Om een beter zicht te krijgen op de specifieke noden en vragen die leven bij sekswerkers in Antwerpen voerde het Rotterdams Instituut voor Sociaal wetenschappelijk Beleidsonderzoek – Erasmus Universiteit Rotterdam (Risbo nv) een omgevingsanalyse uit van het bestaande hulpverleningsaanbod voor sekswerkers in Antwerpen. Het onderzoeksrapport geeft een overzicht van de bestaande hulpverlening, legt een aantal knelpunten bloot en doet aanbevelingen om de hulpverlening voor sekswerkers nog verder aan te passen aan de noden.

Dit onderzoek heeft tot doel na te gaan welke hulpvragen van sekswerkers de bestaande hulpverlening niet kunnen opnemen en hoe de hulpverlening voor sekswerkers in dit licht geoptimaliseerd kan worden. Dr. Marion van San trad op als onderzoeker. Het onderzoek liep in opdracht van Gh@pro vzw.

Prostitutiebeleid mag zich niet blind staren op de opgeknapte gevels van de raamprostitutie-panden in het Schipperskwartier. De aandacht moet gaan naar alle groepen van sekswerkers, ook de moeilijk bereikbare groepen. Met name naar personen die vanwege hun slechte uitgangspositie terechtkomen op de minder veilige werkplekken. Ook hun kwetsbare positie en complexe problemen verdienen bijzondere aandacht.

In de prostitutie zijn verschillende groepen werkzaam met elk hun specifieke problemen. Samenwerking tussen verschillende partners is daarom noodzakelijk. Rond enkele van de meest prangende knelpunten werden met verschillende partners reeds acties ondernomen. De aanbevelingen waar nog niet mee aan de slag gegaan is, zullen in overleg met de verschillende partners verder uitgewerkt worden.

De reeds aangepakte knelpunten zijn:

- rond aanbeveling 3 ‘tracht meer zicht te krijgen op de verslavingsproblematiek van sekswerkers zodat desgewenst een aanbod op maat kan worden uitgewerkt’ is Gh@pro (Gezondheidshuis voor Antwerpse Prostitutie) samen met Pasop (Gent), Espace-P (Brussel) en andere hulpverleningsorganisaties in Wallonië een project aan het indienen bij de Federale Overheid om net de verslavingsproblematiek bij sekswerkers in België in kaart te brengen.

- rond aanbeveling 4 ‘continueer de voorziening waar prostituees terecht kunnen voor sociale en juridische hulp en zorg voor een betere bekendmaking van het initiatief’:

zowel Gh@pro als Boysproject zijn opgenomen in het Stedenfonds 2008-2013 waardoor hun werking verder gefinancierd kan worden. Binnen deze werking is er sinds 2007 een luik ‘EXIT’ met speciale aandacht en hulpverlening rond psycho-sociale, juridische en andere ondersteuning.

- rond aanbeveling 6: ‘deskundigheid bevorderen bij diensten die te maken krijgen met jongens en mannen in de prostitutie’:

er is een structureel overleg gaande tussen lokale politie centrum, jeugdbrigade, LP/cel prostitutie, integrale veiligheid en Boysproject. De ondersteuning die Gh@pro de voorbije 4 jaren verleent aan het Boysproject is volledig vrijwillig en onbezoldigd.

- rond aanbeveling 7: ‘zorg dat straatprostituees bereikt worden door de hulpverlening’:

het college keurde op 15 februari 2008 het project ‘outreach en basiszorg straatprostituees’ goed. Deze actie zal nog dit voorjaar opgestart worden. Hiermee zal laagdrempelige gezondheidspreventie geboden wordenaan straatprostituees en kunnen de contactmogelijkheden van de doelgroep met de hulpverlening vergroot worden.

- rond aanbeveling 8: ‘zet tewerkstellingsprojecten en andere sociaal trajecten op voor (verslaafde) vrouwen en mannen in de prostitutie, waarbij afspraken worden gemaakt met het OCMW en de VDAB’ heeft het luik ‘EXIT’ binnen Gh@pro een structurele samenwerking opgezet met vzw Levanto om sekswerkers die uit de prositutie willen stappen een menselijk alternatief te bieden.