Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

ombudsman psychiatrie(Peter De Clercq) houdt voordracht in Oude Badhuis Antwerpen Noord

ombudsman psychiatrie(Peter De Clercq) houdt voordracht in Oude Badhuis Antwerpen Noord

Peter Declercq werkt sinds 2003 in enkele psychiatrische klinieken waaronder Bethaniën in Zoersel, en St Amadeus in Mortsel! Zijn functie is ombudsdienst meer hierover vind je op de website www.ombudsfunctieggz.be en ook op www.patientrights.be wat de ombudsman of vrouw doet leest U hier

US-OMBUDS-2.gif

Peter De clercq tijdens zijn voordracht in het Oude Badhuis in Antwerpen

De federale ombudsdienst ’Rechten van de patiënt’
Taken
De federale ombudsdienst ‘Rechten van de patiënt’ is bevoegd om een klacht van een patiënt in verband met de uitoefening van zijn rechten, toegekend door de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt, door te verwijzen naar de bevoegde lokale ombudsfunctie. Is er geen bevoegde lokale ombudsfunctie, dan behandelt de federale ombudsdienst de klacht zelf. Het gaat bijvoorbeeld over huisartsen, tandartsen, apothekers, zelfstandige verpleegkundigen, zelfstandige kinesitherapeuten, adviserende geneesheren, beroepsbeoefenaars in gevangenissen en sommige beroepsbeoefenaars in een rust- en verzorgingstehuis of rustoord.

De federale ombudsdienst ‘Rechten van de patiënt’ fungeert ook als toegangspoort voor de ontvangst van klachten over de wijze waarop de bemiddeling door de lokale ombudsfuncties heeft plaatsgevonden. De federale ombudsdienst is echter geen inhoudelijke beroepsinstantie voor klachten die werden behandeld door lokale ombudspersonen.

De federale ombudsdienst ‘Rechten van de patiënt’ is opgericht bij de Federale Commissie 'Rechten van de patiënt'. De federale ombudspersonen wonen de vergaderingen van de commissie bij en nemen deel aan zijn werkzaamheden. De werking van de federale ombudsdienst staat uitgebreid omschreven in het huishoudelijk reglement.

Samenstelling
De federale ombudsdienst 'Rechten van de patiënt' bestaat uit twee ombudspersonen, een Franstalige en een Nederlandstalige ombudsvrouw.

° De Franstalige ombudsvrouw is Marie-Noëlle VERHAEGEN:

Tél: (0032)(0)2/524 85 21

Fax: (0032)(0)2/524 85 38

E-mail: marienoëlle.verhaegen@health.fgov.be

Eurostation bloc 2

Victor Hortaplein 40, bte 10

B- 1060 Bruxelles

° De Nederlandstalige ombudsvrouw is Sylvie GRYSON:

Tel: (0032)(0)2/524 85 20

Fax: (0032)(0)2/524 85 38

E-mail: sylvie.gryson@health.fgov.be

Eurostation blok 2

Victor Hortaplein 40, bus 10

B- 1060 Brussel

Jaarverslag van de federale ombudsdienst 'Rechten van de patiënt'
De federale ombudsdienst dient elk jaar in de maand april een rapport op te stellen inzake hun werkzaamheden in het vorige jaar
de wettekst betreffende de patiëntenrechten vindt U hieronderALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt,
inzonderheid op artikel 16;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 januari 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 1 april 2003;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de
wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt op 26 september 2002 in
het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd;
Dat deze wet stelt dat bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en
Leefmilieu een Federale commissie " Rechten van de patiënt " wordt opgericht (artikel
16);
Dat deze Commissie enerzijds als taak heeft de patiëntenrechten op te volgen, te
evalueren, de Minister daaromtrent te adviseren en de specifieke ombudsfuncties die
zullen worden opgericht, te evalueren en eventuele klachten omtrent hun werking te
behandelen;
Dat deze Commissie in het bijzonder advies dient te verstrekken over een aantal
uitvoeringsbesluiten van de patiëntenrechtenwet (artikel 3 en artikel 17 waardoor
artikel 17novies in de ziekenhuiswet wordt ingevoegd);
Dat bij deze Commissie daarnaast een ombudsdienst wordt opgericht die tot op het
ogenblik dat specifieke ombudsfuncties zullen worden opgericht, patiëntenklachten zal
behandelen;
Dat opdat deze Commissie en deze ombudsdienst de hen toevertrouwde taken zouden
kunnen uitoefenen en opdat de patiëntenrechtenwet binnen de kortst mogelijke termijn
zou kunnen worden uitgevoerd, het noodzakelijk is dat bij koninklijk besluit nadere
regelen worden bepaald inzake de samenstelling en werking van de Commissie;
Dat het dan ook dringend geboden is dat overgegaan wordt tot het bepalen van deze
nadere regelen zodat de Commissie van bij het begin van het van kracht zijn van de
patiëntenrechten haar taken kan waarnemen;
Dat dit des te meer het geval is voor de ombudsdienst gelet op het feit dat er op heden
bij wet nog geen regels zijn vastgelegd omtrent specifieke ombudsfuncties waarbij
patiënten terecht kunnen met hun klachten omtrent schendingen van de
patiëntenrechten;
Gelet op het advies nr. 34.919/3 van de Raad van State, gegeven op 20 februari 2003,
met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad
van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en
2
Leefmilieu,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - De samenstelling.
Artikel 1. § 1. De Federale Commissie " Rechten van de Patiënt ", hierna " Commissie
" genoemd, bedoeld in artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de
rechten van de patiënt, hierna " patiëntenrechtenwet " genoemd, is samengesteld uit :
1° een voorzitter en een plaatsvervanger;
2° 4 werkende en 4 plaatsvervangende leden die de patiënten vertegenwoordigen;
3° 4 werkende en 4 plaatsvervangende leden die de beroepsbeoefenaars
vertegenwoordigen;
4° 4 werkende en 4 plaatsvervangende leden die de ziekenhuizen vertegenwoordigen;
5° 4 werkende en 4 plaatsvervangende leden die de verzekeringsinstellingen
vertegenwoordigen. Bedoelde leden moeten betrokken zijn bij de belangenverdediging
door de verzekeringsinstellingen verstrekt aan hun aangesloten leden.
§ 2. De Voorzitter, zijn plaatsvervanger en de leden van de Commissie worden door
Ons benoemd op voorstel van de Minister bevoegd voor de Volksgezondheid.
§ 3. De Commissie telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden, met dien
verstande dat de voorzitter en zijn plaatsvervanger verplicht tweetalig zijn. Bovendien
wordt de vertegenwoordiging van het Duitse taalgebied en van het taalgebied Brussel-
Hoofdstad, verzekerd.
Ten hoogste twee derden van de leden van de Commissie zijn van hetzelfde geslacht.
§ 4. De leden worden benoemd voor een duur van vier jaar en het mandaat is
maximaal tweemaal hernieuwbaar.
Bij overlijden of ontslag van een lid, of indien een lid niet langer aan de
benoemingsvoorwaarden voldoet tijdens de duurtijd van het mandaat, wordt in de
vervanging ervan voorzien.
Om de voortzetting van de werkzaamheden te verzekeren, zetten de leden, waarvan het
mandaat ten einde loopt, hun ambt verder tot zij aldus vervangen worden. Indien dit
niet mogelijk is, neemt de plaatsvervanger het mandaat waar totdat in de vervanging is
voorzien.
§ 5. De werkzaamheden van de Commissie kunnen, in de hoedanigheid van
waarnemer, worden bijgewoond door :
1° een ambtenaar van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en
Leefmilieu, aangeduid door de Minister bevoegd voor de Volksgezondheid;
2° een ambtenaar van de FOD Justitie aangeduid door de Minister die de Justitie onder
zijn bevoegdheid heeft;
3° een ambtenaar verbonden aan het secretariaat opgericht bij het Raadgevend Comité
voor Bio-ethiek;
4° een ambtenaar van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering;
5° een vertegenwoordiger van elke overheid bedoeld in de artikelen 128 en 130 van de
Grondwet en twee vertegenwoordigers van de in uitvoering van artikel 135 van de
Grondwet opgerichte Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest.
(§ 6. De hoedanigheid van voorzitter, plaatsvervangend voorzitter of lid van de
Commissie is onverenigbaar met uitoefening van de ombudsfunctie bedoeld in artikel 11
van de patiëntenrechtenwet.)
3
Art. 2. § 1. Bij de Commissie wordt een bureau opgericht dat is samengesteld uit de
voorzitter van de Commissie alsmede uit 4 leden waarvan elk van de in artikel 1, punt 2°
tot en met 5°, categorieën van leden er één onder zijn leden aanduidt.
§ 2. Bedoeld bureau neemt het dagelijks bestuur van de Commissie waar en regelt haar
werkzaamheden.
Het treft onder meer al de maatregelen die nodig zijn om de werkzaamheden van de
Commissie voor te bereiden.
HOOFDSTUK II. - De werking.
Art. 3. Bij het uitvoeren van haar opdracht kan de Commissie een beroep doen op
deskundigen evenals werkgroepen oprichten voor een welomschreven opdracht.
Art. 4. De Commissie richt jaarlijks een verslag over haar activiteiten zoals bedoeld in
artikel 16, § 2, van de patiëntenrechtenwet aan de Minister bevoegd voor de
Volksgezondheid.
Art. 5. De Commissie legt in haar intern reglement nadere werkingsmodaliteiten vast,
onder meer met betrekking tot het openbaar karakter van de zittingen en legt dit
reglement ter goedkeuring voor aan de Minister bevoegd voor de Volksgezondheid.
Art. 6. De Voorzitter en de leden van de Commissie hebben recht op :
1° presentiegelden waarvan het bedrag door Ons wordt bepaald;
2° vergoedingen voor reiskosten overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari
1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten;
3° vergoedingen voor verblijfskosten overeenkomstig het koninklijk besluit van 24
december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfskosten toegekend
aan de leden van het personeel der Ministeries.
De Voorzitter en de leden van de Commissie worden voor de vergoedingen bedoeld in
2° en 3° gelijkgesteld met ambtenaren die een graad bekleden behorende tot rang 15 tot
en met 17.
HOOFDSTUK III. - De ombudsdienst.
Art. 7. § 1. (Bij de Commissie wordt een ombudsdienst ingericht waarvan de leiding
wordt toevertrouwd aan twee ombudspersonen, de ene Nederlandstalig en de andere
Franstalig, die na advies van de Commissie worden benoemd door de Minister bevoegd
voor de Volksgezondheid.
De in het eerste lid bedoelde ombudspersonen behoren tot het personeel van de FOD
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
De in het vorige lid bedoelde FOD waarborgt de continuïteit van de werking van de
ombudsdienst, ondermeer in het geval de functie van ombudspersoon niet is ingevuld of
in geval van afwezigheid van een ombudspersoon.)
§ 2. De Commissie stelt een huishoudelijk reglement op waarin de specifieke
modaliteiten van de organisatie, werking en klachtenprocedure van de ombudsdienst
worden vastgelegd.
Het reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister die de
Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.
Het reglement van de ombudsdienst ligt bij het secretariaat van de Commissie ter
4
inzage van de patiënten, de beroepsbeoefenaars en iedere belangstellende.
§ 3. De Commissie draagt er zorg voor dat :
1° de ombudsdienst bekend wordt gemaakt bij het brede publiek en dat de dienst vlot
bereikbaar is;
2° de ombudspersonen de mogelijkheid hebben om ongehinderd in contact te treden
met al wie bij een klacht betrokken is.
Art. 8. § 1. De ombudspersonen dienen te beschikken over :
1° minstens een diploma van universitair hoger onderwijs;
2° tenminste (3 jaar) nuttige beroepservaring op medisch-sociaal gebied;
3° een voldoende kennis van de andere landstalen.
§ 2. De ombudspersoon mag niet betrokken zijn geweest met de feiten en de
perso(o)nen waarop de klacht betrekking heeft.
Hij is verplicht het beroepsgeheim te respecteren en een strikte neutraliteit en
onpartijdigheid in acht te nemen.
Met het oog op het waarborgen van een onafhankelijke uitoefening van zijn opdracht,
kan hij niet worden gesanctioneerd wegens daden die hij in het kader van de correcte
uitoefening van die opdracht stelt.
(§ 3. Met het oog op de continuïteit van de dienstverlening, kan de Voorzitter van de in
de in artikel 7, § 1, bedoelde FOD onder diens personeelsleden personen aanduiden die
voltijds of deeltijds deel uitmaken van de ombudsdienst en de in artikel en 11 en 12
bedoelde taken kunnen uitvoeren.
Bij de aanduiding van deze personen, stelt de Voorzitter de Commissie op de hoogte.
De in het vorige lid bedoelde personeelsleden hebben tenminste een diploma van hoger
onderwijs.)
Art. 9. De persoon die klacht neerlegt kan, daarin al dan niet bijgestaan door een
vertrouwenspersoon, een schriftelijke klacht indienen bij de ombudsdienst.
Art. 10. § 1. Bij ontvangst wordt een klacht geregistreerd.
§ 2. Indien de klacht betrekking heeft op een tekortkoming in de naleving van de
rechten van de patiënt waarvoor in uitvoering van artikel 11 van de
patiëntenrechtenwet, een specifieke ombudsfunctie werd ingesteld, dan stuurt de
ombudsdienst de klacht onverwijld naar deze ombudsfunctie door en deelt dit
onverwijld schriftelijk mee aan de persoon die klacht neerlegt.
§ 3. Indien de klacht betrekking heeft op een tekortkoming in de naleving van de
rechten van de patiënt waarvoor in uitvoering van artikel 11 van de
patiëntenrechtenwet, geen specifieke ombudsfunctie werd ingesteld, dan behandelt de
ombudsdienst de klacht zelf.
In dergelijke geval wordt aan de persoon die klacht neerlegt onverwijld een
schriftelijke ontvangstmelding overgemaakt.
Bij elke klacht worden bijkomend volgende gegevens geregistreerd :
1° de identiteit van de persoon die de klacht neerlegt;
2° de datum van ontvangst van de klacht;
3° de aard en inhoud van de klacht;
4° de datum van afhandeling van de klacht;
5° het resultaat van de afhandeling van de klacht.
Art. 11. § 1. Met het oog op het bereiken van een deskundige oplossing voor de klacht,
5
oefent de (ombudsdienst) zijn bemiddelingsopdracht op een zorgvuldige wijze uit.
In het bijzonder kan de (ombudsdienst), mits schriftelijke toestemming van de persoon
die klacht neerlegt, het in artikel 9, § 2, van de patiëntenrechtenwet bedoelde recht op
inzage in het patiëntendossier uitoefenen onder de in dat artikel bepaalde voorwaarden.

Art. 12. De (ombudsdienst) behandelt elke klacht met het oog op het bereiken van een
oplossing binnen een redelijke termijn.
Art. 13. De persoonsgegevens verzameld in het kader van het onderzoek van de klacht
mogen slechts bewaard worden gedurende de tijd nodig voor de behandeling ervan en
het opstellen van het jaarverslag bedoeld in artikel 14.
Art. 14. § 1. Jaarlijks wordt door de ombudsdienst een verslag opgesteld met een
overzicht van het aantal ontvangen, doorverwezen en zelf behandelde klachten. Voor
wat betreft deze laatste vermeldt het verslag ook het voorwerp ervan en het resultaat
van het optreden tijdens het voorbije kalenderjaar.
Tevens kunnen moeilijkheden die de ombudspersonen ondervinden in de uitoefening
van hun opdracht en eventuele aanbevelingen om daaraan te verhelpen, worden
opgenomen.
Bovendien vermeldt het jaarverslag de aanbevelingen van de ombudspersonen met
inbegrip van de aanbevelingen geformuleerd ter voorkoming van herhaling van ernstige
tekortkomingen in de naleving van de rechten van de patiënt door één of meerdere
beroepsbeoefenaars die tijdens de uitoefening van de opdracht werden vastgesteld en het
gevolg dat eraan werd gegeven.
Voornoemde gegevens mogen geen betrekking hebben op een natuurlijke persoon die is
of kan worden geïdentificeerd.
§ 2. Het in § 1 bedoelde jaarverslag wordt uiterlijk in de loop van de vierde maand van
het daarop volgend kalenderjaar, overgemaakt aan de Commissie en de Ministers
bevoegd voor de Volksgezondheid.
Art. 15. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 april 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
J. TAVERNIER