Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Kenia in crisis: verraad, corruptie en doofpotoperaties

Kenia in crisis: verraad, corruptie en doofpotoperaties

Eens werd Kenia het Zwitserland van Oost-Afrika genoemd. Omringd door landen geconfronteerd met een burgeroorlog (Somalië en Soedan), was het Oostafrikaanse land reeds sinds de onafhankelijkheid een toevluchtsoord voor vele vluchtelingen o.a. van Somalië, Congo, van Ruanda enz…

Kenia werd verschillende keren aangezocht om te bemiddelen in de verschillende conflicten in Oost-Afrika en werd daarvoor internationaal geprezen. Verleden jaar speelde het, samen met Ethiopië en USA , een belangrijke rol in de ontmanteling van de Islamitische krachten in Somalië.

In maart 2007 kwam minister van interne zaken John Muchiki terug van de USA met een cheque van 14 miljoen dollar voor interne veiligheid en terrorismebestrijding.

Kenia was een bolwerk in de strijd tegen het “internationaal terrorisme”van Bush. Kenia werd ook genoemd als een mogelijke gastnatie voor Africom (het interventieteam van de USA in Africa).+

Kenia was het “democratisch” kroonjuweel in Afrika van de internationale gemeenschap en genoot volledige steun van de USA, die ook de economische politiek van Kenia genegen was omdat die beantwoordde aan de eisen van het IMF en de Wereldbank: opengooien van de grenzen, aantrekken van internationaal kapitaal, privatiseringen, …
En het ging ogenschijnlijk sinds 2002 bergop met Kenia’s economie : een stijging van het Bruto Nationaal Produkt (BNP) van 7% in 2007 is niet niks.

China vervoegde de internationale investeerders en sloot belangrijke contracten met de Keniaanse regering. Nairobi werd het centrum van het economisch leven in Oost-Afrika.
De gebeurtenissen van de voorbije weken hebben dit veranderd. Een verkiezingsfraude voor de ogen van de Keniaanse televisiekijkers opende de doos van pandora. Kenia zal niet meer het Kenia zijn van voor de verkiezingen 2007.

Immense ongelijkheid
De gebeurtenissen waren echter voorspelbaar, maar de meeste waarnemers sloten hun ogen voor de Keniaanse realiteit. Het broeide in de Keniaanse maatschappij. Het had alleen een vonk nodig om te ontploffen.

Vooreerst was er het gebrek aan vertrouwen in “de politiek”. Het Keniaanse parlement en de regering waren gedurende al die jaren geëvolueerd tot een “money-makingmachine”, waar de jonge Keniaanse bevolking geen boodschap aan had.

In een land als Kenia waar het grootste deel van de bevolking moet rondkomen met 1 dollar per dag (= 70 shilling) gaat een parlementariër met maandelijks 732.400 shilling naar huis (+ subsidies voor wagen, woning en gezondheidskosten). Daarenboven is het grootste deel van dezelfde parlementariërs ook “businessmen” geworden. Er is een enorme verstrengeling tussen poltieke macht en businessleven.

Anderzijds was er de enorme kloof tussen arm en rijk. Een rapport openbaar gemaakt in april 2006 (Nation 23 mei 2006) toonde aan dat 10% van de rijke bevolking 42% van het binnenlands produkt controleerde terwijl 10% van de armsten, zo’ n 3 miljoen mensen, slechts 1%. Hetzelfde rapport wees op het feit dat het aantal armen (met minder dan 2648 shilling per maand = 40 dollar) bleef stijgen.

Kenia werd gerangschikt als vierde op de lijst van de landen met de meest “ongelijke verdeling van de rijkdom.”

Ongelijkheid binnen de regio’s
Daarenboven heb je de ongelijkheid tussen de verschillende regio’s: Nyanza (63,1% armen), kust (62,1%), Western province (58,8%), Nairobi (50%), Rift Valley (50,1%), Central Province (31,4%).

Maar zelfs in “the place to be” Nairobi met zijn recente designzaken, zijn nightclubs die afgedweild worden door binnenlandse en buitenlandse zakenlui, heb je die enorme ongelijkheid.

Rond het zakencentrum Nairobi vind je ook enorme slums waar de armen wonen. Kibera, de grootste slum in Afrika, telt 1 miljoen mensen zonder toegang tot onderwijs, sociale diensten, werkgelegenheid, zonder proper water en sanitair,… zonder ordentelijke behuizing. (East African 22-28 october 2007)

En kijk: het is daar dat de oppositie van Raila Odinga steun krijgt: in de provincies met hoge armoedecijfers en in de slums van Nairobi.
Het is daar ook dat we in juni jl. de eerste tekenen van wanhoop zagen.

Gangs en wanhoop
Sinds lang worden die slums belaagd door gangs van werkloze jongeren van de verschillende ethnieën. Zij bieden enerzijds bescherming tegen misdadigers van andere ethnieën, anderzijds functioneren zij als maffiagangs vergelijkbaar met de gangs in New York en Chicago in het begin van de 20ste eeuw (Focus on Africa –oct dec 2007) door geld te eisen voor de bescherming.

Sommige bus-(matatu)eigenaars waren blijkbaar het spelletje moe en gingen juni jl. in tegen de Mungiki-secte, die terugsloeg tegen de matatu-eigenaars en politie. Dit leidde tot een wekenlange oorlog in de slums rond Nairobi met shoot-to-killorders van de harde minister van binnenlandse zaken John Muchiki. De jongeren –al of niet Mungiki- werden wekenlang belaagd in de slums.

Lijken werden gevonden in de bossen en door menserechtenactivisten werd verwezen naar zgn. "doodseskaders” binnen het politiekorps.
De gebeurtenissen toonden eens te meer dat deze maatschappij op barsten stond.

Corruptie
Hetzelfde kan gezegd worden over de strijd tegen de corruptie. Bij zijn inauguratie in 2002 beloofde Kibaki de wijdverbreide corruptie in Kenia aan te pakken. Samen met huidig oppositiekandidaat Raila Odinga had hij de kandidaat van vorig president Moi, Uhuru Kenyatta verslagen en kwam aan de macht met een programma van verandering: creëren van jobs, aanpakken van corruptie,…

Tijdens de legislatuur hield hij het voor gezien na een discussie rond de grondwet nam hij leden van de “oude garde” terug in zijn coalitie op en gooide Raila Odinga buiten.

John Githongo, een anti-corruptieambrenaar, hield het voor bekeken en zocht asiel in Engeland na doodsbedreigingen. De “nieuwe ploeg” echter volhardde in de boosheid en begon, net als daarvoor, zich te verrijken ten koste van de staatskas.

In januari 2006 deed The economist nog een laatste duidelijke oproep: “Any minister or civil servant involved in graft must be sacked. Failing this, Mr. Kibaki can expect Kenyans to dismiss him at election due to next year. A new opposition alliance is already waiting.” Ook de hints van het IMF en Wereldbank mochten niet baten.

In september wordt het Krollreport gelekt waaruit blijkt dat de Moi- dynastie en elite gedurende al die jaren 130 miljard shillings ontvreemd heeft van de staat en dat verschillende miljarden te vinden zijn in buitenlandse banken. Dit alles wordt uitgebreid gecommentarieerd in een relatief vrije pers sinds de verkiezing van 2002 van Kibaki.

Kibaki reageert niet en geeft Moi promotie door hem te benoemen tot Kenia’s bemiddelaar in internationale conflicten.

De alliantie Uhuru Kenyatta, Moi en Kibaki wordt gelegd voor de verkiezingen van 2007. Onder de ogen van de bevolking knoopt Kibaki terug aan bij de “oude garde” die erg blij is dat hij weigert de voorbije en huidige corruptie aan te pakken.

Ethnie en land
Dan de ethnische kwestie, die zo’n belangrijke rol speelt in Kenia... Kenia telt meer dan 42 ethnieën waarvan de Kikuyu de grootste is. Daarna komen de Luo’s en Kalenjin.

De Kikuyu waren oorspronkelijk landbouwers die hun vruchtbare gronden grotendeels kwijt raakten aan de white settlers. Dit was ook de reden van de gewapende strijd van de Kikuyu-Mau-Mau in de jaren ’50. Zij streden voor onafhankelijkheid en verdeling van de gronden.

Zij waren dan ook het mikpunt van de verdeel-en-heerspolitiek van de Engelse kolonisten, die in feite de basis legden voor de Kikuyu-haat.

Niet alleen Mau-Mau-adepten waren het slachtoffer van de erg repressieve politiek van de Engelse regering (The British Goulag). De hele Kikuyu-bevolking was betrokken partij wanneer dorpen werden vernietigd, mensen in kampen werden geplaatst (1 op 4 van de mannelijke Kikuyu-bevolking)… en de Mau-Mau met harde middelen werden bevochten.

De Engelse kolonisator zocht naar bondgenoten in de Kikuyu-bevolking (homeguards, chiefs) die zwaar profiteerden van de strijd (Mau-Maugronden werden in beslag genomen, premies voor verraders, enz…) maar die daardoor ook onder vuur lagen bij de MauMau.

De strijd werd beslecht in het voordeel van de Engelse kolonisator in 1957 maar die koos zes jaar later voor een neo-koloniale oplossing die de belangen van de white settlers en de eigen belangen veilig stelde.

De oplossing was een overeenkomst met degenen die ze zelf gevangen had gezet: de Kapenguria six waaronder Jomo Kenyatta.

Kenyatta, een Kikuyu, was een gematigd nationalist die heel wat toegevingen deed aan de kolonisator (oa wat betreft buitenlandse schuld bv.) Er werd een deal gesloten: de blanke settlers die wilden blijven, konden blijven, zonder herverdeling van de gronden. Degene die wilden vertrekken konden hun grond verkopen aan de staat. Kenyatta omhelsde de vrije markteconomie en liet vooral zichzelf profiteren: de familie Kenyatta bezit nu gronden zo groot als Nyanza-provincie.

Daarenboven liet hij gedurende zijn 15 jaar-regeringsperiode, die uiteindelijk leidde tot een éénpartijenregime, voornamelijk getrouwe Kikuyu profiteren van de verdeling van de gronden en de inkomsten van de staat. Degenen die echt de Engelsen bevochten hadden moesten 50 jaar wachten op erkenning en leefden verder in grote armoede, als ze al niet vervolgd werden als politiek tegenstander.

De Kikuyu-elite kon zich gedurende jaren verzekeren van enorme inkomsten. Dit zou, zo overtuigden ze de mensen van hun etnie, ook voordelig zijn voor hen en de regio (Central Province, Rift Valley). De Kikuyu verwachtten gedurende jaren dat ook hen wat kruimels te beurt zouden vallen zolang ze hun leiders maar ondersteunden. En dat deden ze ook tijdens de laatste verkiezingen wanneer Central province massaal voor Kibaki stemde.

De Kikuyu-elite bepaalde gedurende al die jaren het economische en het politiek leven.

Moi-dictatuur
Moi, een Kalenjin, volgde Kenyatta op en kon tot 2002 zijn macht behouden. Hij deed niets aan de ongelijke verdeling van de inkomsten ten voordele van de Kikuyu (Central Province) en aan de corruptie… integendeel dit verergerde maar (zie Kroll-report).

Ook aan de landkwestie werd niets gedaan. Terwijl er enorme ranches waren (thee – koffie- fruit en bloemenplantages,… in handen van whitesettlers, multinationals en plaatselijke elite) snakten de mensen naar een stukje grond. Daarenboven wisten zij dat sommige gronden gratis (of bijna gratis) juist na de onafhankelijkheid cadeau waren gedaan aan meestal Kikuyu-en Kenyatta-aanhorigen in bv.Rift Valley. Dit verklaart ook het etnisch geweld in de Rift Valley tijdens verkiezingsperiodes.

Uiteraard wilden de verschillende regeringen, die vooral bestonden uit de Kikuyu-elite (de zgn Mount Kenya-maffia) die kwestie niet op de tafel gooien omdat hun eigen belangen (of die van hun stemmers) hierdoor geschaad zouden worden.

De verkiezingen
Het is het dan ook niet zo verwonderlijk dat de verkiezingen met veel enthousiasme werden onthaald als middel tot verandering. Op de verkiezingsdag stonden reeds vanaf 6 u ’s morgens rijen aan te schuiven om hun stem uit te brengen. De opkomst was enorm, de grotendeels jonge bevolking van Kenia nam massaal deel aan de stembusslag.

Het was dan ook een electorale revolutie dat we mochten meemaken. De meeste ex-ministers van de Kibaki-regering leden nederlaag op nederlaag . Opmerkelijk: vice-president Awori verloor tegen een mensenrechtenactivist van de oppositie in Western Province.

De zonen van ex-president Moi verloren in Rift Valley en de gehate businessman en politieker Biwot, vriend van Moi, verloor zijn zetel.
ODM- van Odinga won in alle provincies, behalve Central Province (Kikuyu-land stemde massaal Kibaki) en Eastern Province ( Kibaki en Musyoka).
Blijkbaar had Odinga de overhand.

De laatste uitslagen, die door ODM werden in vraag gesteld, gaven dan weer een minimale voorsprong voor Kibaki. En dan gebeurde het ongelooflijke voor de tv-camera’s. Het verkiezingscentrum werd door de politie ontruimd
Kibaki werd overwinnaar verklaard, binnen het uur beëdigd in een erg select gezelschap en de pers door een regeringsmaatregel aan banden gelegd.
Niet alleen ODM-oppositie sprak van verkiezingsfraude, ook de Eu-waarnemers waren niet overtuigd.

Een felicitatie komt er nog van de USA maar die haken ook later af. Enkel China laakt de interventie van de EU in Kenia’s politiek.

Reactie op de fraude
De politieke kwestie, de frauduleuze verkiezingen, hebben geleid tot ernstige rellen en opstanden in vnl. de slums en de armere regio’s ..

Eerst als reactie op de verkiezingsuitslag maar dit leidt al vlug tot plundering in Nyanza-provincie en de slums overal in het land, waar de wanhoop heerst. Dit wordt vrij vlug onderdrukt door het geweld van de politie en de nieuw gevormde General Service Unit (GSU) die niet terugschrikt voor shoot-to-killoperaties in bv. Nyanza.

In sommige gebieden werd dit aangegrepen om mensen van een andere ethnie te verdrijven.
(zie Rift Valley), met wraakacties in Kikuyu-gebieden (Nakuru, Thika, enz…) , gepleegd door gefrustreerde jongeren al of niet aangepord door politici, die te winnen hebben bij etnische conflicten. Gevolg: 800000 vluchtelingen en 700 doden.

Opmerkelijk is ook dat na de verkiewingsuitslag de politie onmiddellijk het economisch centrum van Nairobi afsluit en beschermt terzijl de slums ontploffen en buren elkaars huizen afbranden. Hetzelfde gebeurt wanneer het leger ingeschakeld wordt om de export van bloemen van de multinationals te vergemakkelijken. Het gepeupel mag elkaar vermoorden maar de economie moet blijven draaien , nietwaar?

Wat nu?
De internationale gemeenschap probeert nu met alle kracht om een einde te maken aan de crisis. De USA kan het zich niet permitteren om Kenia te laten afglijden in een tweede Ruanda.

De Bush-regering mikt op een overeenkomst tussen de twee protagonisten maar hebben reeds gedreigd dat indien dit mislukt zij een oplossing kunnen opleggen (Frazer). Koffi Annan legt de vinger op een aantal wonden die moeten aangepakt worden , zoals de groeiende ongelijkheid en de landhervormingskwestie maar vergeet de corruptie.

Het is min of meer duidelijk dat de oppositie (o.l.v. Raila Odinga) die aan de macht wil komen, niet (of zeker niet volledig) de belangen zal dienen van degenen die hem nu zo steunen,
namelijk de miljoenen werkloze jongeren die hopen op een ander bestaan en verandering.

Raila Odinga zal, indien hij president wordt (of verantwoordelijkheid krijgt) niet veel veranderen aan de economische politiek van neo-liberalisering.Hij noemt zichzelf een Blairist.

Uiteraard zegt de oppositie dat de corruptie moet aangepakt worden: de elite moet schuld bekennen en het geld moet teruggehaald worden en ter beschikking van de Keniaanse bevolking gesteld. Maar ook enkele belangrijke oppositieleden zijn genoemd in corruptiezaken.

Indien niets aan de knelpunten gedaan wordt (oa de corruptie) is er geen oplossing mogelijk. Misschien heeft een deel van de elite wel zijn politieke macht verloren aan de oppositie maar hun economische macht is duidelijk niet aangetast. Hardliners onder hen proberen om een compromis tussen Kibaki en oppositie te voorkomen door etnisch geweld te ontlokken.

Kenia likt nu zijn wonden. Herstel zal moeilijk zijn. Breuken zijn geslagen maar een ding is duidelijk: deze crisis heeft bijgedragen tot een groter bewustzijn bij een groot deel van de bevolking (en Kenia is een land met een enorm potentieel aan geschoolde mensen, niet in het minst bij de civil society)

Men is overtuigd dat nu het moment van verandering gekomen is, dat het gedaan moet zijn met doofpotoperaties. Discussie over de landkwestie, over de groeiende ongelijkheid, over de nefaste neo-liberalisering,… moet leiden tot een andere maatschappij waar de elite verantwoordelijk gesteld wordt voor de huidige chaos

Misschien is dit wel het begin van een “ander Kenia” want “een ander Kenia is nodig en mogelijk”.

Jos Geudens
Mombasa
002547362080

Interessant is ook het

Interessant is ook het commentaar van Immanuel Wallerstein (de man van de Wereld-Systeem Analyse) over het geweld in Kenya:

"So much for stable democracies," besluit hij. Lees: http://www.binghamton.edu/fbc/225en.htm