De Victoriaanse wetgeving is vertaald in India,
ex-kolonie van het Verenigd
Koninkrijk, en via India
doorgegeven aan andere
landen. Driekwart van de strafbaarstelling van homoseksualiteit in de
wereld komt rechtstreeks voort
uit die Victoriaanse
wetgeving. Dat zie je goed in Afrikaanse landen, waar homoseksueel gedrag van mannen
strafbaar is gesteld – niet dat van
vrouwen, omdat Queen Victoria niet mocht weten dat er ook lesbiennes
bestonden. Helaas hebben sommige Afrikaanse landen hun wet naderhand nog aangepast (Tanzania, Zambia),
'gemoderniseerd', en homoseksueel gedrag nu
ook voor vrouwen strafbaar gesteld.
Senegal
Uit het stuk over Senegal blijkt
dat het etiket 'homo' in dat land min
of meer een vogelvrijverklaring is. De bevolking schijnt niet te
aarzelen het recht in eigen handen te nemen. Zijn
Senegalese homo's dan wel gebaat bij wetgevende
initiatieven ?
In zo’n land zoeken we samenwerking met de homobeweging die zichzelf kleine doelen stelt: niet
meer opgepakt worden en verder met rust gelaten
worden is vaak het hoogste doel. Daarvoor heb je wel de
beleidsmakers nodig. Wij proberen daarom aan
beide kanten te morrelen: de holebi's zelf ondersteunen én er proberen voor
te zorgen dat er
medestanders komen die wetgeving aan de orde stellen. En als landen uiteindelijk
verdragen ratificeren, hebben ze niet alleen de
morele, maar ook de
juridische verplichting om zich daaraan te houden. In een land als Senegal
kan dat betekenen dat gearresteerde homo's worden
vrijgesproken. Dat wil
natuurlijk niet zeggen dat je stil moet blijven zitten. Er zou tegelijk een hele
bewustwordingscampagne moeten komen om mensen informatie te geven over homoseksueel gedrag.
Maar het is wellicht zeer
moeilijk om in eigen land middelen vrij te krijgen
om aan een mentaliteitswijziging te werken ?
In een land als Senegal, dat islamitisch is, is dat natuurlijk zeer
moeilijk. Daar komt de
radicale islam op. De regering
is van liberale strekking en voelt de hete adem van de extremisten in de nek. Daarom doet ze steeds meer
symbolische dingen, zoals mensen arresteren en dat in de krant zetten. Dus ja, er is een lange weg te gaan. Maar
als de regering al bereid is om te bewegen, is dat een belangrijke stap. Zoals in Gabon, waar men nu erover
nadenkt homoseksueel
gedrag uit het strafwetboek te halen. Als een regering zegt dat het kan, dan
denken mensen sneller: het is helemaal niet zo erg.
In Zambia pakt men het erg vindingrijk aan. De organisaties proberen een paar priesters te betrekken die een tolerantieboodschap prediken. Father Kelly is een voorbeeld, en met zijn boodschap van tolerantie en respect eerder een uitzondering in dat land. Met die priesters en de Nederlandse ambassade willen de organisaties af en toe iets organiseren. De bedoeling is om samen met een aantal kernfiguren in de samenleving tot een gemeenschappelijke verklaring in de media te komen.
Als het regent in Brussel...Nog even terug
naar Europa. In Straatsburg
was u getuige van een vreselijk homofobe toespraak van patriarch Alexis
II. U schreef daarover: "Dit
incident etaleerde de verschillen tussen Oost- en West-Europa.
Machteloos keek ik toe van op de politieke tribune."
Zou dat voor euroscepticisme kunnen zorgen?
Ja, maar het zou heel kortzichtig om daarom tegen Europa te zijn, want Europa is er.
En als je de andere kant opkijkt, is Europa er nog steeds. Het
zou veel beter zijn om juist je invloed aan te wenden om Oost-Europese
landen zover te krijgen dat daar echt dingen veranderen. Afgelopen
zaterdag mocht ik de Gay Pride toespreken
in Boekarest. Als je vergelijkt met tien jaar geleden, is er heel veel in
positieve zin veranderd. De situatie is nog steeds niet rooskleurig, maar nu heb je al het
recht om te demonstreren, toespraken te houden,...Mensen lopen openlijk
met vlaggetjes rond en de media berichten meestal op een neutrale manier. En steeds meer jongeren geven in enquêtes aan dat ze
er geen probleem mee hebben. Er is dus echt een West-Europese invloed - als je het zo kan noemen. Boycotten heeft dus
geen zin.
Bron: ZiZo, magazine voor holebi's en transgenders
Nieuwslijnmeer
- Indymedia.be is niet meer
- Foto Actie holebi's - Mechelen, 27 februari
- Lawaaidemo aan De Refuge te Brugge
- Recht op Gezondheid voor Mensen in Armoede
- Carrefour: ‘Vechten voor onze job en geen dop!’
- Afscheid van Indymedia.be in de Vooruit in Gent en lancering nieuw medium: het wordt.. DeWereldMorgen.be
- Reeks kraakpanden in Ledeberg met groot machtsvertoon ontruimd
- Forum 2020 en de mobiliteitsknoop
- Vlaamse regering kan niet om voorstel Forum 2020 heen (fietsen)
- Fotoreportage Ster - Studenten tegen racisme