Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

"Wij zijn allemaal Birmezen"

"Wij zijn allemaal Birmezen"

BRUSSEL -- KVS-regisseur Ruud Gielens werd tijdens een reis door Birma getroffen door het lot van de mensen in dit Aziatische land dat kreunt onder het juk van een militair regime. Hij nodigde zaterdag in de KVS een reeks politici, journalisten, syndicalisten en Birma-kenners uit om te informeren over het land. Hun toespraken werden afgewisseld met ingetogen optredens van enkele muzikanten.

weareburma_web.jpg

Speciale gast in de KVS was Aung Htun. Deze jongeman is één van de hoofdrolspelers in 'Burma VJ, reporting from a closed country', de documentaire die genomineerd is voor een Oscar. Twee jaar geleden trotseerde hij de terreur van het regime en trok de straat op gewapend met een kleine videocamera. Dankzij media-activisten als Aung Htun kreeg de wereld beelden te zien van de opstand tegen het militaire regime.

Vandaag leeft Aung Htun in Thailand vanwaaruit hij een nieuw netwerk van videojournalisten in Birma probeert op te bouwen. Hij werkt voor The Democratic Voice of Birma, één van de verschillende media die gerund worden door Birmese vluchtelingen.

Aung Htun is niet zijn echte naam. Ook toen hij het podium betrad in de KVS was hij onherkenbaar vermomd met een donkere bril en een hoed. “Aung Htun is een codenaam. “Alle videojournalisten in Birma hebben een codenaam zodat het regime niet weet wie ze zijn.”

Zelfs zijn familie weet niet waar hij mee bezig is. “Ook al staan ze achter de acties, het is niet zeker dat ze zullen zwijgen als ze ondervraagd of gefolterd worden. Daarom weten ze het beter niet. Maar ik denk wel dat ze het vermoeden. Ze hebben vast en zeker mijn stem al gehoord op televisie.”

In het grensgebied tussen Thailand en Birma leerde hij hoe je met een videocamera aan de slag kan. Eénmaal terug in de voormalige hoofdstad Rangoon ging hij op zoek naar mensen die wilden getuigen over de wreedheden van het regime. “We zoeken mensen die dapper genoeg zijn om een interview te geven. Maar ze moeten ook betrouwbaar zijn. We moeten er zeker van zijn dat ze niets lossen over onze identiteit”, zegt Aung Htun.

“Van zodra we iets op tape hebben staan, proberen we er zo snel mogelijk vanaf te geraken. We geven het materiaal door tot het bij iemand terecht komt die het materiaal monteert en comprimeert zodat het verzonden kan worden via het internet. De hele tape wordt via boodschappers over de grens naar Thailand gesmokkeld.”

De beelden worden gebruikt door internationale nieuwszenders. Ook de Birmezen krijgen de beelden te zien als ze toegang hebben tot een satelietantenne. Al is dat niet evident, zegt Aung Htun. “Om een antenne te kopen, heb je een licentie nodig. Maar zelfs met die licentie riskeer je nog altijd opgepakt te worden.” Veel kloosters hebben gelukkig wel zo'n antenne.

Aung Htun is al een jaar niet meer in Birma geweest. Met zijn familie heeft hij enkel nog contact via internet. “Maar ik blijf Birmees en ooit keer ik terug”, bezweert hij. Of die tijd snel zal komen, is onzeker. Het militaire regime heeft wel beloofd om in 2010 verkiezingen te organiseren, maar dat deden ze alleen om aan de internationale gemeenschap te tonen dat ze van goede wil zijn, zegt Aung Htun.

“Maar zelfs als er ooit op een dag democratische verkiezingen georganiseerd worden, zal er nog een lang weg moeten worden afgelegd. De hele infrastructuur, de hele bevolking is kapot gemaakt door het regime. Dat herstel je niet zomaar”, zegt Aung Htun.

Volgens Aung Htun kan er maar één les worden getrokken uit de mislukte opstand van 2007. “Het Birmese volk kan enkel op zichzelf rekenen. Het regime is bang van het volk en het volk is ook bang van het regime. Maar op het juiste moment en met de juiste leiders die verandering kunnen brengen, zijn ze wel bereid om op straat te komen.”

ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw had het over de rol die de vakbonden kunnen spelen in de verbetering van het lot van de Birmezen. De Federation of Trade Unions of Burma (FTUB) wordt door het regime als een terroristische organisatie beschouwd. De Leeuw wees ook Total met de vinger dat blijft investeren in Birma (zie verder).

Europarlementslid Bart Staes (Groen!) toonde zich zeer strijdlustig. Hij wil via Europa de Asean (de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties waar ook Birma lid van is) onder druk zetten.

Achtergrond
Birma was lange tijd een onderdeel van het Britse rijk. De Britten past een verdeel-en-heersstrategie
toe en speelden de verschillende etnische groepen handig tegen elkaar uit. Een half jaar voor Birma de onafhankelijkheid verwierf, werd de leider van de antikoloniale strijd en de architect van de onafhankelijkheid Aung San samen met zes medestanders vermoord door politieke rivalen.

Het jonge land was meteen al politiek onthoofd. Kort na de onafhankelijkheid rak een burgeroorlog uit. In 1962 kwam generaal Ne Win aan de macht na een staatsgreep. Bijna 26 jaar lang regeerde hij met harde hand. In de jaren '80 zonk het land weg in een economische crisis. De helft van de begroting wordt opgesoupeerd door het leger en de veiligheidsdiensten. Birma, ooit een land dat het niet slecht deed, bengelt nu helemaal onderaan in de ranglijst van de armste landen.

Op 1988 komen studenten op straat. Duizenden gewone mensen sluiten zich bij hen aan. Het regime slaat het protest ongenadig neer. In 1990 worden er voor het eerst in dertig jaar verkiezingen georganiseerd. De National League for Democracy (NLD), de partij van Aung San Suu Kyi, wint 392 van de 489 zetels. De verkiezingen worden meteen ongeldig verklaard. Aung San Suu Kyi, de dochter van Aung San, wordt onder huisarrest geplaats.

Nadat het regime in 2007 de subsidies op brandstof afschaft, schieten de prijzen de hoogte in. Er breekt opnieuw protest uit. Maar ook deze keer wordt er hard opgetreden. In 2008 belooft het militaire regime wel dat er in 2010 verkiezingen zullen worden georganiseerd.

De Internationale Arbeidsorganisatie riep al meermaals de machthebbers in Birma op het matje omdat honderdduizenden Birmezen slachtoffer zijn van dwangarbeid. Ze worden ingezet bij grote infrastructuurwerken, maar ook om wapens te dragen voor soldaten.

Uit recent onderzoek van Earthrights International blijkt dat er ook beroep werd gedaan op dwangarbeid bij de bouw van de Yadana-gaspijplijn van de multinational Total. De Birmese dictators verdienden sinds 2000 4,8 miljard dollar aan de activiteiten van Total en Chevron, terwijl er slechts 30 miljoen dollar in de staatskas terecht kwam. Het grootste deel van die som wordt geparkeerd op rekeningen in het buitenland.

De enige Belg in de Forbes-lijst van de rijkste mensen op aarde, Albert Frère, is grootaandeelhouder van Total. Tien jaar geleden vertelde hij aan De Morgen dat de investeringen van Total in Birma “de sociale en economische vooruitgang en naleving van mensenrechten helpen bevorderen”.

De bevolking van Birma heeft net zoals wel meer volkeren in het Zuiden de 'pech' dat ze wonen in een land met een rijke ondergrond (gas en mineralen). Birma ligt bovendien op een strategisch bijzonder belangrijke plaats. Het land ligt aan de straat van Malakka, één van de belangrijkste scheepvaartroutes in de wereld die de Indische en de Stille Oceaan met elkaar verbindt. De voornaamste Aziatische economieën als India, China, Japan, Zuid-Korea en Taiwan worden door die straat met elkaar verbonden.