Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

[Boekrecensie] "Pelican Bay" - Nelleke Noordervliet

[Boekrecensie] "Pelican Bay" - Nelleke Noordervliet

“Pelican Bay” van de Nederlandse schrijfster Nelleke Noordervliet is een gedeeltelijk historische roman over het slavernij-verleden, en de nawerking ervan op een Caribisch eiland en in Nederland. Het is een boek over ongelijke machtsverhoudingen, slavernij en onze kijk op geschiedenis.

pelican bay.jpg

Ada van de Wetering, een jonge Nederlandse vrouw, trekt met een dubbele missie naar een eiland in de Caraïben.

Aan de ene kant wil ze het mysterie ophelderen van de gruwelijke moord die tweehonderd jaar geleden op het eiland plaatsgreep. Toen werd de hoogzwangere vrouw van haar verre voorvader, suikerplanter en slavenhouder Jacob Rivers (Van de Wetering), teruggevonden met overgesneden keel en opengereten buik.

Eén van de slaven, Plato, werd van de moord beschuldigd en opgeknoopt. Ada wil de waarheid achterhalen. Was de slaaf de werkelijke moordenaar? Of was het eigenlijk de slavenhouder zelf die zijn vrouw vermoordde?

Het tweede luik van haar missie betreft Ada’s persoonlijke geschiedenis. Ze gaat op zoek naar haar adoptiebroer Antonio, die vijftien jaar geleden het gezin Van de Wetering onverwachts verliet, en terugkeerde naar het eiland waar hij geboren werd.

Ze wil achterhalen of haar gedrag tegenover haar broer(tje) aan de basis lag van dit vertrek. Haar pas overleden vader heeft haar op zijn sterfbed immers verantwoordelijk gesteld voor de spanningen die er in het gezin waren.

Pelican Bay is een complexe, knap geconstrueerde roman met twee verhaallijnen die naarmate het boek vordert inniger met elkaar verstrengeld geraken.

Ada’s pogingen om de waarheid te achterhalen blijken niet vanzelfsprekend te zijn. Het is niet eenvoudig het leven van haar voorvader te schrijven, zonder in morele oordelen te vervallen.

Haar oudoom was immers een slavenhouder die participeerde aan een systeem waarbij mensen uitgebuit en vernederd werden. Waarom hield hij slaven, terwijl er in Europa stemmen opgingen om de slavernij af te schaffen?

Daarmee wordt Ada geconfronteerd met een klassiek probleem voor de geschiedschrijver. In hoeverre kan deze de geschiedenis op een objectieve manier schrijven? De onderzoeker kan zoveel mogelijk bronnenmateriaal verzamelen, maar onze kennis van de geschiedenis berust op zijn interpretatie van de “feiten”.

“Kan de geschiedenis van het Caribische eiland waar Jacob van de Wetering (Rivers) de laatste jaren van zijn leven doorbracht, geschreven worden alsof we de partijdigheid en de politieke correctheid ruim voorbij zijn, kunnen we erover schrijven zoals over de Atheense democratie ten tijde van Pericles, zonder een impliciet moreel oordeel, omdat het vreemd is een oordeel te vellen over een afstand van eeuwen? Is de neutrale blik een nastrevenswaardig doel?”

Tijdens haar onderzoeken op het eiland blijkt dat iedereen zijn eigen waarheid heeft. Twijfelden de achttiende eeuwse slavenhouders er niet aan dat een slaaf de moord pleegde, voor de huidige eilandbewoners staat het onomstotelijk vast dat Jacob Rivers de moordenaar was en een onschuldige slaaf hiervoor terecht moest staan.

Wat de waarheid ook mag zijn, het is eigenlijk de tijdsgeest die bepaalt wie dader is en wie slachtoffer. Zelfs indien zou blijken dat de slaaf de moord pleegde, dan blijft hij voor de eilandbewoners een verzetsheld en een slachtoffer van ongelijke machtsverhoudingen. Ma Edith, de Engelse pensionhoudster die al decennia op het eiland woont, zegt hierover:

“Geschiedenis is de geschiedenis van de slavernij en de emancipatie. Er is geen andere geschiedenis hier. Geen andere maatstaf. Er is één simpele waarheid. Er waren meesters en slaven. Aan dat grote onrecht is al het andere ondergeschikt. Vechtpartijen, verkrachting en mishandeling zijn niets vergeleken bij het kwaad van de slavernij”

De erfenis van het slavernij-verleden blijft onverminderd nazinderen op het eiland. Ada ergert zich aan de slachtofferrol waarin de eilandbewoners zich wentelen. Tegen Ma Edith merkt ze hierover op:

“Weet U wat ik walgelijk vind? Die zogenaamde zielige rechtschapenheid van zwarten, die voortdurend gekrenkte trots, dat zwelgen in het oude leed. Alsof ze er spijt van hebben dat het voorbij is. Dat zou hen namelijk zelf verwantwoordelijk maken voor de pestzooi en de corruptie in hun postkoloniale autonomieën”

Ook de Nederlanders willen de bewoners van de Caraïben het liefst in die slachtofferrol houden. De progressieve ouders van Ada adopteerden een arm zwart jongetje uit de Caraïben. Met deze adoptie op zichzelf was niks mis, maar het jongetje werd in een zielige slachtofferrol gedwongen.

Zoals de slavenhouder Jacob Rivers macht uitoefende over zijn slaven, zo berustte ook de verhouding tussen adoptieouders en kind op ongelijkheid. De ouders wilden zich ontfermen over dit arme zwartje, maar voor wat hoorde wat: er werd verwacht dat hij zijn pleegouders dankbaar zou zijn voor hun goedheid.

In de ogen van Ada’s ouders werd hij door hen gered van de ondergang, zoals een hond uit het asiel. Vanuit een paternalistische houding werd hij ook gedwongen om trots te zijn op zijn afkomst. Waardoor hij geen kans krijgt om zijn eigen identiteit te ontwikkelen.

Op achttienjarige leeftijd ontvluchtte hij het ouderlijke huis, om te ontsnappen aan het juk van zijn adoptieouders.

Nelle Noordervliet, “Pelican Bay”, Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij Augustus, 2002, p. 415.

Tags