Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Opinie] De noodzakelijke dialoog

[Opinie] De noodzakelijke dialoog

Over de incidenten in Anderlecht en de processen tegen Dyab Abou Jahjah en de vrijwilligers voor Irak.

Op 7, 8 en 9 november 1997 braken rellen uit in de Anderlechtse wijk Cureghem nadat de rijkswacht er een vermoedelijke drugdealer doodschoot. Elf jaar later, alle veiligheidscontracten en beloften voor "een betere integratie van de migrantenjongeren" ten spijt, lijkt er weinig veranderd. De voorbije weken werden we opgeschrikt door de agressie in Anderlecht tegen bussen van De Lijn en door schoten met een luchtkarabijn op twee politiewagens. Meer nog dan de incidenten zelf, deed de vrijlating van de drie Anderlechtse jongeren, die waren opgepakt na afloop van het schietincident en één nacht in de cel doorbrachten, de gemoederen hoog oplopen. Er volgden protesten van de politievakbond, debatten in gastprogramma’s, editorialen in de kranten over de ‘koningen van de straat’. En interpellaties in de Kamercommissie Justitie vanwege SPa (Landuyt) over CD&V (Doomst) tot Vlaams Belang (Laeremans).

Dat de onderzoeksrechter had geoordeeld dat de betrokken jongeren geen enkel aandeel hadden in de schietpartij, geen strafregister hadden, dat ze een ‘sociaal stabiele situatie hadden en werkten of naar school gingen’, en alleen beschuldigd konden worden van weerspannigheid en dus niet aangehouden konden worden, veranderde niets aan de zaak. Laeremans vroeg om ‘een grote kuis in Anderlecht’, om ‘een tuchtprocedure tegen de magistraat die de vrijlating had bevolen’. Doomst vond dat jonge delinkwenten ‘te snel worden vrijgelaten’. Landuyt noemde Anderlecht ‘een zwarte criminele vlek’ en de procureurs ‘bij momenten de beste advocaten van de straatcriminelen, en meer bezorgd om een komma in een wettektst dan over operationeel gedrag.’

Op zijn zachtst gezegd een kwalijke ontwikkeling op het vlak van de scheiding der machten. Wat de inhoud betreft luidt de remedie voor eender welk probleem dat aan de oppervlakte komt, altijd onverdeeld en eenduidig : « oppakken en opsluiten ». En natuurlijk is er bij sommigen ook steeds de sociale noot voor ‘een globale preventieve aanpak, met het opbouwwerk, de straathoekwerkers, de scholen’. Alleen weten de jongeren zeer goed dat al die initiatieven allemaal in hetzelfde repressieve kader passen en geen hoger doel hebben dan : zorgen dat de veiligheid gegarandeerd is.

De vaststelling blijft: de kloof en het onbegrip tussen de gemeenschap van migrantenorigine en ons wordt alsmaar groter. Terwijl drie minsters in Congo gaan uitleggen hoe het allemaal zou moeten, terwijl we vliegtuigen en troepen naar Afghanistan sturen om daar de democratie op te leggen, terwijl wij eisen van de Chinese regering dat ze een dialoog aangaan met rebellerende Tibetanen, zijn we niet capabel om de problemen van de minderheden in eigen land aan een oplossing te helpen en hier een echte dialoog te organiseren.

Eén element van de onoplosbaarheid van de huidige problemen is dat men aan de jongeren iedere zelfstandige organisatie, iedere eigen weg en autonoom zoeken naar een betere en rechtvaardige wereld ontzegt en criminaliseert. In de mate dat men militant politieke bewegingen, sociaal verzet, spontane reacties om de gemeenschap te verdedigen, vernietigt, en dus ook mogelijke positieve rolmodellen uitschakelt, zal onder de jongeren ook het negatieve of delinkwent gedrag in de volkswijken blijven en zelfs toenemen.

De nooit geziene criminalisering en diabolisering van de Arabisch Europese Liga (AEL) en zijn voorman Dyab Abou Jahja in de periode 2002-2003 zijn tekenend. Perscampagnes, interpellaties in het parlement en verklaringen van de regering voor hun verbod, opsluiting en gerechtelijke vervolging hebben deze niet-religieuze, militante organisatie zo goed als met de grond gelijkgemaakt. Vijf jaar na spontane incidenten na de moord op een islamleraar in Borgerhout werd Dyab Abou Jahjah uit Libanon teruggehaald en samen met Ahmed A. op 21 december 2007 veroordeeld tot een jaar effectieve gevangenisstraf en 5000 euro schadevergoeding. Op 26 mei komt dit proces voor in beroep.

Voor het hof van beroep te Brussel loopt dezer dagen ook het proces tegen ‘de vrijwilligers voor Irak’. In de periode 2004-2005 vertrokken enkele jongeren uit Brusselse volkswijken naar Irak om er militair het Irakese verzet te helpen bij zijn strijd tegen de Amerikaanse bezetters. Voor die daad kreeg Younes, die zijn been verloor in de strijd om Fallujah, er van het Belgische gerecht vijf jaar gevangenisstraf bovenop. Bilal, die de organisator zou zijn van het sturen van de vrijwilligers, kreeg tien jaar effectieve gevangenisstraf en zit nog altijd in de cel. Noch in het geval van de AEL, noch in het geval van de vrijwilligers voor Irak is er geluisterd of een poging gedaan om te begrijpen en te verstaan.

Nu we toch ‘mei 68’ herdenken is het misschien goed in herinnering te brengen wat er toen met de Black Panther Party (BPP) is gebeurd. En wat de band is met de delinkwentie in de wijken. Geronimo Pratt, een leider van de Panthers die 27 jaar in de gevangenis zat, verklaarde hierover : "De aanval op de leiding van de BPP begon op het eind van de jaren zestig en in het begin van de jaren 70. Voor de opgroeiende generatie in de zwarte en andere onderdrukte gemeenschappen veranderden toen ook de rolmodellen. In onze plaats kwamen de pooiers, de drugdealers, de gangs, de ‘gangstermentaliteit’,… helemaal het tegengestelde van de progressieve en revolutionaire cultuur die wij aan de jongeren boden. De overheid wist dat die jongeren in de wijken heel wat respect voor ons hadden, omdat we nooit verraad hebben gepleegd, omdat we principes hadden. Maar de regering verkoos de anderen boven mensen als wij die basisprincipes van bevrijding en humanisme uitdroegen voor alle volkeren. We bleven in de gevangenis omdat ze wisten dat mensen zoals ik de straat zouden intrekken en de waarheid zouden vertellen aan die jongeren. Door de uitschakeling van correcte rolmodellen, door ons in de gevangenissen te stoppen en te vermoorden, waren de jongeren overgeleverd aan waar de regering hen eigenlijk wou hebben". (Heike Kleffner, interview with Geronimo Pratt and Mumia Abu-Jamal, Race and Class, 1993).