christophe08 november 2005 – 21:54

De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) publiceert halverwege de looptijd van een loonakkoord altijd een technisch verslag over de loonevolutie in België in vergelijking met de ons omringende landen. Als de lonen te snel stijgen moeten de werkgevers en de werknemers comform de wet op het concurrentievermogen hierop een gezamenlijk antwoord formuleren.

Tijd om de lasten te verlagen en de automatische indexaanpassing in vraag te stellen, zeggen de werkgevers in een gezamenlijk persbericht. De vakbonden roepen op om alle punten in het verslag ter harte te nemen. Zo schrijft de CRB ook dat België hard achterop hinkt bij het Europees gemiddelde wat de werkgeversinspanningen voor vorming betreft.

“Ten laatste in 2004 moesten de werkgevers 1,9 % van de loonmassa aan vorming besteden. Twee jaar later zitten we nog altijd nauwelijks aan 1 %,” zegt Josly Piette van de christelijke vakbond ACV. “Als de werkgevers beginnen over de index en de huidige loonafspraken willen we ook die elementen op tafel leggen,” aldus Piette.

Volgens Luc Voets van de studiedienst van het ABVV investeert België ook te weinig in onderzoek. Hij noemt de huidige loonovereenkomsten zeer gematigd. Voets: “De vastgestelde loonontsporing is voor een groot deel te wijten aan twee conjuncturele factoren: de versnelling van de inflatie en de forse daling van de lonen in Duitsland.” Voets voegt er ook aan toe dat de tewerkstelling in ons land sneller stijgt dan in de buurlanden.

Vanaf december buigen werkgevers en vakbonden zich over dit verslag. Zij moeten een akkoord bereiken over de interpretatie van de cijfers en over eventuele maatregelen om te corrigeren. “Als er tegen kerstmis geen akkoord is, moet de regering knopen doorhakken,” zegt Josly Piette. Volgens Vandermeeren zijn het niet de vakbonden die afspraken met de voeten treden. “Wij respecteren de overeenkomsten over loonstijging. Het zijn de patroons die zich niet houden aan de afspraken over vorming.”