Europese Unie wil en krijgt haar troepenmacht voor Congo
Europese Unie wil en krijgt haar troepenmacht voor Congo
Raf Custers04 april 2006 – 23:38
De EU brengt een troepenmacht voor Congo op de been. Ze heeft daarvoor zelf het initiatief genomen, al luidt het dat de EU door de Verenigde Naties om troepen voor Congo is gevraagd. De EU heeft een nieuwe strategie voor Afrika en de troepenmacht is daarvan een noodzakelijk verlengstuk. De EU deed er drie maanden over voor ze besliste, bovendien "vergat" ze Afrika te raadplegen. Maar de Europese troepenmacht komt er. Al de rest is bijzaak.

Belgische Special Forces voor een Belgisch Hercules-vliegtuig in Kalemie in de provincie Katanga, maart 2006 (foto Raf Custers)
Drie maanden heeft de Europese Unie nodig gehad om te beslissen dat ze opnieuw een troepenmacht naar Congo stuurt. De beslissing viel tijdens de Lentetop van 23-24 maart in Brussel. De eerste missie heette Operatie-Artemis, ze was van juni tot september 2003 in de woelige regio Ituri in Noord-Oost-Congo. Nu gaan zo'n 1200 manschappen uit (allicht) zeven EU-lidstaten zogenaamd de verkiezingen beveiligen. Het gaat om de eerste algemene verkiezingen in de Demokratische Republiek Congo sinds de onafhankelijkheid in 1960.
De EU-top zo transparant is de Unie heeft tot nu toe amper iets gelost over de chte bedoelingen en modaliteiten van deze nieuwe, buiten-Europese operatie. Aldo Ajello, de speciale EU-gezant voor het gebied van de Grote Meren, verklaarde vandaag (4 april) dat de Europese Unie met haar troepenmacht "vooral de negatieve krachten die het verkiezingsproces in Congo willen boycotten, wil afschrikken". Daarom wordt enkele weken voor de verkiezingen een voorhoede van zo'n 400 militairen ontplooid in de hoofdstad Kinshasa. "De allerbelangrijkste opdracht", meldt Belga, "is de bewaking van de luchthaven van Kinshasa". Een andere taak is het evacueren van verkiezingswaarnemers.
Het operationeel hoofdkwartier komt in Potsdam en staat onder Duitse leiding. Deze week vertrekken er al Belgische militairen naar Potsdam. Frankrijk neemt de operationele leiding op het terrein. Die moet op 8 mei actief worden. Het gros van de "afschrikkingsmacht" zal zich in een buurland van Congo klaar houden voor mogelijke actie. Ze zal overal in Congo tussenbeide kunnen komen, tenzij in Oost-Congo waar de VN-macht Monuc opereert.
Er komt mogelijk nog een derde component, een "strategische reserve" in Europa, maar daarvoor moet de EU-ministerraad nog het licht op groen zetten.
Frankrijk en Duitsland zouden elk zo'n 500 manschappen leveren. Ook Spanje, Portugal, Zweden (ook al in Artemis), Polen, Ierland en Oostenrijk doen mee. Groot-Brittanni helpt enkel met de planning. Het Belgisch leger stuurt medici, intelligence-specialisten en teams die met onbemande B-Hunter-spionage-vliegtuigen werken naar Kinshasa. Over de duur van de missie heeft de Duitse minister van Defensie Franz Josef Jung op 31 maart verklaard dat de EU-troepen in Congo zullen blijven "tot een nieuwe Congolese regering genstalleerd is". "De missie is klaar en beschikt over haar tijdschema", aldus Jung in een regionale Duitse krant.
Dat is alles wat de Europese Unie tot dusver geweten wil hebben.
Stabiliteit brengen
De Europese Unie als dusdanig zet maar al te graag deze troepenmacht op poten. Ze sluit naadloos aan bij de nieuwe Afrika-strategie van de EU. Over die strategie is eind 2005 beslist. Een eerste nota, getiteld "Naar een Euro-Afrikaans pakt", vertrekt op 12 oktober 2005 van bij de Europese Commissie. Zij stelt dat de Europees-Afrikaanse relaties moeten berusten op partnership en ownership (in het Frans: appropriation). "Het beleid en de strategie voor ontwikkeling kunnen niet van buitenaf worden opgelegd", aldus de nota. De EU ondersteunt wel de orintaties van de Afrikaanse Unie en NEPAD ("de Afrikaanse G5"), want beide blokken "delen dezelfde waarden", en met name de economische groei (8% per jaar gedurende 10 jaar!) als motor voor de vooruitgang en de integratie van Afrika in de wereldeconomie.
De EU is niet zinnens politiek afzijdig te blijven. Integendeel, ze wil wegen op het beleid in Afrika, want "de Europese Unie is niet enkel een verschaffer van ontwikkelingshulp maar ook een politieke en commercile partner". De EU zal haar invloed laten gelden via een permanente politieke dialoog, via de hefboom van de financiering en vooral via budgetsteun (die "het voornaamste hulpmechanisme moet worden").
Een basisvoorwaarde voor volgehouden groei, zegt de tekst nog, is politieke stabiliteit. Daarom is de Europese Unie nauw betrokken bij de militaire en veiligheidssector in Afrika.
Tijdens de top van 15-16 december keurt de Europese Raad in Brussel een aangepaste nota voor Afrika goed, ze stelt geen pakt maar een "strategisch partnership met Afrika" als doel voorop.
Guhenno's brief
Nog voor het jaareinde ziet de Europese Unie haar kans schoon om de daad bij het woord te voegen. Er zouden namelijk buitenlandse troepen tekort zijn voor de "beveiliging van de verkiezingen" in Congo.
Al van in september stuurt VN-secretaris-generaal Koffi Annan aan op een versterking van Monuc. Annan zou het effectief willen opvoeren van circa 17.000 tot zo'n 25.000 blauwhelmen. Maar de VN-Veiligheidsraad werkt niet mee. Resolutie 1635, goedgekeurd op 28 oktober, staat maar 300 extra-manschappen toe voor Katanga (en verlengt het Monuc-mandaat tot 30 september 2006).
In november circuleert nog het idee dat de Afrikaanse Unie troepen naar Noord-Kivu zou sturen om "hutu-milities" te ontwapenen. Maar op 27 december, zo luidt tot dusver de officile versie van dit stuk histoire du prsent, vragen de Verenigde Naties dan aan de Europese Unie of zij geen eigen vredesmacht voor Congo op de been wil brengen.
De brief van 27 december, dat staat intussen vast, is verstuurd door Jean-Marie Guhenno, de Franse diplomaat die bij de VN de functie vervult van onder-secretaris-generaal belast met vredeshandhavingsoperaties. Guhenno komt van de Franse Ecole Nationale d'Administration wiens gediplomeerden het Franse establishment bevolken; hij heeft carrire gemaakt in de militaire tak van de Franse diplomatie.
Maar in dit geval is Guhenno voor de Europese Unie vooruitgestuurd. Het initiatief om EU-troepen naar Congo te sturen komt niet van de VN maar via Guhenno van de Europese Unie zelf.
Dat valt nadien af te leiden uit tal van verklaringen. Het is bevestigd door Andr Flahaut, Belgisch minister van Defensie, en zijn entourage tijdens diens trip door Congo van 28 februari tot 4 maart. Flahaut is in opdracht van de Europese Unie in Congo om uit te zoeken wat de betrokken partijen (Monuc, de Congolese regering en het Congolese leger) van een Europese troepenmacht voor Congo vinden.
Op 24 maart laten de Belgische en Nederlandse ambassadeurs in Congo zich tijdens een expertenmeeting aan de Universiteit Antwerpen in dezelfde zin uit. Ellen Van der Laan, de Nederlandse ambassadrice, zegt dat de Europese Unie "een aanbod" (an offer) gedaan heeft voor een "afschrikkingsmacht" (a deterrent force). Johan Swinnen, de Belgische ambassadeur, zegt daarna letterlijk dat "het idee van Guhenno in een brief stond die juist voor het einde van het Britse voorzitterschap van de Europese Unie is verstuurd ". Hij voegt eraan toe dat een Euro-troepenmacht voor Congo voor de EU "mooi meegenomen" is.
De logica van de Europese Unie is minder moeilijk te achterhalen dan haar militaire geheimen. De EU heeft de laatste maanden voortdurend dik in de verf gezet hoeveel honderden miljoenen ze in de Transitie in Congo heeft genvesteerd. Ze wil die investering zien renderen. Ze tolereert in geen geval dat de aanloop naar en de organisatie van de verkiezingen wordt verstoord. Uit die verkiezingen moet een stabiel regime komen, en tot dat regime er is, blijft de Europese troepenmacht zogenaamde spoilers afschrikken.
De EU schrikt er niet voor terug haar macht te gebruiken, daarover moet men moet zich geen illusies maken. Ze toont het momenteel ten aanzien van Palestina en Wit-Rusland. Op 6 april nota bene legt de EU aan 31 personaliteiten uit Wit-Rusland een visa-ban op en bevriest hun buitenlandse banktegoeden, zulks omdat het regime in Wit-Rusland als dictatoriaal wordt bestempeld. Op diezelfde datum blokkeert de EU alle hulp aan de Palestijnse regering omdat die bestaat uit politici van Hamas, een beweging waarvan de EU onder meer eist dat ze de gewapende strijd tegen de Israëlische bezetting afzweert.
Dit is kille berekening en heeft, wat de EU ook beweert, bitter weinig met demokratie te maken. Iedereen die de Transitie in Congo gevolgd heeft, weet dat zich daar sinds 2002-2003 een hoogst cynische politieke kaste heeft genesteld die zich niets van de Congolese bevolking aantrekt. Daaruit zal dus de nieuwe elite verkozen worden waar de EU voor de volgende jaren op bouwt.
Op de achtergrond spelen economische motieven mee. Die zijn de voorbije maanden soms ook uitgesproken. De Duitse regering verdedigt de Duitse deelname aan de EU-Force tegenover het parlement door te wijzen op mogelijke kosten en baten voor Duitsland. Bondskanselier Angela Merkel zegt op 22 maart dat een nieuwe "burgeroorlog" in Congo de Afrikaanse migratie naar Europa kan herlanceren en dat "het probleem van de vluchtelingen groter kan zijn dan na de oorlog in Bosni". Minister Jung zegt dat "stabiliteit in deze regio die rijk is aan grondstoffen de Duitse industrie ten goede komt". Leden van de Duitse Bundestag, die positief staan tegenover de Europese troepenmacht, zeggen beducht te zijn voor het feit dat "rebellen de beryllium-aders in handen zouden krijgen", dat metaal wordt namelijk in atoomwapens gebruikt.
Domme arrogantie
In al haar ijver voor een nieuwe EU-interventiemacht ziet de Europese Unie n essentieel aspect over het hoofd. Ze vergeet Afrika en Congo over het Europese plan in te lichten en te raadplegen.
Minister Flahaut legt de schuld daarvoor bij Frankrijk. Op donderdag 2 maart spreekt hij in zaal Concordia in Bukavu een aantal prominenten van de Socit Civile toe en hekelt sommigen om hun action cavalieresque. Een bedekte aanval op de Franse arrogantie. Daags tevoren zegt de minister in Lubumbashi: "Als er geen vraag is van Congo, wordt dit een bezettingsmacht".
Ambassadeur Swinnen verklaart in Antwerpen dat Guhenno zijn brief naar het Britse voorzitterschap stuurt "zonder de zaak evenwel met de Demokratische Republiek Congo te bespreken".
De mooie verklaringen over het Afrikaanse ownership zijn dus amper op papier gezet, of de Europese Unie met Frankrijk voorop slaat ze al manifest in de wind.
Congo laat blijken dat het deze gang van zaken niet accepteert. De eerste die publiek protesteert, is de stafchef van het Congolese leger, generaal Kisempia, die begin februari verklaart dat de FARDC (de strijdkrachten) zelf de verkiezingen kunnen beveiligen (en Europese versterking dus niet nodig is).
De Congolese minister van Defensie Onusumba een ex-rebel die tijdens de oorlog de met Rwanda collabarerende RCD-beweging heeft geleid doet het nog eens flauwtjes over. Wanneer ik hem op 3 maart in Bukavu interview, zegt hij: "De VN (!) hebben hun fout erkend. Maar wie zijn wij dat we hulp zouden weigeren, dat kunnen we ons niet veroorloven".
Het Afrikaans protest maakt wel dat minister Flahaut door de EU naar Afrika wordt gestuurd om de temperatuur te meten. De opdracht is dat hij tijdens de Europese ministerraad van Defensie in Insbrck op 6 en 7 maart verslag uitbrengt van zijn bevindingen.
Op de heenweg naar Congo stopt minister Flahaut in Benin en Zuid-Afrika. In Benin geven Belgische militairen training aan het nationale leger, 750 Beninese militairen wordt trouwens vanaf midden maart als VN-Blauwhelmen van de Monuc in Congo (en meer bepaald in Katanga) ingezet.
In Zuid-Afrika staat Flahaut een grote verrassing te wachten. Op dinsdag 28 februari stelt de Zuid-Afrikaanse minister van Defensie Mosiuoa Lekota namelijk zijn veto tegen een Europese troepenmacht voor Congo. "Buitenlandse troepen", zegt Lekota, "zijn niet nodig in Congo. En als ze toch nodig mochten zijn, dan kan SADC ze wel sturen, waarvan Congo lid is". SADC is de landenorganisatie van Zuidelijk Afrika.
Tot verbazing van menigeen neemt Flahaut die toch de Europese gezant is - Lekota's suggestie over. De volgende dagen doet hij in Congo vier steden aan en hij verbergt niet dat hij ook in Insbrck begrip zal vragen voor de Zuid-Afrikaanse suggestie.
Op 4 maart interview ik de minister op de terugweg naar Belgi, tijdens een tussenstop in Cotonou. Daar verklaart hij: "Je kunt niets doen zonder de Afrikanen erin te betrekken. Het moet gebeuren mt Congo, de Afrikaanse Unie, de Europese Unie en de Monuc tesamen. Zo moeten er pistes bedacht worden. Dat was nog niet gebeurd. Ik stel voor dat Javier Solana en andere Europese leiders hier iedereen komen ontmoeten. De Europese Unie doet hier al veel maar moet dat komen bevestigen".
Is dat een impliciete kritiek op Frankrijk? vraag ik. Maar de minister antwoordt: "Nee, dit is geen kritiek. Het is zeer goed dat we onze voortdurende belangstelling onderstrepen. Maar hier is eerst de vlag geplant en dan pas bekeken wat we zouden doen. Ik wil gewoon de juiste volgorde. Het doel is hetzelfde, namelijk dat de Europese Unie hier aanwezig is en zichtbaar is n expliciet zijn belangstelling laat blijken".
Minister Flahaut zit dus op de Europese interventionistische lijn. Alleen: van alle ex-koloniale moederlanden voelt Belgi allicht het best de Congolese lichtgeraaktheid aan. En voorbeeld: toen Belgische genie-troepen in november 2005 in Kalemie aankwamen, om er Congolese militairen te trainen, botsten ze op groot wantrouwen bij de bevolking. Deze mensen stonden nos oncles niet juichend op te wachten; integendeel, heel snel verspreidde zich het gerucht dat "de Belgen teruggekomen zijn om ons te matrakeren". Het Belgisch leger moest er met een lokale radio en een krantje beginnen om uit te leggen wat het in Kalemie kwam doen. Volgens commandant Pierre Roelandts, de Info-Ops-verantwoordelijke van de Belgische eenheid in Kalemie, lag de achterdocht aan het feit dat Kalemie tijdens de oorlog (tot 2003) nagenoeg compleet van de buitenwereld afgesneden was geweest.
Ambassadeur Swinnen merkt tijdens de expertenmeeting van 24 maart het volgende op: "De Congolese media maken meer en meer het verwijt aan de internationale gemeenschap dat ze zich met Congo's zaken bemoeit. Dat is gevaarlijk. Het ebt nu wel wat weg, er is nu weer meer vertrouwen. Maar het blijft gevaarlijk als de internationale gemeenschap voortgaat met zaken op te leggen of als dat zo wordt gepercipieerd. Dan haalt onze actie niets uit".
De EU heeft zware druk gezet op de Congolese leiders. Dat erkent ook EU-gezant Aldo Ajello. "Ik geef toe dat ik meer dan eens twijfelde of dat wel verantwoord was", zegt hij op 4 april aan Belga.
Kennelijk probeert Belgi de Congolese gevoelens op het vlak van soevereiniteit te detecteren en aan de EU te signaleren. Maar, zoals minister Flahaut tijdens de top van Insbrck mag ondervinden, daarmee stuit het in eerste instantie op onbegrip. Nadien zal ook de Duitse bondskanselier Angela Merkel in Berlijn verklaren dat "een eventuele Europese militaire zending in Congo enkel maar met de goedkeuring van de Congolese authoriteiten kan plaatsvinden".
Deze episode illustreert dat de Europese Unie zich ten opzichte van Afrika van nature als een domme grootmacht gedraagt, maar dat ze wel tot een handiger aanpak in staat is.
Taktische blunder
Wil de EU ook haar 'partnership' met Afrika realiseren, dan zal ze even taktisch moeten leren optreden als Zuid-Afrika. Met zijn verzet tegen een Europese interventiemacht heeft Pretoria snel een tegenzet gedaan. Zuid-Afrika beschouwt Congo namelijk als zijn achtertuin. Van toppolitici van de Zuid-Afrikaanse regeringspartij ANC is de uitspraak opgetekend: the Congo is ours.
Dat manifesteert zich via een drukke economische diplomatie. Midden maart was president Mbeki nog maar eens in Congo aan het hoofd van een uitgebreide delegatie van volgens een Congolese krant acht ministers, twee vice-ministers en talrijke regeringsambtenaren. Zuid-Afrika behartigt niet alleen de belangen van zijn eigen bedrijven (zoals de electricien Eskom, de ptrolier PetroSA en de telefoonoperator Vodacom) maar ook die van vooral Angelsaksische multinationals. Vanwege zijn wetten, banken, transport en telecommunicatie dient Zuid-Afrika immers als hub voor multinationals die naar Zwart-Afrika willen expanderen.
Dit keer is de rivaliteit in Congo niet op de spits gedreven. Daarvoor heeft kennelijk de Amerikaanse ambassadeur William Swing zelf gezorgd. Swing staat in Kinshasa aan het hoofd van de VN-vredesmissie Monuc. Op 13 maart had hij in Zuid-Afrika een gesprek met president Mbeki. Na afloop kwam de verklaring dat Zuid-Afrika zijn verzet tegen een Europese troepenmacht opgaf en er integendeel mee wil samenwerken. If you can't beat them, join them. Minister Lekota, zo beweerden toen enkele kranten , had met zijn idee van een SADC-troepenmacht helemaal op eigen houtje gehandeld.
Nieuwslijnmeer

- Indymedia.be is niet meer
- Foto Actie holebi's - Mechelen, 27 februari
- Lawaaidemo aan De Refuge te Brugge
- Recht op Gezondheid voor Mensen in Armoede
- Carrefour: ‘Vechten voor onze job en geen dop!’
- Afscheid van Indymedia.be in de Vooruit in Gent en lancering nieuw medium: het wordt.. DeWereldMorgen.be
- Reeks kraakpanden in Ledeberg met groot machtsvertoon ontruimd
- Forum 2020 en de mobiliteitsknoop
- Vlaamse regering kan niet om voorstel Forum 2020 heen (fietsen)
- Fotoreportage Ster - Studenten tegen racisme