Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Twee jonge syndicalisten halen internationale vakbondswereld naar Antwerpen

Twee jonge syndicalisten halen internationale vakbondswereld naar Antwerpen

ANTWERPEN -- In Antwerpen buigen 120 jonge Europese vakbondsafgevaardigden zich over de toekomst van de vakbond. Ze doen dat tijdens het jaarlijkse jeugdseminarie van de vakbondskoepel Uni Europe. Twee jonge Belgen leiden het gebeuren in goede banen.

Opel 2010-050_1_Uni_tcm21-214105.jpg

De Uni-jongeren brachten woensdag een bezoek aan Opel Antwerpen.

“In de huidige economische context komen jongeren moeilijk aan bod. Ze belanden vaker in precaire situaties en starten aan slechtere arbeidsvoorwaarden. We proberen met onze Europese collega te onderzoeken wat waardig werk betekent voor jongeren. Kunnen we daar in Europa een eensgezinde visie op krijgen? Daarna gaan we ook concrete acties uitwerken”, zegt Geert Haverbeke van de socialistische bediendenbond BBTK.

Samen met Annick Aerts van LBC ontvangt hij 120 jonge syndicalisten uit gans Europa in Antwerpen. Waardig werk is naast ecologie, onderwijs en het organiseren van jongeren één van de thema's van de tweedaagse internationale ontmoeting.

Geert Haverbeke (30) is vakbondsafgevaardigde bij Dexia. Zijn syndicaal engagement begon in 2004. “Ik heb mij toen spontaan kandidaat gesteld voor de sociale verkiezingen. Ik had gezien dat de vakbonden binnen Dexia de enige organisaties zijn die zich bezig houden met solidariteit, maar ook met andere thema's die mij nauw aan het hart liggen. In die periode was er een generatiewissel bij BBTK in Dexia. Jongeren kregen veel kansen.”

Annick Aerts (34) werkt op de internationale dienst van LBC. “Ik ben er na de schoolbanken ingerold. Als pol&soccer had ik geen zin in een carriëre in het bedrijfsleven. Een tante is altijd een fervente militante geweest. Dat heeft ook wel mijn interesse gewekt.”

Op het jaarlijkse jeugdseminarie van Uni wordt nu al gebouwd aan de vakbond van morgen. “Zonder jongeren geen toekomst. Als een vakbond veroudert, is dat nefast voor de toekomst van de vakbond. Een vakbond moet representatief zijn. Dat geldt ook in de andere richting. Als jongeren niet actief zijn bij de vakbond, gaan hun standpunt ook minder hoog op de agenda komen. Als de vakbond meer met eindeloopbaan bezig lijkt dan met het probleem van de tijdelijke contracten, kunnen we daar als jongeren alleen maar iets aan doen door een sterkere positie in te nemen in de vakbond”, zegt Geert Haverbeke.

Annick Aerts: “Je moet er ook voor zorgen dat de stem van de jongeren aanwezig is in de beslissingsorganen van de vakbonden. Nu zie je dat de + 45-ers daar in de meerderheid zijn. Dat kan in gans Europa een pak beter.”

Volgens Annick Aerts liggen jonge werknemers vandaag vooral wakker van de tijdelijke contracten. “Geen vaste baan hebben, interim werken. Dat is probleem nummer één in heel Europa. In landen als italië is de situatie nog schrijnender dan bij ons. Jongeren blijven daardoor veel langer bij hun ouders wonen dan ze zelf willen. Ze werken wel, maar hebben niet de zekerheid om een eigen stek te huren of kopen.”

Geert Haverbeke: “Ik ken genoeg jongeren die dertig zijn en nog altijd geen vast contract hebben. Voor de crisis was het ook bij Dexia de gewoonte dat jongeren vier keer na elkaar een contract van zes maanden kregen.”

Tijdens de tweedaagse ontmoeting wordt ook onderzocht hoe vakbonden meer jongeren kunnen bereiken. Annick Aerts: “We beginnen met getuigenissen uit de praktijk. Kunnen we leren van andere landen? Jongeren en zeker hooggeschoolden actief bij de vakbond betrekken, is in heel Europa een uitdaging.”

Botst die uitdaging niet met het oubollige imago van vakbonden?

Annick Aerts: “Het beeld dat de media schetsen van vakbonden is totaal verkeerd. Mensen zouden versteld staan, mochten ze weten wat wij allemaal doen. We komen negatief in beeld telkens er consumenten last hebben van een staking. Maar mensen weten niet hoeveel conflicten wij ontmijnen.”

Geert Haverbeke: “We hebben andere belangen dan werkgevers. Werkgevers weten hun belangen beter te verkopen in hun media. Flexibiliteit wordt als iets moderns voorgesteld terwijl het eigenlijk een terugkeer betekent naar de 19de eeuw. We zijn als samenleving enorm conservatief aan het worden. Straf hoe ze dat in de media weten te verdraaien tot iets progressiefs.”

Zijn jongeren conservatiever dan vroeger?

Geert Haverbeke: “Ik sta er soms wel van te kijken hoe studenten een switch maken van zodra ze de arbeidsmarkt betreden. Aan de universiteit zijn ze actief en progressief, maar plots telt alleen nog de carriëre en gaan ze over lijken. Dat heb ik nooit begrepen.”

Annick Aerts: “Jonge mensen hebben vaak het idee dat ze het wel alleen aankunnen. Dat ze geen vakbond nodig hebben. Vaak hebben ze ook een zeer onrealistisch beeld van de arbeidsmarkt. Over de lonen en over hun relatie met de werkgever.”

Geert Haverbeke: “Het is cruciaal dat de vakbonden de nieuwe werknemers onthalen. Bij Dexia proberen we dat altijd te doen.”

Lopen de vakbonden niet achterop als het gaat over internationale samenwerking? Internationaal lijkt vooral leuk om wat te kunnen reizen?

Geert Haverbeke: “Toen ik in Kuala Lumpur was voor het congres van Uni heb ik in zes dagen tijd alleen de omgeving van het hotel gezien.”

Annick Aerts: “De periode van syndicaal toerisme ligt achter ons. Ik werk hier acht jaar en heb een enorme mentaliteitswijziging gezien. In het begin zei men wel eens: “Heeft dat allemaal wel zin?”. Nu heb ik het gevoel dat de neuzen in dezelfde richting staan. Militanten en secretarissen zien het nut in van internationale samenwerking. Nu komt het er op aan om dat georganiseerd te krijgen. Er is nog veel werk aan de winkel. Het is niet evident om in bepaalde dossiers samen te werken. Het vraagt ontzettend veel inspanningen en zeer goede communicatie.”

Dexia is voor een stuk in Franse handen. Ken je jouw Franse collega's?

Geert Haverbeke: “Dexia is zeer internationaal georganiseerd. Er is een zeer actieve Europese ondernemingsraad. Wettelijk moet er minimum één per jaar plaatsvinden. Vorig jaar zijn er acht geweest.”

De directie zal er dus niet in slagen landen tegen elkaar uit te spelen?

Geert Haverbeke: “Zo zou ik het niet durven stellen. We hebben een goede Europese werking, maar als puntje bij paaltje komt en er duikt een moeilijk dossier op, gaan de delegaties wel hun eigen achterban verdedigen. We hebben bijvoorbeeld nog geen internationale solidariteitsactie gehad hoewel dat op een bepaald moment wel gepast zou geweest zijn. We zaten echter niet op één lijn. Er is dus niet per definitie een gemeenschappelijk front.”

De werkgever vormt wel een front.

Geert Haverbeke: “De werkgever is hiërarchisch gestructureerd. De macht loopt top down. Bij de vakbonden is het net andersom.”

Annick Aerts: “We proberen aan een gemeenschappelijk front te werken in Europa. Maar je zit met culturele verschillen, verschillen in sociaal overleg. Er is ook het dilemma. In je land vertegenwoordig je je personeel. Wat zij willen en zeggen is niet altijd hetzelfde als wat op Europees vlak moet nagestreefd worden. Er bestaan fricties tussen verschillende landen, zeker bij herstructureringen.”

Geert Haverbeke: “Als er in België een sluiting van een afdeling wordt tegengehouden, wordt ze misschien gesloten in Frankrijk. Iedereen verdedigt toch nog altijd de nationale belangen.”

Zullen we ooit meemaken dat er een Europese vakbond is met lokale afdelingen?

Annick Aerts: “Op internationale vakbondsmeetingen stel ik toch elke keer vast hoe verschillend we zijn. De Scandinaven hebben een totaal andere traditie. Het medebeheer dat de Duitsers hebben, kennen wij niet en willen we zelfs niet kennen. Wij willen niet meebeslissen over een herstructurering. Bij de Fransen en Italianen heb je dan weer het andere uiterste.”

“Ik geloof wel dat er meer middelen zullen worden vrijgemaakt. Maar die eigenheid kan je nooit wegwerken. Wij zitten op de grens tussen het radicale en het diplomatische. Dat zal je er nooit uitkrijgen.”

Geert Haverbeke: “Aan een sterkere Europese eenheid moet er gewerkt worden, maar dan wel zonder de lokale vakbonden te verzwakken. Dat wordt de uitdaging. Als je overal de laagste gemene deler van neemt, krijg je een zwak afkooksel van de lokale rijkdom.”

Annick Aerts: “Vandaar het belang van een coördinator van Uni. Die moet genoeg feeling hebben om de tegenstellingen te overstijgen. Dat vraagt tijd. In een Europese ondernemingsraad (EOR) die vaak samenkomt, groeit de samenhorigheid. Afgevaardigden beginnen elkaar te vertrouwen. Als je elkaar maar één keer per jaar ziet, weet je niet wat die Pool of Fransman vertegenwoordigt. De coördinator moet aan dat vertrouwen werken. Eenmaal dat vertrouwen er is, kan je werken aan een Europese visie. In veel EOR's zitten ze nog helemaal aan het begin van dat proces. Anderen zijn al iets verder.”

Jullie organiseren samen een jeugdseminarie. Hebben jullie geen last van de rivaliteit tussen ACV en ABVV?

Geert Haverbeke: “Op Europees niveau speelt die kleur geen rol.”

Annick Aerts: “Het houdt ons scherp. We hebben een andere cultuur en soms andere meningen. Maar we bewandelen hetzelfde pad. Op het einde van de rit moeten we zij aan zij staan.”

Meer info:
LBC brengt verslag uit van het seminarie.