Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Interview] Veertig jaar 11.11.11

[Interview] Veertig jaar 11.11.11

BRUSSEL -- 11.11.11 blaast dit weekend veertig kaarsen uit. Precies zoveel jaar geleden is het dat de vrijwilligers voor het eerst op 11 november de straat optrokken om geld in te zamelen voor het hongerige Zuiden. Veertig jaar later doen ze het nog altijd. "Maar het is geen druppel op een hete plaat geweest," zegt algemeen secretaris Bogdan Vanden Berghe.

Bogdan_vdb.jpg

(foto 11.11.11)

Bogdan Vanden Berghe: “Het begon in 1966 een eerste grote inzamelactie ten voordele van Afrika. Enkele bekende politici als Spaak en De Schrijver schaarden zich daar achter. Zij hebben aan de jeugdbewegingen gevraagd om op 11 november om 11 uur rond te gaan met vignetjes voor de derde wereld. De actie was een enorm succes en na een tijdje is dat in een structuur gegoten die de acties moest dat coördineren. Zo is het NCOS ontstaan.”

Was dat de eerste keer dat er geld werd opgehaald voor de derde wereld?

“Er waren al organisaties die dat deden. Eén van de eerste organisaties die geld inzamelden was het Rode Kruis. Die bestaan al sinds de 19de eeuw. Een aantal hulporganisaties bestaan al langer dan 11.11.11. Nieuw was wel dat alle organisaties uit het middenveld één keer samen op straat kwamen om iets te doen voor de derde wereld. Dat is nog altijd de kerngedachte van 11.11.11: al wie lid is van 11.11.11 wordt verwacht om één keer per jaar alle aandacht te richten op het Zuiden.”

Dat was '66. Voor de grote omwenteling van '68. Ik neem aan dat die roerige periode niet zonder invloed was op 11.11.11?

“Ik ben in 1971 geboren. Dus bij het beantwoorden van die vraag moet ik ook citeren uit de geschiedenisboeken. Maar ik weet wel dat 11.11.11 toen zeer caritatief en zeer braaf was.”

Het knikkende negertje op de toonbank?

“Geef vijf frank en wat zilverpapier en wij zullen zorgen dat het beter wordt. Eind jaren zestig kwam toen die heel kritische beweging die ook heel kritisch was voor de 111111-campagne. Gewoon hulp geven is geen structurele oplossing, zeiden de critici. Via het vrijwilligerswerk hebben zij hun stempel gedrukt op 11.11.11. Er is in de jaren '70 op een bepaald moment een vrij legendarisch colloquium geweest waar de vrijwilligers inspraak hebben geëist in de beleidsstructuren van 111111. Voordien zaten ze alleen in enkele adviesorganen. Na dat colloquium hebben ze toen een structurele plaats gekregen in de beleidsorganen. Zij zorgden er voor dat er een andere wind ging waaien bij 11.11.11. Daarna zijn ook bewegingen als Oxfam toegetreden en ook zij zorgden voor een gans andere dynamiek.”

Ging het ook bij de wereldwinkels van Oxfam om de tegenstelling structureel/caritatief?

“De Wereldwinkels hebben van in het begin de slogan Trade not Aid. Dat stond veraf van de oorspronkelijke filosofie van 11.11.11.”

Tijdens de eerste jaren werd vooral beroep gedaan op de jeugdbewegingen om met vignetjes rond te gaan. Waarom is men afgestapt van die formule?

“Het is een strategische beslissing geweest om een eigen vrijwilligersbeweging uit te bouwen. Een verstandige beslissing ook. Zo werd het draagvlak van de campagnes breder en sloten ze ook meer aan bij de leefwereld van de mensen. Het is toch sterk dat we nu nog altijd in zowat elk dorp of stad een 11.11.11-comité hebben dat de kunst verstaat om breed actie voeren rond de campagne in hun omgeving. Dat is de sterkte van 111111.”

elfelfelf1.jpg

(foto archief)

Wat is 11.11.11 nu eigenlijk? Een beweging of een ondersteunende koepelorganisatie?

“De officiële naam zegt het duidelijk: wij zijn de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging. Dat is precies wat we willen en moeten zijn. Onze leden zijn enerzijds de lidorganisaties en anderzijds de comités. Dat zorgt uiteraard voor spanningen. De lidorganisaties hebben soms andere verwachtingen dan de vrijwilligers, maar dat geeft ook een unieke dynamiek die ik nog nergens elders in Europa heb gezien. 11.11.11 is qua draagvlak ongeëvenaard. Als wij een standpunt innemen wordt dat gedragen door al die, vaak grote, lidorganisaties – niet alleen de typische Noord-Zuidorganisaties, maar ook bijvoorbeeld de vakbonden en de milieubeweging – en door de 25.000 vrijwilligers. In het verleden werd wel een onderscheid gemaakt tussen beweging en koepel. Toen had je de 11.11.11-campagne aan de ene kant en het NCOS aan de andere kant dat dan de zware politieke standpunten mocht innemen. Maar aangezien het NCOS niet gekend was bij het grote publiek kregen die standpunten minder gewicht. Sinds 2000 is er enkel nog 11.11.11, de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging. Dat betekent dat we wel een beetje moeten opletten met wat we zeggen, maar als we iets zeggen heeft dat wel een enorm breed draagvlak.

Hoe gaat het nog met de beweging? Je zegt dat er 25.000 vrijwilligers zijn, maar een buitenstaander ziet die niet. 11.11.11 organiseert bijvoorbeeld niet gauw een algemene staking of een mars op Brussel.

“Als wij onze ronde doen in oktober en november zien we dat er nog altijd heel veel volk betrokken is bij de campagne. In kleine dorpen kan je de campagne nog echt zien. In steden misschien wat minder. Als kind herinner ik me nog goed de opvallende affiches die overal in het straatbeeld opdoken. Enkele jaren geleden hebben we beslist om alles op onze TV-spot in te zetten. Campagne voeren is zo duur geworden. Voor het ophangen van de affiches zijn we nu volledig aangewezen op de vrijwilligers. Aan de opbrengst zien we wel dat de beweging nog altijd groot en sterk is. Vraag is of we dat ook in de toekomst kunnen volhouden. We zullen moeten zorgen voor vernieuwing en verjonging.”

Vissen jullie dan niet in hetzelfde water als de lidorganisaties?

“Onze vrijwilligers willen meer samenwerking binnen de Noord-Zuidbeweging. Als al die verschillende organisaties apart in hun hoekje werken belast je steeds weer dezelfde mensen want natuurlijk vissen we in dezelfde vijver. Dat betekent niet 'minder campagnes'. Wel willen de vrijwilligers dat er meer lijn zit in de campagnes, dat we de verhalen die we vertellen beter op elkaar afstemmen. Er moeten ook nieuwe mensen bijkomen en ook dat lukt beter als we meer samenwerken. Het is niet wenselijk dat elke beweging zijn eigen aparte jongerenwerking heeft. Vroeger was je lid van een organisatie van je wieg tot je graf. Dat is veranderd. Samen hebben wij een mooi aanbod voor jongeren. Willen ze een uitwisseling? Dat kan bij Broederlijk Delen. Willen ze een concreet engagement? Dan is de Wereldwinkel misschien iets voor hen. Willen ze een campagne voeren? Dat kan bij 11.11.11. Elke NGO apart kan volgens mij die rijkdom niet bieden.”

“En dan is er ook nog het fenomeen van de ongestructureerde ontwikkelingssamenwerking. 11.11.11 overkoepelt al heel wat, maar er is ook veel dat aan onze aandacht ontsnapt. Jongeren vertrekken op reis naar India, zijn daar geraakt door de armoede die ze zien en zamelen terug thuis geld in. Ook onze BV's zijn daar sterk in: denk aan Thomas Siffer na de tsunami, Evi Hanssen die een project heeft in Peru, ... In één van de armste sloppenwijken van Manilla kwam ik een Belg tegen die daar een project had met 300 kinderen ondersteund door fondsen die hij ophaalde in zijn dorp.

Dat is een gevolg van de globalisering. Vroeger leerde je de derde wereld kennen via prentenboeken. Nu gaat iedereen wel eens op vakantie in een derdewereldland.

“En onze vrijwilligers komen die mensen tegen in hun dorp. Je kan daar denigrerend over doen. Maar vaak gebeurt er ook heel knap werk. Vaak gaat hen om verbroederingsprojecten tussen scholen en ziekenhuizen die er in slagen om alle werknemers te mobiliseren. Als we willen verbreden, moeten we die mensen proberen te bereiken. Wat kunnen wij voor hen doen? Zelfs als ze niet bij ons georganiseerd zijn, horen ze wel bij de Noord-Zuidbeweging want het gaat om mensen die geraakt zijn door de toestand van de derde wereld en die daar iets aan willen doen.”

elfelfelf2.jpg

(foto archief)

Nog een ander fenomeen dat jullie wellicht ontsnapt zijn de sommen die de allochtone gemeenschap ophaalt voor het thuisland.

“Dat ontsnapt ons totaal. Als er een aardbeving gebeurt in Pakistan, komt de hele Pakistaanse gemeenschap op straat en wij hebben daar weinig contact mee. We hebben nu iemand de opdracht gegeven om die doelgroepen te bereiken. We staan daar helemaal nog niet ver in. Het Zuiden van hier is helemaal niet goed vertegenwoordigd in de Noord-Zuidbeweging? We zijn toch een overwegend witte beweging hoezeer we ook open staan voor diversiteit. Het is ook niet zeker dat de mensen die geld sturen naar hun dorp of familie in Marokko of de Filippijnen ook maar een minuut met ons willen samen zitten om over het structurele aspect te praten. Het is zeker niet onze bedoeling om greep te krijgen op dergelijke bewegingen. Zij moeten graag bij ons zitten. Wij moeten hen iets te bieden hebben.”

Ik las ergens de term 'bedachtzaam radicaal' als omschrijving van jullie politiek programma?

“Dat is de geliefde term van onze voorzitster Mieke Molemans. Zij gebruikt dat heel dikwijls. Ik kan mij daar helemaal in vinden. Je zou ook kunnen zeggen 'pragmatisch radicaal'. Je moet een goed evenwicht vinden tussen die twee polen. Als politieke verandering onze core-business is moeten we ook met realistische beleidsvoorstellen op de proppen durven komen. De Tobin-taks (een kleine taks op de financiële stromen, nvdr) is een vrij goed voorbeeld van zo'n pragmatisch radicalisme. Het is economisch, financieel en juridisch haalbaar. Toch heeft het ook iets radicaal. Het voorstel gaat recht naar het hart van het probleem, naar die grote pensioenfondsen die met hun financiële manoeuvres de derde wereld ontwrichten. 11.11.11 moet radicaal genoeg blijven want anders maak je geen verschil met de brave administratie van ontwikkelingssamenwerking. Aan de andere kant moet je ook pragmatisch zijn anders vind je geen gehoor bij de politici. Met die aanpak hebben we toch al resultaten gehaald op vlak van schuldverlichting, de 0,7 %-norm en de waterproblematiek. Dat gaat zeker niet ver genoeg voor de radicaalsten in onze beweging, maar de resultaten zijn er wel.”

Dat er iets radicaal moet veranderen, vindt ook kamervoorzitter Herman Decroo. Hij stelt voor om 15 % van onze rijkdom aan het Zuiden te schenken.

“Je moet er wel bij vertellen dat hij dat wil doen uit zelfbehoud. Er zijn toch wel meer nobele redenen om aan ontwikkelingssamenwerking te doen. Maar hij heeft wel een punt: wij zijn veel meer bezig met het bestrijden van symptomen dan met de wortels van de problemen. Hoeveel politieke aandacht gaat er niet naar asielzoekers? Terecht, maar het stoort mij mateloos dat in dat debat altijd wel eens het excuus opduikt dat er meer ontwikkelingssamenwerking moet komen in plaats van alle miserie in België op te vangen. Maar eigenlijk gaat er bijzonder weinig politieke aandacht naar ontwikkelingssamenwerking. Mensen komen niet naar hier omdat het weer zo aangenaam is. Ze komen naar hier omdat ze denken dat ze het hier beter gaan hebben. Kijk naar het bedrag dat nu naar ontwikkelingssamenwerking gaat: 80 miljard euro. Er wordt jaarlijks 1000 miljard euro aan wapens besteedt. Alle grote problemen, ook de milieuproblemen, hebben uiteindelijk te maken met het feit dat een groot deel van de wereld onderontwikkeld is. En toch wordt ontwikkelingssamenwerking stiefmoederlijk behandeld.”

elfelfelf3.jpg

(foto archief)

Geert Van Istendael zegt: “In iedere hut in Afrika staat wel een tv waarop het zwembad achter de villa in Europa te zien is.”

De globalisering dendert met een sneltreinvaart voort en dat is één van de gevolgen. Kan je dan verwachten dat ze rustig ginder blijven? Die tijd is voorbij. De kloof is zo groot dat het ooit wel moet barsten.”

De grenzen van Europa vertonen al barsten.

“Ik denk niet zozeer dat de armen hier massaal gaan binnenvallen. Het zal vooral barsten op politiek vlak. De hele derde wereld volgt met argusogen wat er gebeurt in het Midden-Oosten. De oneerlijke verhoudingen daar staan zowat symbool voor de Noord-Zuidkloof. Je krijgt vreemde coalities: de Iraanse president Ahmadinejad die bij de Venezolaanse president Chavez op bezoek gaat. Dat is zeer eigenaardig. Ik ben geen doemdenker maar het kan wel eens fout lopen als de kloof dieper en dieper wordt.”

Geen doemdenker, maar ben je ook optimistisch?

“Eigenlijk wel. Als beweging zijn we goed in het aanklagen. Maar soms zien we de resultaten over het hoofd. Een aantal landen scoort nu beter dan tien of twintig jaar geleden. Ontwikkeling is dus wel degelijk mogelijk. Denk aan een aantal Aziatische en Zuid-Amerikaanse landen. Denk ook aan een land als Portugal dat op korte tijd aansluiting vond met de Europese middenmoot.”

Dat was niet dankzij de 0,7 %-norm.

“Het was wel dankzij een vorm van herverdeling begeleid door coherente maatregelen. Portugal kreeg een plaats in het politieke en handelsbeleid. De overdracht van middelen moet deel uitmaken van een geheel van maatregelen. Als het Noorden geld geeft om scholen en ziekenhuizen te openen en tegelijk binnen de WTO ijvert voor de privatisering van scholen en ziekenhuizen, krijg je een incoherent beleid.”

elfelfelf4.jpg

In 2003 voerde 11.11.11 campagne rond water (foto archief)

Vandaar de noodzaak om met 11.11.11 ook aan politiek te doen?

“Dat is het. Mensen zeggen mij: “het is allemaal een druppel op een hete plaat”. Ik vind van niet. Hoe zou de wereld er uitzien, mochten we niet al veertig jaar aan de alarmbel trekken? Volgens onze analyse is ontwikkelingshulp maar een allereerste stap die een plaats moet krijgen binnen een beleid dat landen de kans geeft om zichzelf te ontwikkelen.”

“Soms ben ik wel pessimistisch over Afrika. In streken als Congo is er sprake van de-ontwikkeling. De bevolking gaat er op achteruit. Eén van de problemen bij de verkiezingen was niet: hoe krijg je de mensen in het kieshokje, maar hoe zorg je dat ze kunnen lezen op wie ze willen stemmen? Dat was vroeger ondenkbaar. Hoe buig je die trend om? Hoe krijg je goede staatsstructuren als de hele civiele maatschappij is weggevaagd?”

“Maar over Azië en Latijns-Amerika ben ik betrekkelijk optimistisch. Zonder een fan te zijn van Chavez en Morales stemt het mij wel positief dat zij aan de macht zijn. Het is een nieuw soort leiders die aandacht hebben voor armoede in eigen land en die ook op wereldschaal een standpunt durven innemen. Voor de mensen die aan de macht komen is het wel niet makkelijk. Ik ben pas terug uit Bolivië en na vier maanden is het nog veel te vroeg om het beleid van Morales te evalueren, maar hier en daar wordt wel al gemord dat het allemaal niet snel genoeg gaat.”

Op zaterdag 30 september en zondag 1 oktober wordt de verjaardag overal in het land gevierd. Meer info op 11.be