Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Congo / Evenaarswoud niet geschikt voor industriële houtkap

Congo / Evenaarswoud niet geschikt voor industriële houtkap

Industriële houtkap hoort niet thuis in het Evenaarswoud in Congo. Dat hebben Congolese basisgroepen betoogd op de tweedaagse conferentie van 26 en 27 februari over het woud in Brussel. Ze krijgen de steun van grote ngo's zoals Greenpeace. Dat het woud Congo uit de ellende kan helpen halen, daarover is iedereen het eens. Alleen dreigt het korte termijn-gewin het te halen van de lange termijn-visie. Voor het Goudwoud wordt 2007 hoedanook een cruciaal jaar.

pygmy-&-loggging-truck-high.jpg

De lokale bevolking ziet niets van de opbrengsten van de houtkap
(Foto Filip Verbelen, Greenpeace)

Krijgt Congo de soevereiniteit om het immense Evenaarswoud goed te besturen? Dat zal zich moeten uitwijzen. Op dit moment staat de beslissingsvrijheid van het land serieus onder druk.

Géén industriële houtkap. Dat eisten de lokale gemeenschappen en hun organisaties aan het eind van de Conferentie van Brussel. De eerste tien jaar mag het huidige moratorium op het verlenen van houtkapconcessies volgens hen niet worden opgeheven.

Maar het lijkt de andere richting uit te gaan. Het moratorium, dat in 2002 is ingesteld en in oktober 2005 is bevestigd, zou al in 2008 kunnen aflopen! Om uit te leggen waarom, is een korte terugblik nodig.

In 2002 was Congo nog altijd in oorlog met door Rwanda en Oeganda gesteunde rebellen. Die bezetten nagenoeg de helft van het land (waaronder het gros van het woud). Desondanks maakte de regering in Kinshasa afspraken met de Wereldbank over de economische sectoren van de mijn- en de bosbouw. Volgens de Wereldbank moesten die sectoren heropgestart.

Voor de woudsector was dat een goede zaak. In dat jaar waren er nog 43 miljoen hectaren onder (vaak illegaal toegekende) concessie. Daarbij hoorden ook "speculatieve, slapende concessies". Maar nu keerden 25 miljoen hectaren terug uit de concessies naar het openbaar domein. Vandanaf begon ook de oppervlakte-tax progressief te stijgen; dit jaar betalen de concessiehouders 0,5$ per hectare.

En in 2002 werd het moratorium ingesteld. Eén van de voorwaarden om het op te heffen, is dat alle bestaande kapvergunningen worden gescreend en herzien. Het gaat over 156 "titels", voor in totaal 21 miljoen hectaren woud.

Die conversie is nu bijna achter de rug. Maar blijkbaar is er intussen op grote schaal gefraudeerd. Volgens de Franse onderzoeker Alain Karsenty zijn er ondanks het moratorium toch voor 3 miljoen hectaren (illegale) nieuwe concessies toegekend. En voor 15 miljoen hectaren is er een mistgordijn opgetrokken door de uitbatingstitels te ruilen.

Houtkap primeert

Alle mooie verklaringen over altternatieve uitbating ten spijt, lijkt de Conferentie van Brussel toch weer vooral de houtkap te willen promoten. België organiseerde de conferentie samen met de Wereldbank en de Franse en Britse regering. Ons land zegt technische steun toe aan onder meer het omzetten van de kapvergunningen, het traceerbaar maken van woudproducten en het opstarten van het FLEGT-programma van de Europese Unie in Congo. FLEGT streeft naar ordelijke en legale... houtkap!

Congolese basisgroepen geloven niet dat ook maar één bedrijf dat actief aan houtkap doet zijn vergunning zal verspelen. "Wat ze doen, is pure plundering", zegt Joseph Bobia Bonkaw (van de ngo-koepel Cenadep), "ze investeren het hoogst nodige, een zagerij, wat wegen, dat is alles". Maar voor de bedrijven in kwestie is dat wel een soort onderpand tegen het risico dat ze zouden moeten opkramen.

Greenpeace duidt de cijfers. Zelfs als maar de helft van de vergunningen wordt erkend, zal nog altijd zo'n 11 miljoen hectaren uitgebaat mogen worden. "Dat is dubbel zoveel als in Kameroen dat momenteel zes keer meer hout produceert dan Congo". Kort gezegd: de houtkap zou binnen dit en een jaar in Congo pas echt kunnen toeslaan.

De sector vraagt niet liever. "Laten we het moratorium beschouwen als een uitzonderlijke maatregel in een uitzonderlijke omstandigheid", aldus Hervé Bourguignon van de houtkap-federatie IFIA. "We gaan het woud toch niet onder een stolp steken? Onze bedrijven stellen er zo'n 100.000 mensen te werk en indirect zelfs makkelijk een miljoen. Onze sector presteert ook 5 tot 10% van het Bruto Binnenlands Product en dat kan naar 10 tot 50%"!

Pijnlijk dilemma

Kiest Congo voor authentieke, duurzame planning of voor het snelle geld dat de houtkapuit kan opleveren? De Congolese regering staat hier voor een bikkelhard dilemma.

Op de Conferentie van Brussel zei Congo dat het land vanwege het moratorium in feite 1,5 miljard dollar aan inkomsten verspeelt. Terwijl het land elke centiem broodnodig heeft.

Er zijn andere manieren om het woud uit te baten dan de bomen te rooien. Volgens de experts breng de niet-houtgebonden uitbating zelfs aanzienlijk meer op dan de houtkap. Zo is op de Brusselse conferentie het mechanisme van avoided deforestation aangekaart: ook actieve niet-ontbossing kan geld opleveren. Congo's Boscode (ingevoerd in 2002) voorziet zogenaamde conservatie-concessies. Het woud is ook een "koolstofput" die CO2 (kooldioxide) vasthoudt en omzet in zuurstof. Die functie zou met de recente (financiële) emissie-producten en -mechanismen voor Congo inkomsten kunnen genereren.

Maar: die alternatieven kunnen nù nog op grote schaal niet worden ingezet. De Congolese minister van Milieu, Didace Pembe Bokiaga, was daarover erg duidelijk in Brussel. "Ik ben teleurgesteld over deze conferentie", zei hij. "Ik had gehoopt dat ik concrete voorstellen zou horen. Maar men vertelt mij dat de koolstofput voor investeerders pas in 2010-2012 rendabel zal zijn. Ik mag het woud niet kappen. Akkoord. Maar wat dan"?

De nieuwe Congolese regering-Gizenga trad in februari aan met een programma met vijf absolute prioriteiten, de Vijf Chantiers. "De regering heeft nu geld nodig", aldus een sceptische Joseph Bobia Bonkaw van Cenadep. Hij vreest dat er daarom toch weer grootschalige houtkap toegelaten zal worden.

Wereldbank: belabberd palmares

De Wereldbank treedt op als spelverdeler voor de hervorming in de bosbouwsector in Congo. "En ze zit bijna helemaal op dezelfde koers als wij", zegt Philippe Cornelis, boscampaigner van Greenpeace, "alleen trekt de Wereldbank een totaal andere slotconclusie als wij".

Het valt inderdaad op hoe de Wereldbank haar discours doorspekt met nobele objectieven (Poverty Reduction!!) en redeneringen. Ze weet zich ook te verzekeren van de steun van nogal wat ontwikkelingsorganisaties op het terrein.

Toch is haar palmares allesbehalve schitterend. In buurland Kameroen, waar de staat ook quasi-bankroet was, kwam de Wereldbank begin de jaren '90 aanzetten met een structureel aanpassingsprogramma - om de staatsfinancies weer op orde te krijgen. De bosbouw moest daarvan een wezenlijk onderdeel uitmaken. In ruil zou de Wereldbank financiële hulp deblokkeren.

Die aanpak is nefast gebleken. Niet alleen heeft de bosbouw nauwelijks iets opgeleverd voor de fameuze armoedebestrijding. Bovendien zijn haast alle productieve bosgebieden vandaag toegewezen aan industriële houtkapbedrijven. "Bosbeheer in Kameroen komt neer op een gelegaliseerde vorm van bosvernietiging", aldus Greenpeace.

De link met Congo is direct. De boscode van Kameroen diende bij de Wereldbank als inspiratiebron voor de Congolese boscode uit 2002. En dezelfde mechanismen komen terug. Anders gezegd, als Congo meewerkt, komt er internationale financiële hulp.

Centen als lokmiddel

Ook grote Westerse landen proberen Congo met financiële beloften aan de haak te slaan. Frankrijk bij voorbeeld zei op de Conferentie in Brussel letterlijk dat Congo een schuldkwijtschelding kan verwachten als het van bosbeheer een prioriteit maakt. Christophe Besacier van de Franse ambassade in Gabon: "In Kameroen hebben we in juni 2006 voor 20 miljoen euro aan staatsschulden omgezet in steun aan het sectorprogramma voor het woud. Congo kan ook van dat mechanisme gebieten". Maar aan elke Franse centime hangt een Franse conditie. Besacier somde ze trouwens op.

Vraag is dan: voor welke belangen rijden de Wereldbank en de Franse (of andere) diplomatie? Zij worden constant belobbied door de grootindustrie van het hout maar ook van andere sectoren. En dat sijpelt door in hun beleid. Zo opent de Boscode in Congo expliciet de weg voor "biologische prospectie" of het speuren naar nuttige planten of dierlijke organismen. Die kunnen gebruikt en gecommercialiseerd worden in medicamenten of kosmetische producten. En, andermaal, Congo zou er aanzienlijke opbrengsten uit kunnen putten. Als het goede contracten met Big Farma zou kunnen bedingen, als het een stevige macht van jachtwachters en politiemensen kan inzetten om illegale praktijken te beteugelen, als ... het land weer op eigen benen staat.

Niet klaar

Maar daar knelt het schoentje. Congo is helemaal niet klaar voor grootschalige, industriële exploitatie van het Goudwoud, ook niet op juridisch of veiligheidsgebied. Het Goudwoud, de term is op zijn plaats, herbergt een schat aan biodiversiteit. In zijn totaliteit omvat het maar liefst 108 miljoen hectaren evenaarswoud - sommigen gewagen van 130 miljoen hectaren. Het hele Congolese grondgebied is even groot als de hele Europese Unie met 27 lidstaten. "Maar ik kan voor heel het land maar 50 ingenieurs inzetten", zegt directeur Malele van de Nationale Bosdirectie. En een aantal daarvan moet dringend met pensioen.

Congo is berucht om zijn corruptie. Hoe kan het anders? Het land is decennialang zodanig door de Mobutu-clan leeggezogen dat de hele bevolking op de duur niet anders meer kon dan afpersen en stelen. Ook de opbrengsten die de voorbije jaren via de oppervlakte-tax uit de houtkap kwamen, zijn spoorlos. Normaal gezien moest eeen deel ervan terugvloeien naar de provincies en de lokale gemeenschappen.

"De vis begint te rotten aan de kop", heeft de nieuwe eerste minister Gizenga onlangs verklaard. Gizenga is één van de weinige toppolitici zonder criminele staat van dienst. Hij maakt ook van de strijd tegen de corruptie een hoofdprioriteit. Maar, zeggen politieke analisten nu al, dat kan hem snel zijn kop kosten.