Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

49,3% publieke tewerkstelling in Wallonië

49,3% publieke tewerkstelling in Wallonië

49,3 % loontrekkenden in Wallonië werkt in Publieke Dienstverlening tegenover 39,4 % in Vlaanderen en 43,4 % in Brussel - 15,2% Waalse bevolking en 14,3% Vlaamse bevolking werkt in Publieke Dienstverlening.
Het hogere % loontrekkenden in Wallonië is te verklaren door de hogere werkloosheid - Publieke dienst als % op de bevolking is gelijklopend in Vlaanderen en Wallonië - Openbaar bestuur is 1/4 van publieke dienst: 22,8% in Vlaanderen, 28,2% in Wallonië - Welzijn/Gezondheid is met 34,5% van publieke dienstverlening sterk in Vlaanderen tegenover 29,8% in het Waals gewest en 27,4% in het Brussels gewest - 48,4% van de beroepsbevolking is in publieke dienst of volledig werkloos, in het Vlaams gewest is dat 44,0%, in Wallonië 56,9% en in Brussel 48,9%.

De volledige analyse met alle tabellen, grafieken en linken op http://www.npdata.be/BuG/104-Publieke-dienst-gewest

Publieke-tewerkstelling-per-gewest.gif

In het bovenstaande grafische overzicht worden drie soorten van percentages gebruikt:
- % op de bevolking geeft het aantal publieke dienstverleners die woonachtig zijn in elk gewest.
- % op de 15-64 jarigen geeft het aandeel van de publieke dienstverlening in de werkzaamheidsgraad. Wie wil besparen op de publieke dienstverlening raakt het hart van de al precaire werkzaamheidsgraad.
- % op de loontrekkenden geeft het relatieve belang weer van de feitelijke tewerkstelling in de gewesten.

Publieke Dienstverlening naar gewest

In Vlaanderen werken meer dan dubbel zoveel mensen als loontrekkende dan in Wallonië, 2.228.865 in Vlaanderen tegenover 1.059.060 in Wallonië. Berekend als een % op de loontrekkende bevolking werkt 61,1% van de loontrekkenden in Vlaanderen, 29,1% in Wallonië en slechts 7,7% in Brussel. Bij de Publieke dienstverlening is dat 57,4% tegenover 34,1% in Wallonië , hetgeen meer in overeenstemming is met bevolkingsverdeling. Alleen Brussel heeft met 7,7% van de loontrekkende tewerkstelling en 7,9% van de loontrekkende Publieke tewerkstelling een gevoelige ondertewerkstelling in vergelijking met de twee andere gewesten. Omgekeerd kan men stellen dat Brussel, in het perspectief van de vergrijzing een groot potentieel heeft. Veel oude tewerkstelling is allicht door de jaren heen naar de Brusselse rand en vooral de Franstalige rand verhuisd. De overgang van autochtoon naar allochtoon in Brussel zelf heeft daarbij vooral geleden onder de afsluiten van de Publieke dienstverlening voor 'vreemdelingen'. Het is vooral in dit segment dat allicht in Brussel post-actief dient gewerkt.

Aandeel (%) van elk onderdeel van de Publieke dienstverlening in de Publieke dienst

Meer dan in andere gewesten is Welzijn en Gezondheid in Vlaanderen fors uitgebouwd. Met 34,5% werkt meer dan 1/3 van de Publieke dienstverleners in Vlaanderen in ziekenhuizen, andere gezondheids- en welzijnszorg. In Wallonië is dat 29,8%, in Brussel 27,4% van de publieke dienstverleners. In Wallonië is daarentegen de tewerkstelling van Spoor, tram en busvervoerders en het Openbaar bestuur sterker aanwezig. Onderwijs is van hetzelfde relatieve gewicht. Werknemers van Gemeenschaps- en culturele diensten en verenigingen zijn met 15,8% dan weer dubbel zo sterk aanwezig als in de andere gewesten. Hier zijn deze diensten zelf niet alleen sterker aanwezig, de werknemers ervan wonen ook in Brussel, een opvallend gegeven.

In deze tabel is ook duidelijk dat maar 25,3% of 1/4 van de Publieke tewerkstelling bestaat uit 'Openbaar bestuur', en hierin zijn ook de politie, het leger en de gevangenisbewakers inbegrepen. Het andere 3/4 bestaat uit een rechtstreekse service aan de burger voor Water, Energie, Mobiliteit, Post en communicatie en Vervoer, Onderwijs, Gezondheids en Welzijn, Cultuur enz... Het openbaar bestuur is met 28,7% iets sterker aanwezig in Wallonië in vergelijking met de 23,3% in Vlaanderen.

% Publieke dienstverlening op het aantal loontrekkenden

Het % op het aantal loontrekkenden spreekt het meest tot de verbeelding: hoeveel loontrekkenden verwerven hun inkomen door 'werken voor de overheid'. Alle onderdelen van de Publieke diensten zijn procentueel sterker aanwezig in Wallonië dan in het Vlaams gewest als enkel gekeken wordt naar de loontrekkende bevolking. Binnen de beperkte groep tewerkgestelden is het aandeel van de Publieke dienstverlening relatief belangrijker in Wallonië, niet omdat ze in absoluut aantal zo talrijk zijn maar omdat er minder andere tewerkstelling is enerzijds en meer werkloosheid anderzijds. Wallonië ontwikkelen betekent dus niet de Publieke diensten 'saneren' maar zien dat er meer andere tewerkstelling bijkomt of dat er grotere mobiliteit is van de Waalse werknemers.

Een goede inschatting van deze situatie met 49,3% loontrekkenden in de Publieke dienst in Wallonië en 39,4% in het Vlaamse gewest kan niet gebeuren zonder de focus te richten op Brussel, waar 43% van de loontrekkende tewerkstelling Publiek is. Meer nog dan de Vlamingen uit Brussel zijn allicht de Franstaligen uit Brussel getrokken om zich in Wallonië te vestigen (meer dan in Vlaamse Rand). Zo wordt de Publieke tewerkstelling in Wallonië om socio-demografische redenen opgedreven als communicerend vat met Brussel. Dat zal duidelijker blijken in volgende tabel met de werkzaamheidsgraad.

% Publieke tewerkstelling op de 15-64 jarigen - De Werkzaamheidsgraad

Elk van de onderstaande percentages mogen begrepen worden als een onderdeel van de werkzaamheidsgraad in elke regio. De loontrekkende tewerkstelling in België is goed voor 51,8% werkzaamheidsgraad, de zelfstandige voor 9,3% (zie detailtabellen), dus 61,1% in het totaal. 21,8% hiervan is loontrekkende publieke tewerkstelling. In Wallonië vormt de Publieke tewerkstelling de helft van de werkzaamheidsgraad, in Vlaanderen 40%. Ingrijpen op de tewerkstelling in de Publieke dienstverlening heeft rechtstreekse impact op de werkzaamheidsgraad en op de service aan de bevolking op levensbelangrijke terreinen.

De technische observator zal vaststellen dat deze werkzaamheidsgraad-berekening gelijklopend is met de resultaten van de Enquête naar de Arbeidskrachten. Allen is deze laatste een 'enquête' en de npdataberekening een 'exhaustieve' berekening, voortgaande op de getelde RSZ, RSZ-PPO en RSVZ werkenden bij de administratieve diensten. Het pleit er voor om met een veel groter detail de werkzaamheidsevolutie te volgen voortgaande op het zeer rijke administratieve 'Belgische' materiaal, en het niet te stelpen en overdonderende Eurostat en zeker OESO-materiaal, met voldoende kritische zin te toetsen en te gebruiken, zoals Mark Justaert recent deed in De Visie mbt de dubieuze OESO-enquete en rangorde van landen volgens prestaties op het gebied van de gezondheidszorg. Het is bv van cruciaal belang te zien of te weten welke of wie het doorgeefluik is van 'Belgische' statistiek naar het Eurostat of OESO-niveau.

% publieke dienstverleners op de bevolking

Hoeveel % van de bevolking haalt z'n inkomen uit Publieke diensten verricht als werknemer? Dat wilt nog niet zeggen dat de diensten zelf binnen elk gewest gegeven worden, een goed deel van Publieke dienstverleners in Wallonië kan bv z'n werk doen in Brussel omdat zij in de loop der jaren van Brussel naar Wallonië verhuisd zijn. Alle pendelaars van vlaanderen naar de bureauwijken rond de Brusselse stations worden in het Vlaamse gewest meegeteld. Ook kan een verschil in Publieke tewerkstelling voortkomen uit een verschil in behoefte aan publieke diensten op vlak van gezondheid, welzijn enz.. in een gewest

Zaak is dat in % op de bevolking het de Publieke tewerkstelling, behalve in Brussel met 11,7%, verhoudingsgewijze gelijk verdeeld is tussen Waals met 15,2% en Vlaams gewest met 14,4%. Omgekeerd kan gesteld dat in Brussel nog een groot potentieel aanwezig is voor de Publieke diensten. De jarenlange uitsluiting of niet in aanmerking komen van de migranten voor publieke diensten kent hier z'n dramatische weerslag. De impact op tewerkstelling van de omschakeling van de helft van de Brusselse bevolking van autochtoon naar allochtoon de laatste 50 jaar is nooit onderkend, laat staan voorwerp geweest van politieke of echte beleidsbekommernis. De noodzaak om op dit vlak een (post)-actief beleid te voeren is meer dan ooit aan de orde.

% beroepsbevolking in Publieke dienst of op volledige werkloosheid

Documentatie: Uitgebreide werkloosheidsgegevens naar gewest: Tabellen werkloosheid naar gewest http://www.npdata.be/Data/Werkloosheid/RVA/Tabellen

Om het belang van de Overheid voor de de inkomensverwerving te schetsen is het interessant eens na te gaan hoeveel % van de beroepsbevolking 1. Tewerkgesteld is in de Publieke dienstverlening, zowel de loontrekkenden als de zelfstandigen die werken voor de publieke dienstverlening of wat daar in de OESO-definitie onder valt en 2. Volledig werkloos is op die basis een vervangingsgingsinkomen kan verwerven. Het gaat hierbij om volgende categoriën:
- Uitkeringsgerechtigde volledige werkloosheid
- Andere volledig werklozen
- Volledige loopbaanonderbreking en volledig tijdskrediet
- Oudere werklozen (+50 jaar) oud systeem
- Volledige bruggepensioneerden
- Tijdelijke werkloosheid die permanent met een zeker volume aangesproken wordt

In feite gaat het om % berekend op de beroepsbevolking die in de klassieke definitie bestaat uit de Werkende en de werkloze bevolking. Doordat deeltijds werklozen hun statuut krijgen door combinatie met deeltijds werken worden zij hier niet meegeteld omdat er ander sprake zou zijn van dubbeltelling.

48,5% van de Belgische beroepsbevolking is hetzij tewerkgesteld in de publieke dienstverlening, hetzij volledig werkloos en alsdusdanig een inkomen betrekkend uit de Sociale Zekerheid. In Wallonië leidt de cumul van lage werkzaamheidsgraad, hoge publieke tewerkstelling en een hoge werkloosheid tot 56,9% van de beroepsbevolking die hetzij in de Publieke dienstverlening werkt, hetzij volledig werkloos is. Ook Vlaanderen is met 44% van de beroepsbevolking in Publieke dienst of volledig werkloos in belangrijke mate van Overheid en Sociale Zekerheid afhankelijk. Dit komt ondermeer door een Loopbaanonderbreking maar ook door Brugpensioen en Tijdelijke werkloosheid. Alleen de uitkeringsgerechtigde volledige werkloosheid ligt met 5,4% van de beroepsbevolking in Vlaanderen gevoelig lager dan de 18,4% in Brussel en 15,1% in Wallonië, eerder dan het volume Publieke dienstverlening dat in Vlaanderen 30,9% van de beroepsbevolking aan het werk zet en in Wallonië 35,1%.

De werkloosheidsberekening is hier een technische berekening voortgaande op de getelde werkenden en de getelde volkledig werklozen. Deze berekening kan lichtjes afwijken van de dor de overheden gehanteerde definitie en van deze van Eurostat die haar werkloosheidsgegevens betrekt van de Enquete naar de Arbeidskrachten.

Tussennoot: Voor wie verblind is door liberalisme, markt en concurrentie ligt de kreet reeds gereed: de helft van de Belgische bevolking leeft van de overheid, hetzij langs Publieke dienst, hetzij langs werkloosheidsvergoedingen. De merkwaardige stabiliteit van België en de effectieve progressie van inkomen, welvaart en welzijn, ondanks alle toegevingen en faciliteiten voor kapitaalverwervers en structurele belastingsontduikers zoals de Coördinatiecentra, heeft vooral te maken met een goed uitgebouwde en zichzelf vernieuwende Publieke dienst en een systeem van vervangingsinkomsten dat samen met het leefloon een redelijk maar allicht in sommige gevallen, onvoldoende vervangingsinkomen waarborgt. Hier zou voor de goede orde ook nog de invaliditeitsverzekering, de vervroegde uitdiensttreding voor ambtenaren en niet in het minst het goed uitgebouwde en substantiële tegemoetkomingsstelsel voor gehandicapten met de inkomensvervangende en de integratietegemoetkomingen moeten bijgeteld worden.

Jean Hindriks van het Itinera-instituut is er in z'n nota van 17/11/08 De ambtenaar en de Werkloze al voor gewonen om meer mensen te werk te stellen met overheidssubsidiering omdat zij dan geen kost meer zijn op het staatsbudget maar een onderdeel van welvaartscreatie langs het BNP en langs belastingen en Sociale Zekerheid bijdragen tot de financiering van de tewerkstelling. De Sociale Maribel in de Non-Profitsector is daar een excellent voorbeeld van met een hoog rendement (97%), de dienstencheques zijn daar ook een voorbeeld van met een laag rendement (57%).

De 120.000 van Fons Leroy

En wat te denken van de 120.000 bijkomende of vervangings werkkrachten die volgens Fons Leroy van de VDAB de komende 7 jaar nodig zijn in de Non-Profitsectoren (Gezondheid, Welzijn, Cultuur) in Vlaanderen? Zie persmededeling Verso (werkgeversorganisatie) (pdf) en hun Powerpoint-presentatie (pdf). Als daarvoor de huidige Sociale Maribel zou kunnen verdubbelen met toespitsing van de aandacht op werklozen en de inschakeling ervan in ondersteunde functies in de Non-Profitsecoren. Zo zou het verpleegkundige, verzorgende, technische en cultureel personeel voor logistieke taken kunnen ontlast worden. Zo zou ook voorkomen worden dat nu, zoals nu in de Publieke ziekenhuizen in Antwerpen, laag gekwalificeerd werk uitbesteed wordt aan lager betalende sectoren alsof kuis in een ziekenhuis hetzelfde is als kuis in een bureau na de uren. Met z'n aanduiding van 120.000 geeft Fons Leroy een zware sleutel op een verder uitbouw van Publieke dienstverlening in een segment dat de bevolking dienstbaar is, de werkloosheid in het hart aanpakt en het consumptieniveau opkrikt. En dan gaat het nog maar enkel om Vlaanderen.

In feite stelt Fons Leroy de dringende vraag naar een 'Masterplan' voor bijkomende tewerkstelling in de Non-Profit om minstens gewapend te zij tegen de groeiende werkloosheid de komende jaar en het verminderd perspectief op tewerkstelling van pas afgestudeerden de komende vijf jaar. Het is ook de komende vijf jaar dat een echte doorbraak in tewerkstelling van allochtonen in de Non-Profitsectoren moet kunnen geforceerd worden, welke ook de werstanden zijn en van wie ze ook komen. Het mag gezegd dat Fons Leroy in het laatste Non-Profit akkoord een van de grootste pleitbezorger was voor minstens 10% jobs voor allochtonen voor de 4.000 bijkomende jobs in de Vlaamse Non-Profitakkoorden. Hij staat nu in de beste positie om daarvoor te zorgen, maar dan in 10-voud. . En dat is dan 1/3 van het in het verschiet gestelde potentiëel.

Welk aandeel van de publieke tewerkstelling in de werkzaamheidsgraad
en welk verlies aan werkzaamheidsgraad door volledige werkloosheid

De werkzaamheidsgraad wordt berekend door het aantal werkenden (zowel loontrekkenden als zelfstandigen) in verhouding te stellen tot het aantal 15-64 jarigen. In onderstaande grafiek worden dus zowel de Publieke diensten geleverd door loontrekkende als door zelfstandigen (geneesheren, zelfstandig verpleegkundigen enz...) in beeld gebracht. Voor België worden de samengetelde gewesten gebruikt (voor wie geen gewest gekend was wordt hier niet meegeteld zodat het % werkzaamheid iets lager ligt dan infra).

In de werkloosheid ligt nog een potentieel voor de werkzaamheidsgraad verscholen, maar meer nog in de niet-actieven, die vooral in het Brussels gewest een grote arbeidsreserve vormen. De publieke dienstverlening is met bijna 1/4 van de actieve bevolking, stevig gebeiteld als fundament van de Belgische economie.

P.S. Als antwoord op de vraag van Humo van 27-10-2008, Zou u ook vijfduizend banen schrappen in de overheidsdiensten ? klinkt het zo bij Dedecker: “ Ik zou nog méér ambtenaren laten vertrekken. In Wallonïe is 40 procent van de bevolking werkzaam in overheidsdienst, in Vlaanderen 28 procent.". Hopelijk kan Cassandra, de denktank van Jean-Marie Dedecker z'n huiswerk eens opnieuw doen voortgaande op het cijfermateriaal van npdata.

Hetzelfde geldt voor Jan Van de Casteele op de site van de Vlaamse VolksBeweging:
Weliswaar met cijfers van 2004 wijst men het aandeel Publieke Tewerkstelling per gewest op basis van de 'gecentraliseerde' RSZ-statistiek dwz volgens de plaats van tewerkstelling maar berekend op het totaal publieke dienst: 36,8% in Wallonië, 24,4% in Vlaanderen naast de 39,2% in Brussel, in totaal 100%, blijkbaar omdat daar het verschil het grootst oogt. In feite kan men in hun cijfers evenwel vaststellen dat in Vlaanderen 28,1% van de loontrekkende tewerkstelling Publiek is en in Wallonië 34,0%. In deze te minimale cijferdans is het cijfer van Dedecker (28%) gelijk voor Vlaanderen maar is dat van Wallonië misschien eventjes 'opgetrokken' van 34% naar 40%, of kan Jean-Marie Dedecker (of Cassanddra) hun cijferbron eens aangegeven?

Jan Hertogen, socioloog