Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Olie voor de Iraakse burgers

Olie voor de Iraakse burgers

In het internationaal recht bestaat er een precedent, dat de Amerikaanse bezetting van Irak en haar strategie van volkerenmoord kan onderuit halen, en een stap kan zijn in de richting van de genezing van de wonden van het Iraakse volk, schrijft Hana Al-Bayaty *

image001.jpg

Een Iraakse vluchtelinge omhelst haar kleindochter na de terugkeer uit Syrië naar Bagdad, Irak. De Iraakse Rode Halve Maanschat dat meer dan 25 000 Irakezen, die naar Syrië gevlucht waren, teruggekeerd zijn. Dit cijfer ligt drastisch lager dan dat van de Iraakse regering, die de recente daling van het geweld graag wil benadrukken.

Als gevolg van de Amerikaanse bezetting en het beleid van de sektarische regeringen die de VS installeerden sinds de illegale invasie in Irak in 2003, werden meer dan 4,7 miljoen Iraakse burgers – een vijfde van de bevolking – zowel binnen als buiten het eigen land gedwongen ontheemd. Dit is een menselijke catastrofe, een nationale tragedie, en een destabiliserende factor voor de hele regio. Deze uittocht werd "de snelst groeiende humanitaire crisis op de planeet" genoemd, en is ongeëvenaard sinds de Nakba van 1948 die ten minste een miljoen Palestijnen ontwortelde en uit hun land verdreef.

De propaganda bluft over de repatriëring van 25 000 mensen. Maar het Bureau van de Hoge VN-Commissaris voor de Vluchtelingen (UNHCR), de belangrijkste internationale organisatie verantwoordelijk voor de vluchtelingen, waarschuwde vorige maand al dat aan de voorwaarden voor de veilige terugkeer van de Irakezen op het terrein niet is voldaan. De weinigen die zijn teruggekeerd in november 2007 deden dit - in tegenstelling tot wat de zogenaamde regering in Irak beweert – niet omwille van de verhoogde veiligheid in Irak, maar wel omdat hun overlevingskansen elders veel slechter zijn geworden. Een van de belangrijkste redenen van terugkeer zijn nieuwe zware beperkingen op verblijfsvergunning in de gastlanden, de weigering van toegang tot scholing en hoger onderwijs voor hun kinderen, en de uitputting van de noodreserves. Veel repatrianten vonden hun huis in Irak trouwens door anderen ingenomen, waardoor ze opnieuw een ander onderkomen moesten zoeken. De regering van Irak moest uiteindelijk erkennen dat zij een mogelijke massale terugkeer niet zou aankunnen.

De 4,7 miljoen Iraakse vluchtelingen die gevlucht zijn voor hun leven, zijn uit hun huizen verdreven door het buitensporige geweld van de bezetters en door de etnische zuiveringscampagnes van de milities aangesloten bij de sektarische regeringen. Zij zijn de levende getuigen van de onmenselijke – en zelfs antihumane – Amerikaanse invasie en bezetting van Irak. Minstens 1,5 miljoen Irakezen zijn op brutale wijze vermoord, duizenden zijn verdwenen of gedetineerd, honderdduizenden vrouwen zijn weduwe geworden. De moderne en goed opgeleide Iraakse middenklasse, levensbelangrijk voor het functioneren van de staat en de economie, nu en in de toekomst, en voor de opbouw van de Iraakse cultuur, is gedecimeerd. Na de systematische moorden, opsluiting, militaire invallen en belegeringen, bedreigingen en discriminatie, heeft het grootste deel van wat nog van deze klasse overbleef het land verlaten. De afwezigheid van deze middenklasse heeft geleid tot het ineenstorten en de afbraak van alle openbare diensten in de gehele Iraakse samenleving. Terwijl er zoveel mensen zijn die lijden onder de gevolgen ervan, kan geen enkele propaganda de bezetting een succes noemen.

Vier vijfden van de 4,7 miljoen ontheemden zijn vrouwen en kinderen. Zij hebben geen of slechts zeer ontoereikende toegang tot veiligheid, voedsel, onderdak, onderwijs, sanitaire voorzieningen, gezondheid en basisbehoeften zoals water en elektriciteit. Bovenop de brain drain die Irak trof sinds het begin van de bezetting, hetzij door systematische moordpartijen of verhuizing, verliezen de gevluchte kinderen ook nog hun universele recht op onderwijs doordat ze niet in staat zijn om naar school te gaan. Dit is een echte tragedie voor de individuele vluchtelingen en een ramp voor de toekomst van Irak. Het Hoge VN–Commissariaat voor de Vluchtelingen kan nauwelijks aan de behoeften van de miljoenen ontheemden tegemoetkomen omdat het dramatisch ondergefinancierd is. Het heeft herhaaldelijk gesmeekt om sterk verhoogde internationale giften om haar basiswerking en haar humanitaire missie te kunnen verder zetten.

De Iraakse vluchtelingen kunnen ondertussen niet veilig naar huis terugkeren. Ze kunnen echter ook niet wachten tot het geweld in Irak ophoudt, opdat aan hun behoeften wordt voldaan. De belangrijkste gastlanden die de last van de miljoenen ontheemde Irakezen dragen, dragen zorg voor veel te omvangrijke vluchtelingenpopulaties en zijn zelf kwetsbare economieën in opkomst. Met een grote werkloosheid onder de eigen burgers, hoeft het niet te verwonderen dat aan de Iraakse vluchtelingen arbeidsvergunningen en een permanente verblijfsstatus geweigerd worden. Deze gastlanden hebben bovendien het VN-Vluchtelingenverdrag van 1951 niet ondertekend, en zijn dus ook niet gebonden aan de beginselen ervan. Zij voelen zich zelfs niet gebonden aan de gebruikelijke internationale wettelijke verplichting van non-refoulement (verbod op de uitzetting van vluchtelingen naar een gebied waar zij te maken kunnen krijgen met vervolging). Als gevolg daarvan wordt aan de gevluchte Irakezen elke status ontzegd. Ze worden beschouwd en behandeld als toeristen zonder erkend paspoort of verblijfplaats, en ze blijven er dus economisch en sociaal uiterst kwetsbaar. Er zijn talloze aanwijzingen van groeiende sociale wanhoop onder deze mensen en zij moeten steeds meer hun toevlucht nemen tot vernederende overlevingsstrategieën.

Volgens het internationaal humanitair recht en de mensenrechten, zijn de internationale gemeenschap, de bezettingsmachten, en de regering in Irak wettelijk verplicht tot steun en bescherming van de Iraakse vluchtelingen. De bezetters en de regeringen die ze hebben geïnstalleerd, noch de afzonderlijke staten of de internationale gemeenschap hebben voldaan aan hun wettelijke en morele verplichtingen jegens ontheemde Irakezen of de landen die hen opvingen. Iraakse vluchtelingen moeten beschouwd worden als tijdelijk ontheemde Iraakse burgers, die recht hebben op een waardig leven, het recht om gebruik te maken van nationale middelen, en het recht om terug te keren naar hun huizen. Ze hebben het statuut van beschermde personen in het kader van de Verordeningen van den Haag en de Conventies van Genève, alsook van verschillende schikkingen van internationaal recht die betrekking hebben op vluchtelingen.

IRAAKS INTERNATIONAAL INITIATIEF VOOR VLUCHTELINGEN: Op 25 november 2007 heeft het Iraakse Internationale Initiatief voor de vluchtelingen (www.3iii.org) een voorstel geformuleerd om de vluchtelingen en hun rechten als burgers van Irak te steunen, te verdedigen en te beschermen. Het Initiatief pleit voor een wijziging in het financieringssysteem van de verantwoordelijke instanties en gastlanden. Het voorstel vraagt de VN-Veiligheidsraad om een resolutie in te dienen met de eis dat de Iraakse staat een deel van de inkomsten uit de Iraakse olie - in verhouding tot het aantal Iraakse tijdelijk ontheemde burgers – toekent aan de Iraakse vluchtelingen in de landen die hen opvangen.

Zo'n resolutie is dringend nodig, juridisch gerechtvaardigd en politiek gepast. Het is de enige doeltreffende manier waarop het land van oorsprong en de internationale gemeenschap kunnen voldoen aan hun wettelijke en morele verplichtingen ten aanzien van zowel de Iraakse vluchtelingen als de gastlanden, en de rechten van vluchtelingen en hun waardigheid als Iraakse burgers kunnen garanderen. Een dergelijke resolutie is niet alleen gerechtvaardigd, maar bovendien in overeenstemming met de bestaande rechtsorde over de verantwoordelijkheid van een staat en de bescherming van vluchtelingen. Het is immers de primaire taak van de VN om de internationale vrede en veiligheid te vrijwaren, de burgerbevolking te beschermen en de menselijke beschaving te verheffen. Tegen dit voorstel kan geen enkel juridisch bezwaar geopperd worden. In het geval van Irak bestaat er trouwens al een voorbeeld van een billijke herverdeling van de nationale middelen door middel van een VN-Veiligheidsraad resolutie.

In 1991 sloot Turkije de grenzen voor de stroom van vluchtelingen uit het noorden van Irak, en weigerde daarmee de toepassing van het beginsel van non-refoulement. De VN-Veiligheidsraad realiseerde zich dat dit principe ontoereikend was en introduceerde een nieuwe maatregel om de vluchtelingen te beschermen. Artikel 8b van Resolutie 986 van de VN-Veiligheidsraad van 1995 verplichtte de Iraakse staat om een deel van de Iraakse nationale middelen toe te wijzen aan de bevolking van de drie noordelijke provincies die niet onder het gezag vielen van de Iraakse regering. Deze resolutie werd op humanitaire gronden aanvaard, teneinde "een billijke verdeling van humanitaire hulp te verzekeren voor alle segmenten van de Iraakse samenleving", met inbegrip van Iraakse burgers die woonachtig zijn in de drie noordelijke provincies die niet vallen onder het administratief toezicht van de centrale overheid. De parallel is duidelijk: de huidige Iraakse vluchtelingen bevinden zich in dezelfde situatie. Zij vallen ook buiten het toezicht van de centrale regering van Irak.

Resoluties 1314 en 1325 van de VN-Veiligheidsraad wijzen verder op het streven in het internationale recht met betrekking tot de bescherming van vluchtelingen, aan te dringen op de verantwoordelijkheid van de staten voor de bijstand aan burgers, met inbegrip van vluchtelingen en ontheemden. Dit streven komt verder tot uiting in het beroep van de het Hoge VN -Commissariaat voor de Vluchtelingen en de slotverklaring van de Wereldtop in 2005. Resoluties 986, 1314 en 1325 creëerden een bindend juridisch precedent dat het de VN-Veiligheidsraad mogelijk maakt een resolutie op te stellen en voor te leggen waarbij een evenredig deel van de Iraakse olie-inkomsten aan de huidige Irakese vluchtelingen toegewezen wordt. Hiermee kan men hun mensenrechten veel beter beschermen. Resolutie 986 van de VN-Veiligheidsraad heeft immers bepaald dat de Iraakse olie eigendom is van alle Irakezen, zowel binnen als buiten Irak.

DE LOGICA VAN HET GEWELD ONDERGRAVEN: De plicht tot bescherming is niet de enige bekommernis van de internationale rechtsorde. Zij heeft ook tot taak het land van herkomst te helpen om de oorzaken van het geweld op de bevolking aan te pakken en uit te roeien. Het Iraakse Internationale Initiatief voor de vluchtelingen sluit zich hier ook bij aan. Het Amerikaanse beleid ten opzichte van Irak, was sinds 1991 gericht op het vernietigen van zijn politieke, militaire en economische sterkte, door middel van een poging het land te verdelen in drie of meer delen, met als doel de natuurlijke hulpbronnen te bemachtigen. De etnische zuiveringen zijn georkestreerd onder en door de Amerikaanse bezetting en zijn intrinsiek verbonden met de poging van de laatsten om de rijkdommen van Irak te controleren door het bevoorrechten en het manipuleren van sektarische groepen.

Vanaf de eerste dag van de bezetting hebben de VS onwettige sektarische milities gesteund, die zelf te zwak en voortdurend in conflict verwikkeld waren om een functionerende staat op te richten. Zij hadden dus de voortdurende hulp, aanwezigheid, bescherming en leiding nodig van de VS zelf. Het zogenaamde politieke proces waaraan deze milities deelnemen wordt alleen getolereerd zolang het de afbraak van de verbonden en soevereine staat Irak, haar instellingen en infrastructuur, in de hand werkt en bestendigt; de Iraakse samenleving en haar sociale weefsel uiteenrukt langs sektarische en confessionele lijnen; en de bezetting helpt bij de repressie van het nationale volksverzet van het Iraakse volk. Deze strategie wordt gedurende de bezetting nagestreefd als een middel om Irak als staat en als natie te vernietigen, zijn bevolking te onderwerpen en hun nationale bronnen over te leveren aan Amerikaanse bedrijven en belangen.

Ondanks 15 jaar van ononderbroken pogingen om Irak en zijn volk te onderwerpen, hetzij door middel van economische sancties, oorlog en agressie of bezetting, is het Amerikaanse beleid mislukt. In 2006 besloot de bezettingsmacht aan de verschillende sektarische krachten en milities de taak over te dragen om de veerkrachtige lokale bevolking onder dwang te ontwortelen en daarna hun bestaansmiddelen in beslag te nemen. Dit politieke proces en de etnische zuiveringen zijn niets anders dan een geïnstrumentaliseerde strijd om de macht tussen de verschillende sektarische groepen, die met elkaar wedijveren om politieke en economische voordelen onder de bezetting. Zij zijn erop uit de zeggenschap van het Iraakse volk te vernietigen door hen te verdrijven en aldus de lokale controle te verwerven over lucratieve gebieden en de aanwezige bronnen van rijkdom.

Hele streken werden aldus door een of andere militie gezuiverd van minderheden, waardoor de demografische samenstelling van gehele gebieden of buurten werd gewijzigd, vooral in Bagdad. Ondertussen worden die gebieden met hun bevolking en bestaansmiddelen door de collaborerende milities gecontroleerd. Sektarisme begint met de aanval op de minderheden en de zwakken, maar verspreidt zich snel over alle onderdelen van de samenleving, gezien iedere groep op een of andere plaats zowel minderheid als meerderheid kan zijn. De bezettingsmacht zelf verandert haar loyaliteiten zoals het haar uitkomt, want zij is alleen uit op alleen haar eigen belang en beschouwt zichzelf niet als permanent verbonden aan de agenda's van welke factie dan ook. Deze misdadige strategie zorgt voor een nooit eindigende cyclus van geweld, die alleen kan worden tegengehouden door het beëindigen van de oorzaak: de Amerikaanse bezetting. Het is nu al zover dat alle Irakezen zijn getroffen - alle geledingen van de Iraakse samenleving werden gedwongen te vluchten.

De bezettingsmacht gebruikt gewelddadige verdrijving als chantagemiddel, waarmee zij de bevolking terroriseert, de gastlanden destabiliseert en de rijkdommen van Irak plundert. Een resolutie van de VN-Veiligheidsraad integendeel, die de Iraakse staat ertoe verplicht een evenredig en rechtmatig aandeel van de Iraakse nationale rijkdom aan Iraakse vluchtelingen te te kennen, zou de doelstellingen van de bezetters zinloos maken en de sektarische krachten de voordelen ontnemen van de verdrijving van de bevolking omwille van de economische en politieke voordelen ervan. Het zou de hele tactiek van de gedwongen verplaatsing uithollen, omdat de slachtoffers hun wettelijk en rechtmatig aandeel in het nationaal inkomen zou worden gegarandeerd.

DE VERPLICHTING TOT HANDELEN: De VN-Veiligheidsraad, als het hoogste VN-orgaan, heeft de politieke, juridische en morele plicht en bevoegdheid om op te treden ter bescherming van de miljoenen ontheemde Irakezen. Volgens twee voormalige VN-adjunct-secretaris-generaals voldoen dertien jaar van rampzalige VN-sancties aan de definitie van genocide, op grond van het internationaal recht. De VN-Veiligheidsraad faalde jammerlijk in haar optreden ter bescherming van de staat en het volk van Irak, of in het veroordelen en afkeuren van hen die verantwoordelijk zijn voor een illegale agressieve oorlog tegen een lidstaat van de Verenigde Naties. Haar stilzwijgen over de verschrikkelijke menselijke en materiële prijs, betaald door de Irakezen sinds de illegale invasie door de VS in 2003, is niet alleen beschamend maar ook misdadig.

Een VN-resolutie over Iraakse vluchtelingen zou een einde maken aan de medeplichtigheid van de VN in deze misdaad, de illegaliteit en hypocrisie van de bezetting openlijk aantonen, alsook het barbaarse en onmenselijke karakter van het beleid van de VS in Irak sedert de illegale invasie in 2003. Als we het herstel willen van een vreedzame internationale orde, moet het Amerikaanse imperialisme worden bedwongen. Het bevordert overal sektarisme. Vervolgens maakt het misbruik van de benarde positie van de vluchtelingen als gevolg van sektarisch geweld. Zij verworden tot politiek instrument om zowel de landen van herkomst als de gastlanden te chanteren en te destabiliseren. Tenslotte gebruikt het de vele vluchtelingen als een rechtvaardiging voor "humanitaire" interventie, ongeacht de soevereiniteit van de staat, en blijft blind voor de enorme humanitaire crises die het zelf creëert door zijn eigen sektarische beleid.

Zoals aangetoond door de cijfers van het Hoge VN-Commissariaat voor de Vluchtelingen, weigeren de meeste ontheemde Irakezen te worden behandeld als vluchtelingen. Zij zien deze status immers als een de facto overwinning voor de bezettingsmacht en haar beleid van het verdrijven van de bevolking uit Irak en het ontnemen van zijn nationale rechten. Alle Irakezen weten dat de plannen van de bezettingsmacht compleet hebben gefaald en niet kunnen worden hersteld. Als Iraakse burgers weten ze dat zij zegging hebben over de hulpbronnen van Irak, nu en in de toekomst. Ze zijn zich verder collectief bewust van de dramatische situatie van hun Palestijnse zusters en broeders, wie, ondanks de garanties in verband met het onvervreemdbare recht van terugkeer van VN-resolutie 194, nu al bijna 60 jaar de terugkeer wordt ontzegd. Terwijl over hun rechten door sommigen wordt onderhandeld en anderen ze gebruiken als chantagemiddel, leven ze nog altijd noodgedwongen in kampen, afhankelijk van internationale hulp. Irakezen weigeren hun rechten in Irak te verliezen, of de vernedering te moeten accepteren als bedelaar te moeten leven, terwijl ze rechtmatig eigenaar zijn van een van de meest bronnenrijke landen in de wereld. Zij hopen dat Irak snel zal worden bevrijd, zodat ze veilig naar huis kunnen terugkeren.

Een hogervemelde resolutie van de VN-Veiligheidsraad zou tenslotte zowel de rechten van het Iraakse volk als de universele menselijke waarden beschermen en verdedigen. Het zou de permanente soevereiniteit van het Iraakse volk over hun nationale middelen bevestigen, en daardoor de belangrijkste doelen van agressieve imperialistische staten in de wielen rijden, nl. het dwingen van kleinere staatseconomieën, hun bevolking en bestaansmiddelen, om als militair instrument te fungeren. Het vasthouden aan de bedreigde superioriteit van het internationaal recht en de plicht tot bescherming van het menselijk leven boven de belangen van een particuliere of exclusieve staat, bedrijven of belanghebbende individuen, zou voor de mensheid wereldwijd een grootse overwinning betekenen.

Door de bescherming van de soevereine rechten van Irak en zijn bevolking nu en in de toekomst, zou een dergelijke VN-resolutie de feodale plaag van sektarische groeperingen veroordelen en de toekomst en het lot van de Iraakse burgers als leden van dezelfde staat en natie aan elkaar verbinden, door hen evenwaardig te laten profiteren van de verdeling van de nationale rijkdommen. Ondanks hun religieuze en culturele verschillen, zijn de Iraakse vluchtelingen allemaal burgers van Irak met beschermde rechten, en ze zijn met elkaar verbonden door het verleden, het heden en de toekomst van hun land, alsook door hun gemeenschappelijke situatie en lotsbestemming. Een VN-resolutie zoals hoger beschreven zou hen allen beschouwen en behandelen als gelijkwaardige burgers van een eenheidsstaat, vrij van alle vormen van discriminatie, hetzij etnisch, confessioneel of geslacht. Ze zou daarmee de weg effenen voor een gezonde basis voor de genezing van de wonden Irak als natie. Ze zou bovendien het concept van burgerschap - de basis van elke moderne staat - handhaven tegen de aanspraken in van het sektarische en feodale concept van identiteit zoals dat door de huidige dominerende stammen wordt gehuldigd. Het zou een preventieve actie zijn tegen de verdeel-en-heerspolitiek en het gebruik van etnische zuivering als een politiek instrument ter controle van de collectieve rijkdom van een volk.

Als ze zich wil herstellen van het hardnekkige falen om haar eigen juridisch charter na te leven om de bevolking van Irak en het land te beschermen, alsook de internationale vrede en stabiliteit, moet de VN-Veiligheidsraad een dergelijke resolutie ontwerpen en goedkeuren. Zulke resolutie verdedigt het beginsel van de gelijkheid voor de wet, de duurzame zeggenschap van de bevolking over haar nationale middelen, en het onvervreemdbare recht van vluchtelingen om terug te keren naar hun huizen. Dit geeft de VN-Veiligheidsraad de gelegenheid te breken met haar eeuwigdurende dubbele standaarden bij de realisatie van internationale rechtvaardigheid.

De Irakezen hebben een prijs betaald die elke verdediger van het menselijk leven en de menselijke waarden sprakeloos laat. De mensheid zou zich verantwoordelijk moeten voelen voor de bescherming van deze mensen in hun heldhaftige strijd voor nationale bevrijding, en onmiddellijk de nodige stappen moeten zetten voor de verdediging van hun rechten en hun soevereiniteit.

* De auteur is coördinator van het Iraakse Iinternationale Initiatief voor de vluchtelingen (www.3iii.org). Ze is lid van het adviescomité van het BRussells Tribunal.

Vertaling: Ria Hillewaert

http://www.brusselstribunal.org/OlieHana.htm