Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

De economische depressie, gezien vanuit een lange termijnperspectief

De economische depressie, gezien vanuit een lange termijnperspectief

De depressie is begonnen. Journalisten blijven braaf aan economisten vragen of er al dan niet een recessie aankomt. Geloof ze maar niet. We staan nu al aan het begin van een wereldwijde depressie, met bijna overal aanzienlijke werkloosheid. Die depressie kan de vorm aannemen van een klassieke nominale deflatie, met alle gevolgen van dien voor de bevolking. Of ze kan de vorm aannemen van een op hol geslagen inflatie, wat gewoon een andere manier is waarop waarde ontsnapt, en die voor de gewone mensen nog erger is.

Immanuel_Wallerstein.2008.jpg

(foto wikimedia)

Iedereen wil natuurlijk weten wat de oorzaak is van deze depressie. Zijn het de derivatives - door Warren Buffet ook wel “finaciële massavernietigingswapens” genoemd? Of zijn het de subprime mortgages? Of de oliespeculanten? Dit spelletje vingertje wijzen is in feite niet interessant. Het richt z'n aandacht op wat Fernand Braudel het stof van de korte termijn noemde. Als we willen weten wat er gaande is, moeten we naar twee temporaliteiten kijken die veel onthullender zijn: de cyclische bewegingen op middellange termijn, en de structurele trends op lange termijn.

De kapitalistische wereld-economie kent al minstens enkele honderden jaren twee belangrijke vormen van cyclische bewegingen. Ten eerste de zogenaamde Kondratieff-cycli, die historisch gezien zo'n 50 à 60 jaar duurden. Ten tweede de hegemonische cycli, die veel langer zijn.

Wat de hegemonische cycli betreft: de VS begonnen mee te dingen naar de hegemonie vanaf 1873, veroverden de volle hegemonie in 1945, en zijn sinds de jaren 70 langzaam op hun retour. De waanzin van Bush heeft die trage neergang in een stroomversnelling gebracht. Zelfs de schijn van VS-hegemonie hebben we nu achter ons gelaten. We zijn, zoals in zo'n geval normaal is, binnengetreden in een multipolaire wereld. De VS blijven een grote macht, misschien wel de grootste, maar ze zullen in de komende decennia in verhouding tot de andere machten steeds meer verzwakken. Daar valt weinig aan te doen.

De Konrdatieff-cycli hebben een ander timing. De wereld kroop in 1945 uit de vorige Kondratieff B-fase, en beleefde vervolgens de sterkste opwaartse A-fase uit de geschiedenis van het moderne wereld-systeem. Die bereikte haar hoogtepunt rond 1967-73, en zette toen haar neergang in. Die neerwaartse B-fase duurt nu al veel langer dan vorige B-fases, en we zitten er nog steeds in.

De kenmerken van een Kondratieff B-fase zijn bekend en komen overeen met wat de wereld sinds de jaren 70 meemaakt. De winstmarges op productieve activiteiten dalen, vooral in het type productie dat voorheen het meest winstgevend was. Het gevolg is dat kapitalisten die echt hoge winsten willen zich in de financiële arena begeven, om er zich bezig te houden met wat in feite neerkomt op speculatie. Productieve activiteiten, om toch maar niet té onwinstgevend te worden, wijken uit van de kernzones van het wereld-systeem naar zones waar de personeelskosten lager zijn. Dat is waarom er jobs verdwijnen in Detroit, Essen en Nagoya, en fabrieken uitbreiden in China, Indië en Brazilië.

Wat speculatieve luchtbellen betreft: er zijn altijd mensen die daar veel geld aan verdienen. Maar vroeg of laat komt er altijd een moment waarop zulke speculatieve luchtbellen barsten. Als je wil weten waarom de huidige Kondratieff B-fase zo lang heeft geduurd, dat is omdat de powers that be - de Amerikaanse schatkist, de Federal Reserve, hun evenknieën in West-Europa en Japan, het Internationaal Monetair Fonds – regelmatig en stevig in de markt hebben ingegrepen om de wereld-economie te stutten: in 1987 (beurscrisis), 1989 (spaar-en-kreditecrisis), 1997 (de Oost-Aziatische crisis), 1998 (het wanbeheer van Long Term Capital Management), 2001-2002 (Enron). Ze hadden lessen getrokken uit de vorige Kondratieff B-fases, en ze dachten dat ze het systeem konden verslaan. Maar daaraan zijn intrinsieke grenzen. Die hebben we nu bereikt, zoals Henry Paulson en Ben Barnake tot hun spijt en wellicht zelfs verbazing moeten vaststellen. Deze keer zal het niet zo makkelijk zijn, en wellicht zelfs onmogelijk, om het ergste af te wenden.

In het verleden kroop de wereld-economie na een depressie steeds weer uit het slop, dank zij innovaties die een tijd lang min of meer gemonopoliseerd konden worden. Als mensen nu voorspellen dat de beurzen wel weer zullen stijgen, dan is dat omdat ze denken dat dit ook deze keer zal gebeuren, net als in het verleden, eens alle schade door de bevolking is opgevangen. En misschien zal dat binnen een paar jaar ook effectief gebeuren.

Er is echter iets nieuws dat stokken in de wielen zou kunnen steken van dit cyclische patroon dat het kapitalistische systeem al 500 jaar kenmerkt. De structurele trends zouden de cyclische patronen kunnen verstoren. De fundamentele structurele tendensen van het kapitalisme als wereld-systeem laten zich op een grafiek weergeven als een opwaarts bewegend equilibrium. Het probleem is dat – zoals bij elk structureel evenwicht in elk systeem – de kurves na verloop van tijd geneigd zijn om zo ver af te wijken van het evenwichtspunt dat het onmogelijk wordt om ze nog terug in evenwicht te brengen.

Waarom is het systeem zo uit z'n evenwicht geraakt? Heel kort gesteld: omdat op 500 jaar tijd de drie fundamentele kosten van kapitalistische productie – personeel, inputs en belastingen – gestaag een steeds groter percentage van de mogelijke verkoopprijs zijn gaan vertegenwoordigen, zozeer dat het vandaag onmogelijk is geworden om nog de grote winsten uit quasi-gemonopoloseerde productie te halen die steeds de basis zijn geweest voor significante kapitaalaccumulatie. Dat is niet omdat het kapitalisme plots faalt om te doen waar het goed in is. Het is precies omdat het dat zo goed heeft gedaan dat het uiteindelijk z'n eigen basis voor verdere accumulatie heeft ondermijnd.

Als we zo'n punt bereiken komt het systeem op een tweesprong (een bifurcatie, om de taal van de complexiteitsstudies te bezigen). Het onmiddellijke gevolg is een sterke chaotische turbulentie, zoals ons wereld-systeem nu meemaakt, wat misschien nog zo'n 20 tot 50 jaar zal duren. Terwijl iedereen duwt en trekt in allerlei richtingen waarvan we denken dat ze op korte termijn voor ons het beste zijn, ontstaat uit de choas een nieuwe orde. Die kan twee alternatieve, zeer verschillende richtingen uit gaan.

We kunnen met zekerheid voorspellen dat het huidige systeem niet kan overleven. Wat we niet kunnen voorspellen is welke nieuwe orde er voor in de plaast zal komen, want dat zal het resultaat zijn van een schier oneindig aantal individuele vormen van druk. Maar vroeg of laat zal er een nieuw systeem geïnstalleerd worden. Het zal geen kapitalistisch systeem zijn, maar het zal ofwel veel slechter (nóg meer polariserend en hiërarchisch) ofwel veel beter (relatief democratisch en egalitair) zijn. De keuze van dat nieuwe systeem vormt de belangrijkste wereldwijde politieke strijd van onze tijd.

Wat onze vooruitzichten op korte en middellange termijn betreft: het is duidelijk wat overal aan het gebeuren is. De wereld wordt protectionistischer (vergeet de zogenaamde globalisering). De directe rol van de overheid in de productie wordt groter. Zelfs de VS en Groot-Brittanië zijn bezig banken en stervende grote industrieën gedeeltelijk te nationaliseren. We treden een fase van populistische, door regeringen geleide herverdeling binnen die zowel een links-van-het-centrum sociaaldemocratische als een extreemrechtse autoritaire vorm kan aannemen. En we betreden een fase waarin in elk land het sociaal conflict acuter zal worden, vermits iedereen strijdt om dezelfde, kleinere taart. Op korte termijn is dat, alles bij elkaar, geen leuk vooruitzicht.

(Uit het Engels vertaald door Marc-Antoon De Schryver. De oorspronkelijke tekst vind je hier).

depressie

Een optimistisch vooruitzicht is ook mogelijk: Alleen het socialisme biedt een toekomst. De discussie moet gaan over het hoe en wat. Het valt op dat er in alle maanden dat de depressie en de crisis zich aandienen er niet gesproken wordt over een socialistische oplossing. Toch is dat nodig.
Lees: Socialistisch Manifest
Zie: www.nieuwsocialisme.nl

De economische depressie, gezien vanuit een lange termijnperspec

Het probleem met dit soort intellectuele beschrijvingen is dat het bijzonder lastig is om uit het tijdsverloop een daadwerkelijk significante trend te destilleren. Er zijn te weinig curven om statistisch verantwoord een regel te formuleren (de populatie is erg klein). Bovendien zijn de perioden niet vergelijkbaar (de populatie is niet identiek). Het gevolg is dat "wetenschappelijke" met "niet-wetenschappelijke" aannames worden gecombineerd. Dat is eigen aan gamma wetenschappen als economie. Als de lezer naar buiten kijkt, dan ziet hij dat het flink regent. Als er dan nog een wetenschappelijke uitleg bij wordt geplaatst waarom het zo zwaar regent (om het even wat de uitleg is), dan is dat voor de lezer een emotionele bevestiging van de waarheidswaarde van de uitleg. Vervolgens komt daarbij de sociologie kijken, mogelijk in de vorm van een selffulfilling prophecy. In 1994 zat Engeland in de financiële problemen. In een panel gesprek werd toen door deskundigen met gezaghebbende toon benadrukt dat wij van het westen eraan moesten leren wennen dat er geen economische groei meer zou zijn van meer dan een 1/2% en zie wat de ontwikkeling van daarna was. Economie is voor een groot gedeelte een bewaarwoording van wat iedereen gelooft. Geloof in verbetering is de primaire voorwaarde voor verbetering van de economie. Het vooruitzicht dat we nu een periode van 20-50 jaar anomie, onzekerheid en ellende ingaan, levert daar geen bijdrage aan. Laten we er daarom in geloven dat Obama het beter doet, Europa een geheel vormt en zichzelf op een hoger niveau brengt. Protectionisme (ofschoon een gotspe) is misschien zo slecht nog niet. Moeten we misschien nog eens bestuderen. Protectionisme nu, behoeft niet dezelfde gevolgen te hebben als protectionisme destijds. Door protectionisme van groepen landen, worden de afzonderlijke problemen afgekapt en intern ontstaan nieuwe markten doordat in een vraag moet worden voorzien. Dat is goed voor de industrie die zal moeten produceren om voor alle gebieden afzonderlijke productiemiddelen te creëren. Daartegenover staat het wegvallen van bestaande handel met andere contingenten. We dienen ons echter te realiseren, dat ons contingent door de jaren heen steeds meer een importgebied is geworden en wij als heren vanachter onze laptop gewend zijn om al dat moois vanuit een lage lonenland onze richting te laten zenden. Misschien is dat wel helemaal niet goed. Voorlopig wordt ons handelen door angst geregeerd. Angst die versterkt wordt door profetieën in de pers. De berichtgeving leidt ertoe dat angst langzaam maar zeker omslaat in paniek; zodanig dat niemand meer uitgaven doet. Het verbieden van ongebreidelde uitverkoop in de winkelstraten zou een goed begin zijn om hier tegen op te treden. Het bieden van zekerheid aan bedrijven om proectfinancieringen te verkrijgen een logische vervolgstap (projecten liggen stil omdat er geen bank is die krediet wil verlenen voor de constructie en de opdrachtgever behalve een bankgarantie niet te veel voor wil schieten uit angst dat de opdrachtnemer failliet gaat). Als er contingenten van landen worden gevormd die deze problemen intern aanpakken, dan is een eerste stap naar een normalisatie gezet. Een stap naar een bestaande of nieuwe wereldorde.