Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Interview] Anita Chan onderzoekt al 25 jaar arbeidsomstandigheden in China

[Interview] Anita Chan onderzoekt al 25 jaar arbeidsomstandigheden in China

BRUSSEL -- Eén op vier arbeiders in de globale wereldeconomie is een Chinees. Mocht de officiële aan de overheid gelieerde vakbond van China plots toch lid willen en mogen worden van de wereldvakbond IVV, dan zou die haar ledenaantal van de éne op de andere dag zien verdubbelen. Om maar te zeggen: China is big in alle opzichten. En toch weten we er zo weinig over. Professor Anita Chan is verbonden aan de Australische universiteit en doet al 25 jaar onderzoek naar de arbeidsomstandigheden in China.

chanpanita.jpg

In de media lezen we vaak horrorverhalen over de arbeidsomstandigheden in China.

Anita Chan: “Op dat vlak denk ik dat je voor één keer de verhalen in de Westerse pers mag geloven. Door de snelle economische ontwikkeling werden veel staatsbedrijven geherstructureerd en kwamen veel arbeiders op straat te staan. Er zijn ontzettend veel migrantenarbeiders die producten maken voor de rijke landen. Zij werken in zeer slechte omstandigheden. Je kent de verhalen want daar is al veel inkt over gevloeid.”

Zijn de arbeidsomstandigheden slechter dan twintig jaar geleden?

“Ik zou daar ja op durven antwoorden. In de eerste plaats natuurlijk omdat dergelijke arbeid gewoon niet bestond voor de komst van buitenlands kapitaal.”

Betekent dat dan dat de gewone arbeiders niet profiteren van de enorme economische groei?

“Nee, dat zou ik zeker niet zeggen. Ik ben oud genoeg om ook de periode onder Mao te hebben bestudeerd. Ik kan dus vergelijken. Je moet toegeven dat de algemene levensstandaard omhoog gaat voor iedereen. Voor alle Chinezen. In de tijd van Mao had niet elke Chinees genoeg te eten. Het leven was best wel hard in die tijd. Toen ik eind jaren zeventig in Noord-China rondreisde, zag ik dat er alleen maar Chinese kool op het menu stond. De Chinezen aten nauwelijks een halve kilo vlees per maand.”

“Als je nu naar China gaat, merk je dat de mensen van alles kunnen eten. Ze moeten zich niet beperken tot kool. Dat komt ook doordat het transportsysteem hard verbeterd is. Vroeger geraakte fruit uit het zuiden nooit tot in het noorden. Veel Chinezen die niet in het zuiden wonen, hadden tot diep in de jaren tachtig nog nooit een banaan geproefd. Op dat vlak is er dus een enorme vooruitgang. En dat op nauwelijks dertig jaar tijd.”

Maar er is toch ook een groot verschil tussen de verschillende regio's?

“Dat klopt. In het noordwesten van China is er nog veel stuitende armoede. Maar zelfs dat aantal van zeer arme mensen vermindert. Er komen steeds meer armoedebestrijdingsprogramma's om ook die mensen mee te trekken.”

Door de economische hervormingen verloren de werknemers wel hun sociale zekerheid.

“Dat klopt niet. Vroeger bood het staatsbedrijf waar ze werkten zekerheid. Nu neemt de overheid die taak op zich. Er zijn nu al systemen van sociale zekerheid op het niveau van de steden gerund door de overheid en niet door de bedrijven zelf. Door de snelle overgang tussen die twee systemen van bescherming zijn er wel mensen die tussen de mazen van het net vallen. Maar in de steden is er een armoedegrens. Van zodra je daar onderzakt, heb je recht op sociale zekerheid. Zelfs de arbeiders in het noordoosten van China waar zich heel veel staatsbedrijven bevonden, kwamen niet met lege handen op straat te staan. Gezondheidszorg wordt wel een probleem. Er wordt geprivatiseerd en de overheid wist daar nog geen goed antwoord op te verzinnen.”

Het aantal sociale conflicten neemt toe. Hebt u zicht op het aantal?

“Er circuleren verschillenden cijfers. Het zullen er verschillende tienduizenden zijn. Maar het gaat niet alleen om conflicten in bedrijven. Veel conflicten gaan over land. Dorpen worden opgeslokt door steden. Boeren verliezen hun land.”

Kunt u iets vertellen over de arbeidersconflicten?

“De grootste tot nu toe was in 2002 in het noordoosten van China. Het ging over massale ontslagen in de zware industrie. Net als in de rest van de wereld zijn arbeiders in de zware industrie nogal strijdvaardig. Het ging ook om grote bedrijven die een sterke syndicale traditie. Die problemen kennen jullie toch ook? Oude staalbedrijven die gesloten worden en waar lang en hevig actie wordt gevoerd?”

Hoe verloopt die strijd dan? Staken mag niet.

“De werknemers komen op straat. Maar daarnaast hebben ze nog andere middelen om zich te verzetten. In overheidsbedrijven zijn er niet enkel vakbonden, maar zijn er ook vertegenwoordigersraden van werknemers. Je kan het een klein beetje vergelijken met het systeem van medebeheer in Duitsland. Die raden hebben best wel veel macht in de overheidsbedrijven. Het management moet elke verandering voorleggen aan de raad. De raad verdeelt ook de huizen en kan zelfs voorstellen om managers te ontslaan. Aanvankelijk verklaarde de raad zich akkoord. Maar de arbeiders vonden de ontslagregeling veel te mager en gebruikten de raad om te vechten voor een betere regeling.”

Zijn alle staatsbedrijven ondertussen ontmanteld en verkocht aan buitenlands kapitaal?

“Heel zeker niet. Buitenlands kapitaal heeft maar een fractie van de Chinese economie in handen. De vitale sectoren blijven in handen van de overheid. Veel heel grote privébedrijven hebben 100 % Chinese eigenaars.”

Zijn de arbeidsomstandigheden het slechts in de buitenlandse bedrijven als Walmart?

“Walmart heeft amper enkele tientallen winkels in China. Dat stelt niets voor. Walmart koopt wel enorme hoeveelheden van andere bedrijven in China. Dat kunnen Chinese bedrijven zijn, maar vaak ook bedrijven in handen van Aziaten. Veel multinationals die actief zijn in China moeten joint ventures aangaan met overheidsbedrijven. In die joint ventures vallen de arbeidsomstandigheden mee. Zij hebben nog die traditie van staatsbedrijven met goed georganiseerde vakbonden.”

“Waar het echt slecht gaat, is in de bedrijven die leveren aan multinationals. Zij maken dingen als schoenen en kleren. Ze zijn geen eigendom van multinationals, maar ze zijn er wel volledig afhankelijk van.”

Waarom is het zo erg in die bedrijven?

“Ten eerste al omdat die bedrijven pas recent zijn ontstaan. Voor 1985 kwam geen enkele buitenlander Chinese producten kopen. Deze bedrijven zijn meteen sinds hun ontstaan opgenomen in het geglobaliseerde productiesysteem. De arbeiders die er werken zijn niet de arbeiders die eerder ontslagen werden in staatsbedrijven, maar migranten die het platteland ontvluchtten. Kennen jullie dat fenomeen ook niet in België? Kleine toeleveringsbedrijven waar veel migranten werken en waar de uitbuiting groter is dan in grote bedrijven? Die kleine bedrijven kunnen betalen wat ze willen want voor die migrantenarbeiders is elke cent die ze verdienen meer dan niets. Ik schat dat 90 % van die bedrijven de wetten met de voeten treedt.”

Zal de nieuwe arbeiderswet iets veranderen voor die arbeiders?

“Ik ben daar niet zo optimistisch over. Als ze nu al bijna allemaal de wet overtreden, waarom zouden ze dat met de nieuwe wet plots niet meer doen? Misschien als het de overheid echt menens is...”

Ziet u daarvan signalen?

“Ik vrees dat de overheid voorlopig niet eens de capaciteit heeft om die wantoestanden aan te pakken. Weet je wel hoe enorm die veranderingen zijn? De zuidelijke Guangdong-provincie alleen al trok de voorbije jaren 30 miljoen migranten aan. Het gaat om miljoenen nieuwe arbeiders en duizenden en duizenden fabrieken. Ze komen op als paddestoelen en verdwijnen weer even snel om plaats te maken voor nieuwe constructies. Je moet het zien om het te begrijpen want je staat er echt versteld van. Het zal veel tijd kosten om daar greep op te krijgen. Zelfs de best georganiseerde vakbonden uit Europa zouden met de handen in de haren zitten als ze voor zo'n uitdaging zouden staan. Hoe begin je daar aan? Hoe kan je die miljoenen verspreide arbeiders organiseren? Het is onvoorstelbaar.”

Probeert de vakbond daar nu al iets te doen?

“Zij zullen alleen iets doen als ze daartoe aangespoord worden door de werknemers. Er zijn nu al conflicten maar het is zeer lokaal. Enkele arbeiders die één band in een bedrijf stilleggen. Het is niet georganiseerd zoals in die lange strijd in het noordoosten waar ik het daarnet over had. We weten er ook zeer weinig over. Als academicus kan je dat niet bestuderen. Soms besteedt de Chinese pers er aandacht aan. De Chinese media zijn zeer pro-arbeider.”

In Wal-mart heeft de Chinese vakbond toch een opmerkelijk succes geboekt?

“In de winkels van Wal-mart, niet in de toeleveringsbedrijven. Maar het blijft een stunt. Wal-mart is één van de grootste bedrijven ter wereld. Zelfs in moederland de VS komen de Amerikaanse bonden niet binnen bij Wal-mart. Opmerkelijk is ook dat het niet op de gebruikelijke wijze gebeurde. Normaal wordt een vakbond van bovenaf opgericht. De ACFTU (de Chinese vakbond, nvdr) stapt naar het management en stelt voor een vakbond op te richten. Bij Wal-mart gingen ze heimelijk te werk. Het begon in één winkel met één geïnteresseerde werknemer. Die vergaderde buiten het werk met enkele collega's. De ACFTU bood hen een lokaaltje aan. En in het holst van de nacht werd de vakbond met een ceremonie opgericht. Dat is niet onbelangrijk omdat het de eerste keer is dat de Chinese vakbond zo te werk gaat. De ACFTU maakt zich nu sterk dat er vakbonden komen in 60 % van de bedrijven. Dat tempert dan weer mijn optimisme want om dat te bereiken zullen ze weer naar de vertrouwde top-down methodes moeten grijpen.”

Hoe moeten vakbonden uit de Europa en de VS omgaan met die situatie?

“De Westerse vakbonden hebben 200 jaar ervaring met agressief kapitaal en grote uitbuiting. Zij weten hoe ze zich in zo'n omstandigheden moeten opbouwen en gedragen. Misschien dat ze die kennis en ervaring kunnen doorgeven. Ik denk dat ook de officiële Chinese vakbond dan sneller zou evolueren naar een strijdvaardiger vakbond die echt aan de kant van de werknemers staat.”