Valja15 maart 2008 – 11:07

Voor de Italiaan Giullieto Chiesa, europarlementarier en journalist, is de sitiuatie met de klandestine activiteiten van de geheime diensten alleen maar verergerd sinds de koude oorlog in het Nato gebied. Op 5 octobre 2001, minder dan een maand na het drama in New York en Washington, hebben de VS en de UK de europese raad geinformeerd over de reactivatie van de stay-behinds tegen de « terroristische vijand ». Zij eisten de samenwerking van de voltallige leden van de Nato op grond van article 5 van het Nato Charter dat stipuleert dat bij een vijandige aanval van een lid, alle leden moeten inspringen. Bij de EU hebben ze verder onderhandelt over faciliteiten die ze nodig hadden (Wapentransporten via Antwerpen bv.).

Tenslotte hebben de VS en de UK wetsaanpassingen doorgedreven bij de leden die toestaan dat geheime agenten van de CIA en MI6 ongecontroleerde acties mogen uitvoeren in elke Nato land. Zo zie je hoe de macht langszaam verschuift naar de VS binnen de Nato. De Vs heeft op die manier met Polen en Tsechie afzonderlijk onderhandeld over militaire basissen zonder hiervoor door de Nato-Raad te gaan. De raad besprak het pas na de feiten. Vijgen na Pasen dus.

De lijst met interventies waarbij geheime diensten en later de CIA de initiatiefnemer is.

1. 1775-1783 revolution war against Great Britain
2. 1775-1776 Canada
3. 1798-1800 Seawar with France (without declaration of war)
4. 1801-1805 Tripoli, first Berberwar
5. 1806 Mexico (Spanish area)
6. 1806-1810 gulf of Mexico
7. 1810 west Florida (Spanish area)
8. 1812 occupation of the island Melia (Spanish area)
9. 1812-1815 Great Britain (declaration of war takes place)
10. 1812-1815 Canada
11. 1813 west Florida (Spanish area)
12. 1813-1814 Marquesas islands
13. 1814 Spanish Florida
14. 1814-1825 Kariben
15. 1815 Algiers, second Berberwar
16. 1815 Tripoli
17. 1816 Spanish Florida, first Seminolenwar
18. 1817 island Amelia (Spanish area)
19. 1818 Oregon
20. 1820-1823 Africa (fight of the slave trade)
21. 1822 Cuba
22. 1823 Cuba
23. 1824 Cuba
24. 1824 Puerto Rico (Spanish area)
25. 1825 Cuba
26. 1827 Greece
27. 1831-1832 Falkland Islands
28. 1832 Sumatra
29. 1833 Argentina
30. 1835-1936 Peru
31. 1836 Mexico
32. 1838-1839 Sumatra
33. 1840 Fiji islands
34. 1841 Samoa
35. 1841 Drummond islands, Kingsmillgroup
36. 1842 Mexico
37. 1843 Africa
38. 1844 Mexico
39. 1846-1848 Mexico
40. 1849 Smyrna
41. 1851 Turkey
42. 1851 Johanna island (eastern of Africa)
43. 1852-1853 Argentina
44. 1853 Nicaragua
45. 1853-1854 Riukio and in islandisland in islands (Japan)
46. 1854 China
47. 1854 Nicaragua
48. 1855 China
49. 1855 Fiji islands
50. 1855 Uruguay
51. 1856 Panama, republic of again Granada
52. 1856 China
53. 1857 Nicaragua
54. 1858 Uruguay
55. 1858 Fiji islands
56. 1858-1859 Turkey
57. 1859 Paraguay
58. 1859 Mexico
59. 1859 China
60. 1860 Angola, Portugisisch Portugisisch-Westafrika
61. 1860 Colombia, gulf of Panama
62. 1863 Japan
63. 1864 Japan
64. 1864 Japan
65. 1865 Panama
66. 1866 Mexico
67. 1866 China
68. 1867 island Formosa
69. 1868 Japan
70. 1868 Uruguay
71. 1868 Colombia
72. 1870 Mexico
73. 1870 Hawaii islands
74. 1871 Korea
75. 1973 Colombia
76. 1873 Mexico
77. 1874 Hawaii islands
78. 1876 Mexico
79. 1882 Egypt
80. 1885 Panama (Colon)
81. 1888 Korea
82. 1889-1889 Samoa
83. 1888 Haiti
84. 1889 Hawaii islands
85. 1890 Argentina
86. 1891 Haiti
87. 1891 Beringmeer
88. 1891 Chile
89. 1893 Hawaii
90. 1894 Brazil
91. 1894 Nicaragua
92. 1894-1896 Korea
93. 1894-1895 China
94. 1894-1895 China
95. 1895 Colombia
96. 1896 Nicaragua
97. 1898-1899 China
98. 1898 Nicaragua
99. 1898 American-Spanish war
100. 1899 Samoa
101. 1899-1901 the Philippines
102. 1900 China
103. 1901 Colombia
104. 1902 Colombia
105. 1902 Colombia
106. 1903 Honduras
107. 1903 Dominican republic
108. 1903 Syria
109. 1903-1914 Panama
110. 1904 Dominican republic
111. 1904-1905 Korea
112. 1904 Tanger, Morocco
113. 1904 Panama
114. 1904-1905 Korea
115. 1906-1909 Cuba
116. 1907 Honduras
117. 1910 Nicaragua
118. 1911 Honduras
119. 1911 China
120. 1912 Honduras
121. 1912 Panama
122. 1912 Cuba
123. 1912 China
124. 1912 Turkey
125. 1912-1925 Nicaragua
126. 1912-1941 China
127. 1913 Mexico
128. 1914 Haiti
129. 1914 Dominican republic
130. 1914-1917 Mexico
131. 1915-1934 Haiti
132. 1917-1918 the First World War
133. 1917-1922 Cuba
134. 1918-1919 Mexico
135. 1918-1920 Panama
136. 1918-1920 Soviet Russia
137. 1919 Honduras
138. 1920-1922 Russia (Siberia)
139. 1920 China
140. 1920 Guatemala
141. 1921 Panama Costa Rica
142. 1922 Turkey
143. 1924 Honduras
144. 1924 China
145. 1925 China
146. 1925 Honduras
147. 1925 Panama
148. 1926-1933 Nicaragua
149. 1926 China
150. 1927 China
151. 1933 Cuba
152. 1940 Newfoundland, Bermuda, St. Lucia, the Bahamas, Jamaica, Antigua, Trinidad, British Guayana
153. 1941 Greenland [ Danish area ]
154. 1941 the Netherlands (Netherlands Guayana)
155. 1941 Iceland
156. 1941 Germany [ attacks on German ships ]
157. 1941 US entrance into the Second World War
158. 1941-1945 Germany, Italy, Japan
159. 1942 Labrador
160. 1945-1960 China (CIA)
161. 1946-1947 Italy (CIA)
162. 1947-1955 Greece (CIA)
163. 1945-1955 the Philippines (CIA)
164. 1950-1953 Korea war
165. 1949-1953 Albania (CIA)
166. 1955 Germany (CIA)
167. 1953 Iran (CIA)
168. 1953-1954 Guatemale (CIA)
169. 1955 Costa Rica (CIA)
170. 1956-1957 Syria (CIA)
171. 1957-1958 the middle east
172. 1957-1958 Indonesia (CIA)
173. 1955-1965 Western Europe (CIA)
174. 1945-1965 Soviet Union (CIA)
175. 1955-1975 Italy (CIA)
176. 1945-1975 30 years war in Viet Nam (CIA)
177. 1955-1973 Kambodscha (CIA)
178. 1957-1973 Laos (CIA)
179. 1959-1963 Haiti
180. 1960 Guatemala
181. 1960-1963 Ekuador (CIA)
182. 1960-1964 the Congo (CIA)
183. 1961-1961 Brazil (CIA)
184. 1960-1965 Peru (CIA)
185. 1960-1966 Dominican Republic of (CIA)
186. 1950-1980 Cuba (CIA)
187. 1865 Indonesia (CIA)
188. 1966 Ghana (CIA)
189. 1964-1970 Uruguay (CIA)
190. 1964-1973 Chile (CIA)
191. 1964-1974 Greece (CIA)
192. 1964-1975 Bolivia (CIA)
193. 1962-1985 Guatemala (CIA)
194. 1970-1971 Costa Rica (CIA)
195. 1972-1975 Iraq (CIA)
196. 1973-1975 Australia (CIA)
197. 1975 Indonesia [ CIA ]
198. 1975-1985 Angola (CIA)
199. 1975-1978 Zaire (CIA)
200. 1976-1980 Jamaica (economic war)
201. 1979-1981 Seychelles
202. 1979-1984 Grenada
203. 1983 Morocco (CIA)
204. 1982-1984 Surinam (CIA)
205. 1981-1989 Lybia
206. 1981-1990 Nicaragua [causing the civil war ]
207. 1969-1991 Panama (CIA)
208. 1990 Bulgaria [ CIA ]
209. 1990-1991 Iraq, the second Gulf War
210. 1979-1992 Afghanistan (CIA)
211. 1980-1994 El Salvador [ CIA ]
212. 1986-1994 Haiti (CIA)
213. 1992-1994 Somalia
214. 1979- present Afghanistan
215. 2000 Colombia ("war on drugs")
216. 2001 New York WTR 3000 dead + Phillippines
217. 2001 Afghanistan
218 2003-2007 Iraq

voorbeeld 1
Panama was van 1502 tot 1821 een provincie van Spanje, waarna het na een korte onafhankelijkheid is ingenomen door Colombia. Toen de Colombiaanse regering zich verzette tegen de Amerikaanse wens om een doorvaart mogelijk te maken tussen de Atlantische Oceaan en de Grote Oceaan in de landengte van Centraal-Amerika, ging de Amerikaanse president Theodore Roosevelt in 1903 een Panamese onafhankelijkheidsbeweging steunen. De Amerikaanse vloot maakte het de Colombiaanse troepen onmogelijk naar Panama-stad te komen, want de weg over land, door de oerwouden, was vrijwel ontoegankelijk. De "vrijheidsstrijders" konden dus bijna ongehinderd de macht grijpen. Dit wordt wel gezien als een staaltje Amerikaanse kanonneerbootpolitiek. De bouw van het Panamakanaal - met Amerikaans kapitaal - kon daarna van start gaan. Het kanaal en de 16 kilomer brede zone eromheen werd in een verdrag "voor eeuwig" tot Amerikaans eigendom verklaard. Het land werd geplaagd door politieke instabiliteit en was feitelijk een vazalstaat van de Verenigde Staten.

voorbeeld 2
Guatamala:
"Rond de eeuwwisseling kreeg de heersende elite, met als beste voorbeeld de amerikaanse United Fruit Company, steeds meer grond en macht in handen. Echter, in 1951 werd Jacobo Arbenz Guzmán tot president gekozen. Hij startte landhervormingen, tot woede van het leger en de Verenigde Staten, die hem in 1954 omver wierpen."

voorbeeld 3
Chili:
"In 1970 won een coalitie Unidad popular van communisten, socialisten en radicalen onder leiding van de arts Salvador Allende de verkiezingen. Een programma van landhervorming en nationalisatie van de mijnen en andere vitale sectoren, leidde tot obstructie en sabotage door de politieke oppositie en de ondernemers. Op de achtergrond financierde de CIA het verzet."

voorbeeld 4
Iran
IN 1953 wordt Moh Mossadeque democratisch verkozen door zijn volk.
Mossadeque steunt het Marxistische getinte gedachtengoed. De Vs ziet hierin een bedreiging in het licht van de koude oorlog. Bovendien wil Mossaqeque de oliebronnen nationaliseren. De VS slepen hem voor de rechter in den Haag. Het internationaal gerechtshof stelt Moh Mossadeque in zijn gelijk. Dan worden er rellen op straat georganiseerd onder impuls van de CIA die leiden tot zijn afzetting en de plaatsing van de Sjah, een stroman van de VS die 24 jaar aan de macht blijft.
Dit drama voor het iraanse volk wordt toegegeven door de VS president in de jaren 80 tijdens de gijzeling in de Amerikaanse ambassade van Teheran. Hij biedt officieel excuses aan.

Dit is klassiek. Jaren later excuses aanbieden als het toch niks meer uit maakt.

Verschillende bronnen via google
Daniel Ganser
http://www.voltairenet.org/article144748.html