Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

China's toverstaf

China's toverstaf

De dikgevallen sneeuw vormde Vlaanderen deze week om tot een wonder winterland. In Gent sieren ondergesneeuwde zonnepanelen de daken en het Woodrow Wilsonplein staat vol met welwillende schenkers voor Studio Brussels Music for Life actie. Ondertussen worden binnenshuis bij vele klimaatactivisten de wonden van een gefaalde Kopenhagen-top gelikt. Steeds meer stemmen gaan op die China als grote schuldige voor het falen van de top aanduiden. Hoewel enkele van de redeneringen achter deze bewering toch wel heel kort door de bocht zijn, werd deze visie door vele Vlamingen opgepikt.

De deelnemende naties kwamen in Kopenhagen niet tot een legaal bindend akkoord, er werden geen specifieke reducties in CO²-uitstoot door het akkoord opgelegd en er bestond op het einde van de conferentie nog steeds onduidelijkheid over het mechanisme dat de klimaatstrijd van de kwetsbaarste landen moet financieren. Deze drie onopgeloste probleemstellingen worden algemeen gezien als de reden van het falen van de klimaatconferentie. Een magere troost werd aangeboden in de vorm van een niet-bindend akkoord en het uiten van intentieverklaringen.

China zal volgens het niet-bindend akkoord tweejaarlijks haar doelstellingen openbaar maken. De eerste doelstellingen komen er voor 31 januari 2010. De voorlopige doelstellingen, die reeds voor de conferentie naar voor geschoven werden, wijzen op een reductie van 40 tot 45% van de CO2-uitstoot per BBP/capita tegen 2020 met 2005 als basisjaar. Zo wordt China’s per BBP/capita minstens driemaal lager dan de huidige Belgische uitstoot per BBP/capita en achtmaal lager dan de Amerikaanse. Dit betekent echter ook dat –aangezien China’s BBP per capita in deze periode verwacht wordt meer dan te verdubbelen– de reële uitstoot in China zelfs onder deze verminderde CO2-intensiteit tot 2020 nog met meer dan de helft zal toenemen.

De Chinese Premier Wen Jiabao benadrukte na afloop van de conferentie enkele Chinese doelstellingen: Alle landen dienen zich allereerst aan de reeds bestaande akkoorden te houden, deze zijn het UNFCCC (UN Framework Convention on Climate Change), het Kyoto Protocol (1997) en de Bali Roadmap (2007). Verder dient volgens Wen het common but different-principe gerespecteerd te worden. Hierin worden ontwikkelingslanden mee verantwoordelijk geacht in het terugschroeven van globale CO2-uitstoot, maar worden de verantwoordelijkheden verdeeld volgens het aandeel ‘grootvervuilers’ die in het land aanwezig zijn. Wen benadrukt ook de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van de doelstellingen zodat loze beloftes uitgesloten worden en wijst op de plicht van de internationale gemeenschap in het verzekeren van de efficiëntie van de financiële mechanismes die uit de consensus ontstaan.

De vraag rijst of de statistieken van CO2-uitstoot per land, al dan niet aangepast aan BBP of aantal inwoners, wel een adequate maatstaf voor de bijdrage van een land aan de strijd tegen klimaatverandering zijn. Om de vraag naar elektriciteit doorheen de economische groei bij te houden schat het Chinese Ministerie van Elektriciteit dat het energieaanbod elk decennium zal moeten verdubbelen. China’s mogelijkheden om dit doel te halen zonder de uitstoot te laten toenemen zijn omwille van de sociale en economische realiteit beperkt. Zonder toverstaf kan om enkele feiten niet heen gegaan worden:

Hoewel alle hernieuwbare energiebronnen een spectaculaire groei kennen, blijft China op lange termijn afhankelijk van steenkool. Het IEA voorspelt dat het Chinese verbruik van steenkool tot 2030 gemiddeld met 3,5% per jaar zal groeien. Dit stelt over dezelfde periode ruwweg een verdubbeling voor. Tegen 2030 zou zo’n 950 GW, d.w.z. tussen 50% en 60% van China’s totale energieverbruik van steenkoolcentrales afkomstig zijn. Zelfs op langere termijn zal steenkool nog steeds instaan voor de helft van het energieverbruik. De macht van de centrale Chinese regering onder Hu en Wen dient hier gerelativeerd te worden.

De Chinese steenkoolmijnen zijn de gevaarlijkste werkplaats ter wereld. In het benaderen van de steenkoolproblematiek dient echter een verschil gemaakt te worden tussen de grote staatsondernemingen en de lokale mijngroeven die door een cohorte van regionale ambtenaren en ondernemers beheerd worden. Het is vooral in deze laatste waar onveiligheid troef is en de meest gruwelijke mijnrampen zich jaarlijks afspelen. De Chinese centrale regering probeert ondertussen al jaren zonder succes de kleinste mijnen te sluiten en de veiligheid in middelgrote mijnen te verhogen. Ze stoot echter telkens tegen een begrip dat al jaren elke poging tot strenge regionale beleidsvoering lamlegt: de implementatieproblematiek.

Het controleren van de kleine en middelgrote steenkoolmijnen wordt in China nu net gecontroleerd door regeringen die er via belastingsinkomsten van afhankelijk zijn. Om deze reden, en om sociale opstanden van ontslagen mijnwerkers te voorkomen, wordt het illegaal heropstarten op grote schaal door de regionale regeringen gedoogd. Indien het geïnde belastinggeld eerst door de centrale regering verdeeld zou worden (zoals in de jaren ’80 en begin jaren ’90 gebeurde), missen de regionale regeringen incentives en loopt de inning volledig in het honderd. Hetzelfde gebrek aan controle heeft vanzelfsprekend een grote invloed op de klimaatproblematiek. Stuur gerust uw oplossingen naar Zhongnanhai.

De Chinese zonnecellenindustrie groeide de voorbije 15 jaar gemiddeld 25% per jaar. Toch betreft het aandeel van zonne-energie in de doelstellingen voor 2020 slechts 20 GW. Meer dan negen op de tien geproduceerde panelen worden immers niet voor de binnenlandse markt gebruikt, maar naar het westen geëxporteerd. Het produceren en exporteren van zonnecellen en –panelen is voor China’s producenten en de Westerse consument een wederzijds voordelige activiteit en dit dient zo gehouden te worden. Op de CO2-balans zal deze productie echter erg nadelig blijken voor China, terwijl ze de VS en Europa helpt aan de normen voor CO2-uitstoot te voldoen. Ook voor in China geproduceerde windturbines geldt in toenemende mate deze exportregel. Voor windturbines is het gebrek aan betrouwbare verbindingen tussen de windparken en de transmissienetwerken een bijkomende moeilijkheid voor binnenlands gebruik. Als Europa daadwerkelijk slaagt haar uitstoot tegen 2050 met 50% of 80% te verminderen, dan zal China daar ongetwijfeld een stevige hand in hebben, of had je het anders voorgesteld in deze wereld?

Om de CO2-emissies toch terug te schroeven rest China dus nog één pad: het nucleaire. De nucleaire energieproductie zal volgens het Middellange en Lange Termijn Nucleaire Ontwikkelingsplan (2005-2020) verviervoudigen tot 40GW in 2020. In 2050 zou deze reeds tot 150GW moeten reiken. China is zich reeds sinds de jaren ’70 bewust van de nood aan een nucleaire toekomst en geldt vandaag dan ook als één van de wereldleiders in nucleair onderzoek en ontwikkeling. De grens van China’s nucleaire groei wordt bepaald door wat bereikt kan worden onder gegarandeerde veiligheidsvoorwaarden. Al het vorige in acht genomen is dit op korte en middellange termijn tevens de belangrijkste fysische grens aan hoe snel en efficiënt China op grote schaal haar CO2-emissies kan terugschroeven. Als elke zich van de realiteit bewuste onderhandelaar denkt in deze reële termen, waarom zou Jan met de krant nog blijven geloven in de deugd van de toverstaf?

------------------

Als sinoloog die nu een verdere opleiding economie aangevat heeft en zijn thesis over hernieuwbare energie in China schrijft, is het vaak pijnlijk te merken met welk gebrek aan kennis en overvloed aan zekerheid journalisten in Belgische kwaliteitskranten als De Morgen of De Standaard over China schrijven. Vandaar dit artikel.