raf07 november 2006 – 12:48

Bernard Quintin sprak in Kinshasa de groep verkiezingswaarnemers van Eurac toe die vanaf de volgende dag over heel Congo uitwaaierden. "Als 59% van de begroting en 80% van alle officiële gelden in het land van het buitenland komt, dan is er een verlies van soevereiniteit", aldus de diplomaat die eraan toevoegde: "Profitons de cette mise sous tutelle pour mettre de l'ordre".

De Westerse voogdij is een gevoelig onderwerp in Congo. Het kamp van presidentskandidaat Bemba heeft het handig tegen de tegenstrever Joseph Kabila uitgespeeld, die een marionet van het Westen zouden zijn. Volgens de Belgische onderzoeker Gauthier de Villers is er hoogstens sprake van een semi- of quasi-tutelle omdat de Congolese elite erin slaagt de buitenlandse fondsen voor eigen (persoonlijk) profijt af te leiden.

Bernard Quintin van de Belgische ambassade zette ook een aantal uitdagingen - 'werven' genoemd, in navolging van de regering-Verhofstadt - op een rij, nu Congo aan de heropbouw zou moeten beginnen. Het betreft de Infrastructuur, een Rechtsstaat met een tweekamer-systeem, een grondig hervormde justitie en een hervormde veiligheidssector (politie en leger). Quintin zei ook dat eens overdacht zou kunnen worden of de Congolese doeane in staatshanden moet blijven.

De Europese Unie volgt nota bene dit lange termijn-schema voor Congo: de legitimatie van de hoogste staatsmacht via verkiezingen, vervolgens een stabilisatie van het land en dan reïntegratie van Congo in de wereldeconomie (onder meer via een partnership met de EU). Voor de fase van de stabilisatie schuiven internationale think tanks (zoals de International Crisis Group en het Institute for Security Studies in Zuid-Afrika) de hervorming van de veiligheidssector als hoofdprioriteit naar voor.
Het herstel van de landbouw, toch de eerste economische sector in Congo en hoofdfactor in de strijd tegen de armoede en de honger, krijgt in deze plannen vooralsnog geen prioriteit.