Jan Hertogen30 september 2008 – 21:06

”Bij 1.700 leerlingen in het derde jaar BSO en het zesde jaar BSO werd dezelfde lees- en schrijftoets afgenomen. Het ging om taken die ze moeten kunnen uitvoeren om in het maatschappelijk leven volwaardig te functioneren. De leerlingen van het zesde jaar scoorden op de toets nauwelijks beter dan de leerlingen van het derde jaar BSO” zo wordt in De Standaard van 30/09/2008 gemeld. De conclusie van de onderzoekers klinkt keihard: “De groei van de functionele geletterdheid valt dus tussen het derde en het zesde jaar nagenoeg stil.”

Met evenveel recht en en meer redenen zouden zij kunnen concluderen dat het niveau van het 3de jaar BSO nu al op het niveau ligt van het 6de jaar beroeps, dus dat er een enorme progressie gebeurd is van de nieuwe leerlingen tot en met het 3de jaar beroeps. De huidige 6de jaars beroeps schieten evenwel, zoals in het verleden, nog tekort maar er dient zich de komende jaren grondige beterschap aan, mede door de inzet van de leerkrachten, de studenten en hun ouders.

Moesten de onderzoekers drie jaar geleden het niveau onderzocht van dezelfde groep BSO-ers die nu in het 6de jaar bevraagd zijn, en moest geen enkele evolutie vastgesteld zijn dat kon de conclusie “De groei van de functionele geletterdheid valt dus tussen het derde en het zesde jaar nagenoeg stil” enigszins plausibel zijn. Maar zij vergelijken de huidige 6de jaars met een nieuwe generatie 3de jaars en zo wordt de indruk gewekt dat de huidige leerkrachten, studenten en hun ouders geen enkele meerwaarde gecreëerd hebben in het 4de, 5de en 6de leerjaar beroeps de laatste drie jaar. Er bestaat evenwel geen enkele basis om tot deze negativistische conclusie te komen.

Met meer redenen kan men stellen dat er zich op enkele jaren tijd een wisseling van publiek voordoet die al een inhaalbeweging van 3 secundaire jaren realiseert. De komende generaties zullen bij gelijk beleid met een hogere schrijf- en leesvaardigheid in het 6de Beroeps toekomen en meer dan vroeger in het 7de jaar Beroeps secundaire afgestudeerden afleveren, die het beste doen veronderstellen voor de tewerkstellingskansen van deze groep. De implementatie en het doortrekken van de begeleiding die werd opgezet in het basisonderwijs en de eerste 2 graden van het Beroepssecundair onderwijs naar het hoger beroepsonderwijs, met specifieke aandacht voor schrijven en spreken, is daarbij, zoals ook de KUL-onderzoekers concluderen, de aangewezen weg.

Jan Hertogen, socioloog