Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Leven en slapen op straat

Leven en slapen op straat

SINT-GILLIS, BRUSSEL -- Vijf parochies, 44.000 inwoners. Er is nog één weekendmis voor Nederlandstaligen, maar er is veel pastoraal en multicultureel werk. Terwijl E.H. Marcel Cloet (63), priester van het bisdom Brugge en voorzitter van Welzijnszorg, voorgaat in de eucharistieviering, ziet hij door de glazen buitendeur enkele daklozen op de trappen. Soms slaapt iemand zijn roes uit, of vraagt om geld. “Er is niets zo vernederend als bedelen,” zegt Louis, “mensen bekijken je als stront.” Louis (62) verloor vijf jaar geleden zijn ouders, kon het financieel niet meer aan en kwam op straat terecht. “ Je suis dans la rue, et ça ne va plus. ” Louis is naast Francis, James en anderen, een dakloze over wie Marcel Cloet zich ontfermt. Samen armoede uitsluiten: een reportage uit de onderbuik van de grootstad.

MarcelCloetindymedia.jpg

"Daklozen leven in de onderbuik van de stad. Uitgesloten en beschimpt. Ik wil ze ontmoeten, graag zien, hun zelfwaardegevoel proberen teruggeven."

Leven en slapen op straat
Oud-Pittemnaar Marcel Cloet werd na zijn studies in Leuven en Rome ACW-proost (Ieper), proost van KAJ-nationaal, pastoor in De Panne, proost van KWB-nationaal en proost van de WBCA (internationale KWB-KAV). 60 geworden, vroeg hij zijn bisschop (van Brugge) om in het multiculturele Brussel te mogen werken, tussen de allerarmsten. Marcel werkt nu halftijds in dienst van het vicariaat - vorming en begeleiding - "zo kan ik iets van wat ik heb geleerd, doorgeven”, en werkt halftijds in St. Gilles, de tweede armste gemeente van het land, "waar ik alles te leren heb."

Paria's van de samenleving
“Als de kerk niet dient, dient ze tot niets”, zegt Marcel Cloet de ontslagen bisschop van Evreux Mgr. Gaillot na. “De christelijke arbeidersbeweging, Broederlijk Delen en Welzijnszorg hebben me in Brussel gehouden. De grootstad, die multiculturele, multisociale en interreligieuze werkelijkheid, vormt een enorme uitdaging, ook voor onze kerk. In St-Gilles zijn nog 5% Vlamingen. Brusselaars en aangespoelden. Jongeren (afgestudeerden die eens ze kinderen hebben, vaak weer weggaan) en veel (hoog)bejaarden.

Maar St.-Gillis (vlakbij de Zuid) is vooral een smeltkroes van (113) nationaliteiten. Spiegel van de migratie in de voorbije eeuw in ons land, met eerst Spanjaarden, Italianen, Grieken, Portugezen; later ('64) Marokkanen en Turken; nog later ('74, migratiestop) Polen, Portugezen, Afrikanen, Centraal Europeanen, Latino's uit Brazilië, Ecuador, enz. Hier leven veel illegalen, die vechten om te overle-ven. De paria's van onze maatschappij. Ze mogen niet (zwart) werken, maar moeten wel, tegen een aalmoes. Uitbuiting troef.
Ik werk elke vrijdag als vrijwilliger in het onthaal van het sociaal centrum van de parochie. Ik ontmoet er de daklozen. Ze drinken koffie, eten er de boterhammen die ze kregen bij de zusterkes. Ik lees er mijn krant, praat er met mensen. Een Algerijnse jongen van 25 die hier met zijn zieke moeder woont, vertelde me wenend hoe hij 9 uur per dag moest werken, 7 dagen op 7, nauwelijks werd betaald en nu terug ontslagen is. 50-60% van de jonge allochtonen in Brussel is werkloos. In Molenbeek zitten de theehuizen en café's er vol van. Dat is een tijdbom. Tel het aantal kinderen met ouders zonder werk: in België 13%, in Brussel 40%.”

Sint-Gillis in Brussel. 44.000 inwoners. 2de armste gemeente. De helft werkloos. Multicultureel. Smeltkroes van nationaliteiten.

Verslaafd aan drank en straat
We stappen door St-Gillis, ontmoeten enkele daklozen. Een hand, een babbel. Louis is 62 jaar. Toen zijn ouders stierven, kon hij het niet meer aan. Hij kon de huur niet betalen, begon te drinken. Hij is nu vier jaar dakloos. Hij ziet er van af. ‘ Je suis dans la rue, en ça ne va plus ' murmelt hij. ‘Bedelen is ongelooflijk hard, ze bekijken je als stront.' Marcel Cloet: "Daklozen zijn uitgesloten. Hun leven: één puinhoop. Verslaafd aan de drank en de straat. Ik kom ze tegen in mijn kerk, in het sociaal centrum en op straat. De kloof tussen je eigen leven - je middenklasse-leven - en hun leven - de onderbuik van de samenleving – is enorm." Louis heeft op twee dagen tijd zijn Mini-mex de rue (leefloon voor dakloze, 250 euro per maand) er bijna door gejaagd (gedronken). “Ik heb er echt mee in gezeten,” zegt Marcel. James vraagt geld aan monsieur le curé. Marcel weet dat dit niet helpt: “Ik heb je één keer geld gegeven,"zegt hij, "dat moet volstaan. Ik ben hier om je te ontmoeten, je moet dat begrijpen.” James knikt. Pastoor Marcel: “Louis, Francis, James voelen zich continu mislukt. Alle zelfwaardegevoel is weg. Ik probeer hen graag te zien, ze te aanvaarden zoals ze zijn. Ik wil ze niet bepreken. Intussen leer ik hen en hun leefwereld kennen. Hun agressie ook. Let wel: de onderlinge solidariteit is groot. Als iemand zijn gezicht open ligt, is hij gevallen , hij was niet zat.”

Ze graag zien en groep vormen
Marcel Cloet is voorzitter van Welzijnszorg. Thema: 'Samen armoede uitsluiten'. Marcel diept enkele krantenknipsels op. 'Eén vijfde leeft onder de armoedegrens in Brussel. Vier op de 10 ketjes (Brusselaars) groeien op in uitkeringsgezin. Voedselbanken halen triest record. Tekort aan sociale woningen alarmerend. Brusselse armoede is tijdbom.' Welzijnszorg zegt tegen de politici: ‘Kom en zie, en doe er iets aan.'

Welzijnszorg vroeg 10% meer leefloon, kreeg er 4. Welzijnszorg vraagt een betaalbare en betere huisvesting, meer werk, energie. Marcel Cloet is blij dat het ACW en Welzijnszorg partners zijn ("zo kan je meer gewicht in de schaal leggen") en wijst op het grote belang van Welzijnsschakels (waarbij vrijwilligers armen gaan bezoeken en samenbrengen). “Voor mensen als Louis is dat de enige redding: een groep waar hij terecht kan, waar hij mag zijn wie hij is, die hem zijn waarde teruggeeft. Want Louis is ziek, sociaal ziek, misschien wel ongeneeslijk ziek. Maar iemand die zo ziek is, heeft evengoed recht op vriendschap, nabijheid, warmte. In St.-Gillis zijn heel veel goed uitgebouwde diensten.

Op het OCMW werken zo'n 60 maatschappelijk werkers: 30 voor de uitbetaling van leefloon, 30 voor het preventieve (arbeid, gezond-heid, huisvesting, energie, schuldenbeheer). In Brussel zijn veel grote projecten aan de gang, bv. qua tewerkstelling, en dat is zeer goed, en er zijn veel (onthaal)diensten, goedkope maaltijden, douches. Maar mensen hebben een sociaal weefsel nodig en in de stad heb je dat niet. We zoeken nu vanuit de Nederlandstalige christelijke geloofsgemeenschap vrijwilligers om dat sociaal weefsel een beetje te herstellen. Kerk maken is geloof en leven verbinden. Handelen naar de Apostelen: ‘Kijk hoe ze elkaar liefhebben.' Zoals andere (West-Vlaamse) priesters-missionaris-sen dat hier (al jaren) doen: Daniël Alliet (Begijnhofkerk, huis van de vrede), Walter Corneilly (+), Johny De Mot (Adzon, kinderen in prostitutie), Jan Claes (Kuregem), Walbert Defoort (Marollen)..."

De arme Don Helder Camara
“Proberen als kerk in de stad te zijn, daar een groep uitbouwen, is zeer moeilijk, maar ik ben dat gewend. Alles begint bij een beetje contact. Ik telefoneerde, was verkeerd verbonden, hoorde iemand 'die zotcontent was een menselijke stem te horen'. Er zijn de sociaal gemarginaliseerden. De migranten, bv. jonge moeders met kinderen die Nederlands spreken maar die nergens thuis zijn. Zij moeten hun leven in handen nemen. Dat is prioritair. Als kerk mogen we niet terugplooien op onszelf, maar moeten we naar de armen. Ik voel me daar kiplekker bij, dank zij mijn geschiedenis. Ik ben gaan werken in de mijn om de arbeidersrealiteit te leren kennen, heb me al vroeg in dienst kunnen stellen van de Christelijke arbeidersbeweging en van Wereldsolidariteit.”

Aan de muur van Marcels' herenhuis in Molenbeek foto's van over de hele wereld. Van Oscar Romero (El Salvador). En van de rode Braziliaanse bisschop Don Helder Camara die hij in '83 ontmoette in zijn armtierige woning vlakbij de kerk van Sao Paulo. ‘ Als ik eten geef aan de armen, noemen ze me een heilige. Als ik vraag waarom ze geen eten hebben, noemen ze me een communist.' "De oorzaak zien en daar iets aan doen, daar gaat het om. De kloof tussen arm en rijk...

Neem Chili: economisch zeer goed, maar de armoede neemt enorm toe. Ik zag de tegenstelling tussen het engagement van (kleine) groepjes arme mensen in het Zuiden (denk bv. aan de microkredieten in Bangladesh) en de grote wereld waar het neo-liberale systeem miljoenen mensen nekt. In het arme Mali in Afrika (waar boeren moeten overleven dank zij enkele melkkoeien, dc) kregen we melk op tafel, made in Singapore ' (een stadsstaat waar geen koeien zijn, dc). Grof, ja. Ik weet niet hoe het moeten worden opgelost, maar er zullen altijd vreemdelingen blijven komen naar ons land. Ze zullen uitstappen in de Zuid en zullen de kerk van St.-Gillis zien. Kerk die elke mens een warm hart toedraagt, en wil dat die opstaat, en kansen krijgt.”

Dominique Coopman

TOCHTEN VAN HOOP

‘Tochten van Hoop' is een initiatief waarbij je als vereniging het ‘andere' Brussel, Antwerpen, Gent of Brugge kan bezoeken. De stad is toeristisch mooi, maar de stad heeft ook een onderkant. Wandelingen van ‘Tochten van Hoop' zijn een aanklacht tegen achteruitstelling, tegen vernietiging van waarden en van een gezond leefmilieu, maar tegelijk voor mensen en projecten die hoop uitstralen en structurele oplossingen nastreven: vorming van laaggeschoolden, werking voor kansarme jongeren, echtscheidingsverwerking, onthaal van asielzoekers, interculturele werking, vredesacties. Tochten van Hoop komt op plekken waar mensen hunkeren naar geluk, bemoediging en hoop. ‘Tochten van Hoop' heeft ook pas een boek uit. ‘Ik heb vandaag een mens gezien… en er was plaats voor twee.' Met 120 inspirerende bezinningsteksten en vele schitterende foto's over het samenleven in de grootstad. Een aanrader. Kostprijs 14 euro.
Meer info op www.tochtenvanhoop.be