Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Ligt de toekomst van links enkel in Vlaanderen?

Ligt de toekomst van links enkel in Vlaanderen?

Met het startpunt van de analyse in het vijfde Gravensteen manifest (DS 22/02/2010) is de Vooruitgroep het alvast volmondig eens. Partijpolitiek links, hier onterecht vereenzelvigd met links in zijn geheel, stelt amper nog structurele hervormingen voor en is ver meegegaan in de neoliberale politiek van privatiseren, dereguleren en liberaliseren. Het gebrek aan structurele maatschappijkritiek maakt politiek links niet tot een alternatief op het gangbare beleid. Dat geldt voor links in Vlaanderen, maar evenzeer voor links in heel Europa.

Voorbij dit punt lopen ons beider analyses echter uiteen. Het Gravensteen manifest zit al te zeer geklemd in een beleidsgericht analysekader, alsof de staat het enige terrein van de politiek is. Dat er goed en slecht beleid is zal de Vooruitgroep niet ontkennen. Dat het Waalse economisch beleid te lang getalmd heeft om in te zetten op toekomstgerichte sectoren en het cliëntelisme in de steden op de oude industriële as nog steeds niet uitgeroeid is evenmin. Wel is het belangrijk te onderkennen dat een regionaal beleid dikwijls niet bijster veel vermag tegen structurele tendensen die samenhangen met de globalisering van de wereldeconomie. De Vlaamse ‘goed bestuur’ mantra doet anders vermoeden. Regionale ongelijke ontwikkeling is een constante binnen het kapitalisme. Geloven dat fiscale responsabilisering en het ondergeschikt maken van de sociale doelstellingen van het sociale zekerheids- en arbeidsmarktbeleid aan economische imperatieven (zoals het Gravensteen manifest lijkt te suggereren daar waar ze het heeft over de hefbomen) sociale en linkse oplossingen bieden om regionale onderontwikkeling tegen te gaan is naïef. Het schakelt bovendien op neoliberale wijze de markt in om regio’s te disciplineren. Is economische aanpassing en ‘politieke’ verantwoording afleggen aan de op financiële winst gerichte dictaten van de markt dan zo’n toonbeeld van democratie?

Maar welke structurele hervormingen moet links dan wel voorstaan? De suggestie van het Gravensteen manifest dat links daar niet meer over nadenkt en mobiliseert gaat enkel op voor de linkse beleidspartijen, niet voor politieke links in zijn geheel (getuige daarvan de Dag van het Socialisme op 20 maart in Gent). In vele oude en nieuwe sociale bewegingen zijn er, onder meer onder impuls van de andersglobalistische beweging en met de steun van een beperkt aantal linkse politici, de voorbije tien jaar nieuwe eisen geformuleerd die de solidariteit in deze geglobaliseerde wereld moeten vrijwaren en versterken. Denken we maar aan de belasting op speculatieve kapitaalstromen (Tobintaks), de sluiting van belastingsparadijzen, de bescherming van globale publieke goederen zoals water en schone lucht, het ondergeschikt maken van het internationale handelsbeleid aan sociale en ecologische normen, een vermogensbelasting, een Sociaal Europa, enzovoort. Als men vanuit die eisen redeneert klinkt de stelling dat de Belgische federale staatsstructuur verantwoordelijk is voor de erosie en ondermijning van de solidariteit een tikkeltje bizar. Het is niet op het Belgische niveau dat die eisen fundamenteel geblokkeerd worden. En ja, het mag ook hier gezegd worden, bij de Franstalige linkse partijen krijgen ze meer steun dan in de Vlaamse linkse partijen.

Ironisch genoeg zit net de analyse van de Gravensteengroep over het falen van links geklemd in een Belgisch communautair kader, alsof het een puur Belgisch fenomeen is. Als de solidariteit vandaag onder druk staat heeft dit minder te maken met de Belgische staatstructuur, die zeker voor verbetering vatbaar is, maar alles met de neoliberale globalisering. Willen we vandaag onze solidariteitsmechanismen behouden en internationaliseren, dan zullen we de bevolking moeten mobiliseren om de financiële markten te reguleren en in te krimpen, zodat kapitaalstromen opnieuw de productieve economie en toekomstgerichte innovatie ten goede komen. Dan zullen we werken en inkomen uit arbeid moeten herwaarderen en overal ter wereld degelijke lonen en arbeidsvoorwaarden afdwingen. Dan zal economische ontwikkeling gericht moeten zijn op sociale noden en niet op groei om de groei en het verhogen van aandeelhouderswaarde.

De Belgische staat is niet de uitverkoren institutionele drager voor deze sociale strijd, omdat die een globaal karakter heeft en niet binnen één land of regio gedacht kan worden. Ons nu vragen om de bestaande sociale zekerheid, die gebaseerd is op structurele interpersoonlijke herverdeling tussen rijk en arm (niet liefdadigheid), op te geven vooraleer er een Europese welvaartstaat is, is links politiek verzwakken. Voor politiek voorwaardelijke steun tussen de Belgische regio’s bedanken wij. Ook de uitbouw van een Vlaamse staat kan de sociale eisen niet veilig stellen. Regionalisering in het huidige neoliberale Europa maakt regio’s immers al te gemakkelijk een speelbal in de geografische concurrentie. Er is dus vooral werk aan de winkel op het supranationale niveau. Op dat niveau zitten zij die onze economie aan de rand van de afgrond brachten en een steeds groter deel van de welvaart naar zich toe haalden. Vlaamse progressieven zijn bondgenoten in deze meerschalige strijd, maar dan moet de nationalistische agenda ondergeschikt gemaakt worden aan de sociale agenda.

De Vooruitgroep: Stijn Oosterlynck (K.U.Leuven), Pascal Debruyne (UGent), Karim Zahidi (UA), Erik Swyngedouw (Manchester University), Marlies Casier (UGent), Eric Corijn (VUB), Johan Van Hoorde, Herman De Ley (UGent), Dirk Tuypens (acteur), Dirk Jacobs (ULB), Pascal De Decker (Sint-Lucas), Eric Balliu (architect), Monika Triest (schrijfster), Sami Zemni (UGent), Francine Mestrum (ULB), Ida Dequeecker, Jan Teurlings (Universiteit van Amsterdam), Aleidis Devillé (Hogeschool Kempen)