Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Opinie] "Het verzet erkennen als enige legitieme vertegenwoordiger van Irakese volk"

[Opinie] "Het verzet erkennen als enige legitieme vertegenwoordiger van Irakese volk"

In maart zal de vijfde verjaardag van de illegale invasie en bezetting van Irak – een bezetting die niets opbrengt, haar doel voorbij schiet en nog altijd een regen van geweld op het Irakese volk doet neerdalen – herdacht worden met demonstraties in talloze steden over de gehele wereld. De oorlog in Irak blijft maar aanhouden met een gruwelijke wreedheid: het Pentagon erkent dat het de luchtaanvallen in 2007 zesvoudig heeft verhoogd. In het afgelopen jaar is het aantal onder Amerikaans gezag gearresteerde Irakezen verdubbeld. Volgens de Irakese Vereniging van gedetineerden en gevangenen, zitten meer dan 400.000 Irakezen, waaronder duizenden vrouwen en kinderen, gevangen en opgesloten in 36 Amerikaanse en Irakese detentiecentra.

logo_iaon.gif

De VS blijft de belangrijkste bezettingsmacht in Irak sinds de illegale invasie van 2003. In het begin van 2007 heeft president Bush de uitzeinding van nog maar eens 30.000 Amerikaanse soldaten bevolen, de meesten in Bagdad. Op dit moment zijn in Irak 158.000 Amerikaanse soldaten gestationeerd, een aantal dat volgens het Amerikaanse militaire bevel in de komende maanden niet kan worden verminderd. Daarnaast zijn er troepen uit verscheidene andere landen aanwezig en tienduizenden huurlingen die opereren buiten de controle van eender welke rechtsstaat. De Verenigde Staten erkennen officieel de dood van bijna 4.000 Amerikaanse soldaten in Irak, waarvan 82 procent in de strijd. Het aantal gesneuvelde soldaten was in de laatste maanden van 2007 weliswaar verminderd, maar in januari en februari 2008 hebben de Verenigde Staten opnieuw gemiddeld meer dan een soldaat per dag verloren in de aanvallen van het Irakese verzet.

Volgens de gegevens van het Amerikaanse Congres, bedragen de maandelijkse kosten van de oorlog in Irak 12 miljard dollars(meer dan acht miljard euro’s). Die worden deels betaald met de opbrengst van de Irakese olie-uitvoer, die in januari 2008 werd geraamd op 2,1 miljoen vaten per dag. Tot dusver heeft de regering van de VS 490 miljard dollars gespendeerd aan de oorlog in Irak. Een rapport uit november 2007 van de Gemengde Commissie van het Congres raamt de totale economische kost voor de periode van 2002 tot 2008 op 1,3 biljoen dollars (bijna een biljoen euro’s). Maar volgens een recente studie van de Nobelprijswinnaar voor de economie 2001, Joseph E. Stiglitz , heeft de oorlog in Irak al 3 biljoen dollar gekost. Dat is een 3 met 12 nullen! In de Washington Post van 9 maart 2008 schrijft Stiglitz: "Er bestaat niet iets als een gratis lunch, en er bestaat evenmin iets als een gratis oorlog. Het Irakese avontuur heeft de economie van de VS ernstig verzwakt, en haar ellende gaat veel verder dan een aantal losse hypothecaire leningen. Men kan geen 3 biljoen dollars uitgeven - ja, 3 biljoen! – aan een mislukte oorlog in het buitenland en de pijn thuis niet voelen."


En dit is de balans voor het Irakese volk

Om Irak te overheersen heeft de bezettingsmacht de Irakese instellingen ontmanteld en de Irakese samenleving blootgesteld aan extreem geweld en verarming. In samenwerking met en onder bescherming van de bezettingsmacht en naburige regimes werden maffia-achtige organisaties, gerund door criminelen, opgericht die de etnische en sektarische strijd aanwakkerden. Bijna een kwart van de Irakese bevolking is gedood of gevlucht na het begin van de bezetting en als gevolg ervan.

Na vijf jaar bezetting bevestigen alle gegevens van VN-organisaties en onafhankelijke instellingen dat de dagelijkse leefsituatie van het Irakese volk catastrofaal is:

-- 43 procent van de Irakezen leeft in extreme armoede met minder dan een dollar per dag; 60-70 procent van de beroepsbevolking is werkloos. In Irak hebben meer dan zes miljoen mensen dringende humanitaire hulp nodig, onder wie vier miljoen mensen afhankelijk van dringende voedselhulp - tweemaal het aantal van 2004. Slechts 60 procent van de Irakezen heeft toegang tot voedselrantsoenen van de overheid, terwijl deze behoefte voor de invasie totaal gedekt was. Onder druk van de Wereldbank heeft de regering van Irak verklaard dat ze het rantsoenensysteem, evenals de subsidies voor brandstof, in juni zou afschaffen.

-- Het aantal ondervoede kinderen is exponentieel toegenomen tijdens de jaren van de bezetting: de helft van de Irakese kinderen onder de vijf jaar is ondervoed; het aantal kinderen met een te laag geboortegewicht is verdrievoudigd tot 11 procent van de Irakese zuigelingen.

-- 70 procent van de bevolking moet het stellen zonder veilig drinkwater en 80 procent beschikt niet over elementaire sanitaire voorzieningen; de cholera raast nu over de helft van de 18 provincies van het land.

-- 2000 Irakese artsen zijn gedood - de meesten onder hen vermoord - en de helft van de 34.000 geregistreerde artsen heeft het land al in 2003 verlaten. Van de 180 grote Irakese ziekenhuizen, heeft 90 procent gebrek aan essentiële voorzieningen. Onder de controle van Moqtada Al-Sadr is het ministerie van Volksgezondheid totaal gecorrumeerd en verschillende ziekenhuizen zijn omgebouwd tot geheime detentiecentra in de handen van de doodseskaders, waar foltering en moord endemisch zijn.

-- De combinatie van ondervoeding en gebrek aan drinkwater, met de verslechtering van de sanitaire omstandigheden, plaatst Irak bij de 60 landen in de wereld met de hoogste cijfers voor zuigelingensterfte, sterfte van kinderen onder de vijf jaar, en sterfte van moeders.

-- Meer dan 800.000 leerlingen (22 procent) zijn gestopt met de basisschool en slechts de helft van zij die ze hebben beëindigd zetten hun opleiding voort. Meer dan 220.000 vluchtelingenkinderen in de buurlanden hebben zelfs geen recht op onderwijs.

-- Ten minste 300 docenten en professoren van universiteiten overal in Irak, over alle academische disciplines heen, zijn gedood in systematische moordcampagnes. De milities van berekende politici met banden met de bezettingsmacht hebben het sektarisme in de universiteiten binnen gebracht en er scheiding van de seksen en fundamentalistische islamitische kledingcodes opgelegd.

-- In heel Irak, met inbegrip van Bagdad, beperkt de levering van elektriciteit zich tot twee uur per dag. Er is geen gecentraliseerde controle over de olieproductie, en door de massale plundering en corruptie, moet Irak brandstof invoeren voor transport en huishoudelijk gebruik, terwijl de plaatselijke maffiakrachten miljoenenwinsten opstrijken door smokkel.

-- Alle openbare diensten zijn ingestort. Reeds in 2006 had 40 procent van het Irakese geschoold personeel het land verlaten.

De Amerikaanse propaganda over de wederopbouw van het land is een bittere leugen. De internationale gemeenschap zwijgt in alle talen over de corruptie in alle sectoren en op alle niveaus. Op gebied van corruptie is Irak nu het derde slechtste land op de wereld. Men zwijgt ook over de explosieve toename van de plaatselijke maffia en over de gerichte moord op en/of verdwijning van de technisch goed opgeleide Irakese bevolking. Per augustus 2007 had de regering van Nuri Al-Maliki slechts 4,4 procent van de begroting van dat jaar besteed. In januari 2008 werd de export van Irakese olie geraamd op 2,1 miljoen vaten per dag, een half miljoen per dag minder dan onder het verwoestende regime van de economische sancties dat aan de invasie vooraf ging.


Een miljoen Irakese doden en vijf miljoen Irakese vluchtelingen en ontheemden

Het Britse bedrijf Opinion Business Research (ORB) publiceerde in januari 2008 een nieuwe studie over de situatie, in samenwerking met het Independent Institute for Administration and Civil Society Studies (IIACSS), een onafhankelijke Irakese instelling. Volgens deze studie zijn sinds het begin van de bezetting naar schatting meer dan een miljoen Irakezen gedood, een cijfer dat 10 keer hoger ligt dan de officiële cijfers. De nieuwe studie bevestigt de vaststellingen van twee eerdere studies door de Bloomberg School of Public Health aan de John Hopkins University, USA, en gepubliceerd in het medische tijdschrift de Lancet, waarvan de bezetters en hun bondgenoten de resultaten hebben geprobeerd in diskrediet te brengen. Alle studies wijzen de acties van de bezettingsmacht aan als de belangrijkste oorzaak van gewelddadige dood in Irak, zowel in absolute als in relatieve termen.

Behalve de meer dan 1 miljoen doden heeft de Amerikaanse bezetting van Irak de grootste en snelst groeiende wereldwijde vluchtelingencrisis in periode na de Tweede Wereldoorlog veroorzaakt, inbegrepen de Palestijnse uittocht en de genocide in Rwanda. In cijfers uitgedrukt staat Irak als eerste op de wereldlijst, nog boven Colombia. Tenminste 2,5 miljoen Irakezen zijn ontheemden in eigen land - 2000 per dag – en daar bovenop verblijven nog 2,2 miljoen vluchtelingen in de buurlanden, vooral in Syrië. Hun aanwezigheid oefent een druk uit op de bestaansmiddelen van het gastland, die onvermijdelijk tot spanningen moet leiden.

De oorzaken van de uittocht van de Irakese bevolking overlappen elkaar: massale militaire operaties door de bezettingsmacht en de systematische vernietiging van de infrastructuur; de verslechtering van de basale leefomstandigheden als gevolg van de vernietiging van de staat; ongebreidelde corruptie en de versterking van de plaatselijke maffia; sektarisch geweld vanaf 2005 op aanstoken van de veiligheidsdiensten, milities en doodseskaders die verbonden zijn met allerlei machtsgroepen, met inbegrip van de Irakese regering, en dit onder de aanmoediging - of op zijn minst toestemming - van de bezettingsmacht.

Een ander gevolg van de bezetting is de aanwezigheid van Al-Qaida in Irak, die de maatschappelijke onrust en sociale achteruitgang ondersteunt en de Irakese anti-bezettingsbeweging in diskrediet brengt. Willekeurige aanvallen door Al-Qaeda, uitvergroot door de media maar onbelangrijk in de totale omvang van het geweld dat Irak als geheel teistert, zijn gericht tegen het Irakese volk zelf en worden gebruikt als rechtvaardiging voor het verlenging van de bezetting en de oorlog.

De Irakese Rode Halve Maan heeft gemeld dat de uitbreiding van de Amerikaanse troepen en de intensivering van de oorlog gedurende 2007 - vooral in Bagdad - het aantal ontheemden in dat jaar heeft verdubbeld in vergelijking met voorgaande jaren. Per maand werden 100.000 nieuwe vluchtelingen gecreëerd! Het hoogtepunt van de sektarische logica, die door de bezetters wordt in de armen genomen, is de bouw van muren rond hele wijken in Bagdad en elders door Amerikaanse troepen, samen met grootscheepse terreurcampagnes tegen hele wijken en steden, met inbegrip van de operatie in Mosul in februari 2008.


Om de weerstand te breken wordt de Irakese samenleving vernietigd

Ook de regimes van sommige buurlanden (Israël, Iran, Saudi-Arabië ...) hebben belang bij en zijn medeplichtig aan de strategische vernietiging van Irak, en hebben daartoe het sektarisch geweld in Irak aangemoedigd. Maar het is de bezetter die de absolute eindverantwoordelijkheid draagt voor het geweld dat het land uitgemergeld heeft en beproefd. De bezetters hebben immers het oude koloniale model, namelijk de verdeling van de macht langs confessionele lijnen, opgelegd en dat leidt onvermijdelijk tot sektarisme.

De VS hebben geprofiteerd van het sektarisch geweld dat ze zelf hebben aangestookt om de sociale basis van de weerstand tegen de bezetting te vernielen en om de geschoolde lagen van de Irakese bevolking – net diegenen die in staat zijn een soeverein, verenigd, inclusief en democratisch Irak op te bouwen en te beheren - te vernietigen. Onder het mom van het “vermijden van burgeroorlog" en "de strijd tegen het terrorisme" blijven de VS hun aanwezigheid in Irak hardnekkig rechtvaardigen.

De vernieling van de instellingen, de wijdverbreide verarming en sociale desintegratie zijn echter juist de brandstof voor de uitbreiding van de achterlijke en sektarische krachten, die hun toevlucht hebben genomen tot terreur om het land te controleren en te versnipperen. Ondertussen breken nieuwe wetten de juridische eenheid van Irak, gooien het concept van burgerschap op de schroothoop en brengen de wetgeving onder het gezag van de religie. Op die wijze lijkt de opdeling van Irak onvermijdelijk, en daarmee wordt de strategische doelstelling van het extreme geweld waaraan het land ten prooi valt en blijft overduidelijk.

Achter dit alles zit immers de controle over de olie . De nieuwe Irakese grondwet – in 2005 op frauduleuze wijze erdoor gejaagd – heeft de burgerlijke en economische rechten terug gedraaid en is vooruitgelopen op de te verwachten nieuwe Wet op de Koolwaterstoffen. Deze is goedgekeurd in 2007 door de Irakese regering en in afwachting van ratificatie door het parlement. Deze wet is geschreven door technische deskundigen aangeduid door de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, samen met negen internationale oliemaatschappijen, en vervolgens goedgekeurd door het IMF, al vóór ze in handen kwam van de collaborateurs in de door de VS beschermde Groene Zone. De Wet op de Koolwaterstoffen bevestigt de nietigverklaring van het juridische kader van de staat Irak, sanctioneert het lokale beheer van de oliebronnen die nog niet zijn aangeboord (78 procent van alle reserves, meer dan 111.000 barrels) en opent de deur naar privatisering dankzij zogenaamde Productiedelende Overeenkomsten (PSA) waarvoor al 70 internationale bedrijven staan te dringen, met inbegrip van het Spaanse Repsol YPF.

In 2008 willen de Amerikaanse regering en haar feodale Irakese medewerkers een overeenkomst sluiten ter vervanging van de door hen veronderstelde legitimiteit van de bezetting, die echter in strijd is met de verantwoordelijkheden van staten onder het internationaal recht volgens de Veiligheidsraad van de VN in 2004. Deze overeenkomst, die een kader voor bilaterale betrekkingen institutionaliseert, zou gebaseerd zijn op een document ondertekend op 26 november 2007 door de Amerikaanse president en zijn pro-VS Irakese tegenhanger. Zij zou een expliciete toezegging vermelden van de VS om de veiligheid in Irak te verzekeren - door middel van permanente militaire bases - in ruil voor voordelen voor de Amerikaanse bedrijven die in het land investeren, met name in de sector van de koolwaterstoffen.

Maar de sektarische logica die de regering-Bush oplegde vanaf het allereerste begin van de bezetting is nu voor de VS een dilemma geworden: men moet nu beslissen over het accepteren van Iran als partner in een gedwongen akkoord over Irak. De Amerikaanse pogingen om de bezetting te normaliseren hingen immers af van de erkenning en promotie, bij de overheid en in het Irakese parlement, van religieuze Shiitische milities geallieerd met Iran. In 2007 hielden de Verenigde Staten en Iran drie bilaterale bijeenkomsten over Irak, de eerste rechtstreekse ontmoetingen tussen hen sinds het afbreken van de diplomatieke betrekkingen in 1977 en in een crisismoment over het kernprogramma van Iran. Deze vergaderingen verleenden Iran de rang van de partnerland in de toekomst van Irak, ondersteunden een staatsgreep voor het Iraanse regime en betekenden een eerste stap in de richting van de erkenning van zijn rol als opkomende regionale macht. Het Iraanse regime was plichtsgetrouw de eerste in het erkennen van de instellingen die samenwerken met de bezetters, en dit werd onlangs duidelijk door het bezoek van de Iranese president Mahmoud Ahmadinejad aan Bagdad.


Verbintenis aan de Irakese bevolking

Niets is meer in strijd met de aspiraties van het Irakese volk – dat worstelt om de soevereiniteit te herstellen en de democratie weer op te bouwen, gebaseerd op burgerschap, burgerrechten en het sociale beheer van de Irakese bronnen - dan deze logica van een gemeenschappelijk bewind door een verslagen bezettingsmacht, naburige regimes die klaar staan om Irak op te delen als buit van een illegale oorlog, en de samenwerkende lokale oligarchie - corrupt, reactionair en crimineel - die ontstond met en uit de invasie.

Op de vijfde verjaardag van de invasie van Irak zou de internationale solidariteit het populaire, politieke en gewapende Irakese verzet expliciet moeten ondersteunen. Dit streeft er niet alleen naar Irak te bevrijden van de bezetting van Irak en van alle vormen van buitenlandse overheersing, maar belichaamt ook het project om een autonoom democratisch Irak bestuur te vormen en de sociale ontwikkeling van het land langs niet-sektarische lijnen weder op te bouwen.

Daarom heeft de Spaanse Campagne tegen de bezetting en voor de soevereiniteit van Irak (CEOSI) zijn solidariteit betuigd met de standpunten van het Nationalistisch en Islamitisch Patriottisch Front en haar militaire vleugel, het Hoge Commando voor de Strijd en de Bevrijding van Irak, opgericht in oktober vorig jaar, als uiting van steun voor het proces van samenhang en coördinatie tussen de verschillende stromingen van het Irakese verzet die deze beginselen delen.

Samen met organisaties in de VS en Europa, met inbegrip van het Internationale Anti-Bezettings Netwerk, is het CEOSI van mening dat het essentieel is dat de wereldwijde anti-oorlogsbeweging het Irakese verzet internationaal erkent als de enige legitieme en wettelijke vertegenwoordiger van het Irakese volk. Het steunt bovendien de eis tot totale en onvoorwaardelijke terugtrekking van alle bezettingstroepen op basis van rechtstreekse onderhandelingen tussen het verzet en de Verenigde Staten. Dit is de enige manier om een integraal heropbouwproces mogelijk te maken en een einde te maken aan het geweld en het lijden van het Irakese volk.


http://www.brusselstribunal.org/Messages190308.htm#CEOSINL