Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Leo

Leo

Het is vreemd. Altijd als ik nadenk over de landen in Latijns-Amerika die ik graag eens wil bezoeken, kom ik tot een indrukwekkend lijstje van een tiental landen. Er komt af en toe eens een land bij (zo hoorde ik onlangs hele mooie dingen over El Salvador) en er worden natuurlijk ook landen geschrapt, met name nadat ik er geweest ben. Eén land is altijd opvallend afwezig in mijn lijstje en het land in kwestie is nochtans niet onbelangrijk. Nog nooit in mijn leven heb ik zin gehad om naar Colombia te gaan.

Qua smeltkroezen kan je in Zuid-Amerika niet beter zitten dan in Buenos Aires en ik zit dan ook inmiddels opgescheept met een kennissenkring waarin ik weet niet hoeveel landen vertegenwoordigd zijn. Ook Colombia zit daarbij en wel via één van mijn beste vrienden hier: Leo. Door Leo overwoog ik voor het eerst ernstig een bezoek aan zijn vaderland. Hij houdt van zijn land, kan er mooie verhalen over vertellen en nodigt me minstens tweemaal per maand uit om hem te vergezellen bij een volgend bezoek aan zijn familie.

Maar toch. Veel van de mooie verhalen die Leo me – met veel trots – vertelt over Colombia vervullen mij eerder met enige gruwel. Ik vertel het met enige gêne en laat Leo het nooit te weten komen, maar ik denk niet dat ik Colombia een fijn land vind. De mensen moeten er heel aardig zijn, de natuur indrukwekkend, de cultuur rijk, het eten heerlijk en de feesten spectaculair. Geen haar op mijn hoofd dat er aan twijfelt. Maar naar mijn bescheiden en bevooroordeelde mening zit er iets grondig fout in Colombia en dan heb ik het niet eens over die vreselijke burgeroorlog.

Ik hoorde in een ver verleden wel eens over het kastesysteem in India en probeerde me er altijd iets bij voor te stellen, maar met weinig resultaat. Nu heb ik er een beter idee over, omdat het allicht sterk lijkt op het sociale systeem in Colombia. In Colombia word je immers geboren met een nummer. Geen ingewikkeld rijksregisternummer dat niemand ooit onthoudt. Maar een simpel getal. Bijvoorbeeld ‘één’, als je geluk hebt. Of ‘vijf’, voor wie pech heeft. Het is het nummer van je sociale klasse en het is het belangrijkste nummer dat je ooit meekrijgt. Het bepaalt immers je hele leven in Colombia: waar je woont, naar welke universiteit je gaat, welke job je kan hebben, welke mensen je kent,…

Leo is – in zijn eigen woorden – ‘top’. Hij komt uit één van de betere families van Bogotá en zijn hele leven speelt zich dan ook af in een luchtbel. De enige mensen die hij kent uit een wijk van sociale klasse 3, zeg maar de middenklasse, zijn buitenlanders die zich niet bewust waren van de determinerende keuze van hun tijdelijke woonst. Ze wonen in een wijk 3, maar gaan iets drinken in een bar 1. Alleen vreemden doen dat. Uiteraard ging Leo in Colombia ook naar de duurste en beste universiteit, een afgesloten campus op een bergflank rond Bogotá waar je alleen binnen kan met een speciaal veiligheidspasje. En alleen met een diploma van dat soort universiteiten kom je in aanmerking voor de beste jobs. Hij vertelt het allemaal zonder enige aarzeling, zonder enige kritische bedenking. Voor hem is dit ‘het leven zoals het is’.

En dan overkomt Leo iets gruwelijks. Hij komt naar Buenos Aires om er verder te studeren en wel naar de UBA, de Universidad de Buenos Aires, die bekend staat als één van de beste universiteiten uit het continent. Dat klinkt natuurlijk goed voor een klasse 1, maar de UBA is een publieke universiteit, geheel gratis en dus toegankelijk voor iedereen. De gebouwen zijn compleet verloederd, de bureaucratie is hemeltergend, maar dat is de prijs die je hier moet betalen voor gratis en kwaliteitsvol hoger onderwijs. Niet slecht, dus. Na één jaar UBA heeft Leo er echter genoeg van. Hij ging al nauwelijks naar de lessen en zocht inmiddels naar een ‘betere’ oplossing.

Vorige week was Leo dan ook dolgelukkig. Ik heb hem zelden zo blij gezien. Het was hem gelukt. Vanaf volgend academiejaar kan Leo gaan studeren aan de UCA, de Universidad Catolica de Argentina. Exclusiever dan de UCA is nauwelijks mogelijk, ook al is de publieke UBA kwalitatief een stuk beter. De UCA-campus ligt in Puerto Madero, de chicste wijk van de stad waar zelfs een pintje drie maal duurder is dan in de rest van Buenos Aires. De UCA heeft er prachtige gebouwen, oude en volledig gerestaureerde warenhuizen. Het is de duurste universiteit van het land en ook de meest gehate. De UCA is extreem-conservatief en een kweekschool van fout denkende hoge militairen, zakenmensen, diplomaten en politici. Een fascistisch instituut, zo zeggen zelfs gematigde Argentijnen.

Leo is helemaal geen fascist. Ik betwijfel of we goede vrienden zouden zijn indien hij het wel was. Als je met Leo over de ‘wereldproblemen’ praat, dan blijkt hij een vrij liberaal denkend christen te zijn, die ver staat van de onzin die de UCA geregeld de wereld instuurt over thema’s als abortus. Maar Leo is de gevangene van zijn sociale klasse. Telkens ik hem probeer duidelijk te maken waar de UCA voor staat, begint hij over de mooie gebouwen. Leo is klasse 1 en de UCA is dat ook en de rest is van geen enkel belang. Na één jaar in Buenos Aires, waar alles en iedereen elkaar kruist in een eindeloze chaos, heeft Leo eindelijk een manier gevonden om zich opnieuw op te sluiten in zijn eigen kaste.

En na één jaar blootgesteld te zijn aan Colombia-promotie, blijft het land een opvallende afwezige op mijn verlanglijstje.

Klassen

De wereld is ingedeeld in zichtbare en onzichtbare klassemaatschappijen. Tot de dag van vandaag zijn die er nog steeds wat men ook mag beweren.

Tomas

Gepost door Tomas
29.11.2007