Indymedia.be is niet meer.

De ploeg van Indymedia.be is verhuisd naar DeWereldMorgen.be waar we samen met anderen aan een nieuwswebsite werken. De komende weken en maanden bouwen we Indymedia.be om tot een archief van 10 jaar werk van honderden vrijwilligers.

Interview op de Internationale Arbeidsconferentie in Genève met Pierre-Paul Maeter, Voorzitter van het Directiecomité van de FOD

Interview op de Internationale Arbeidsconferentie in Genève met Pierre-Paul Maeter, Voorzitter van het Directiecomité van de FOD

DSC00521.JPG

Mijnheer Maeter, u bent als één van de hoogste Belgische ambtenaren hier in Genève op de 98te conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie. Waarom bent u hier?

PPM: Ik ben hier omdat ik van mening ben dat dit erg belangrijk is. Ik denk dat een Conferentie van de IAO de enige plaats is waar op mondiaal niveau aan het sociale thema kan worden gewerkt, waar een sociale cohesie tot stand kan worden gebracht, niettegenstaande alle niveauverschillen die bestaan tussen de landen die hier aanwezig zijn. Een sociale cohesie teweeg brengen lijkt me fundamenteel, ook voor de werknemers die het hoogst staan op de sociale ladder, rekening houdend met de sociale situatie in hun land.

Ik denk namelijk dat concurrentiespiralen, die jammer genoeg al bestaan, vermeden moeten worden. Deze spiralen zijn immers dodelijk voor de sociale systemen en verhinderen de sociale vooruitgang van werknemers en landen die op sociaal vlak niet zo ver gevorderd zijn. Ik denk dat de Conferentie belangrijk is, zowel op het vlak van uitwisseling als op reglementair vlak. Men vergeet soms dat de voornaamste rol van de IAO de wereldwijde regulering van de collectieve en individuele arbeidsrelaties is en, zoals u weet, is dit net de core business van mijn departement in België. De uitwisseling tussen personen lijkt mij ook erg belangrijk.

Wij vermoeden dat u deelneemt aan deze conferentie met bepaalde verwachtingen m.b.t. de resultaten ervan. Tot welke resultaten moet deze conferentie absoluut leiden en wat zijn uw verwachtingen voor de werknemers in België?

PPM: Een eerste verwachting betreft het “gewicht” van de IAO als mondiale instelling. Zoals u weet maken we een heel ernstige crisis door, die veroorzaakt werd door de financiële wereld. Er is een verschil op het vlak van status tussen de mondiale economische instellingen en de IAO als sociale instelling. Ik wens meer dan ooit dat de IAO – en ik verdedig die stelling sinds jaren – als instelling die borg staat voor het sociale thema en voor sociaal evenwicht, op voet van gelijkheid kan onderhandelen met de zgn. instellingen van Bretton Woods, de economische instellingen dus zoals het IMF, de Wereldbank enz. Het lijkt mij abnormaal dat aanbevelingen van het IMF en de Wereldbank in werkelijkheid verplichtingen inhouden voor landen voor dewelke de doelstellingen van de agenda “waardig werk” bijna onmogelijk te realiseren zijn.

Ik denk dat de IAO dus meer dan voorheen en vooral in deze context van crisis haar stem moet laten horen om te zeggen: “Neen, een dergelijke economische aanbeveling gaat in tegen waardig werk, we moeten een evenwicht proberen te vinden.” Ik denk dat de IAO in het zoeken naar een oplossing voor de crisis en rekening houdend met waardig werk, evenveel gewicht in de schaal moet kunnen leggen als de economische instellingen. Deze dialoog wordt nu op gang gebracht, waarbij de G20 duidelijk van de IAO een bepaalde bijdrage en input verlangt. Daardoor is deze conferentie volgens mij dus des te belangrijker. De inzet voor ons, vertegenwoordigers , hier op deze conferentie, is een sterke boodschap uit te sturen, die kan doordringen tot in de economische instellingen en tot op het niveau van de G20. Ik koester dus hoge verwachtingen en ik denk dat als we nu geen vooruitgang boeken, het later - misschien al in een fase van economische heropleving - veel moeilijker wordt.

Heeft de Belgische werknemer hier volgens u iets bij te winnen?

PPM: Heel zeker! De Belgische werknemer heeft zowel een actieve als een passieve rol. Passief omdat hij afhangt van een internationale context waarin er, en ik hoef daar geen tekening bij te maken, banen verloren gaan, herstructureringen plaatsvinden enz. Maar de arbeidswereld en de vertegenwoordigers van de vakbondsorganisaties zijn ook spelers op het sociale terrein, ze sturen de sociale vooruitgang aan.
In dat opzicht kom ik al sinds meerdere jaren in meerdere hoedanigheden naar de Conferentie van de IAO in Genève. Dat heeft voor mij altijd iets onwaarschijnlijks.

We vragen ons af hoe het mogelijk is dat zoveel Staten, dus zoveel afgevaardigden, op een tripartiete conferentie bovendien, het eens kunnen worden over een tekst via een nogal trage procedure, met inbegrip van de reglementaire teksten met verdragen, aanbevelingen… Hoe kunnen situaties en standpunten die aanvankelijk zo verschillend zijn, tegen alle waarschijnlijkheid in uiteindelijk toch tot iets leiden? Het is een magisch proces, waarbij men het uiteindelijk toch eens wordt en waarbij voldoende stemmen worden gehaald om tot een oplossing te komen.

Dus, wat hier verkregen wordt op de internationale tripartiete conferentie heeft gevolgen voor de Belgische werknemers?
PPM: Ik zal u een heel concreet voorbeeld geven. Weet u, binnen de Europese Unie zijn er geen richtlijnen over de sociale inspectie. Er is evenwel een verdrag van de IAO met betrekking tot de sociale inspectie en ik nodig de werknemers en hun vertegenwoordigers ertoe uit deze tekst eens te bekijken. Ze zullen verbaasd zijn over de progressieve aard van dit IAO-verdrag. Het zou mij bijzonder verheugen indien wij op Europees vlak een richtlijn zouden hebben die overeenstemt met dit verdrag.

Mensen die u volgen, zowel in België als tijdens uw Europese of internationale missies, stellen vast dat u gepassioneerd bent door dit - voor sommigen ouderwetse- maar in onze ogen erg actuele thema van het algemeen belang. Kunt u ons iets meer vertellen over uw persoonlijke motivatie, afgezien van uw functie als vertegenwoordiger van ons land bij de IAO.

PPM: ‘Werk’ als thema is altijd al mijn passie geweest en voor mij is werk een kwestie van zowel kwantiteit als kwaliteit. Ik denk dat de grote uitdaging erin bestaat de twee met elkaar te verbinden, bijvoorbeeld in de huidige context van crisis. De kwaliteit van het werk mag niet worden opgeofferd aan de kwantiteit, want dit zou erge gevolgen kunnen hebben voor de levenskwaliteit van de werknemers.
Ik verklaar mij nader: een massale werkloosheid zoals we die nu kennen, brengt het risico met zich mee dat de werkdruk veel meer weegt op de werknemers die blijven. Er moet dus altijd rekening worden gehouden met de link tussen kwaliteit en kwantiteit en er moeten gunstige ontwikkelingen worden gevonden in de twee richtingen. Wanneer we hierover een consensus kunnen bereiken, denk ik dat iedereen het er hier over eens zal zijn dat de agenda waardig werk een echt instrument is om uit de crisis te geraken.

Een tweede, uiterst boeiend element in dit debat is dat in mijn ogen een uitweg uit de crisis en een duurzame economische heropleving enkel mogelijk is als elk land het model gebaseerd op concurrentie opnieuw in vraag stelt en een nieuw model op de agenda zet, gestoeld op samenwerking. Ik zal erop toezien dat dit punt wordt opgenomen in de teksten over een uitweg uit de crisis die hier zullen worden opgesteld.

Wij stellen vast dat er een belangrijke parallel bestaat tussen de overtuiging binnen de IAO dat een tripartiet optreden nodig is om de zaken vooruit te helpen en het Belgisch overlegmodel. Wat denkt u van deze parallel en misschien zegt dat iets over de rol die de Belgische delegatie hier kan spelen?

PMM: Ik denk dat België altijd al een heel belangrijke rol heeft gespeeld in de IAO. Ik heb de Belgische sociale partners altijd gekend als mensen die mee aan de kar van de IAO trekken. Het is in elk geval een traditie en ik denk dat wij die rol van initiatiefnemer en stimulator moeten blijven vervullen. Dit is belangrijk is, zowel voor de IAO als voor België.

Het is duidelijk dat in een organisatie als de Nationale Arbeidsraad de sociale partners de werkzaamheden van de IAO met veel interesse en zeer nauwgezet opvolgen. Wanneer teksten of verdragen van de IAO bij de NAR in België worden besproken, volgen de sociale partners die teksten altijd heel nauwgezet op.

Ik denk dat het voor de regering en voor mijn departement erg belangrijk is maximaal te investeren in de IAO. Niet alleen doen wij er alles aan om de sociale partners ter plaatse een zo goed mogelijk organisatiekader te geven, maar wij zorgen er ook voor dat we hen ontmoeten voor een dialoog, nog voordat de Raad van Bestuur van de IAO (België is momenteel plaatsvervangend lid van de Raad van Bestuur) plaatsvindt. Op die manier komen we te weten wat bij hen leeft en wat hun verwachtingen zijn m.b.t. de IAO.

Ik ben immers van mening dat we hier pas op de beslissingen kunnen wegen als we het op voorhand in België al eens zijn over deze kwesties. Ik denk dat de sociale partners dus een heel belangrijke rol te spelen hebben. Onze rol is te stimuleren, te steunen, waarbij zowel de vertegenwoordigers van de werkgevers als de vertegenwoordigers van de werknemers hun specifieke rol moeten spelen. Wij behouden onze gouvernementele eigenheid, maar blijven overleggen met de andere leden van de tripartiete.

Interview door Stephan Galon en Isabelle Van Hiel, ABVV vertegenwoordigers op de IAO concferentie

Zeer boeiend

Zeer boeiende lectuur.

ABVV-delegatie-IAO

Gepost door ABVV-delegatie-IAO
15.06.2009

Tags